
' zyrie makkers met körte dikke houten
( by Qns in ’t eerft voor fwaare ftompe
parangs aangezien) en met hunne pang-
gajen mede aanvielen , en ’t praauken
overweldigden , in welken aanval drie
mannen van ’tvolk van de zeehaan dood
bleven, en een vierde doodelyk gequetft
was.
Dequartiermeefter, en z andere fwom-
men na oils (te weten Abel "Tasmans) boord,
en wy zonden hen onze chaloep tegen,
daar zy nog levendig inquamen, en daar
op lieten die moordenaars het praauken,
tot een groot geluk voor ons, dryven.
Zy hadden een van de dooden in hun
praauw gehaalt, en de andere verdron-
Ken, weshalven wy fterk met musquet-
ten en gefchut op hen, doch zonder te
treffen, fchoten.
Ondertuflchen ging Ide Tjerkfa Holman,
Tasmans fchipper, met een welgemande
en gewaapende chaloep na ’t praauwtje
van de zeehaan, waar mede hy terftont
na,boord keerdej vindende een dooden,
en een doodelyk gequetfte daar in.
W y vertoonen een van dieMoordenaars-
vaartuigen, met die moordenaars, hier
zeerfraai, No.d.F. Gelykook ’tland,
zoo als zieh dat vertoonde, N. 7. G.
De moor- Hierom noemde Tasman dit de Moordenaars
denaars-baai, verzeilendevan hier, alzoo
” ai* hy hier verder niets goeds te gemoet zag.
Zoo als zy nu van daar zeilden, quarnen
nog zz vaartuigen van land op hen aan,
waar op zy eenige reizen , doch te ver-
geefs, fchoten j doch die van de zeehaan
troffen ’er een, met eenwitvaantje in de
hand, dat hy ter neerftorte, waar op zy
alle gefwind na land keerden , van de
welke ’er z Zeilen van fatiöen als van een
Tinggang hadden. Zy waren daar op 40
graaden yo min. ten anker geweeft.
Hier van daan ging hy weer O. N. O-
aan, daarhy ronaomook landvond, dat
zeer goed en vrugtbaar, doch veel onweer ,
en W . winden onderworpen, icheen, zoo
dat hy veel moeite had, om van daar te
geräken.
Den z6ften dito ging hy weer N . , en
wel zoo Weftelyk, aan, körnende den
4den Januarii 1643. op de Z. breedte van
34 graaden 3f min. , en op de lengte
van ipi graaden p min. , alwaar zy by
de N. W. hoek van dit land quamen,
vernemende een zehr grooten Itroom, die
hen om de W . zettede , en zeer holle
deiningen uit den N. O . , waar uit hy
gifte, dat ’er een groote zee in ’tN . O.
zyn moeft, endat hy hier 00k een door-
gang vinden zou.
Hy zag daar 00k een eiland , dat hyDrje Ko_
’tdrie Köningen eiland noemde (op 34ningen
graaden z f min. breedte, en ipograadeneüaad.
40 min. lengte gelegen) waar na toe zyn
G z volk
v gm ■