
Earo- Indifche Naamen.
peuche;;
Naamen. zoo die Hoornen in fatzoen zeer veel ver-
fchillen.
Cap. XIX. Plaat. XXVIII.
^ jD®. De Aroefche Trompet.
Triton Deze heb nu niet, maar heb die eerofTrom
wel bezeten.
pet. Zy valt op ’t Eiland Aroe, en op Nova
Idem. Guinea.
De Trompet, o f Triton-Hoorn.
Van deze bezit ik ’er verfcheiden, die
in allen deelen volkomen, en uitmuntend
van teekening zyn, en voor al eene, diens
weergae ik niet kenne* en nog eene, de
kleen fte die kenne.
Deze vallen op ’t Eiland Oma, envoor
al in ’t Dorp van die naam.
iP S ä s i Deg^woi'^/ie Kink-Hoorn, ofden Heltor.
koek. ^ an ^ez,c ¡ ¡ jp & ’c r ^rie.
De^ De rood- geknobbelde Kink- Hoorn.
enkelde Van deze heb ik ’er eenige.
Ohe-- , 5
koek, of De Olie koek met Rozynen.
te dito. Deze alle heb ik * dog heb nog andre
zoorten van dien , groote en kleene gezien
, die ik niet heb * dog dit waren geen
Oofierfche.
De gefronße Olie-koek, ägter aan öp de
Letter G. en D. gemeld, ken ik niet.
Dezelve De baßaard-Purper-Slek.
Naam. Deze valt in den Imham van Amboina
aan de overzyde van ’t Cafteel ViRoria.
Spillen, Spillen, o f Snippe-bekken.
bakl-*” Van deze is ’er nog een groote gladde
pyken. geknobbelde * en ook nog een byzonder
groote zoort met ingekorvene ribben,
die ik bevorens gehad heb ; dog die nu
de Heer van Segwaard bezit.
Ook hebbe ik meer, dan hier gemeld
werd,D
e Temataanfche Spil.
De zeldzame dünne bruine kleene Spil.
De kleene geknobbelde dito.
Dit is een rosagtige Hoorn , die veel
korter, agter zoo lang niet, en ook van
een Snippelbek voorzien is.
De zelve De fiompe Spil.
Naam. Van deze heb meer een geelagtige.
De zel ve Hairige Dik-lipjtns, of Baardmannekens.
■Naam. Die Ichynd een Venus-Hoorn te zyn.,
De grootfte zoort van Rumphius kenne
niet.
De zelve De dubble Paus-kroon.
Naam.
DeOran- De Paus-kroon, o f de enkele Paus-kroon.
o'fdefßii Deze beide zoorten , op Ceram , op
fchops- * Gayboboj en Amahey, en elders vallende,
Mytcr.
Indifche Naamen. O o s t - I n d i s c h e ZEE-HOORNKENS .
Euroheb
ik zeer fchoon, en zommige daar Pcï,che
van weergadeloös j en voor al een van de aamen‘
laatfte uitnemend groot en fraey , en een
paar Orangieagtige, die zeer kleen zyn.
Van beide de zoorten heb ik ook groote,
en zeer kleene. En daar is een zoort,
hier niet gemeld., die zeer helder- rood
gebandeerd , en hoog-fchoon-rood van
druppen i s d i e ik bezit, en die ik zeldzaam
bevinde te zyn.
De baftaard- Paus kroon. 1)6 *elve
Naam.
De Babilonifche Torens. - - Pirami-
Behalven de gemeene , bezit ik hier den*
van meer,
Een lever-verwige en wit-gefpikkei-
de, die weergadeloos is.
Een witte.
Ook hebbe’er , die zeer kleen, en
zeldzaam zyn.
De gekartelde kleene Trompet. ftenbry-
TT n , '. ' SH Hoorn.
Het Stekelig-Hoórntjey o f het Dißel- idem de
Hoomtje. zeiyC
Van deze hebbe ik bruine, en witte, Naam.
welke laatfte zoort ik meer hebbe, dan
hier gemeld werd. En de Heer van Seg-
waart bezit ’er een paar, die ongemeen
fraey, van binnen geheël en al uitgewerkt,
en zyn Ed: A°. 17z3. voor twee wenteltrappen
uit Indien gezönden zÿn.
De Zee- haaren, of Knoddekens. Deßand-
Van deze heb ik een zoort meer, als peD;ook
hier gemeld zie. ' . mTe d”*"
Tot deze zoort van Zee-baaren behoo- ÏÏSy-
ren mede verícheidene .zoorten van ver- Horen
Icheideneverwen* rood, bniiri, Citroen- gcnaamd*
geel, Orangie-agtige , enz. die bezitte.
De Boeren-Jongen. De zelve
Heb ’er twee zoorten van, en nog Naanu
meer, dan hier gemeld is,
De Batavifche Boeren-Jongen.
Het gebandeerd Trompetje. De zelve
Het kleen zwart gebandeerd Hoorntje. Naam*
Heb ’er een paar van, en dit is onbe-
kend.
U a Fingert je. Pezelre
Hier van heb ’er verfcheidenderlcy. ’ Naam.
De Gnemon, o f het Torentje. DeBand-
Waar van veele zoorten zyn* dogheb pen; dog
’er twee uitmuntende zoorten van in leng- deze
te, en in verwe. . naamziet
Een Orangie-roode, witte, en zwart- ™n”al by
gebandeerde. de knod-
Een Citroen-verwige met roode en dekcns*
witte banden.
En behalven deze hebbe nog meer.
De zwarte gladde met geele banden.
Het
. Euto- Indifche Naamen.
. Naamen»
Vindhier Het giployd Torentie.
geen Het geribd Torentje ,
of ’t geribd bafpei'fche
naam taa’rd- Paus-kroonije.
toeDe Het gebandeerd Torentje , o f de geban-
Staten- deerde Gnemon.
Vlag-pen Van deze laatfte zoorte heb ik ’er ver-
icheidcnerley , en dierhalven vericheide
meer, dan hier gemeld ftaan * ais mede
de verdre met Letter X. en V. geteekend
, welke laatfte een zoort van de
Arcularia Minor, of de kleene Dooskens-
Hoorn, is.
De zelvë Htt bafiaard-JVentel- trapje.
Éufd¿
peïfche
Naamen»
. Dé dim1
‘ -’ n e T y -
ger-pen. .
Dèom4
Indifche Naamen;
De zwart-gevlekte Naald.
De graeuw-agtige Naald.
Ook zyn ’er roodagtigé met banden, wonde
die hebbe. Pen*
Ik heb ook meer eene, die Citroen-
geel, zonder vlekken, en gebandeerd is.
f)e rojfe Naald met witte Druppels , o f Hewi^
Zeout-/7 . . i korls.
. . . ■ , ■ - ' ÍCDIEKEC gepiekte
pen.
Van deze heb ik ’er vy£
De ge-
kartelde
pen.
DeOffer-De „ ,, ,
Hoorn. Dit is een Ceylonfche Hoorö , diö wel
gezien heb , en kenne, maar niet bezit.
Ontrent de Peerl-Viflchery van Toete-
coryn, vangd men zeer veel van deze Sjan-
co's, of Offer-Hoorns ‘, welke de Inlanders
hier , en ook de Bengalers, tot arm- en
duym-ringen, en de laatfte tot het ichie-
ten met de boog, gebruiken, en zyn die
fchooner , .als van het befte Yvoir.
Onder deze Hoorns vind men, naeuw-
lyks om de.honderdjaaren eens, een Ko-
nings-Hoorn, die van gedaante wel even
- , eens, als een andre Sjanko * dog even
eens als de verkeerde Hoorn is , en zieh
met een omgedraeide mond. vertoond.
Ook is hy groen van buiten, rood van
binnen , gaande op degrondvoort, Waär
op dan alle de ahdre hem volgen.
Deze Hoorn is by de Jentiven it\ een
groote agting , en zoo weerdig gefchat,
dat zy ’er 7 a 800 Reyksdaalders voor gé-
. ven * en uit zulken Hoorn wierd de Ko-
ning van Golconda in de vorige tyden ,
toen dit nog een Ryk op zig zelven was,
gezalft. - - -
In Neuwhofs tyd droomde een Vif-
fclier, dat hy een Konings-Sjankö ving,
’t geen hy tegen zyn makker zeide, die,
zoo hy die vangen mögt, de helft ’er van
voor zig befprak.
Daags ’er aan ging die droomer met
, den anderen uit Viflchén , en ving ’er
een * dog wilde den andren ’er niets van ge-
ven. Hy riep hem wel voór ’t gericht*
dog vrugteloos, alzoo hy geen bewys van
z,yn recht daar toe had.
De gedoornde Naald.
Van deze heb ik een wittê, en een
graeuwe.
Hy verkogt den zelven aan de Heer
Nieuwhof voor 170. Ryksdaalders, eneen
van de Rechtere bood hem aanftoiids zö.
Ryksdaalders winft.
Cap, XX. Plaat. XXX.
De Marl-Priem.
Dedikke Deze heb groot, en zeer kleen.
Piekeniers. -
Van deze zyn ’er Witte,
verwe.
Bezit een paar zeldzame bruine, dog
geloove dat het Weß-Indifche zyn.
Deze werden obk wel uitgedrild, en
dän Labor Improbus genaamd.
III. Deel.
Naalden
bruine van Pennen*
De Gégranulècrde Naald.
De fyne Naald, ó f Zéyl-N(taíd.
Heb twee a drie zeldzame.
naaft behoorende , meer.
De Ge-
granu.-
leerde
Naald-
pen.
DeZeyl-;
Naald.
DeSnuit*
hier onder peu'
Gegranuleerde, o f gekartelde Tuytjens.
Tygerpen.
DeKnob«
bel-pen.
De Trommel-fchroef. De zelve
Hier van zyn tweederley zoorten * die naam.
beide heb, enkelde en dubble , vallende
de fraeyfte en zeldzaamfte op Ceram's
zuyd-zydë , op Kellemoeri. Ook vallen
’er zeer gróotc op de Eilanden Java , en
Sumatra.
Ik bezit een witte, die zeldzaam is,
meer.
De Gc-
Gcknobbclde Tuytjensi ' doornde
Snuyt-
Bruine Tuytjens* Pen*
De ruige Trommel-fchroef. DeWefta
Deze valt op Ceram * dog heb ze nu
niet. kroon.
De Rievier-naald, of Sipot-Hoorn¿ De Slak-
Ik heb een zwarte , en een witte ge- kcn‘Pen-
bandeerde.
, , DeWeft-
De Ceramfche Bafiaafd-M(irl-priem¡ . Indifche
Baftaard^
Deze hebbç nu mede niet. , Paus-
. kroon.
De lichte Moeras -naald, o f dè Keep- Een
* M . W Ê K Ê Ê S ” * Hebbe meer, dan hier gemeld ftaan, pennCn<
Tw e e , a drië gladde kleene ftómpe
gebandeerde Naalden.
X x x Kuy