
ju {UHjigs
1
mm.
I I 11
!W
m m
■fin
B A
■: De Balifdje yroüwen zyn in haar eigen
land niet veel beter als flaavinnen., alzoo
zy als muilezels iinoeten arbeiden , en
zelfs agter de ploeg loopen, zonder dat
zieh de mansdaar eenigzins mede bemoe-
jen. Veele der zelve zyn zeer goede
vroedvrouwen, en , na ’slands wyze, al
zeer bequame doftoreflen , hoewel al
haare bequaamheid raeeft in haare dage-
lykze bevinding en ohgegronde oeffening
beftäat. Zy zyn in ’t gemein alle zeer
naarilig en vernuftig, en de meefte vrou-
wen der Chineezen op Batavia, en elders»
zyn gewezene Bälifche flaavinnen» die in
zullt een huishouden ongemeene goede
preuven van haare bequaamheid, naarftig-
heid, goedaardigheid., deugd en trouw
geven 5 ook worden ’er zeer veele. tot
Maey diCafa, ofopperfte der flaavinnen,
en aan welke men ’t opperopzigt over
zilver, goud, juweelen, linnen, enz.
in een huishouden van de vermögende
lieden op Batavia tpevertrouwt , gebruikt,
in welke poft zy zieh zeer trouw en eer-
lyk dragen, gelyjit ik daar zelfs bevinding
van gehad heb.
Zy cragten doorgaans zeer fterk na haare
• vryheid , dat-een voorname reden van
haare trouwe dienften is. En daar zyn
’er vedeö j die zieh van haare Heeren op
die voorwaarde vry koopen, van dat zy
hen maandelyks 4, f o f 6 Rders zullen
opbrengen. Jk'.heb ’er gekent, van die
Bälifche doftoreflen, en vroedvrouwen,
diewelio, iy en io R dexs, enmeer, ter
maand gewonnen , en door hunne naar-
ftigheid ettelyke duizenden Rd«s nagelaa-
ten hebben, die, als zy geen kinderen
hebben, aan haare meefters.of der zelver
erfgenaamen , volgens ’t landregt daar,
vervallen zyn.
Zy erneeren Zieh in hun eigen land
meefl of: met de landbouw, o f met het
fpinnen van kat t oenen ’tweven van
deze en geene kfcederen, die hen de Javaanen,
Chineezen^ en andere volken,
komen afhandelen, .hoewel’er anders zeer
weinig buitenhandel. v alt, behalven dat
de flaavenhandel de hoofdhandel van dit
land is. - : 8 -
Doorgaans worden zy zeer oud in hun
land, en ik heb ’er in Amboina gekent,
die hunne kfcds- lcinds - kinds - kinderen
gezien hebben.
De landbouw beftaat hier in ’t aantee-
len van ryft , die hier in de läge landen
zeer overyioedig valt j. doch hoe veel men
daar van zou mögen over hebben , mag
’er op .lyfftraf niets van uitgevoert worden
j maar het overige word door ’s lto-
nings beftel boven op ’t gebergte bewaart,
om in tydenvanöorlog, wanneerde landen
braak leggen, o f by een quaad ge-
wafch , tot een troep van onderfteuning
en voorzorge te können dienen.
L I. t S i
De Waaren, hier vallende, zyn d e z e ; ^ ^
_ / . •; V j ‘ 1 'hier val-
Goud, dat’er zeer veel is; doch dat, op jendc> en
lyfftraf, niet mag vervoert worden.. ; getrok-
Ryft, als vooren. -
Köper.,
Yzer. ■.
Kattoen.
Slaaven.
Calimbac. . .
Schoone Kocjen, die ’t ftuk pas i Ryksd.
hier gelden. .
Paarden} doch weinig, en klein.
Büffels.
Bokken en Geyten.f i . , ; r
Gember.
Calmus. ’ : •
Bangle , een gewafch als Gember»
waar uit eçn heerlyke olfe getrpkkeii
Word.; a ,
Waar tegen de Chineezen hier meeft
zabels, pprcelein, en, eenige : andere geringe
waaren brengen , hoewel ’er. nu en
dan wel Hollandfche, vryli.eden^ komen ,
alle wellte hun meefle gading.ip goede
flaaven vinden , alzoo ,dje :,alomme zeer
getrokken zyn. Hier i? :-ook pvervlped
van allerlei geyqgelte, 1 vifch * > en van vielerlei
aardgewa(fchen^ o:alzoo de Baliers
zeer goede thuinniers, .eü doorgaans van
fchopne kool, radys , boontjens, falade,
konkommers , watermeloenen , en.'van
overvloed van allerlei, Indifche vrugten
voorzien zyn. ■
Hunne wapenen zyn byna de zelve , als wape»
die der Javaanen, beftaande meéft in langë nen.
en körte pieken, kriflèu, fpatten }. en
daar zyn ’er ook , die zeer wel met een
fnapbaan en zabelweten om te gaan, eh
ik heb ’er gezien , die Zoo in ’tbehande-
len van fchietgeweer,, en iin dapperheid
voor geen Holländer, zouden geweken
hebben 's maar door de bank zyn het
groote haanevegters , waar in zy by na
hun weergaa niet hebben. T
Gelylt zy in kleedmg (die men in d e ^
eerfte reize der onzen afgebeeld ziet) veel fpeej^.
overeenkomft met de Javaanen hebben, gen.
en gelyk de mans, mede doorgaans kaal
van baard zyn , alzoo zÿ‘ die: ook met
kleine tangetjens uittrekken , ’ alzoo bedienen
zy zieh ook gemeenelyk byna van
de zelve fpeeltuigen, te weten, van eert
Tateboang (waarby twee groote Gongen
behooren) by welke zy doorgaans eeil
Gindiër ( zynde een ifpel . van metaale
ftaatkens, die op bamboezen orgels-
gewyze geplaatft zyn ) en twee cimbäien'j
die zy tegen een kloppen ( twee fpelen *
hen op een byzondere wyze eigen) - ge*-
bruilten.
Zy hebben doorgaans veel vrouweni, Huweiy.
die zy met een bruidfchat van de oudefs ken.
moeten koopen s doch onder de Zelve is
’er