
tßco. j die liier voor dezen als opperkoopman
gelegen had^, afgevaardigt. wiert, om
Jnet dienMacaflàar jaa ’tfchip Z^elandia,
dat voor Lonthoir op de brandwagt lag,
te vaaren , 6m van daar ter halver
wegen nader met die van Lonthoir te
fpreken. 7
Den.1^4“ dito wiert dit zoo verre befördert,
dat de zeevoogt Hoen.^ met de
Leden ,van den Raad , alzoo hen geen
verdfere möeite diende, den Bandanezen
deden zeggen , dat zy genegen waren,
vrede met hen . te maaken , waar toe hy
Henrik vànBerget^ èri Adriaan van der Dus-
f i n , nevens dien Macaflàar na Lonthoir
. . - gezonden heéft, met laft vandaags daar
aan op ’t fchip Zeelandia ten dien einde
te komen.
Den izden dito vervoegde zieh de Heer
Hoen mèt zyèènRaad aan dat fchip, laa-
tende de Witte vlag waajen, waar op de
Macaflàar, en, na dat ny eens na Land
gevaaten w as , ook eenige Orangkaja’s
Vrede aan boprd verfchenen , hoewel de v^ede
tuflehen riiet, voòr dèn i 2den dito, getroffen wiert, 1
Bandure^ ^ welke de Bandanezen zieh ook ver-
zen op bonden hadden de Fociie en de Nooten
voor- aan geen andere, dan alleen aan de Ne-
waarden derlanders., tot. een zekere geilelde prys,
gemaakt. te 2ullQn leveren.
Men had ook uitdrukkelyk bedongen,
dat alle jonken , van buiten körnende,
gehouden zouden zyn onder het kafteel
te körnen leggen, endatniemant, buiten
verlóf vari den Landvoogt, op ’t eiland
Neira .zou komen woonen 5 waar op
dan den i4de® dito de vrye handel , als
bevoorens, zynen voortgang nam, zoo
dat de Bandanezen nu weer Nooten en
Foelie in overvloed na ’t kafteel bragten,
en aan de onzen leverden.
Dood des Op dezen zelven dag ftierf deLandvoogt
Land- Jacob de Bitter, van zyn wonde, die hy
voogts. yoor Celamme ontfàngen had , en den
Henrik 11 f dc“ ^4° 1S *n zyn pkats de Heer Henrik
van Ber- van 5§|ÉÉ als Landvoogt, en als zyn
gel twee- tweede Willem van der Voort, aangeftelt.
de Land- Vermitsnualleshierweder in ruft was,
yoogu befloot men den i7dcn dat de zeevoogt
met de fchepen Hollandia, deGeunieerde
Provintien en Delft, den ipden dito naar
Amboiria eri Ternate veitrek ken, en Zeelandia
na Greflic en Bantam , doch dat
Rotterdam en Hoom daar blyven zouden,
om haare ladine in te nemen.
Na dat nu deze fchepen vertrokken,
en die z gemelde daar maar waren ge-
bleven , waren de trouwLooze Bandanezen
weder ftouter geworden, en had-
De vrede ¿en 2ich meeft door een Engelsman
trouw- ■ j .n B S ? . . . , ,. 1 s-,
loos doordaar toe aangezet 9 die onder Ceram
de Banda- ten anker lag , en de Nooten èn Foelie
nezen ge- door zyn volk, dat hy op Poelo Ay en
broken. póelò Rhun had , opkoopen liet, ook
verftout, om de onzen weder den oorlog
aan. te doen , welke tyding de onze van xöij,
die i fchepen laatft van daar gekomön,
tot hun leedwezen,, in Julii h5fo^ op
Greflic, na dat zy daar al een maand ge-
; eefft vemamen.
m 9 °^ (luam. 4it Engelfch fchip , , yan
fchipper David Middelton^neXk tweederde
met Foelie . en een derde -met Nooten ge^
laden was, den i 84e«p£tober in ’t zefve
j.aar voor Buntam ten anker, beveftigen-
4® > | even als het . jagt de Griffioen den
i l de“ September mede gedaan had,, dat
de onzen met die van Banda nog in oorlog
waren , en dar de laatfte nu wel weer
vrede zogten, maar dar de Nederlanders
daar. geenzins toe verftaan wilden.
... Eer de Griffioen’. uit .Banda vertrok,
merkte !t volk van die bodem , dat zeker
fwart hun kabel tragtte ,af te hakken,
welken zy gevangenkregen , en aan de
boegfpriet ophingen.
Zedert hadden de onzen geduurig. oor-
log met de Bandanezen-, weshalvep zy
yan tyd tot tyd een yaft beiluit namen,
omhen, zoo ras zy eengenoegzaam getal
ichepen uit ’tvaderland bekomen zouden
hebben, eens met ernft aan te taften, en
dat ganfeh neft uit te roejen.
Dit. liep egta- nog al eenige jaaren aan5 n
tot dat' eindelyk de tweede opperland-Revnft”
voogt van Indien, de Heer Gérard Reynfl^ komt ia
met een aanzienelyk yloot, in Junii 1615. 't jaar
uit Texel in zee geloöpen, en 1Ö14. be- “
hoüden iu Indien,, en vöorBantam gekö- om hen
men zynde , goed vond met de zelve in daar over
de maand December naar Banda te ver^te ftrai-
trekken, om dit groote werk van wraak fen*
over zoo veel bedrevene . trouwloosheden
der Bandanezen met ernft tegaan uitvoe-
ren.T
erwyl hy voor Japara op de Reede
lag, quam daar het fchip Naflau met den
opperkoopman Pieter van den Broek, van
Antwerpen, die met hem uitgezeilt,
maar ondertuflehen na ’t Rqode Meir,
en ’t gelukkig Arabien geweeft was, om
den handel d.iar op te regten , wellten
zyn Ed: na den ltoning van Boeton zont.,
met laft om van daar in Amboina , of
*Banda, weder by hem te komen.
By zyn komft den <5^ April 161 f . in
Amboina bevont hy , dat de Heer Reynß
al na Banda vertrokken was j weshalven
hy zyn Edelhd den 7den dito volgde , en
nog die zelve dag voor Neira op de Reede
gekomen is , alwaar hy den opperland-
vpogt met eenvlootvan 11 ichepen vqnt,
die nu met ’t fchip Naflau neg verfterkt
wierd.
Den I4dcn Mey zont de qpperländ-
voqgt ’t fchip Naflau, nevens 3 jagten,
ALoTus , Neptunus en de Mqrgenftar,
mitsgaders z fregatten, 1 chalcep, en 10
welgemqnteerde. bocts, na Poelö A y ,
met laft aan den Heer van der Duffen, en
den
1615*- '£ den opperkoopman van den Broek , om
dat eiland in te nemen, henpoofoldaten ,
of matroozen, ten deele Holländers, ten
deelejapanders, medegevende.
Na dat de Heer Adriaan van der Duffen,
die ’t opperbeVel over deze onderneming
had , ontrent Poelo Ay gekomen was,
zette hy hetdigt onder het fort der Bandanezen,
deed zyn volk ten eerften landen
, en met zoo veel dapperheid op de
vefting aanvallen, dat zy , na een half
uur vegtens, een bolwerk aan de water-
kant inkregen, na dat zy de Bandanezen
bevoorens al uit de loopgraven hadden
Poelo Ay doen wyken. De Japanders waren ’er
door onsmet hunne vaandels eerft boven op geko-
ondervan men ^ en na onzen , die hen
ve^s' dwongen de vefting te verlaaten , en na
overt. ’tlaag gebergte (hoewel’er maar weinig
heuvelkens zyn) en in het boichdevlugt
te nemen.
De Holländers, op deze fpoedige ver-
overing nu meinende alles hier meefter te
, zyn , begaven zieh wat te fchielyk tot
ruft, ’t geen de Bandanezen waarnemen-
de , zyn zy met een nieuwen moed weder
aangevallen, en, hebben de vefting van de
lanazyde , daar zy open lag (hebbende
aan de zeekant maar een muurvan affny-
lyk ver- ding) zonder flag o f ftoot niet alleen
looren. weder ingenomen, maar, door ’t in brand-
ftekenvan de pakhuizen, vol fpeceryen,
ryft en kleeden, en door hun fterk fchie- ;
ten met roers, de onzen ook genoodzaakt j
het eiland met verlies van veel volks, en
nog meer gequetften op den derden dag
fchandelyk te verlaaten.
,. De onzen vonden hier een heele en
halve Engelfche chaker, (een foort van
gefchut) met veel lange vogelroers, die
zv voor af met <5o ibckels Foelie, voor
alle onkoften, na boord zonden.
Onder hunne gevangenen , was een
Mooriche Priefter , en een Javaaniche
fchoolmeefter , uit welken zy verfton-
den , dat de Bandanezen mede vry wat
fchadegeleden, vermits zy wel 30 Orang-
kaja’s, o f Grooten, verloren hadden.
van de Holländers waren’e r, by *t innemen
van die zeepunt, 9 dood gcbleven,
en r f o f iögequetft} maar in hetaftrek-
ken hadden zy zy dooden, en 170 deer-
• lyk gequetften bekomen.
Ook waren ’er z van de onzen by de
Bandanezen overgeloopen, van welke de
een , Oogjen van Haarlem genaamt, de
onzen , met uit een boom te fchieten,
veel quaad gedaan had, treffende eens met
een roer z perfoonen, die naaft de-Heer
van den Broek ftonden , dat zy dood ne-
dervielen, behalyen dat ’er nog een door
gequetft wiert.
-Dezeflegte tyding, tegelykmet aldit
gequetft vofic, op Neira gekomen zynde,
was den Heer Reynß ganfeh niet aangal
l i D i ei.
naam, en bragt ook een algemeine ver-1616.
flagentheid onder zyn volk, * ’t geen on-
getwyfielt van een beteren uitflag geweeft
zou hebben, indien de Heer Reynß (ge-
lyk de Heer van den Broek zynEdelhd ge-
raaden had, zeggende voor zyn vertrek ,
dat het iri den Raad zyn vrienden niet.
waren , die hem dit arriederi) zelfs in
perfoon mede gegaan was, alzoo men op
alles dan wfel beter en fpoediger ordre had
können ftellen , daar men nu eerft . volk
na Neira, om zyn nader advys in te nemen
, waar mede veel tyd vergeefs ver-
liep, zenden moeft.
De ongelukkige uitflag van deze on-
voorzigtig behandelde en in *t eerft zoo
wel gelukte onderneming v/as oorzaak,
dat ’er in dit jaar niets verder hier verrigt
wiert } doch in *t jaar 1616. is de bevel Ay
hebber Jan Dirkjz Lam met 1 z fchepen, bevelhcb-
en veel volk, naar Banda gezonden, waarber Lam
mede hy op den iodea April Poelo Ay in ’tjaar
op deze wyze ingenomen heeft. ; .1616. hcr-
Men had de voortroep aari den lieüte-nomcn'
nantcolonel Gysbert van Hyänen, van
Utrecht, verzelt van de hoofdmannen
Henrik Steur van Sommelsdyk , Henrik
Gosdey, fVillem Jacobzoon van Ter Vere,
toebetrouwt, en hem 240 man, behal-
ven eenige Japanders, medegegeveri.
Over de raiadcltroep had de hoofdman
Lambert Adamzoon, gezegt Larikhair, een
Akcnaar, het bevel, onaerfteuntdoorde
hoofdmannen Pieter Bäcker van Antwerpen
, JanHerhoeven van Thiel, eri Tsbrand
Comeliizoon van Amlterdam, en zy beftont
in ’t geheel uit zyo foldaaten boven deze
ofiicieren.
De agtertroep wiert aangevoert door
den hootdman/ftm'jfc Beverning yariGouda,
die de hoofdmannen Abraham Halling van
’s Gravenhage, en Henrik HerentaU^ nevens
¿30 foldaaten, behalven een groot getal
matroozen, eri lcheepsvolk, by zieh had.
Buiten deze hadden nog twee byzon- ’
dereZeeufche hoofdlieden het bevel over
al het ander fcheepsvolk , dat laft had,
om ’t gefchut , ei> ’t vordere tot dien trein
noodig, te verzorgen.
De Sergeant Majoor over al deze man-
fchap was de hoofdman Adriaan van der
Duffen, zoo my toefchynt, de zelve, diens
volk het tegenzynewelgegevene ordre in
*t voorleden jaar zoo liegt daar had laaten
leggen.
Deze deden nu hunne zaaken zoo wel,
dat zy niet alleen die vefting herwonnen , '
en nu Revenge noemden, maar verover--
den ook het ganfeh eiland A y, endwori-en
gen de inwoonders zoo van dat,- als vanBandane-
de veixlere omieggende eilanden, öm metzen tot
de onzen in Mey 1616. een nieuw ver- “ ”“1^
bond tot groot voordeel der Oöftindifche gedwoa-,
Maatfchappy, zoo zy het maar nageko- gen.
men waren, aan te gaan.
L Maar