
z B E S C HR Y V I N GE v a n
N a flau ,
en Belgica.
onder zieh ook nogdrie fteden, teweten
Oerien, Sjafc, en Ratoe, had. Zy"'Waren
toen te zamen nog Oelilima’s , zynde
een vari de twee ftrenge&„vaa regeering.
{ even als de Hoekze eri Kabeljauwze,
deGuelphen en Gibellinen, &c.) diedaar
te dier tyd ftand grepen-', gelyk in Ara-
boina, daar het de ftreng, of party, der
Mooren, gelyk de Oelifiwa s die der
Chrifteneri is, hoewel van de negen ko-
ninklyke Raaden in Ternate (die Mooren
zyn) oorfpronkelyk.
Eenige jaaren daar na , ontrent *t jaar
ifp8. o f i f pp. vielen die van Labetacka,
met de onderhoorige fteden, van die van
Neira a f , houdende het zedert met die
gene, die zieh Oeliüwas noemden.
Oeli-Lima beteekent in ’t Amboineefch
een vyfgeipanfchap , o f een gehugt van
vyven, Oeli-Siwa, een negengeipanichap.
Zedeit dit afvallen- hebben die vah
Neira, die toen de magtigfte envry verm
ög end e r ,'^ die van Labetacka, waren,
geduurig met hen geoorlogt.
Men vint geen huizen , nog gedenk-
tekenen meervan al deze ftedekens, dan
dat’er op Neira, aan deNoordzyde, nu
nog een ftraat is, Ratoe, dat de koning
in ’tjavaanfch beteekent, genaamt, die
men ook zegt dat dezen naam draagt,
om dat hud koning eertyds daar zou ge-
woont hebben. Verder is alles”döor de
oorlogen verwoeft j dan dat by ’t perk
Labetacka nog de naam van dat ftede-
ken overgebleven is.
Het eiland Neira heeft aan zynen W eft- I
hoek de Goenong Api, o f den Vuurberg,
in ’t Zuiden het hooge land van Banda
vlak’er tegen over, zynde zelf in ’t Noorden
geplaatft , en in 'tOofteri draaii den
hoek van ’t hooge land, waar op het fte-
deken Celamme legt, vlak voor ’t Oofter-
g a t , o f voor Neira’s Ooflhoek , en
ontrent Ooft ten Noorden heeft men
Poelo Pifang, en een weinig Noordely-
ker Poelo Kapal leggen.
Het eiland Neira is in zieh zelven klein,
beflaande in zyn breedte ftyf een halve
myl, en in de lengte een myl, zoo dat
ik gifte, dat men het in twee mylen en
een half gemakkelyk zou rond fcneppen.
Men heeft van ouds her al op oit eiland
twee groote vaftigheden o f kaftee-
len, Nafläu en Belgica genaamt, gehad.
Wanneer o f door wie die gebouwt zyn,
blykt my nergens klaar. Naflau fchynt
my naaft toe van de Portugeezen ge-
bouwt, en daar na in ’t jaar 1610. door
de onzen verbetert en vemoemt te zyn,
alzoo die, gelyk wy hier na zien zullen,
het daar vonden. By ’t begin der Ban-
dafche Reiblutien o f Beftuiten in ’t jaar
1 6 1 p. en by de Dagregifters , die in
*t jaar 1617. aanvang nemen , leeft men
al van deze twee en meer andere vaftig- '
heden 5 maar hooger op kan men niet
komen.
Het kafteel Naflau legt aan de Weft-
kant Van Neira, digt aan ftrant j „heb-
bende vier boiwerken, de Admiraals punt,
Zeelandia , Delft en Rotterdam , / waar
van.deeerfte in ’tZuid Weilen, de tweede
in ’t Noordweften, dederdein ’tNoord-
ooften, en de vierde in ’tZuidooilen gelegen
is.- Yder van dezePunten ofBol-
werken is met agt metale ftukken kanon
voorzien j en op zommigen plagt men een
limoenboom te hebben. Dit kafteel be-
flaat van binnen een lengte van 17^, en
een breedte van 13 rqeden. Aan de zee-
kant , o f aan de Ziifdweft zyde des ka-
lleels, op.de gordyn, ftaat het huis van
den Landvoogr, ’t geen van verfcheide
brave vertrekken , en voor aan van een
groote Zaal voorzien is, in welke ik , by
nfyn^anwezen , het afbeeldzel van den
Opperlandvoogt ,• de Heer Jan Pttterfz.
Coe», met het halve l y f , met een geel
zyde wambais en een groote wyde broek
(oyna even eens,-als nu nog de helbaar-
diers van den Opperlandvoogt op Batavia
gekleed gaan) hangen zag. Ontrent de
puntZeelandia heeft men de wapenkamer«
en verder in dit Fort verfcheide comptoi-
ren , en een fraaje bezetting na gifling
van r'fo man. Ook woont de'Capitein,
Lieutenant ,^’en Väändrig', T n r zelve.
De zee- o f waterpoort is tegen over het
hooge Land , pas buiten de welke men
een gragt ziet, doch zonder water. In
de muur van deze poort ftaat met yzere
letters A°-1617. waarfchynelyk dat aie ’er
toen gezet is. Wanneer men op de ge>
meene weg na ’t Zuiden gaat, heeft men
een körten anderen weg ^Hie na een ffaai
waterpas loopt, waar op mede eenig ge-
fchut le g t, met het welke men gemak-'
kelyk aan de overzyde fchieten , en dus
de Reede der fchepen, die ’er vlak. voor
is , bevryden kan. ' Voor dit waterp is,
’tgeen ontrent tegen bver groot Walin-
gen komt, legt een groot R i f , over
’t welke‘men niet j als"b'y hoog water,
komen kan. Op dit R if plegen zieh wel
eenige Doejongs (een zeker foort van
viflehen) te houden, en op ’twier, dat
men daar op ziet , te aazen. Wat dit
voor viflehen zyn, zullen wy onder die
van Amboina befchryven.
Ten Noorden van dit Kafteel heeft
men, pas ter zyden den gemeenen weg,
die längs het zelve loopt, op eenen re-
delykhoogen heuvel het kafteel Belgica,
tuflehen ’t Predikants. huis , en ’t Gerecht
, een naam , gelyk ook die van
Naflau , door de onzen wel gegeverij
doch ik kan niet nävorfchen, wanneer,
of door wie , ’t zelve gebouwt, hoewel
geloove , dit door'.de onzen , niet lang
na de verovering van Neira , &c. gd-
fchied
B A N D A. 5
fchied zy. Het is in zieh zelven een
fraai beknopt Kafteeltje, niet al te groot,
maar net, van fraaje rondeelen, o f too-
rens, die wit eehduden werden , en van
goede regenbakken '(hoewel die zedert
de aardbeving in/ ’t jaar 1685. geberften
zyn) voorzienj maar deze veiting, fchoon
*t kafteel Nafläu , en de ganfehe vlakte
in ’t Zuiden, Ooften en Weilen beftry-
kende, is echter niet a lte krygskundig
gebouwt, aangezien pas agter ’t zelve
een heuvel gebleven is, vry hooger, dan
die, waar op Belgica legt, en die ook
volkomen over het zelve gebied.
Dit was de reden, dat men op Batavia
in ’t jaar 167*7. n*et goedgevonden
had ’t zelve af te breken} maar ook den
Ingenieur en Vaandrig Georg Everbard
Rumph j uit Amboina in ’t begin van Ja-
nuarii des zelven jaars derwaarts zond,
met laft om op dien hoogften heuvel een
nieuwe Reduit, die aide andere fterkten,
en ’t gantfeh Eiland beftryken zou , te
leggen } doch hy vertrok weer van daar
den i ften Mey , zonder dat ik heb können
merken, dat een van beiden gefehied
is } want Belgica is in wezen gebleven,
en, in de jaaren 1687. en 1688., heb ik
op dien hoogften heuvel geen Reduit ge-
zien, maar wel bevonden, dat door ar-
beidsvolk dagelyks aarde van dien heuvel
äfgekruid, en de zelve dus hoe längs hoe
meer vereffend. en weggenomen wierd,
hoewel’er nog geweldig veel van weg
te kruijen v ie l} maar dan zal ’t kafteel
Belgica ’tganfeh Eiland zoodanig beftryken
} \ dat , fchoon eenige vyanden
*t Waterpas, en ’t kafteel Naflau, alver-
overd hadden, z y ’er niets terwereld aan
zouden hebben., aangezien men hen van
van geen doodelyke ziekte , ja de dood
zelf, op zyn, hals haalen wil.
Dit is eenverhaal, dat ikzeerwel geloove,
zonder daarom hier ontrent eenige
werking, ’tzy vandenDuyvel, ’tzyvan
fpook, de minfte plaats te geven, alzoo
’t niet onmogelyk is ook deze graven
( gelyk ik wete aan andere Moorfche graven
, om ze voor dlergelyke onreinighe«
den te bewaren , gefehied te zyn) zoo
fterk te vergiftigen, dat de opftygende
damp , na ’twateren , aan zulk een de
dood zeer licht, en fchielyk, heeft können
veroorzaaken > waarom ik myn goede
vrienden altyd geraaden hebbe , om het
bygeloovewel te verwerpen, maar ook,
noit op deze graven veel te gaan, en ’er
voor al doch niet te wateren, o f hun ge-
voeg te doen , om dus zieh zelven niet
moetwillens in gevaar , of van hun leven ,
of van een fwaare ziekte ,. te brengen.
By dezen Papenberg, aan de zyde van
’t Zonne-gat (een kleine ftraat o f doorvaart
tuflehen Neira en de Goenong Api) iseen
bron van warm water, die al vry heet is;
DeLandvoogt, enden Opperkoopman
vond ik in de jaaren 1687.cn 1688. buiten
het fort Nafläu woonen, den eerften pas
Beooften en den anderen pas Beweften net
zelve, ’t geen zy mogelyk zedeit de
fwaare aardbeving van ’t jaar 1683. zullen
hebben gedaan , vreezende anders door
de fwaare beweging het Fort op hun ly f
te krygen.
. Men heeft op Neira 2 o f 3 groote
ftraaten. De eene loopt, met een kleine
draajing, van de timmerwerf der Maat-
fchappy , die in ’t Zuidelykfte van dit
Eilana legt, Noorden op, voorby ver-
fchejdfi- hnizen ^—als dat. van den Gpper-
1 kafteel BBgica rn^^ ^ri lcnnnpn frhictcn^ -köopman, en de Hollandfcheileene Kerk ,
Benoorden het kafteel legt aan ’teinde — A -
van de ftraat Ratoe, en daar om henen,
de Papenberg , alwaar de magtige en
volkryke Negry Ratoe gelegen heeft,
die door de oorlogen met de Holländers,
in ’tjaar 1609. en in de volgende jaaren,
geheel uitgeroeid is, zoo dat’er huis nog
mwoonder van overgebleven is. Men
yind op dien berg nog veel Moorfche
graven , en graffteenen aan ’t hoofd- en
voeten - einde der zelve , zynde nog de
eenige aloude overblyfzels en bewyzen,
dat hier Mohhammedaanen gehuisvell
hebben.
Men ziet ’er ook eenige diepe groeven,
en kleine bronnen} doch van geen belang.
Hy weit anders niet veel bezogt, om
dat de bygeloovige Bandaneezen , waar
van’er nog eenige van de vrouwelyke
lexe overgebleven zyn , haar nakrooft,
fchoon Chrillen, nog dagelyks inboeze-
men, dat het by deze graven fpookt, en
dat men op geene dezer graven wateren,
of zyn gevoeg doen moet, zoo men daar
aan de eene, en voorby *tkafteel Nafläu
aan de andere zyde, tot in de belommerde
ftraat Ratoe , en zoo met de zelve tot
aan den Papenberg , ten einde. De
tweede ftraat loopt Ooft op , längs het
Gerecht, als ook längs den heuvel,
waar op Belgica legt, het Predikants huis ,
en längs meer andere , al een fraai ftuks
wegs heenen, tot men ter rechter hand
zieh na ftrand, of met een dwarsfteegje
na ’t Zuiden wend , en zoo , längs een
fchoon en raim ziekenhuis, dat men ter
linkerhand heeft., aan ftrand komt, daar
men dan, Weil op ,. weer längs een andere
ry huizen , en längs het armenhuis
gaat, tot men de yifchmarkt (diens op-
ziender eenjood is , buiten welke’er nog
cen op Celamme plag te woonen) op
den hoek pafleert.
. Wanneer men by de Corps du guarde
komt, en ’t huis daar de Heer Lancfcoogt
van. Zyll plagt te woonen voo.rby is, heeft
hlen de vifchmarkt, tuflehen welke, en
*tkafteel Nafläu , een fraai groot plein,
A i en