
I kan Be-
rombac.
47t
rood en 2wart van kringen. V an ’t oog
loopt na denbek toe een Hemels-blaeuwe
geftipte kring ,, hoedanigen fchey r kring
met roode fcnrapjens men binnen in den
kop heeft.
Aan weerzyden gaat uit het lyf een
lange Hemels-blaeuwe en zwarte doom
o f tand , met een fyne witce ftreep in ’t
midden, gelykende wel na dunne Oli-
fants-tanden} dog zy zyn recht.
O p ’t ly f ziet men zeven Zee-groene
vlekken van verfcheide gedaanten, en de
twee onderfte vertoonen zieh gevlamd.
De boven-vin is Citroen-geel met
donker-blaeu we dooms. De vin tegen’t
ly f, en die ’er onder, is geel en zwart
van graaten, dog Hcmelsblaeuw tegen
’t lyf.
Boven ziet men in’t midden een fmalle
hoogevin.op zig zelven, die rood is ,
met een Hemels-blaeuwe ftreep in’t midden,
en met een Zee-groenen buiten-zoom.
Daar na volgd de agter-vin , die Purper
en geel, met z'warte zyde-zoomen, hoedanig
00k de agterfte onder-vin is j dog
tuflchen de beide onder-vinnen ziet men
van den Hemels-blaeuwen zoom längs den
buik, een Hemels-blaeuwe ftreep met
een rooden binnen- en een zwarten buiten-
zoom afhangen.
De ftaart is van gedaante als een Hart,
geel van grond, met roode zwarte ftree-
pen ’er op', en Purper-rood van buiten-
zoom.
No. 400. Doet ons den Ikan Bcrombac,
dat is , den Gegolfden Vifch, zien. Een
heerlyke vette en groote Vifch , zynde
wel anderhalve voet lang , welkers bek
geel, onder en boven Purper, en als die
van een Vogel is.
Een gedeelte van den kop, waar o p ’t
oog ftaat % is tuflchen dengeelen en roflen j
dog boven is de kop, gelykook’tboven-
lyr , Zee - groenagtig met bruine breede
golven , zynde ’t beneden - lyf wit met
zulke golven , en met een fyne zwarte
ftreep van’t boven-lyf afgezonderd.
Het oog is groot, Purper , Citroen-
geel van appel met een rooae ftip en zwarten
kring ’ér om, en met een breepen zwarten
buiten-kring om’t oog.
De fchey-kring van den kop is Citroen- '
geel, hoeaanigen ftreek men nog hier en
daar op den kop beneden ziet.
De vin tegen ’t lyf is als een Palet,
licht Zee-groen, met donkerder Zee-
groene banden, en met een Purpren band'
tegen’t ly f aan.
De vin ’er onder is 00k zoo van grond
en banden, hoedanig ook de agter-vihnen
zyft , hebbende beide zwarte zoomen j
dog de bovenfte heeft 00k Zee-groene en
¿warte fraanje. '
De ftaart is van verw en banden even
eens, als die vinnenj vertoonendczig als
een leggende halve Maan j en de fchey-
band des zelfs is Purper.
De voor-vin boven is licht Zee-groen,
en vói lange zwarte dooms 5 hoedanigen
vin men 00k in ’t midden tegen den
buik ziet, waar tegen zig pas ’er boven
wat Purpers, dog kleener dan de bovenfte,
en minder van doorns, vertoond.
N°. 401. Doet ons den Ikan Singa, j^an
dat is , een Vifch , by den Inlander de Singa.
Leeuw genaamd, zien.
Dit is een Vifch melreen breeden bek,
die wel in vier bogten tegen een beftaat.
De kop is geel en bruinagtig, hoedanige
breede bruine en geel-agtige vlammen
dwars over’t lichaam als banden loopen.
Het oog is Zee-groen, dat als eèn rad
om zig heeft, ’t geen bruin en rood van
vellingen, en zwart van buiten-kring is,
hoedanig een zwarte kring ook-binnen in
om het oog loopt.
Op den kop ziet men ook een licht-Zee-
groene ftreek boven van den bek na de
icheiding des kops toe, die breed en bruin
is , ftekende die fchey - zoom ter zyden
na de kant van ’t oog met twee dikke
knoeften uit.
De vin tegen ’t l y f , en ’er onder, is
geel en Zee-groen van overlangze banden
, hebbende die eerfte een bruinen
dwars - band in ’t midden , en ook een
bruine breede ftreek , die tot halver wegen
toe bnder en ter zyden doorgaat,
boven aan, die zoo ook aan de vin ’er
onder is, met een Zee-groenen band tegen
’t ly f, die in de onder-vin in ’p midden
even zoo als een d wars-band gezien werd.
De ftaart is door een flaeuwen Zee-
groenen fchuinzen band van’tlyfgefc hei-
den. De zelve is als èen Palèt, mef een
zwarten zoom, voi witte en roode overlangze
ftreepen en zwarte ftippels , als
waren ’t ook ftreepen, ’er längs. De
Vifch is midden in rond van ly f, zeer
breed van kop, fmalontrent den ftaart, en
zeer goed van fmaak.
N°. 402. Doet ons den Purpren Kroon- p
Vifch zien, zoo na zyn zwart-gedöornde pUrpre
licht-Purpre boven-vin, die zig byna als Kroon-
een kroon vertóond j genaamd. Vifch.
De Vifch zèlf is kleen van bek , ' beneden
Citroen-geel, boven Zee-groen met
witte ftippels ’er boven tegen aan. On-
trent de wamme ziet men een Purpre ftreek
met een zwarten wit-geftipten zoom, en
beneden daar tegen aan den Hemels-
blaeuwen fchey-zoom van den kop, met
roode en witte ftreepkens van binnen, en
boven aan, en onder f.warte buiten-zoomen
; dog tegen den binnen-zoom nog een
witten. Ook ziet men op den kop, pas
boven de wamme, en den fchey-zoom,
nog twee Zee-groenagtige takskens.
Het
Ikan
Bcrtitik.
Het geheel ly f, en de kop van deze
Vifch, is bruin en geelgemengeld.
Zyn oog is licht-Zec-groen , donker-
blaeuw van appel, die een witte ftip
heeft, en zwart van buiten - zoom, die
vol witte ftippen is.
Men ziet midden op ’t ly f ¿en ovaal-
agtige Purpre ftreek met een Purper roode
zoom , die zig tuflchen ’t oog , en
tuflchen een Zee-groenen drie-hoek, die
tegen de ftaart komt, vertoond, op welken
drie-hoek zig een rood bolleken met
een witte ftip in *t midden, en die na de
rüg toe een rooden zoom met witte ftippen
heeft, zien laat.
Van de fcheiding des kops a f , tot de
benedenfte agter -v in , ziet men ook een
overlangze ftreep , een ftroo breed , en
met roode kruiskens geteekend zynde,
ft aan.
De vin tegen ’t lyf is Zee-groen, met
een roode wit-geftipte band agter aan,
en met licht - Zee - groene, en donkerder
overlangze banden tegen een , hoedanig
van verw öok ’t agterfte van den ftaart
tuflchen een breeden Purpren zoom aan
weerzyden is j dog tuflchen de Hemels-
blaeuwe fchey-band van den ftaart, en de
Zee-groene boven-grond van'de zelve
vertoond zig een geele grond met roode
aderen.
De agter - Vin boven en onder is geel,
met een Purpren. buiten-zoom.
De voor- vin onder is Zee-groen , en
de volgende gedoornde mede } dog die
heeft voor aan een Purpren doorn, en de
andre zyn zwart enfyn. Längs de rüg loopt
een Hemelsblaeuwe breede zoom , cneen
fyne witte ’er boven tegen.
Het is een dik lyvig rond bol lekker
Vifchje.
No. 403. Geeft ons den Ikan Bertitik,
datis , den geflippelden Vifch, zynde in op-
zigt van ’t fatzoen van zyn lyf even eens
zoo drie-hoekig als de Ikan Papoewa N°.
377. befchreven, te befchouwen,
De bek is kleen en Purper, de kop en
’t lyf wit-ägtig-graeuw met zwarte fpik-
kels, en van den bek af loopt een ftreek
van een vinger lang, en een ftroo-breed,
körnende pas onder de middel-vin. Deze
ftreek , gelyk ook nog twee andre van
daar na ’t oog loopende , zyn te zamen
Hemelsblaeuw , vol witte ftippen , met
een rooden zoom ’er längs. Het oog is
Zee-groen, den appel Purper , met een
witte ftip, en de buiten-kring zwart en
wit geftippeld.
De vin tegen ’t lyf is wit en geel ge-
bandeerd , Zee- groen tegen ’t. ly f , en
met een rooden wit-gefpikkelden band, die
een zwarten buiten-zoom heeft.
Van de vin tot den ftaart toe is een lichte
Zee-groene band met roode fpikkcls.
III. D e e l .
De boven-vin is Zee-groen beneden,
en boven aan donker- blaeuw,hebbende een
zeer langen uitftekende blaeuwen doorn,
en nog twee andre, die wat körten zyn.
Beide de agter-vinnen zyn rondagtig,
met Purpere en Citroen - geele banden ,
en zwarte zoomen.
De ftaart is door een blaeuwen band
van ’t lyfgefeheiden, zynde verder Lood-
verwig vol zulke bollckens met zwarte
kringen, en daar na volgd een dwarsband
van Purpre en Citroen - geele op-
ftaande banden, tuflchen een zwarten 1
onder en boven-zoom , aan welke laatfte
men een Zee - groene en zwarte fraanje
ziet.
Het is een redelyke goede Vifch vati
fmaak.
N 0. 404. Zien wy den Ikan Biroe La- jican
ngit Muta-nja , dat is, de Vifch met.het Biroe
HemeU-blaeww oog , zoo, na een groot He- hanglt-
mels-blaëuw rood gezoomd ovaal op zyn ata'nJ*
ly f , genaamd.
Een fchoone vette en lekkere.Vifch,
hebbende een kleene rood- en Qrangie
bek vol Zee-groene tanden, met een Zee-
groene, roode, en blaeuwagtige ftreek
pasj^buiten den agter-bek, dat even eens
als een poortje van gedaante is.
De kop, en ’t ganfehe lyf, vertoond
zig fchoon-Hemels-blaeuw van.grond ;
dog op ’t ly f , buiten *t oog en buiten ’t
bovenfte van de middel-vin, vertoond zig^
tot digt by den ftaart, een grooteftreek,
die fchoon zWart is , waar op dat Hemelsblaeuw
ovaal, daar na hy zyn naam
draagt, ftaat, en agter tegen den ftaart
fchiet van den ftaart af in dit zwart een
Ipitze Zee-groene drie-hoek met een rood
ovaaltje met witte aderkens ’er op , eii
met een rooden en witten buiten-zoom na
den rüg toe, die boven die groote zwarte
grond henen Hemelsblaeuw is.
Längs die zwarte grond beneden loopt
ook een witte ftreep , en de fchey-zoom
van den kop is Zee-groen, met fyne zwarte
fchrapkens ’er over henen geteekend.
De vin tegen ’t lyf geel, met zwarte
graaten, groen tegen ’t ly f , en met een
roode band aldaar. De vin ’er onder vertoond
zig als twee ronde dikke doornen,
die ¿ee-groen en Citroen-geel geban-
deerd Zyn.
De boven voor-vin is Zee-groen met
twee roode doornen, de agter-vin is lang,
geel, rondagtig, en met flaeuw-groene
banden bezet. En zoo is ook de agterfte
onder-vin, hebbende beide Purpere buiten
zoomen, en tegen deij buik , pas boven
de agter-vin, ziet men twee Zee-
groene groote doorns met roode buiten-
en zWarte binnen-zoomen.
De ftaart is geel, met flaeuwo Zee-
groene banden, hebbende agter eenfmalla
Ooo zwarte