
344
gaeys-bekken moeten een Heerlyke glans
cn (peeling, als zy inZeezwemmen, en
van de- eene na de andre doorfchieten ,
geven, en verdienden, om hare fchöone
verwen, dierhalven wel , van mede on-
der de ongemeene Viflchen geplaatft te
2yn.
jjc Onder de zeldzame Indiaanfche Vif-
Poiypus, fchen is de Polypus , o f de Veel-voet,
ofGorit». (die den Isländer de Gorita noemd) geenr
zins een van de minfte, aangezien hy
zeer wonderlyk van gedaante is.
Hy is week en glad van ly f , uitden
ronden, en wat langwerpig, als een zak.
Onder den hals ziet men een opening,
als o f hy een kap op had.
De kop is al vry groot., ook heeft hy
groote oogen, en agc zeer lange pooten,
die aan de binnen-kant als vol holle wrat-
ten zyn.
Tuflchen de pooten in ’t midden ver-
toond zig een zwarte bek, die been-ag-
tig, en daar agter als verborgen is.
Op ’t glibberig en (lymerig lyf heeft
hy over al veel zwarte, geele witte, en
bruine vlekken , die zig daar, als Ster-
rekens, ofWolkjes, vertoonen, die eg-
ter niet' altyd even eens blyvcn, uitgeno-
me de witte, die ftand houden.
, Wanneer hy geruft, en buiten vreeze
van buiten is , vertoond hy zig gemee-
nelyk wit j dog öp de minfte onraad
werd hy donker-yerwig , o f van de ged
m JLt1 V Jl ' tfcr d e po oten - ich ui
^ zeer vaft met zyn pooten weet aan te
kleven, zoo dai hy ’er niet af te trek-
ken is.
H y werd van de Inlanders, en ook
van ons V o lk , gekookt, o f gebraden
zynde , wel gegeten j dog is wat hard
van Vifch.
Die ’t öngeluk heeft, om van deze
Vifch , in Zee - zwemmende , aange-
daan, en door zyn pooten , voor äl
van een groote, gevat te werden , die
’t zy Dier, ’t zy Menfch , om hals,
DER. ¡¡¡¡jf
Doeken-Huiven, by deLief-hebbers van
die zeldzaamheden y dog de Inlander
noemd die Hoorn, Roemah Gorita ,
dat is , ’/ Huis van de Gorita , of van de
Polypus.
Hy heeft aan ieder der agterfte pooren
een breedelap, als een omgekeerde Bczaan,
waar mede hy zeild, dog by llil weder is
dat zyn Roer. Zoo ras hy , dus zeilcn-
de , eenige onraad ge waar werd, fchept
hy, zieh kenterende, ten eerften water,
en gaat na den grond, aldus zynvyanden
ontduikende.
Wy vertoonen hem niet in Prent, om
dat dit reeds dopr de Heer .ßumphius in
£yn Ambonfche Rariteit- Karner gedaan is>.
De Zee-Kat is een Vifch , die hier £
mede valt, en alomme zeer bekend is. Zee-Kat;
Hy is ontrent een voet lang,, van lyf, als
of ’t een langwerpige doos was, hebben'
de-een bruin vel met witte fpikkels.
Ontrent de kop heeft hy pooten ■, of
baarden, die een halve \toet lang , en na
de kop toc breeder , dan aan. de einden,
daar zy vry fcherp toelpopen, zyn. Tul-
felien deze ziet men riög twee andre, die
vry langer, dog dünner zyn, en die aan
’t einde een breeaen fnuit, met wratjeS
aan de eene zyde, hebben., te vporfchyn
komen. Deze Vifch heeft zeer groote
oogen -, welkers appeis zieh als halve
Maäncn vertoonen.
Men ziet zyn bek niet, alzoo die ag-
P^lylfr opders
zeer wel na die van de Käfeatbeha.
Hy heeft aan de zelve ook eenige zagte
borftels, o f hairen , dat zoo yeel als zyn
tanden zyn. Ter zyden heeft hy ook
twee vlerken , die niet heel breed zyri.
De buik is zeer wit.
Op de rüg heeft hy een bcen , als eeii
Schild van gedaante, dat hard, fcherp,
luftig , roodagtig, en byna als eeri
omgekeerd Schuitje is, zynde onder het
breedfte, en aan ’t einde met een fcherp-
been, dat zig byna als een tand vertoond,
alzoo hy ten eerften met de zelve na de cn tpt in de huid doorgaat, waar door
grond. gaat, en zoo vaft aan hun lyf
kleeft, dat het met geen geweld los te
krygen is , ten zy men zig met een mes
(gelyk zeker Moriani uit Halong dede)
redde, en hem de pooten af-inyde.
De Pati van Soya , verhaalde my A°.
1710, dat hy zoo een groote Gorita met
cen zwaren Bok van zekere hooge heu-
vel agter Erna had zien te gronde gaan,
cn nog lang op de grond worftelen, zon-
der dat hy, hoe zeer hy zieh ookwrong,
los geräken kon.
De kleene zoort van deze Polypi hebben
een Huis, dat w i t , zeer dun , en
cierlyk geribd van fchaal, gelyk het ook
een van de fraeifte Zee - Hörens is , die
ik kenne. Men noemd die gemeenelyk
ook dit Schild zeer vaft zit.
Van ’t gehemelte des belts looperi
twee dünne aderkens tot aan de maag.
waar onder een groote blaas leg t, vol
zwarte vogtigheid , even eens als Tnkt
(die’er ook wel afgemaakt werd) en welke
deze Vifch door een lange buize met een
pyp , die onder de keel uitkomt, met
kragt uitftorten kan. Zoo ras deze Vifch
maar uit de Zee wat o,p de Strand legt,
fterft hy ten eerften.
Wy vertoonen den zelven hier al mede
niet, fchoon wy dat wel können doen,
om dat de zelve , en nog drie, a vier vol-
gende, zeer net door de Heer Nieuwhof
vertoond werden.
Deze Vifch werd met dit zwart bloed,
De
Steenwaar
van de Inlanders eenfausmaken, en
ook van ons volk, ’t geen zegt, dat hy
Wel fmaakt, gegeten. Zommige koken
hem met die zwarte vogtigheid , doende
de zelve pop een lauceby de Papedo dienen.
Dáar zyn nóg andre zporten van deze
Viich, by den Inlander met de naam van
Sontohg Ajam , dat is , de Hoender-Zee-
Kat y en dat wegens zyn breede vlerken,
genaamd, behalvén dat hy ook veel vlekr
ken, waar nä zy hem ook wel degebloem-
de Zee-Kat noemen, op ’t lyf heeft.
De Steen-Braaflem is ,.ook een zeer
fehóorie ¿n íekkere Vifch, dieVan lengte,
Braaflem. dikte, en breedte, als een fraeje Carper,
'ontrent . voet lang, o f als een groote
Schiel vifch 5 dog wel zoo breed > daarbe-
nevén gróot van kop , bek , en oogen,
Van huid’na de witte kant, en geiehubt
is, hebbende áan weerzydén voor twee
lange ftyye vin'nen , en béneden ’er nog
tweé, die breeder, dog korter zyn. Men
ziet deze Vifch al mede iñ eeñ van de
Heer Ñieuwhofs Werkeú zeer net nä ’t
léven verbeeld.
De Cakab is mede een vah de Iekker-
fte en blankfte Viflchen, die de Zee hier
geéft. Opk is hy Zeer vaft van Viich,
als Vrongel, ¿06 dät hy het púikje ,van
dé Markt is. Men höud de, zelve op Batavia
wef in Vy vefs in de Thuinen, gelyk
men ook de Zee - Carper weLdóet,
dat mede een uitnemende fenoone, har-
de, väfte eh blanke Viich 5 maar waar
by de onze in Holland in ’t minfte niet te
vergelyken, alzoo die Véel flapper van
Viich, en zoo goed ook van fmaak niet,
dát ook eenigzins uit" de prys af te nemen
is, alzoo men wel cen Ducaat voor een
Carper öp Batavia geven kan} en hoe-
wel ’er minder van prys zyn, is ’t egter
ge ze t, dat, als men op Noördwyk, een
uurtje van Batavia , Carper met een ge-
Zelfchap eeten gaat, dan ieder Heer met
zyn Juffer^ die hy mede brengt 14 Gul- -
den of een Goude Coebang daar aap_.in
een middag-maal, waar^dndefcle Wyn
dan mede doorgaat verteerd.
. Men heeft hier ook een meriigte van
kleene möye Klip-Vifcnkens, gelyk wy
,’er hier nä verfcheide onder dé fraeje Vif-
fchen ziilleri verbeelden. Zy Zyn -zeer
lekker, en fmakelyk om te eeten. ; .
Men heeft hier nog eeri zoort van'
kd-baars. Vifch j van gedaarite eri groote als -een i
gemeene Baars , zynde van verfcheide
lange ftekels voorzién , waar na wy
hem de Stekel-Baars noemen 5 en dit
is mede een zeer goede en vafte Vifch
tot fpyze. Mén vind deze, en de vollende,
al medeby Nieuwhof.
Dc De Snorker is een Viich byna als de
Snorkcr. vorige van groote, hebbende eenige
zwarpe ftreepen op ’t lyfj die van de kop
III. Dafet;
De
Cakab.
p e Z e e-
Carper.
,, Klip-
Vifch.
, De Stena
de ftaart loopen. Hy maakt met zyn
groote bek een groot geinork in ’t Water,
en buiten ’p zelve , waar ha hy de
Snorker genaamd werd.
Het is maar een ¿emeene Vifch , en
wy. vertoonen dien Gfoot-oog met.zyne
Stekelr Vinnen niet ., om dät ’er ons ön«*
dei* de fraeje yiiichen ook een van die
zelve. zoort voorkomen zal^ die zeer wel
aan.zyn ftekels, als een Egel, te kennen
zalzyn.
Nog is ’er cen Vifch, die 7kdit Cornoe-
do , o f de Hoorn-dragefs-Vifch , nä een
groote Hoorn, die hy op zyn kop heeft,
genaamd , maar die zeer weinig geagt
werd.
Hy is wel i f , o f zomtyds 2 voeten
lang , zeer zw;art van huid u die als L e der,
hoe wel de Vifch zelf blank i&j.dog.
zy werd maar van het gemeen Volk ge-
geten.
De Harder (die alomme bekend is)’
valt hier mede mehigvüldig.
Men heeft hier ook een zoort van’
Kabheljaeuw , Goafche ( en van de on-.
kündige wel Goüdze) Kabbeljäuw ..ge-,
naamd, die by de Zee-värende al mede zeer
wel bekend, en zeer lekker van Vifch is.,
De Spieririg valt hier wel zoo blank', ,
en ruim zoo groot, als in Holland, en,
voöral de Zand-Spiering, die Heerlyk
om ze te braden is , van welke wy . ’er
hier nä mede een vertoonen.
Mcu viiid. hier, uolv vccl soui Leu v<tu Aalen
, Paling, Zee-lPaardekens, Zee-Draalt-
jens en meer andre V ifchkensdie wy hier
na onder de ongemeene Viflchen vertoo-
nfen, eri daär riäder befchryveii zülleh.
De gemeene Zee - Paardekens zyn
Vifchkens, die een groote hand-breed
lang, een viriger breed, en van kop even
eens 9 als een Peerd, zyn, zynde verder
aan de zelve niet veel meer tezien. Zommige
zyn zwart, iommigerood, enwat
p k van buik , maar de zeldzaamfte zyn
die gepe, diewitagtig, oftufleheri den
graeuhifen en' wlttfen , en die met eenen
gedpörnd zyn ; hoc^anig eene.ik onder
my.n zeldzaamheden heb. Daar zyn nog
aqdre zeer zeldzame vaii verwei die onder
de ongemöene Vifcheri zullen voorkomen
j.Len alwaar wy dan ook de gc-
daante-van dit Vifchje nä ’t leven afge-
beejd zien zullen.
^>Tot de Viflchen behöoreri mede de
Krabben , en Kreeften , die hier meni-
gerley, en van de welke al mede iets te
zeggen zal vallen i hoewel wel meeft,
daar wy vari de ongemeene Viflchen
ipreekeri.
Van de Kreeften zyn ’er verfcheide
zoorten, die by de Heer Rumphius in
het eerfte Boek , en ettelyk Hoofd-dee-
len van zyn Ambonfche Rariteit - Kamer
X x i:eedä
IkanCor-
noedo, ;
Goafchc
Kabbeljaeuw.
Spicring}
A a j ; c ß .
Paliiig, 1
Zeé=
Paa^dbj
kens,
Krabbe 2
en KrcCg
ten.