
ip B E S C H R Y V I N G E v a n
hoofdje Ernft Cnippng, zynde een Affi-
ftent, die onder ’t Comptoir Lonthoir
bchoort.
Men heeft hier mede een Perk, Oerien
fenaamt, doch beftaande in wel 6 o f 8
leine Perkskens, waar van'er zommige
JP°> andere zo o , 300 en 400 ponden
roelie leveren.
Öok is’er een Hoofdperk, Toetra, na
eenfteilen hoogen berg, genaamt. Dit
is 1400 roeden groot, hoewcl het meeft
wild en woeft land is ; het levert 3600
ponden Foelie, heeft 3f ilaaven , doch
iiaat, nog volgens de ouae opgave, bekent
op Ho zielen, en is 4000 Rder* waardig.
Dit Perk van Toetra zal ik niet licht
vergeten, om dat ik met een Perkenier
vanLonthoir, op zekeren namiddag ten
f uuren van Oerien te paard dien berg
opreed, na zyn zeggen ftaat maakende,
om ontrent 6 uuren op Lonthoir, maar
’ t geen ons fchrikkelyk buiten onze gis-
zing ging, te zullen zyn.
In ’t opklimmen vond ik den berg zoo
Heil, datwy, wathoogergekomen, van
onze paarden afftygen, en die aan onze
ilaaven o f bedienaen , zoo wy niet van
boven neder wilden tuimelen, geven
moeften. W y klauterden dan een ftuk
weegs te voet den berg op , en gingen
toen wel weder te paafd zitten , imar,
een weinig voortgereden zynde, vonderi
wy zoo veel Nooten- en Vrugtboomen
omgewaaid, dathetbynaonmogelyk was
om ’er te voet | ik laat ftaan te paard,
door te geräken. Zoo lang het dag was
ging het nog henen , maar toen het
donker wiert, gaf het een elendig leven
voor ons , en nog veel elendiger voor
ons Volk met de paarden, om ovef deze
boomen te klauteren^ e'n de weg te können
vinden j waar door wy van de zelve
geheel en al afdwaalden, en eerft ontrent
10 uuren ’s nachts ®op Lonthoir, en de
paarden vry laater, nanquamen. ~
' Behalven dit Perk Toetra heeft men
op Oerien nog het Perk Sammeren, al-
dus na het aloud Bandanees ftedeken,
Sammer, dat 00k daar ontrent lag, genaamt.
Het is800roeden groot, levert
f 000 ponden Foelie, heeft 40 ilaaven,
en 45* zielen tot het zelve behoorende,
en wiert toen geoordeelt yooo R dcrs
waardig te zyn.
Een weinig verder Weil op plagt men
in ’t jaar 16^7. en later , de Reduit
Lakoy te hebben , en hier ontrent was
het, dat de Nederlanders den z i fien Maart
16z 1. dit Eiland eerft beklommen , en
vero verden.
Als men den Weilhoek dezes Agter-
Lands, o f der Zuidzyde, om, eh zoo
Noorden aan gaat, konit ipen by het
°ud Madiange. Daar na pafleert men
dievermaarde klip, Batoe Hollands, die
. - . ---------J —w. w.. UUUlUV/ll 6YUde,
befchreven. En als men, nog een
ftuk weegs voortgaande, voorby de
Noordweithoek dezes Lands fehept,
komt men weder vöor Lonthoir
Boven op den berg van Lonthoir heeft
men al meae eenige Perken, alle welke
ik juift niet by haare eigen naamen, maar
by die van haare bezitters kenne, en die '
ik derhalven hier 00k zoo zal opge-
ven. p j
Men heeft’er een Perk, in ’tjaar
1688. by eenen Lotharis bezeten. Dit
was 1 zoo roeden groot, gaf jaarlyks 6000
ponden Foelie, had i 00 ilaaven, hoewd
’tmaar vöor 60 zielen bekent ftont, en
was 10000 Rd«s waardig.
Het Perk van Lucas Claasz de Jong,
1000 roeden groot, leverde7000ponden
Foelie, had 90 ilaaven , hoewel in de
zielbeichryving maar op f o zielen gefielt
zynde, en wiert toen 11000 R dcrs waar-
dig gefchat.
Het Perk van Thomas Brantszoon,
ontrent, het kafteeltje Hollandia gelegen ,
was 1 zoo roeden groot, leverde 8000
ponden Foelie , haa 110 flaaven, fchoon
maar op 60 zielen ingeboekt in de ziel-
befchry ving, en was een fomme van
1 zooo Rte« waardig.
Het Perk van P . V Beos, was
iööo roeden groot , leverde fooo ponden
Foelie , had 60 ilaaven , ftont te
boek voor 40 zielen, en was 9000 R d rs
waardig.
Behalven deze groote, zyn hier nog
wel z f kleine Perkeniertjens, die maar
<S, 8 o f 10 zielen hebben , en 00k een
evengematigde kleine leverantie van
fpeceryen doeny hoedanige 7 6 f 8 kleine
Perkskens 00k nog op Celämme zyn.
Van groot Wahngen af, totCelamme
toe, leveren deze Perfceniers hunne ipe-
ceryen öp het eiland' Neira, äan den Op-
perköopman , o f tweedCn perföon der
Landvoögdy.
Van Idem Walingen af leveren de
Perken Ortattan, Bojauw , en deverdere
Perken op Lonthoir * aan ’tÖpperhooft
tot Lpnthoir, en men rekentze groot en
klein, hier- onder behoorende, op i r
Perken. i M ^ r ■
DievanDenner, Denner-Hoetan, en
van de Laoetan, leveren dp Wäyer j en
die vän Oerien , Toetra en Sammeren
leveren aan een Boekhouder aidaar, die
onder Lonthoir mede ftaat.
Men heeft in Banda tweemaal ’sjaars Het Wit-
Witwater, het eerfte, o f »c klein Wit- water,
water, in Juni, en ’t grootftein Auguftus
of September. De zee is dan by dag
eyenreens als anders; maar ’s nachts aß
witte melk, en- zelf is de lugt daar zoo
licht van > dat men geen ondericheid
tuflehen de zee en de Itigt ziet. Om
- ’s nachts
B A 1 N D A. n
’s nachts land te ontdekken is dit witwater
zeer goed want in ’t.zelve doet zieh dat
zeer Twart op.. In al die tyd werd ’er
geen vifch. gevangen} doch daar na weer
zo.o veel te meer. D e viieh is voor dit i
helder water fchuw j 00k doet hen die '
helderheid in ’t water hetvifchtuig en de 1
praauwtjens te eerder zien, en daar yoor
yUeden.
Men oordeelt, dat dit water uit den .
grooten boezem van ’t Zuidland by Nova
Guinea komt. Men verneemt het in
’t Zuiden van Aroe en Key totTenimber.
en Timor Laoet. In ’t Weften loopt het.
tot Timor , en in ’t Noorden vertoont
het zieh tot het eiland Geram ontrent des-
zelfs Zuidkuit, loopende nietBenoorden,
maar welBezuiden deLiaflerze eilandeu ,
en Amboina, daar men die melk-zee klaar
van de bergen ’s nachts ziet : want anders
enweet men van dit wit water eigentlyk
in Amboina niet, dan dat men het in
’tjaar 16f 6. ’er eens gehad heeft, dat
zeldzaam was.
Het vertoont zieh meeft ontrent de
eilanden van Banda, en is niet alleen quaad
voor de vifchvangft, maar döet de vaar-
tuigen 00k eer, dan in ander zeewater,
verrotten } zoo dat ’er in de vuilaardige.
quallen, bezaantjens, en andere zeeflym,
aie dit water, als’tafneemt, op ftraqd
öpwerpt, een booze houtworm ichynt
te zyn.
In de tyd van dit wit water is ’t-ook
gevaarlyk zieh des nachts met kleine of
andere vaartuigen op die zee tebegevenj
want fchoon het al ftil zyn mögt, verneemt
men nogtans zeer iwaare dynin-
gen, die door deze en gene^teedanaperi^,
lljr dr grnnd der JCC 9 van,
¿elf voortkomen, en zulk eeri vaarpuigje
zeer ligt zouden omwerpen. Deze dynin-
gen echter heeft men nergenszoofwaar,
als ontrent het eiland Tenimber.
Dit. wit water mengt zieh in die tyd.
met geen ander water , dan als het be-
girit af te, nemen, wanneer het eerft längs
’t eiland Ombo en ’tland van Ende henen
loopende zieh eindelyk met ftreepen in
zee tot by Boeton toe , en daar na zelf
tot Saleyer en die kant van Celebes zien
laat, .daar het zieh dan allengskens in
’t ander zeewater verlieft , o f daar mede
vermengt.
Na dat nu dit wit water, eri de regen*
in Banda fwaar of weinig is , leveren de
Perken 00k veel o f weinig Foelie en
Nooten üit > want zoo ’er Iwaare regen
valt, vällen de Nooteri af, die anders 9
maanden aände.boomen moeten hangen,
’t geen men echter meer böven. in het
dampig gebergte, dan ontrent de ftran-
den, verneemt.
De ilaaven in .yder iPerk vinden den
ganfehen dag hun werk.
Als de Npoten ryp zyn , ep aan den *t weck
Boom beginnen te fplyten , zoo. dat de |laa-
Foelie zieh fchoon roodvan ic.puleur, en y?n irV
al glimmende tegen de Npotenfchaal,pe°^ten'
die köol fwaft is , vertoont, dan, gaan
de flaaveh van ’s mofgeiiis vroeg yder met
een mandeken.na ’tbofeh om Nooten te
plukken,, kömep in ’t geiu.eeA^ s avonts
ten f uuren van ’t gebergte pa-ßeneden*
^lwaar dan, eenige al deze geplukte man-
den met Nooten, o f eigentlyk dieNoo-
ten in haaren bolfter (apch niet, anders
dan oude j over een zeer fcherp .mes, dat
ergens aap jly f , .of tegens twee houten,
in de grond ftaande, vaft gebonden, en
dienS icherpte na böven gelegt is , zeer
geiwind (aat een flag is) henen.halen*
en dus die tjölfter* by een omwrilcking,
tot op de N.ootfchaale, toe, kloovpn, en
’er düs. «Je bolfter afwreeken j . .’tgeen
met veel oordeel in ’t verkiezen xier Noo- [
ten dient te gefchieden: want zoo ’teen
jonge Noot was , die ’er zomtydsronder
loopen, zoo zou de inede door de Noot 3
en alles , henen gaan * en dan Was het
00k om een vinger of twee van zoor-een
flaaf te doenj doch daar werd al vry wel
op gepäft,
Als al die Nooten zoo pntboiftett zyn^
werpt men de ielve met de Foelie .’er nog
aan in een mahdeken, en daar na verga-
dert men. de bolfter op een hoop , wa^r
op dan een foort van Champignons o f pad-
deftoelen groeit, die gezegt, werden door
haaren fpeCeryagtigen fmaak aUe andere
paddeftoelen te boven tp gaap., im-
mers , zy worden in Banda yan de lief-
hebbers en kenders zeer gepr-ezen y I doch
_ik heh daar zulken lekkerny niet, in_gg—r
yönden^^|nggr~vincl * dac
in riemp)ens gefneden', ‘ en niet kan-
neel geftooft , een lekkere fchötel eeten
uitleverde.
Wanneer de flaavep pu met het ont-
bolfteren van-alle die Nqoten .by. dag npg
gedaan kryeen , dat zy in 1 ö f z uuren
weten af tehafpelenj danis ’thun avond-
werk nog de Foelie van alle deze Nooten
af te doen, die-byzonder te yergaderen *
en 00k de Nooten byzonder by , een te
doen, waar van de Foelie dan in , de zon.
gedroogt, en met de Nooten op de ria--•
volgenae wyze gehandelt word. -
Men heeft f kleine hokken, pf petak-Hoe verkeil,
met een parapara of zolderken van niet
latwerk van gefplete Bumbpezen , o h e ^ OT^ !
rieten, waar op de Nootep, die dan no g L ^ ^f"
vaft in een fchelp zitten, gedroogt v/pr-word.
den.
De eerfte: droogpetak is voor de ,natte
Nooten , die daar een week in moeten
leggen , en dan gaan zy in de tweede
petak , weer voor een wee,kr, ; van daar
in de derde, weer voor een week, en in
de vierde petak worden zy in de vierde
B z ' ' week/