
88 B N; D A
D c
W o n d -
heeleis.
De
Werfbaas.
b r i e f j e , door den Landvoogt geteekent,
medebrengen moeten , o f zy zouden
geenzins hy die Vergadering toeeelaaten
worden.
:. Men heeft hier ook een Opper- en ver-
fcheide Onderwondheelers, zoo ten dienfte
van het ziekenhuis,’t kafteel,en de fcheeps-
werf , als van alle andere bediepden der
E. Maatichappy, en van de borgery j
doch buiten den Landvoogt,denTweeden,
ennog eenige weinigen, moeten alle anderen
hun jaarlyks betalen. Ook heeft
men Wondheelers o f Onderchirurgyns
op Lonthoir, Poelo A y , en andere piastre*
1 , daar bezetting legt. Éen Opper-
wondheeler van ’tkafteel heeft yo , en,
by ’teindigen van zyn verband, do guld.
’smaands, en geniet koopmans koftgeld
en randfoen j daar hy anders maar 36 of
40 guld. wint.
J Men heeft hier een fcheepswerf aan
tWefteindevanNeira, diet by deGoc-
nong Api, waar op zieh de feheeps- en
andere timmerlieden , metzelaars, enz.
met hunne baazen , onthouden , over
welke een opperftuurman werfbaas is,
die ook wel equipagiemeefter genaamt
word , en die bezorgt, dat daar ailes,
volgens ordre van den Landvoogt, ver-
ngt word, waar van hy ’s avonds aan den
ylven , nevens andere baazen , berigt
qoet , en dan weer nieuwen laft voor den
yojgenden dag ontfàngt.
De Landvoogden , die men van den
beginne af hier gehad heeft, nevens den
tyd van hunne regeering, vertoonen wy
ih deze nevensgaande L y ft, uitgenomen
van den tweeden en derden, welker re-
geertyd niet net aangeteekent, o f niet
te vinden is.
Eerwy van deze Landvoogden aflehei-
den, moeten wy vandezen engenen nog
iets zeggen.
D e H e e r . De. Landvoogt Martyn Sonk fchynt
Sonks ge. z-ich in Banda niet al te wel gedragen te
drag. hebben, aangezien de Heer Commiflaris
Herman van Speult in ’t jaar 16z$. uitdruk-
kelyk daar na toe uit Amboina gezonden
■ wiert, met den Fiscaal Jan de Bruin,
om na des zelfs gedrag naaukeurig onder-
zoek tedoen. Docn uit een brief der
Heeren zeventienen van den ipdea April
1616. blykt my klaar, dat zy Jaques Specx,
en Do&or Martinas Sonk t’huis ontbo-
den, om van den ftaat van Japan en
China mondeling berigt aan haar Ed: te
geven.
Dê Heer ^ eer Wtllem Janszoon Admiraal is
Admi-. een Amfterdamze vondeling, en in zyn
rials ganich leven een koddige naan geweeft^
frSeven. was voor ^egt naar Indien gevaaren 3
maar bragt het door zyne verdienften zoo
•verre, dat hyeerft Schipper, en, na verscheide
optredingen, Extraordinaar Raad
ep Landvoogt van Banda , en in ’t jaar
H
Ilsus. ook Ordmaris Raad van Indien
wierd. Zyn gewoone wyze van fnre-
Ken, als hy ict voortbrengen zou. was.
vooraf altyd , ik zcg, ik zeg, waarom
hy ook vceltyds ik zeg, ik zeg, genaamt
wwd. ; Opzekeren ty4 had hyzich zeer
Koftelyk gekleed, en verzogt zyn voor-
naamfte Raaden, die: mede wel uitgedoft
wareq , om met hem een ipeelreisje na
een der eilanden te doen. Daags te voo-
rcn had hv den werfbaas belaft de fchuit,
die hy gebruiken wilde , en al de ban-
ken , wel te teeren 3 doch dit zei hy
» k “ i-?* wandelde met hen dan na
thoofd , daar de fchuit lag , waar in
toen nog geen quartiermeefter om te
ftuuren, nog matroozen, om te roejen,
waren.
Hy maakte niet veel uiterlyke beleeft-
heden , om na hen te wagten , o f ze
te doen roepen3 maar hy fprong ’er ten
eerften in, ging, hoenat ook de banken
nog van de teer waren, aan ’t roer zitten,
en zei tot hen: ik zeg, ik zeg, daar een
Landvoogt aan ’troer gaat zitten , daar
mag de Opperkoopman, Fiscaal, en de
andere Raaasperibonen , yder wel een
riem in de hand nemen, en roejen. Zy
zagen wel op hun ncus , geen gedagten
hebbende van daar gekomen te zyn, ora
te roejen , en nog veel meer morden zy
tegen die teerige banken 3 maar o f zy ’er
dit o f dat tegen in bragten, zy moeften
met die fraaje kleederen op die banken
gaan zitten , en nog braaf roejen toej
doch hen heugdedit plaifiertje zoo (tec-
wylhy om hun bedorve kleeren, en be-
bladerde handen in zynvuift lachte) dat
zy geen luft meer hadden, om met hem
op een Ipeelreisje te gaan.
In de tyd dat hy Banda beftierde,
heeft hy nog lang op Poelo Ay eenige
Mardykers met 20 praauwen gehouden ,
om op de gevlugte Bandanezen te paflen ,
en dus veele der zelve gevangen gekregen ,
diehy ten eerften, zohder eenig pleidoi,
deed ophangen , of onthoofden , waar
van nog veel hoofden in zekere put op
Poelo Ay te vinden zyn.
Dit maakte hen vopr dezen , ik zeg
ikzeg , zoobang, datzydaar, enelders!
zieh op ’t gebergte niet langer wetende
te verichuilen, na dien tyd voornamelyk
goedvonden Banda te verlaaten , en na
de eilanden van groot en klein Key, Aroe,
Goram, Ooft-Ceram, MacaiTar, enz.
te vlugten.
- Wanneer hy uit Indien na ’tVaderland
vaaren, ennazyn fchip gaan zou, zeide
hy tegen een deel volk,, die daar ontrent
op de wal ftonden, mannen, ik zeg, ik
zeg, die luft heeft mede na V Vaderland te
vaaren, die ftappe maar in, en vaare mede,
ik fta voor zyn foldy goed. Verfcheide,
die dit hoorden, ftapten in, yoeren met
hem
iitsgaders op wat
11i 1 Batavia vertrokken.
\ is het gezag geduurende f màand.
|eratn heeft gevangen gezeten , by
Tarn waargenomen.
Icken.
klcen.
Mvoogt.
^avia.
jtavia.
dvoogt.
itavia.
¿boina.
¡avia.
Ivoogt.
kls verkoren Landvoogt van Ternate,
itavia.
j-zitter.
•ina.
r aan de Heer Claaszoon.
ti Ternate vertrokken.
v aan de Heer de Haaze.
f in Banda woonen.
ia met afgefchreven foldy en ophboina.
:avia.
;ize na Banda.