
ijo i. Februari, o f 6 dagen van te vooren, hem
een Afte van quytfchelding, wegens alles,
dathyons nog uit kragt van ’tCon-
tra£t vanBonaye ichuldig gebleven was,
zoq gunftig toegezonden.hadden , daar
by alleen bedingende, dat dit ontflag geen
ftand grypen zou , zoo zyn Hoogheid
zyn verbond met de E. Maatfchappy
t’eeniger tyd verbreken o f overtreden
mögt.
Men moet ook, als een zaak van zon*
derlinge opmerking, Fniet vergeten , dat
haar Edelneden den Heer Beernink wel
ernilig in laft gaven , om allenthalven
doch de andere Bondgenooten wel voor
te houden , dat zy geenzins onder den
koning van Boni ftonaen, o f van hem,
gelyk veele meinden , afhingen j maar
dat zy vrye Bondgenooten waren , en
daar Voor van ons ook gehouden wierden.
Dit haalen wy aan, om dat het daar na
te pas komen zal.
De Heer nu de laft haarer Edelheden, we-
Beemink gens het fonderen der Bondgenooten over
fondeert jdroe Teko's zaak, na te komen, had de
nink ™ ^ eer Beernink Datoewa L i - Loeboe, of
Loeboe den konink van Loeboe , den pden Juli
over die ftil by zieh ontboden , die daar na op
moord. zekeren dag , zonder den tolk van den
koning van Boni, volgens ’s lands ge-
bruik, te waarfchouwen (dat ten eerfte
in dien koning nagedagten en argwaan
verwekte) by Zyn Ed. in ’tkafteel zonder
eenig gevolg quam. Hy wiert van
de landpoort tot aan ’t huis van zyn Ed.
- geleid door den Sabandaar van der Myl y
ten dien eindegecommitteerd, en aan een
tafel in de voorzaal geplaatft. Hy quam
(zoo het den naam had) alleen, omden
Heer Landvoogt in zyn nieuw gezag alle
heil te wenfehen , en vond by zyn Ed.
den Heer Capitein Wejfelburg, en den on-
derkoopman Joannes Hackaart zitten.
Zyn Ed. dede zyn Hoogheid eerft een
kopje thee, en daar na ook firib pinang,
mitsgaders fnuiftabak , daar die vorften
Zeer fterk op gezet zyn, aanbieden, en
hem eindelyk een droog collation voor-
zetten.
Ondertuflchen iprak de Heer Beernink
omftandig met zyn Hoogheid over de zaak
van Aroe Teio, van Saena, en van Dain
Mabani en hy oordeelde, dat Saena zieh
zeervergrepen, en dat Aroe Teko een zeer
groot regt tegen haar , en tegen Dain
Mabani had , om van de Bondgenooten
vonnis over haarte verzoeken j doch aan-
gaande de moord, aan Dain Mabani zoo
driftig gepleegt, oordeelde h y , dat zieh
Aroe Teko zeer misgrepen , zyn goede
zaak verbrod , en zieh volgens ’s lands
wetten zonder eenige verichooning Ichuldig
gemaakt had, alzoo die zeggen, dat
geen konings kind, o f hoehoog ook van
afkomft, zyns gelyken, buiten voorgaande
vonnis van een wettige vergadering, hetI7Qr
leven benemen moet.
Hy oordeelde ook, dat het Radja Boni,
Radja Goa , en Aroe Tanette Matoewa 's
fchuld was, dat men met de zaak dus lang
gedraalt had, waar door men nu den tyd,
om hem aan ’t leven te komen, volgens
’s lands wetten , maar ook mogelyk wel
met opzet, had laaten voorby gaan.
Aroe Teko, zeide de Heer Beernink daar
op, zegtopentlykuit, dat hy deze moord StP®*
met voorkennis van de Heer vanThye^ en daar°van
van den koning van Boni (hoewel die dit in opiigt
nu loochent) bedreven heeft y waar op de
zyn Ed. den koning van Loeboe verderbe'311
vraagde, of zyn Hoogheid ook iets daar Radja’
van wift j waar op Radja Loeboe zeide,Boni,za
dat hy niet veel van de Heer van Thye 's
medekennis hier van wift te zeggen y maar
dat egter Aroe Teko 's gemeenzaame oöi-
megang en toegang tot zyn Ed. zeer
grooten fchyn gaven, om daar iet van te
mögen giften } doch belangende Radja
Boni's voorkennifte hier af, daar van kan
ik by myn gryze hairen ( vattende daar
öp by zyn gryzen baard ) wel betuigen,
dat ik het zelf geweeft ben , die Aroe Pom
(dat is dezen koning) op Aroe Teko's
imeeking ben gaan aanzeggen , dat hy
{Teko) ziende, dat men nog geen begin
van zyn proCes maakte., van ongeduld
niet langer icheen te zullen wagten met
zieh zelven , zoo ’t regt geen voortgang
nam, aan Dain Mabani te wreeken j waar
op hy {RadjaLoeboe) van AroePonigeen
antwoord kreeg , höewel hy uit de ge-
beerden van dien koning wel zien kon,
dat hy tegen deze wraak niet veel had;
doch hy {Radja Loeboe) had dit noit tegen
Aroe Teko gezegt j ook verzogt Radja
Loeboe , dat de Heer Landvoogt dit ge-
liefde byzich te houden, op dar hy voor
de oploopenheid van Aroe Poni, die hem
over deze taal iwaar ftraflen zou , niet
bloot mögt ftaan.
Aangaande de verdere behandeling de-
zer zaak oordeelde Radja Loeboe , dat
Aroe Teko, zoo wegens ’t fatfoen der E.
Maatichappy, als om door dien hoon de
princen kinderen van Soping (die van ftam
die van- Boni niet behoefden te wyken
maar veel eer overtroffen) tot geen murmurering
te. brerigen, onmogdyk-onge-
llraft blyven konj doch alzoo na ’s lands
wetten de tyd , om hem aan ’t leven te
komen, te verre verloopen was, was ’er
niet anders overig , dan hem , na een
diepe onder werping voor de Bondgenooten,
een fwaare boete, die hem niet weinig
kortwieken zou, en die nog hy, nog
yemant van de princen quaalyk zou können
keuren , op te Jeggen, waar mede
deze vorft zyn reden befloot , zyn Ed.
bedankte,'en weder vertrok.
Den i i4en Julii bragt Marcus Sandbeek
( door
1701 ■:(^°!or ^enHeerLandvqogt uitgezonden,
om deze en- gene Grooten in der ftilte
Nadcr over die zaak. te fondeeren) berigt, ;dat
fonderingjjy van Crain Aganonja, koning van Ta-
v“ ygre'netta, verftaan h^d, dat AroeTeko's^zaak
oVer, .en regt in ’t eerfte zeer goed was, doch
eiat hy die door de bedreven moord ver-
J>rod s en, volgens ’s lands wetten , al
lang verdient, had, daar over geftraft. te
worden , en dat het hoogtyd was, om
hem nog te-ftraiien , o f dat hy anders
-vreesde, dat hy door argwaan, o f mis-
noegen, wel ligt de vlugt nemen, en,
zoo hun allen, als ook de E. Maatichappy
nog wel eens veel moeite aandoen mögt.
De Hqer Landypogc liet hem weten,
dat hy hem zelf daar over wel eens
•wenfente te (preken , waar op hy tot
-antwoord g a f, da,t; j hy by zyn ELd.^ njet
komen dorft , ten ¡zy hy daar door .den
tolk des konings van Boni begeleid; wiert,
M et diö^zo° Seen ^er Grooten, onder dien ko-
ai<± de ¿ h g itaande, dat buiten zyn kennis, en
koning ¡buiten begeleiding van ■ zynen tolk,, zou
van ^ n*duryen ondernemen. Dat, ingevalle hy
andere6 ¿ t . buiten zyn.Hoogheids weten dede,
Bondge- jdit aanftonts o f aan zyn Hoogheid ,!;o f
nooten aan Dain Txhalile, de koninginne wedu-
aanma- we ? verklikt zou worden , gelyk. men
® c‘ daar nu reets al wift , dat Radja Loeboe in
der flihe, en buiten begeleiding van den |
•tplk Carelejfang -y by den Heer Landvoogt
-geweeft was,, zonder dat hy Aroe Poni tot
nog toe kennis daar van gegeven hadj
een daad , ftfekkende tot krenking van
de regten en van ’t gezag van ’t Bpnifch
H o f , en waar over Dain Tabalile zelfs
-reets tegen hem {Aganonja) gezegt had,
‘ dat men den koning van Boni geen groo-
.ter hoon dan deze aandoen , en naare
.agting in *t by zonder nergens mede meer,
dan met zujk een daad , als met voeten
treden kon., vermits haar overleden Ge-
maal die gene was, die allereerft de
fronden daar toe gelegt, en alle de on-
erhoorige koningen altyd zeer ftreng in
dien band gehouden, en hen geleert had
hem in alles te kennen.
- Dit was dan de reden, waarom Crain
Aganonja ootmoedig aan zyn Ed. verzoe-
(ken liet, om van zulken ftil bezoek yer-
ichppnt te worden., vermits. de koning
. van Boni dit niet alleen zeer quaaly k nemen
, maar hem dit ook zekerlyk betaalt
zetten zoude.
Sandbeek ging hem nogmaals verzoeken
, onder verzekering, dat de Heer
. Landvoogt hem dekken en befchermen
; zoude j doch Crain Aganonja , met die
. belofte eens lachendej zei vlak uit, dat
- hem de befcherming van zyn Ed. weinig zou
können helpen , ßh hy ’/ vafi weg had j
j doch, tenderdemaalhiertoeaangemaant,
quam hy den izden dito by zyn Ed., die,
over AroeTeko's zaak met hem fprekende,
wederbyna’tzelve vzn hem, alsvarii7crJ. ,
den koning van Loeboe, daar over ver-
nam.
Zyn Ed. hdorde topu uit dezen vorft.zyn Ed.
ook, dac, zoo ’tgerügtliep, ’ertuftchentalt Craia
Saena en Mabani nog geen vleefchelyke.^gan°nja
gemeenlchap geweeft was, dat al eepig-,
zins, doch niet volkomen, - tot veront-
fchuldiging van Dain Mabanti dienen kon ,
hoewel. hy mede oordeelde, dat Saena en
Mabani zieh zeer fchuldig gemaakt, en
aan Aroe Teko een groot regt tegen hen
gegeven hadden, om hen volgens de wetten
tedoen ftrafien, maar dat hy door de
moord van Dain Mabani zyn goede zaak
ganfeh bedorven , en zieh zelven dood-
ichuldig gemaakt had y doch dat de tyd,
om hem te ftraffen , verloopen zynde,
men nu. geen andere ftraf volgens de wetten
aan hem oeftenen kpn, dan eenelyk
van liena te rampaften, dat is, van zyne
goederen verbeurt te verklaaren, en hem
buiten alle zyne waardigheden te ftellen,
o f wel van hem te bannen,} doch die
bannen hield hy., uit inzigten van ftaat ,
nu als ondienftig, alzoo qit zeer quaade
gevolgen na zich zou können ilepen}. zoo
dat na zyrte gedagten het beft was, zyne
goederen maar verbeurt, of hem van alle
zyne waardigheden vervallen , te verklaaren
, mits dat men daar mede dan ten
eerften voortging, en ’er niet lang mede
wagte j waar pp dan die vprft zyn af-
fcheid nam.
Niet tegenftaande de Heer Beernink. nu Vreeie
hoe längs noe meer in alle de Bondgenoo- . er Vor‘’ i *?-, , , i n '............» ° «en om ten der Gelebilche vorften een algemeene met zjrn
bevreeftheid befpeurde, om buiten voor- Ed. hier
weten van Aroe Poni met hem over deze ovei» bui-
zaak te können fpreken , liet zyn E d -^ w^
daarom egter niet na , den zden AuguftiningS Van
weder den koning van Wad joe, en Aroe Boni, te
Belo ( verbeeldende thans de koningin) fpiekcn*
I als ook den ou&en Aroe Tanette Matoewa,
j eerften tyksbeftierder van, hec Bonifch
Hof, door zynen ltlerk, Marcus Sandbeek, Na(jet
zeer behendig de pols over dit werk te onder-
taften, ’t geen deze borft , als zeer ervaa-*aftin8,
ren in de Maleitze en Boegize taal, tot^y^ften
veel.genoegen van zyn Ed. beftelde.
De koning van Wadjoe, anders Aroe
Matoewa genaamt, zeide: Dain Mabani
is nu dooa, en hy kan. zieh niet verant-
woorden } doch ’t is zeker , dat Aroe
Teko, een prins van ’tBonifch ryk, hem
vermoord heeft, waar toe hy volgens
onze wetten geenzins geregtigt , gelyk
: hy in tegendeel gehouden was daar over
*t regt van zyn koning , die, alle de om-
i itandigheden dezer zaak wift , geduldig
af te wagten,
j Ik heb gedagt, dat het ryk van Boni,
| door dit zammelen, en ’tniet afdoen dezer
zaak , genegen was een ichuldenaar
i der Sopingers te blyven , om naderhand
A a der