
Cabo’s.
Laoet.
wel drie vinger-b'reed lang is, en tot aan
den rug loopt) is bruinrgewaterd van ver-
w e, hoedanig ook de ganfche rug tot
aan de fteert is 3 dog in de plaats van de
watering heeft hy daar kleene bruine
fchubben.
Het ganfch lyf, van de kop af tot aan
de ftaart, is licht-rood van verwe , en
,vol zwarte grootere fchubben , zynde
verder aan’t ly f, en.beneden , van die
korte. vinneiLy die ichoon Goud-geel
z y a ,. vQQrzien 51 dog hy heeft een groover
opftaande vinne op den rug , die ne-
gen groote dooms .heeft ,e n die ook
Goud-geel van verwe,’ hoedanig ook'zyn
gefpleten ftaart is. t
Hy is zeer blank en hard van Vifch,
en zeer aangenaam van fmaak.
No. 9-. Vertoonen wy een wonderlyk
fraey Vifchje , by den Inlander Cabo's
Laoet; of de Zee-Cabos.9 in tegenftelling
van die in de Rievieren of Poelen vailed,
genaamd. .
Het is een groote halve voet lang, en
twee, duimen breed , byna als een kleene
Jp.iering zynde.
De kop , (die rcdelyk groot is) heeft
een aardige mengeling van verwen dicht
by een. Aande bek (die een wyde opening
heeft) vertoond zig een breede
bloed-roode ftreek van boven tot bene-
.den toe, zeer aardig met. verfctjeide
’■riMMMB* ' ^
zig ook een weinig hooger tegen’t lyf
vertoond;
Op den rug heeft hy een groote hoo-
gen en lange vinne met veel dooms,
diens grond Citroen-geel is 5 dog de
dooms zyn Zee-groen van grond , en
zwart van omtrek, hebbende tiiiTchen de
vyfde en zesde doom (van de kop te re-
kenen) een half Zee-groen , overal be-
beneden tegen de rug aan , en daar even
boven nog twee kleene ronde Zee-groe-
ne bollekens, en zoo vervolgens tuilchen
de twee dooms (tot aan de ftaart toe,)
een half ovaal, en een bollekcQ,*erboyen,
van die zelve vervve. Öök heeft hy be-
neden, niet verre van dc ftaart, nog zoo
een kleene vinne, met fyne länge döörn-
kens j die ook Citroen- geel van grond
zyn, dog die tuflchen ieder twee doorn-
kens eerft twee, en dan weder maar een
Zee-groen bolleken hebben , al welke
bollekens, en ovaalen zwart van omtrek
zyn.D
it Vifchje heeft ook een'wbnderlyke
ftaart, die zeer licht Zee-groen van verwe
, en vol fyne zwarte graatjens is, en
agter aan een Citroen -geele halve Maan ,
met een fterke zwarte buiten - omtrek ,
en een flaeuwernä binnen toe , vertoond 5
behalven dat men aan’t boven-deel yan
die ftaart nog een volflagen oog , dat .
zwart van ............. appel, dan verder fterk-Zee- ile des bovendeels van zyn bek eenen
dan wcer met een fynen zwarten'Frmg
omtrek pas beneden het oog tot aan den
omzet is. • °
rug, en tot ontrent een du im breed van
den bek maken, de grond van dit om-
Het is een aangenaam Virchje tot fpy-
. trokken deel (waar in ook’t oog ftaat)
ze i Tdog ’£ wcrd zcer zelden gezien.
is fchoon Zee-groen van verwe. Op de-
zen grond nu, in des zelfs beneden deel,
• vertdojnd zig een matig groot oog, van
maakzel byna als een Rad, waar van den
appel Zee-groen, en verder de breed-
ile- Yerdeelingen van dit Rad in ’t rond
bloed-rood, en de kleenfte of fmalfte
blokjens Zee-gröen zyn ; alhet wellte I ook’zyn oog’ vanveTO^hoeweTdra
Vertoond zig mede een fehoo- ■
ne Viich , by den Inlander Ikan Kapala Kapala
JSiroe, dat is , de Blaeuw-kop-Vifcb. ee-
naamd. • . ; - ¡¡¡j f » s ,
Deze ¡s eal kleene voct lang, groot
van kop, dieHemels-bläeiiw van grond,
en met verfcheide fchoone Orangie ftre-
ken , en vlekken getekend , hoedanig
(inIr 7t rn n n r r n o n im rm . 1 1
een aardige vertooning , voor al in Zee,
doet.
"Van den bek af, längs dat Zee-groen ,
.en zoo roridom het' rood van den bek ,
als ook'verder op ’t ganich lyf , tot aan
de ftaart, vertoond zig een ftaeuwe Pur-
pere verw, ten deelen met veel zwarte
Ureeken, ten deelen met eenige ovaaltr
jes, en half rpnden , die Zee-groen van
binnen, en zwart van omtrek zyn , zoo
aan wederzyden (daar 7 half ronden, äan
ieder kant ftaan) als in ’t midden (daar
hy vyf pvaaltjes in de-lengte , en ’er een
wat ter zyden, ontrent de ftaart, op een
fyne"zwarte ftreep, die over’t geheel lyf
loopt, heeft) vercierd zyn.
1 J>e voorfte vinne, beneden ftaande,
- - . . ap -
pel pek-zwart , behalven dat het oog
zelf nog van een dubble zwarte kring
voorzien is. Zyn bek (die met groote
fcherpe tanden bezet is^) vertoond zig
kleen, en zyn neus is tot boven het oog
al vry wat ingebogen.
Na dat nu ’t Hemels - blaeuw van de
kop door een zwarten omtrek van’tlich-
chaam afgefcheiden is , verneemd men
op ’t lyf boven en onder eerft een don-
ker-groene gefchubde huid ; en daar na
tegen en onder ’t lyf twee äardige kleene
vinnen , die boven Hemels-blaeuw, cn
beneden Goud-geel van verwe zyn. Het
verdre lyf van de Vifch is licht -bruin
van grond , vol zwarte' fyne dwars-ftree-
pen over eh weder ru • 1 | - ' , , 7 r fts-ge1w* yy zegtbelhJ ialdallUd ,,
is kleen, en flaeuw rood, hoedanig eene ' en in ieder ruit een kleen licht-bruin bolleken
leken met een zwarten omtrek geplaatft..
Op de rüg heeft hy een breede lange
fyne zwart-gedoomdc vinne', die bloed-
rood van grond , dog met drie ovcrlang-
ze Hemels-blaeuwe lteepen (waar van de
'onderfte zieh na de ftaart toe in tween
yerdeeld) onderfcheiden is.
Zyn beneden vinne na agteren is kor-
ter, dan de bovehfte , dog men heeft in
de zelve (behalven de zwarte döornkens)
als de vertooning van een fehoone vlag,
.waar in zig naaft aan ’t lyf een ichoohe
bloed-roode, dan een hoog-geele , dan
weercen licht-Purpere, en dan een bree-
der Hemels-blaeuwe dwars-ftreek vertoond
, al welke verwen zeer fterk tegen
mallcanderen affteken.
Het cinde van *ü lyf beftaat in twee
Zee-groene verdeelingen, diezig met een
zwarten om trek ieder zeer aardig tuilchen
een Hemels - blaeuwe ftaart-vertoonen,
welkers gedaante byna als die van een
ronde Japahfcbe Waejer, en met zwarte
fyne graatjens verdeeld , dog aan ’t ein-
de weder met een Zee-groenen rechten
Zoom (die öok zyn fyne zwarte omtrek-
ken heeft,) bezet is j al welke iehoone
en verfcheidene verwen aaii deze Viich
een wonderlyke glans in ’t Water byzet-
ten 3 behalven dat hy ook zeer goea tot
ipyze is.
N°. 1 iv Vertoonen wy een zeldzame
Konings-Vifeh~niet oogerr
Wy hehben deze Vifch bevorens be-
ichreveni dog deze verfchild van de zelve
in Heerlykheid van verwe, en inmeer
andre byzonderheden, die men in de vorige
niet vind, ongemeen veel, daar van
niet anders dan ’t fatzoen, van ’tlichaam
hebbende.
De kop en ’t boven-deel van ’t lyf is
fehQon Hemels-blaeuw , met een flaeuw
Zee-groen vermengd ; en het beneden-
deel van ’t lyf is flaeuw Zee-groen, afch-
graeuw, en flaeuw-rood.
Over *t midden van ’t lyf loopt, van
de köp j tot de ftaart toe, een fyne ftreep ,
aan weder zyden, van welke zig vyf Hem
e l s -blaeuwe bollekeijs, ten deelen op
de Hemels - blaeuwe ,otcn deelen op de
Zee-groene grond , byna als 10 kleene
dogen, met een zwarte omtrek, en fyne
hairkens ’er aan, vertoonen.
De breede buiten- omtrek j van zyn
wyden bek is Zee-groen, van binnen met
een citroen-geelen rand omzoomd, en na
de boven-känt des zelfs bloed-roode kieu-
wen veFtoonende.
Het oog (dat zig redelyk groot vertoond)
is Citroen - geel 3 dog den appel,
en de breede buiten - omtrek is donker-
blaeuw.
Pas beneden de kop (die met eenige
donker-blaeuwe half-ronden onderfcheiden.
is) heeft hy twee kleene vinnen, die
flaeüw-gecl zyn 3 dog boyen. en beneden^
ontrent dc ftaart 9 zyn die fterk-gedoorn-
de vinnen, ten deelen Zee-groen endon-
ker-bläeuw boven, cn ten aeelen geel eh
donker- blaeuw beneden.
De ftaart (diens grond geel is) is twee-,
klüftig.
Hy is niet min lekker, en vaft van
Viieh, dan de vorige, eh ongemeen vet.
N6. 12. Leyerd ohs de Zee-Gründel, De Zcc3 een Vifchje als een kleene Spiering 3 dog ^rUB^ch'
’t geen wat breeder van lyf is, uit. Het l
heeft een grboten en licht* rooden kop, met
een Papegaeys-bek , die van binnen C itroen
geel , hoedanig ook zyn oog vaft
verwe is, ’t geen van buiten een zwarten
kring , en nog zoo eenen öm den witteft
oog-appel heeft.
Vorder is de hööfd-grorid van zyn lyfy
vinnen , en twee-kluftig ftaartje, licht-i
rood 3 dog över zyn lyf heeft hy vier
overlangze röode ftreepen , op welke
men kleene zwarte fehrapjens verneemd 5
en tuflchen de vier roode heeft men ook
vier overlangze fpierwitte ftreepen, die,
gelyk de vorige, ook met Zwartefchrap-
jens geteekend, en boven ontrent een
ftroo-breed, dög beneden fmaller zyn.
Dit is een hard, vaft, en lekker Vifchje.
N6. 13. Doet zig de ikan Poti, of de jj^p ^
Toti-Vifch , op , dat wel een opgebla-
zen Papegaeys-bekje gelykt.
Het is kleen , en pas een vuilt groot,
of als een witte-brood in ’t langwerpig
rond , zynde 3 vinger-breed tuflchen beide
zyn zeldzame geele vinnen, die van
de ftaart tot ontrent het oog loopen,
en die zig byna als Jeruzalems - vederen
vertoonen.
. De huid des zelf is, van de ftaart aftot
het uiterfte van de bek, licht-bruin, met
fyne zwarte ftippels över albezaeid i dog
ontrent de fteert ziet men een opftaande
drie-hoek, die fehoonOrangie van grond,
en zwart van omtrek is , en ter rechter
zyde, boven aan tegen de vinne, ziet men
ook zoo een Orangie half-rond, dat eerft
een licht-rooden , en dan nog een zwar-«
ten omtrek heeft, zynde dit Orangie ook
eenigzins flaeuw geftippeld.
De bek van deze Viich is kleen , dog
zeer rond, als die van een Papegaey , en
van binnen fchoön Vermilioen-rood, hoe-
danigen kring ’er ook om zyn zwart oog
loopt, dat een fpier-witten appel, en
buiten om nog een citroen-geelen en daft
nog een zwarten omtrek heeft. , Ontrent
het oog loopt, van, de linker na de rechtet
zyde j als een fchuinze fpier-witte dwars- -
balk , die tegen, en pas ter zyde dat
Orangie half rond eindigd-, zynde ont-
trent een ftroo breed.
Fas beneden het oog komt een kleene
äw i