
i74 Befchryying der B O QME N , P L A N T E N ,
Wy vertoonen ccn teekenine van de
, e zoort op N«. XXI. met de Vruet
Crt?an 5 cn ®en ’TP6 byzonder.
Het hout is zeer quallig, en knobbe-
g ’ en daarom byna nergens toe, dan
tot brandhout, dienftig.
r . ? ' j ° nderdc Boomen, die hier valien.is
boo™ Gmmtm-iom by den Inlander zeer geagt,
waar van hier mede een tamme, en
•wilde zoort is, welke eerfte weer twee
zoorten heeft.
De tamme, of wel 't Mannetje des
zelfs, heeft een fchoone regte (tarn, als;
cen Limoen-boom , met een fraaye top
zynde de ftam in veel leden by knoeften!
even als de Pinang-boom door zekere ker-
*ven, verdceld , welke verdeeling zieh
ook aan, de takken vertoond, doe wat
verder van een, dan wel aan de Finanz
boom. ö
De bladen ftaan op voetjens twee aan
twee by een aan körte fteelen, en gelyk
als in tkruis, zynde zes o f zeven tlnim
lang, en ontrent drie breed,.van fezoen
byna als een Peeren- blad, boven heel
glad, en beneden glanflig.
De blocfTcm bettaat uit geele fnazel-
keqs waar uit men nu en dan wel een
enkel Vrugtje, als een Pißache, ofwat
Iangwerpiger , heeft, dat met ’er tyd
geel, en eindelyk zoer rood werd.
Het fVyßen verfchild van ftam, leden
en kruin, met van ’t Mametjen , dan’
dat by langer van leden, veel breeder,
en langer van blad is.
Deze geeii. V rügten byna als Akers
Katipfv.t’ <, o f als Iangwerpige dünne O-
lyven, die cerft ook g e e l, en daar na
rood zyn.
Het merg, dat za g t, en rood, doe
■weinig is , vertoond zieh om een lang-
werpige Noot, waar aan zieh een fchclp,
en daar in een pit opdoet, die wat.gratr-
ter, dan een kleine Pißache, en met een
Vliesjen is , fmakende, jong zynde
als een Haze-noot 3 dog , oud , werd
hy wat hard, om te byfen 3 anders zyn
. zy zoet, en wat rynfch van fmaak 5
dog om dat zy eenige jeuking in de mond
veroorzaaken, werden zy niet raauw ee-
geten, maar gekookt. !
De korls werden ook wel gebraden
gegeten. Ook diend de baft van deze
Boom , o f wel van de takken, na dat
zy gefpleten en geklopt zyn, tot ’t ma-
ken van Garen, voor Vifch-netten,Ly-
nen |g enz. Dus gebruikt de Inlander
den bloeflem, en bladen, ook om de
zelve te koolten , en als een zoort van
Moes-kruiden te eeten.
Daar is ook een 'wilde Gnemon-boom
die van de tamme niet veel verfchild •
maar hy werd veel hooger, heeft langer
Jeden, en die zoo yerrc met hare knoeltcn
niettiitftceken.
Zyn bladeren zyn ook kortcr, en ton.
der. 1
I D cV iu g ten vertoonen zieh byeen
' mÖ v K ’ ,gel!,k Ä aaH d«en tak op
i f , , können zien , en de zelve
verichulen met veel,. van de lamme, dan
dat zy wat ronder ,• en zpo goed van
lmaak met zyn, waaromzy ook-weinig
tot lpyze gebruikt, o f zelden gegeten
werden} maar de baft van dezw Bbom,
ofvan des zelfs takken, is beter tot het
bereidcn van Garen, dan de tamme , om
dat zy een fyner en taayer draad geeft.
Men heeft hier ook de Keior-boom, die DeKetoi
met zeer hoog, nog d ik, maar redelyk boom
recht van ftam, en takken is , die niet
Veel in getal zyn, cn waar aan veel dun-
ne ryskens boven malkanderen als met
troffen ftaan, hebbende kleine blaadjens
met boven een nagel van een vingef
gi oot, die dan eens wat langwerpie, aan
wat rond zyn, en zomtyds maar een op
zieh zelven, dan weer twee o f drie
vnde1’ lifcbt‘groen van’ ver>v > en glad
Het Mannetjen geeft maar bloeflem al-
Jeen , die de.Pa/Mya-bloeflem wel gey
it5r S ’1 °°k Vrugten, hoew
blaandj-e‘nes beftaat, bvloooerjrtkcmom. t.<& m tien
De Vrugten beftaan uit zekere haui
Z X 1 ?/ , len » dic wcI een voet of1
5*7 ? i g 3 cen d‘kke vinger dik.
dhekantig rond, en wat geftreept zyn
Zy zyn graauw van verive , en können
van binnen in drien virdeeld wer-
den, vcivuld zynde mft een witte krui-
aige Itoffe, waar in eenige k o rk , als
groene Erweten, die eenigzins driekantio
zyn, leggen. / °
De fchors va’n dezenBoom fmaakt by-
’ iyl’ e? de bladeren werden als
een Meet voor de Slaven gebruikt.
Men kooktook de Vrugten, halfrvp
en in ftukken gefneden zynde , met
Vleefch-zpp , o f met iet anders , fmy-
tende de harde.flok en korls weg 7
Ye.rfcbe wonel is even eens, als in
Holland de Peferwort el, van fmaak, mits
maakeeP rMUW Iate>en dic warm
W i W S i M äT^ü°emMoe'se.M oZ itti
j noemd, waar van ipede cen tam*
mei en cen wilde zoort is.
De tamme werd ien dikke hooee
met een witagtige baft, en vol
bogten en holen , krom van takken
waar aan körte kleine takjens zyn;aan
welke de bladeren dicht ly J
zynde byna als de Camri- bladeren,
wel een voet lang, en een groote
halve voet breed, zagten glad, eenig-
Senbd- He jonge zyn geel, en,
di.er
En GEWAS SEN vän AMBOINA .
die wat öuder zyn, licht-grocn j o f van
de Krop - Setlade - ver w in de Zoroer-
tyd, vertoönende zieh twee en twee te-
gen een j zoo dat de vier als een kruis
uitmaken-.
Als deze wel gekookt , of by Vleefch
geftoofd werden , zoo fmaken zy als
' Kool. De boom geeft geen bloeflem ,
hog Vrugten.
Daar is nog een andere zoort , die men
de Wilde Sajor-Poeteh j of Witte Moes-
boom noemd j die op deze en gene Ei-
land jes,als d cDuiven- Eilandep^enz. wafch t j
en veel hoöger en groöter j dart de tat»-
me, werd j vettöonertde als verfcheide
flammen by een ^ die pas boven de wor-
tel zieh vereenigen j en een vry dikken
Boom uitmaken j önder in dewelke men
een groote bak heeft. Deze heeft een :
zoöitvan Beziert, die icherp, en fpits^j
ägtig zytt j vertoonende zieh aan körtd
tröffen, waar aan metter tyd kleine witi
te bloemen körnen,die een Vruetvport-
trengen 5 welke wel wat na de kleine
Camri gelyktj maar die wel zöo fpits,
cn wel zoö zacht is.
Men vindt dezert Boom dök wel hier
b f daar op’t Gebergte van Leytimor^ dog
die geeft geen Vrugten , en deze verfchild
Zeer weinig van de tamme, dan
dat'des zelfs bladen, alzoö zv bitterag-
tig vallert j in de ipyze niet gebruikt
werden, en ook groener van verwe zyn.
Men teld ook onderdeVrugt-boomen
de Kapok-boom, fchoon de Vrugt deö
zelfs niet gegeten werd.
Deze Boom heeft een hooge ftätri j
zoo dik, dat hy niet wel te ömvademen
i s , met een afchgraauwe ba ll, vol
knoeften * met körte doornen ,• ook
heeft hy ydele regte -dwars-takken , die
glad van baft zyn, meeft in drien tegen
een j en zoö verder al boven malkanderen
tot boven toe , zieh vertoonende,
m.aar de langfte takken heeft men onder,
die allengskens na boven toe verkleinen,
höewel deze dfiehoekige ordre zieh zoo
zeer niet in de Wyfjens ‘j als wel in de
Mannetjens 1 vertoond.
Men ziet meeft zeven ö f agt bladeren^
en ook wel meer, in een kring, by een
ftaan , wel zes o f zeven duim lang *
en vooraan Ontrent twee duim (voor
al de middelfte bladen) breed, die
allengskens na agteren fmallcr werden-,
zynde glad, zagt, en fchoon-groen, dog
van onderen vaal, als de Zalie 5 o f Wil-
ge-bladeren.
De bloeflem ^ die mCn zomtyds iii
Mey , en zomtyds ook wel in September
, heeft , vertoond zieh by troffen
met groote witte bloemen , als o f ’t be-
kertjens waren, byeen, hebbende yder
vyf blaadjens t die van binnen wat geel
zynj en ook vyf zulke fnazelkenä heb-
ben.
Aan deze trös-blöeflem wafleheri de
Vrugten ook in menigte aan körte fteelen
by malkanderen , hebbende de ge-
daante van dünne langagtige Pittang ^ gelyk
zy ook wel zoo lang, als een kleine
'Tafel-Pifang vallen.
Het is iet zeldzaams in deze Vrugt j
dat de zelve , ryp zynde, agter fplyt j
daar alle andere Vrugten dat gemeen&yk
dan van vören doen.
De VrUgt’ heeft niet cetbaars , maar
wel een Zoort van Vlok-Zyde} als Kat-
töen, in j die zieh in veel klonterige ^
wolagtige, en veel Zydeagtiger bollet-
jes, dan wel ’t Kattocn zelf j dog wat
roifer van verwe, vertoond , zynde
veel zagter in ’t aantaften, en ook y-
der bolletje van een zwärte körte korlj
als een groöte Peper - korl± voorzien ^
waar na de Rotten dol zyn. Elke
Vrugt heeft in haar baft ontrenl ander-
halve hand vol Kapok $ o f Vlokken , die
tot het maken van Bedden, Matraffen ^
en Kuffens , gebruikt werden, en wel
Zeer zagt j maar wat warm vallen^ onj
’er op te flapen j behalven dat die Kapok
metter tyd ookte veel op een pakt. Ook
moet men ’er wel op letten , dat ’ef
geen körlen in blyven ^ wil men* zyn
Bedden en Kuffens door de Rotten niet
in ftukken gebeten hebben , daar men
anders geen nöod af heeft. Dit is een
zeer nutte Vrugt in_ de huishouding, ert4
deze Kapok wera by geheele Pikols ver-
kogt , om ze tot het m^Jcen van Bedden^
enz. te gebruiken.
Onder alle de Boomen die wy tot De Zi-
nög toe opgenoemd hebbenj is ’er
geen,die den Amboinees meer nuttigheid b00IÜ*
geeft, als dt Zagoe-boom.
Deze vertoönd zieh in *t cerft ^ en nog
langen tyd daar nä, maar als een Hee-
fterj o f Struik-gewafch , beftaande uit
verfcheide rechtopgaande lakken by
een , die wel vyftien o f zeftien voeten
h°°g5 groen van verw, fta de binnenkant
uitgehold, dog na de buiten-kant
rondagtig, cn glad zyn. Onder aan de
zelve vertoonen zieh lange fmalle doornen
, die als naalden in ordre boven
malkanderen ftaan, van welke de middelfte
altyd de langfte is j gelyk die
ook vlak op den rüg ftaan.
De bladeren die Zeer lang en final
zyn, ftaan aan weerzyden Van deze takken,
zynde langer, breeder en dünner^
als de Klappus-bladen, hebbende aan de
kanten dünne en zagte opftaandfc dpom-
kens.
Metter tyd werd van deze Struik een
ftam, die, twee mans lengte hoog geworden
zynde,zyne doornen allengskens
vetf