
170X. Edelheden niet anders , dan met verag-
ting van zyn Ed., geichieden kon, nader
toonende, dac 2y daar in noit hun 00g-
wif bereiken;, vermits haar Edelheden
niets aan hen f zonder voonif des Gouverneurs
oordeel te weten, toeftaan zouden
, welken gehoonden Gouverneur zy
dan wel ftaat maaken konden , dat aan
haar Edelheden geenzins tot hun voor-
deel fchryven zoude: Gybebt gelyk, Bapa
(of vader) zeide Crain Bontofongo, en gelyk
ik dat alles zeer viel weett alzoo heb ik
bet hen klaar genoeg gezegt, en gewaar-
fchouwt 5 doch men had na hem niet willen
luifteren, en hier in zyn eigen hoofd
gevolgt, waarom hy 00k verzogt, dat
zyn Ed. dit hem niet teerekenen wilde, de-
wyl hy zelfs b ly de was* datzy nuhun hoofd
zoo leelyk geßooten hadden, endat dit geval
bunm tot hun fchade leer de, dat haar Edelheden
een Gouverneur over zulke beuzelingen
(gelyk zy nogtans meinden beter te weten)
noit zoo naauw bepaalden.
Den zde“ Mey liet de Gouverneur Radja
Radja 9°a wetei? * dat Aroe le h * Radja Loeboe
Goa’sad-°y 660 briefje had laaten vraagen , om
vys over pardon voor hem te verzöeken , en liet
’tverzoe- zyn Ed. nu zyn Hoogheid door Marcus
pardon? Sa*dbeek fondeeren , hoe hem dit voor-
quam , en vraagde aan zyn Hoogheid
verder, o f’er geen middel wezen zou, om
door voomaame perfoonen pardon voor
hem by haar Edelheden te doen verzocken.
Daar op had de koning tuflehen beiden
aan hem gevraagt, o£ Aroe Teko niet haaft
( zoo hy gehoort had) met een fchip na
Batavia vertrekken zou. Sandbeek zei,
dat hy dit niet wift, en het niet geloofde,
alzoo hy hoorde , als o f dit wel een anderen
keer zou können nemen, zoo Radja
Goa, o f eenig ander groot Pri ns (volgens
Zyn verzoek, aan Radja Loeboe gedaan)
pardon voor hem beliefde te verzöeken.
Hier op gaf de koning van Goa tot
antwoord : Ik geloove niet, dat Radja
Loeboe , of eenig ander koning , dit doen
z a l, en nog minder za l ik my hier toe in-
laaten, alzoo ik* en alle anderen met my*
zeer wel weten, hoe ondienftig deze man op
dit eiland Celebes is. Zou ik* die ze lf over
hem gevomtift beb , pardon voor hem ver-
zoeken ? Neen doch niet 5 ditagtikheel
onnoodig, zonder nog eens aan te roeren* in
wat voor een oproer geheel Ceübes hier door
geräken zou , indien deze ftoute gaft maar
eens los quam. Moet niet de E . Maat-
fchappy haare agting* diehy met al zyn ft out
rondfwerven als met voeten getreden hetft,
en die van alle de Bondgenooten * die hy
daar mede niet weinig geboont heeft, bewa-
ten ? en wat za l het doch in 'ttoekomende
helpen , ergens over te vonniffen , als men
t vonnis niet komt uit te voeren. Wat
moet men daar uit anders leeren , dan in
't toekomende\ geen vonnis ergens over meer 1701;
te veilen y* gelyk ik '00k niet meine te doen
alzoo ik zie* dat onze fiemmen en vonhißen
doch niet gelden * maar zoo 't vonnis uitge-
voert word* zal ik 'er de E. Maat fchappy
wegens 't gemeene beß voor danken j al
*t welke Radja Goa met een zeer luide en
verheven Item (om tetoonen, dat het
hem ernft was) gezegt had.
Sandbeek zeide hier op* de Gouverneur
zegt.niet* dat u Hoogbeid pardon voor hem
verzöeken zal j maar hyvraagt alleen* hoe
u dat verzoek van Aroe Teko aan den koning
van Loeboe voorkomt. Uit het gene ik
daar reets gezegt hebbe , zei Radja Goa,
zal de Heer .Gouverneur wel haaft können
zien* hoe my dat voorkomt* enwat ik daar
a f denk , en 't was goed geweeß, dat men
ten eerßen maar den weg van Dain Mabani
ingeßagen bad j en de Heer Gouverneur heeft
in ’teer f l zelfs tegen my eens gezegt , dat,
zoo die moord in zyn tyd voorgevallen was,
by in 24 uuren tyds na Dain Mabani ’s ,
dood Aroe Teko ’s proces voldongen zou heb-
ben , te meer , om dat de moordenaar nog
zoo fiout geweeß was* van de moord aan de
Heer van Thye bekent te durven maaken. |
Onder denieuwetydingen, die de Heer .
Gouverneur door Dain Mangali verno-j^^
men had , verdiende het zyne opmer-ZOon ver-
king, dat de zoon van den berugten (enfchyntop
na de Kaap der Goede Hope gebannen) ®*ma*
Hoogenpriefter , * Sjeich Jofef den 13de«
Juni dezes jaars met een väartuig op Bima
gekomenwas, omhem de eere, die men
aan den zoon van zoo grooten Heilig .
fchuldig was , te bewyzen. Deze eere
zei Dain Mangali in een voetkus te be-
itaan, die zy allen aan hem dus moeiten
bewyzen , en dat de grootfte koningen
opMacaflar, zoo hy daar verfcheen, zieh
niet zouden können onttrekken. Deze was
pas zo jaaren oud , en de zoon van een
Macafläarzemoeder, in ’tdorp Paralowe,
even Benoorden Tello, gebooren 3 doch
wäre hy een Anac Samata-mata (dat is
een, die van vader en moeders wegen van
Macaflaars bloed was) geweeft, hy zou
nog vry meer agting by de Macaflaaren ,
dan nu,. alzoo hy maar een half-flag was ,
gehad hebben. Hy was egter hoog genoeg
van geboorte, alzoo hy dp zoon
was van de zuiler des konings van Bantam,
die in ’tjaar 170z. regeerde, met
welke zyn vader wettig getrouwt geweeft
is. Hy had 00k den naam van in den
Mohhammedaanichen Godsdienft ( dat
hem veel aanzien by alle Grooten gaf) zeer
ervaaren te zyn, zoo dat yder, die zyn
naam maar hoorde noemen, zieh volgens
de Prophetifche wetten, ten opzigt van
zynen zoo zeer aangebeden vader, ver-
pligt agtte een byna Goddelyke eerbied
aan hem te bewyzen. Indien dtanachoda
(ichipper) Carre Toodjang het längs Sa?
lam-
J70i;. lamparartg ( een eilartd, onder de Baliers
-ftaande) buiten eenige vrecze voor Crain
~Pomelican (welk Crain in ’t Macaflaars
eenprins beteekent) had laaten doorllaari,
daar over moet men zieh niet verwon-
deren , alzoo ’t een hoofdzonde in de
Mohhammedaanze Leere is, zoo yemant,
groot o f klein, zoo ftout was, om een
vaartuig, waar in de zoon van zulk een
vermaarden Heilig was , aan te tailen. .
Egter ftelde Dain Mangali vail:, dat,
ienoon deze borft nog wat op Bima bly-
ven mögt, hy egter binnen een halve
maand wel hier op MacaiTar wezen zou.
Dit verftont zyn Ed. met veel verwon-
dering , niet könnende gelooven , dat
haar Edelheden kennis van dezes jonge-
lingsvertrek hadden, weshalven hy aan-
nam dit haar ten eertlen te fehryven.
Deze Sjeich jo fe f was een Galeran, of
groot Macaflaars Edelman, en zelf 00k,
behalven zyn vermaagichapping aan ’t ko-
ninklyk huis van Bantam, van ’t Maag-
ichap des konings van Goa, dat 00k de
reden was, waarom die vorft zoo ernftig,
zoo om hem, als 00k om zynvrouw en
kinderen , toen hy aan de Kaap nog als
balling leefde,-verzogt had; doch alzoo
hy in ’tjaar 1701. overleden was, verzog-
tenzy haar Edelheden nu omzyn gebeen-
te, om dat 6p Macaflar (zoo zy voorgaven)
te begravenj doch haar Edelheden vree-
zende, dat zy afgodery daar mede zouden
' plegen, hebben beft geoordeelt ’s mans
gebeente daar geruft op dien uithoek van
Africa te laaten blyven, op dat hy, die
haar in zyn leven zoo veel ondienft gedaan
, hen na zyn dood door zyn gebeente
niet meer verontruften mögt.
Crain Den ipdcn Juni kreeg zyn Ed. een be*
Manam- 2oe^ van CrainManampang, jonger broe-
pang. der van den vlugtigen Crain Pomeltcan,
een konings kind, en dus uit den bloede
van.’tkoninklyk huis van Goa. *
Hy was een Heer van zonderlinge ze-
digheid , zeer verftandig na zyn jaaren,
en die de roem had van een zeer goed en
dapper krygsheld te zyn. Na dat hy met
zyn Ed. over verfcheide zaaken zeer net
gefprokehhad, viel ’t gefprek op den Bo-
-. nizen prins Sampuwalia, zoon des jegen-
woordigen konings, en toekomenden erf-
genaam van de kroon van Goa, van den
welken hy met körte woorden zeide, hy
is zeer dof van geeß^ onlußig en onbequaam
om iets te leeren, een groote Jlaapert, en een
zeer luy menfeh, die in allen dezen zyn vader
(diedaar mede 00k geen kleine fneede in
’taanzigt kreeg) nog zeer verre overtreft,
en daarom zie ik in 't vervolg in het ryk
van Goa een elendig leven te gemoet.
Den 24fien dito dede de Gouverneur
den koning van Boni door Careleßdng weten,
dat hy, na ’twegzenden van Aroe
Teko (dat hy zyn Hoogheid nu verzekefen
dede J wel haaft' te zullen gefchie-1701;
den) bezorgen zoude, . dat ’er een or-
dentelyke rampafling van zyne goederen
zou worden in ’twerk gefielt.
Den zpftcn dito deed Aroe Teko verzoe* . _
ken , om den Gonverneur eens te rPre-k0^ e -
ken , by welke gelegenheid hy zyn Ed. met iyn
zeer omftandig hetganich geval van zyne Ed.,
bedreven moord, en van de vetdere Zaaken
, tuflehen hem en Saena vöorgeval-
len , als 00k tuflehen hem en de Heer
van Thye, mitsgaders tuflehen hem en
Aroe Poniy verhaalde.
Hy toonde, hoe hy dit buiten voor- .
kennis van de Heer van Thye niet begon-
nen, en hoe Aroe Poni hem in allen deelen Heer van
tot deze wyze van zieh te wreeken aan-Thye,
geraaden, en hoe hy in ’t eerft nog daar j® Ai°e
op gezegt had: Neen zyn Hoogheid, zoo m*
febielyk niet, ik zal daar na myn flag wel
zoeken waar te nemen , doch moet eerfi eens
zien , of Dain Mabani geen nader fcbuld
bekennen, en inleggen Zal. D it alles , zei
hy tegen zyn Ed., bleef nog al zoo fiepende
, tot dat wy, koningskinderen, by Aroe
Poni verzogt zynde , Dain Mabani mede
daar quam, zonder dat 'er eenig gefchil tus-
feben ons voorviel, en zelfs geliet ik my tegen
Aroe Beloefloe byzonder vriendelyk , zoo
dat wy toen te zamen van een en het zelve
bord aten , dat ik maar dede , om hem te
beter te doeken, gelyk ik hem door dien weg
zoo ver kreeg, dat ik in ftaat raakte , om
hem de refi te geven, waar nevens hy Zyn
Ed. doen alle de handelingen van die twee
Gelieven zeer omftandig verhaalde. Alle
deze zaaken, zeide hy, zynvoljlagen zoo,
als ik ze UEd. verhaal, en nu dürft Aroe
Poni, om my maar te drukken, alles looebe-
nen. De Heer Beemink vraagde hem,
hebt gv eenig bewys hier van, dan is V n
middel om Ute helpen> maar zeggen zonderx0^er
bewys kan u by den Rigter niet helpen, en bewys.
zyn loochenen zal veel meer ingang, dan al
uw zeggen* hebben. Ikweet* zeide'hy,’
dat UEd. daar in groot gelyk heeft 5 doch
egter is 't de zuivere waarheid, die ik hier
voor UEd. belyde , of dürft hy dit alles
loochenen , daar hy my nader hand over die
zaak nog twee -briefkens gefchreven heeft.
Hy haalde der zelver inhoud toen 00k
aan j doch zy behelsden geen zaaken,
waar by men iets tot zyn nadeel bewyzen
kon. Ik had deze, en veel andere dingen,
zei hy, wel eer können zeggen j doch ik heb
alles zoo al uit agting voor myn koning opge-.
kropt, en nu zie ik * dat ik elendig , en
zonder eenig bewys, hier zit enkyk. Daar
op zeide ny verder , dewyl het doch niet
anders wezen kan, enik \ fchöon onfehuldig t
my bet vonnis van den Raad onderwerpen
moet, daar ik niets tegen heb , fchoon ik
ßerven moeft , zoo verzoek ik dan eindelykZyn ver-
maar alleen van UEd. , om Saena by m y^ f om
te hebben , en dan zal ik geen>ßoaarigheidSiSnz *
D d maa