
•genaamd, is cen Plant, die’als een zoort
of ten minften een geflagt met de Koe-
■ning, of Curcuma is y verfchillende zeer
weinig in gedaahtewan de zelve.
; Men heeft ’er wel zes of zeven zoor-
ten af, hebbende alle meeft haar gebruik
in de Genees^kunde, hoewel oök eenige
zoortemin de fpyze gebruikt weiden.
DtTsjöngkor (die racn qualyk Confisjor
noemd) heeft een Struik byna als de Gem-
ber \ 'en Koening-flruik. Zy is laag, hebbende
korter, zäppiger, en dik ker bladen,
als de Curcuma, wel vier duim lang,
twee breed, en in de lengce geftreept.
De jonge bladeren dienen tot Moes-
fcruid. De wortel is wat fcberper van
fmaak als de Koening-Wortel: Zy werd
veel in de Genees-künde van den Inlan-*
der gebruikt, vöornamelyk tegens Ko-
ly k , knaauwende die veriche wortel met
wat Nooten-Mufcaat, en fprouwende die
op den Buik, ook is ditzap, laauw in del
ooren gegoten, goed tegens zweerende
ooren.
De Gandafoeli is een by zoort van de
Lanquas j doch niet fpeccryagtig , werdende
meeftom hare welriekende geeh
agfige Bloem geagt, die men tot cieraad
mede agter de ooren, en in ’t hair gebruikt,
hebbende een fterken reuk,die
een gantfch vertrek vervuld.
Zoo een.Vryfter deze Bloem aan een
Vryer zend, zoo verwyt zy hem heime-
Jyk (hoewel hy ’t wel verftaat)dathy on-
ftandvaftig, eenongcftadige,eneen borft
i s , die geduurig een andere Minnares
zoekt, en die'derhalven maar agter bly-
vcn kan.
Dahon Tesbeh , dat is , de lesbeh- o f
Bid-fnoer-bladen, zweemen wel wat na die
Van de Gandafoeli o f Curcuma , en behoben
mede ond er de zoort vöhLanquas,
o f Galänga, werdende mede meeftgezogt
om hare Bloemen , die men de Roode
GandafoeliyoiRoode Lanquas noemd. Ook
dienen de half rype korls tot ‘PesbeRs, dat
is, Pater-Noßers, o f Bid-fnoeren van de.-,
ze en gene Arabiers , en Mohhammedaa-
nen.D
e Deringo , o f Acorüs , anders ook
Calmus genaamd. doch geenzins een met
de Calamus Aromaticus, valt hier mede,
zynde een lange kruipende Wortel, die
pas een vinger dikis. D
Deze heeft veel gebruik in de Tnland-
fcbe Dranken, die men de Kraam-vrou-
wen ingeeft, ook tegen de gezwolle
Milt,Teering,Hoofd-pyn, Kolyk (met
Lampoejang , Sirih, Pinang $ en Bangle
geknaauwd,en ’t ly f ’er mede befproeid)
en tegen alle ingebeelde betoovering van
den Inlander wonderlyk van werking.
Hier valt een Plant, by den Inländer
CereC) doch van de Kruid-kundige, Juncus
Qdoratws, en Schaaanthum, ,’tof Ara-* t11h1Uu1mI1 , 0o f
bifch Hoyy genaamd, verfchillende van’c Ccrec!
Arabifcbe meeft daar in, dat dit Ambon-
fche minder lleelen geeft, en zeer.zelden
Bloemen te voorfchyn brengt, gelyk het
ook zoo fpeceryagtig niet is.
Het is een digte ftruik, vol fmalle bla*
deren| als ’t lang en dun Sny-gras9 drie
of vier voeten langen een vinger breed.
Men kookt-deze bladeren by Vifch,
men gebruikt die.öok om klein Bier te
kooken, verftrekkende daar in voor Hop}
maar voor al dienen de zelve, om ’er een
heeriyke Olie uit te trekken, die zeer
goed tegen ’t Kolyk is, als men ’er zeven
o f acbt.druppels in wat dubbele Ax
nys van inneemd j doch dan moet men
zieh wagten, om koude vogten te.drin-
ken. Wok is zy zeer goed , op de zelve
wyze met wat Keulfche jfene-ver tegen
’t Graveel ingenomen.
De Taccarij o f de Gladiölüs. Odoratus, De Glä-
hier mede groejende,is ’er een zoort vamMolus
Waar van wy een afteekening op N 0. ^ 0«-
x c v ii. vertoonen, . Men gebruikt de J£s’ of.
wortels van deze Plant, in kleine ftukjens P f 11
gefneden, niet andere welriekende dingen,,
om uic een mengeling van veel wel*
riekende Kruiden een Reidtwerk te malten,
om tot ’t berooken ran kleederen,
en tot'deze en gene Oüen,daar men een
lekkere geur aan geven wil, te gebruiken.
De Plant van ’t Zuiker-Riet valt hier. Zuiker-
niede. Men heeft. ’er een Wittey een Riet.
Roode, en een Witte doch Groen-ge-
ftreepte zoorte, waar van de eerfte de
langfte s en de laatfte de körtfte leden
heeft;
Van de zelve zai ik niets meer zeggen,
alzoo die Plant genoeg bekend is.. .Men
ziet ze zeer net door de Hr. Nieuivhof
fol. i zp., en door meer andere, afgebecld. \
Na de voornoemde Plant, van/t Z«/'- Sajor
\ ker-Riet gelykt de Sajor Proeboe , o f de Troeboo.
Kuyi-Moes-Plant, zeer wel,ontrentacht
of tien voeten hoog , aan fteefen, die
rond, ftyf, ook in leden verdeeld, ontrent
een hand breed, ed een duim.dik
Zyn. De Holländers kooken deze Kuyt,
hebbende de gedaant'e van Vifch-Kuyt,
met een Hoen o f ander Vleefcfy,dat dan
zeer wel, o f byna als Artisj.okken fmaakt.
Hier valt een zoort van Kpom, o f Saleei
Graan, Salee genaamd, dat zeer veel ge-
lykenis na de Lachryma Jobi, die in Italien
valt, heeft j doch ’t laatfte valt wat
hard, en dit gemakkelyker en zagter tot
fpyze. Het groeid aan een Plant van zes
voeten hoog,met een ftreng, een vinger
dik, zynde lang van leden, die wel een
voet können haalen. «
Men heeft veelmocite,om ditKoorn,
zynde een zoort van Gierß, te fchillenj
doch geweekt, zagt geftampt, en met
Melk
Ryft.
Widjin.
Melk gekookf, geeft het een zeer goede
Bry, Byna als de Rÿftenbry, hoewel de
korls hard er blyven, en zöo licht niet
willen, breeken.
De Baitari-plant verfchild niet veel
van de voörige, zynde by de orizen al?
Sofgum, of Sorg-Zdad, zeer wél bekènd.
Zy hebben beide bladeren, als ’t Zui-
ker-riet $ doch dé Battari is hooger van
lieel, wel tien öf elf voeten hoog , en
een duim dik. .
Gindji.
Zommige Inlandérs kooken ’er een'
zoort vàn Bry vän y doch hier in Ambon
is ’t van Zöo veel gfebrtiik niet j als wel
by de Bengalefs.
~ - Kyft groeid hier mede op Boero % hiaar
valt ’er in geeii grooten ovérvloed, hoewel
zy (buiten de Zagoe) het algemeen
die in de Pdpoewafche Eilanden valt.
Het blad en .Zaad van deze Plant wera
gantlch Indien door gebruikt, om ’t hert
van alle bekommèring en zorg te ontlaA
ften^ en ’t zelve. te verheugen} de dröo-
ge bladen werden onder de Tabak mède
geröokt. Oök zyn ’er deHottentots dol
na, gelyk wy öp'^yn tyd c,n plaats,daar'
wy van hen nandelehydit ook zullen aan-
.merken.“ Men kan van debaftbbk .Giir
ren fpinnenj doch daar töe werd het bÿ
^ den Inlander niet gebruikt.
Men heeft nog een by-zoorté i die *ef ,
zeer naby komt, waar van men éthtam-
m en efen wilde ontdekt, zynde ook Plan'4
! tCn, welkefs' baft al mède tot ’t fpinnen
van Garen diend j waar toe het iamme in
China gebruikt, en toebereid werd, dat
men zomtyds ook van de baft van ’x ‘wilde
Bröod van Indien is, werdende ook by
veel Holländers op hunne Tafels, voor al
by Vifdh,en Soppen, gebruikt j fchoon
men hier van de Suratze Tarw anders
ongemeeh fchoon en wit Brodd heeft.
Men noemd deze Ryfi Padi -, àls zy nog I
in de bolftcr is.j waar van ihch hier ver-
fcheide zoörten vind. Hét water van
de Ryfi, Càndji genaamd, werd in tyden'
van ziekte zeer gezond bevonden j en
daaröm den zieken véel geordonneerd.
Vafi dit-Graan werden door den Inländer
h ief ch elders verfcheidè zoorten van
Dranken , als Brom, Sàkki, en Samfoe 3
gèmaakt.
r | Onder alle deze zoorten'Van Ryfi werd
de Bras- Poeloet^ o f de Poeloef-Ryfi, (zyn-
de een vette, kleefagtige zoort) voor de
bèfte gehdudert.V ook werd zy veel tot
’t maken van Brom verbezigd.
Men heeft hier oök Milie u, die anders
Furkze lärm , döchbier Djagon genaamd,
en alleen gebruikt werd', om’ er een Bry
Van të maken , ' 6f bm die gebraden üit
dé hand te eeten j. hoewel zy in haar zel-
ven een liegt vöedzel geeft, en zeerN be-
zwaardi ;
Het^föuid^ W id jin by 3ê'Kruid*këâ-
ners S\fdmum genaamd, vdlt hier mede ,
groeyende aan een 'ftam , die vy f o f zes
voeten hoog is ; Daar is een W it te e n
Swarte zoort •, doch de laatfte valt hier
raeeft. ’ Het Zaad’er van diend, om’dr
Olie üït tè ’pèriTeh, hoewel ’t in de Ge-
nees-kündenog andere dienften doet.
Men heeft. hier ook Hennip, by den
Inlander Gindji ( doch eigentlyk Kindji )
genaamd. Daàr is een Mamietjen, en eeri
PPyjjen viXi.
Het Mdnnetjen fchiet1 met een rechte
ftam redelyk Hoog op | gelyk ook "
Pfjyfjen vjci tien voet hoog ryft.
W y geven op N°. X G V I ii. een afteekening
van ’t Mametjen, en N°.
XClX.'Van ’t TVyfjen , ‘en vertoonen
by de Letter A. nog een andere zoort ,
doet, ’t geen echter zoo goëd. niet, als
m eerfte, is. ■- . ..„ . r
' Ook is Jer nög een byzondere’ zoorte^ RaiÜii
b y den' Inländer Rami genaamd, .dat eigentlyk
Vlas betekerid-,; maar ^t geeri van.
de voòrige zoòftehmog al Îets' yerîchilJ,
dienende den Inländer^ om van dé' ftèer -
len hunne Netten te makèn. De Ma-
cajfadren mengen- ’t zap’er van mede òn-,
der hun Spatten-vérgift,’t geeneèn dpi-,
lemans-pyn veroorzaakt. ;
De Cnjfomba■ ßruik;, dièns roode Bloe- ;DeCäP
men den Verwersdieridj om die fèhpóné
Rooze-verw, en de Äppelbloefem-kleur
tegëven, valt hier mede, zynde een ftruikj
'die'pas drie voeten hoog groeid, hoewel'
]zy op andere Plaatzen wçl cen yoët ,of‘
twee hooger valt. |
De Bloem heeft haar gebrüik'.bqk in
de Genees-kunde, dienende ^ p e t Mede
i ingenomen, tegen de .verftopte Leyer, en'
tegen de Geel-zucht. Het zap is ook
goedj öm , met Limden-zop gemengd $
de Maand-ftonden te doèn Voortkdmen.
Alle fchoonc lichte èri hoog-roode Ver-
wen werden met 'deze Bloem gemaalct,
hioedariig men die "oök begeefd te heb-
beri } doch de könft, örri deze Verw uit
de'zelve te trekken,. is een geheim, dat
hier yder een niet bekend, en daar veel
móéite aan vaft iS.
Men heeft hier mede de Indigo-plant, Indigo?
dienende, om alles blaäuw te verwen ,
èn reeds'zoo bekend, dat het niet noo-
dig isy dat. wy daar iefs byvoegen.
Over eenige jaaren quam hier een Vaari-
,drig, die zieh op ’t planten Van Indigd
Verftond, den welken een ftuk Lands op'
de Hitoefche Kuß op I ’ömmel gegevert.
•wierdj alwaar ik zyne Plantagie van dit
Gewafch geziert heb > doch geloove (alzoo
hy ’er nog ria myn vertrek bleef, en’
eindelyk vertrokken is) dat deze aanleg
töt niet geloopen is , hoewél ih fchoöne
Indigo ’er van gezien heb< "
Het