
Tonÿnen.
f ß V E R B A N D
Jc agterlyf op de rüg, en ontrent de fteert,
<Jie vry lang was-, vertoonden. Het on-
der-lyf was wir. De rechte Ster-Haey
nogtans is langer, en fmaller van ly f, en
lpitzer van kop.
paar zyn meer andfe zoörten , als de
Spits-Haey, de Kruis-Haey, en meerandre
, die wy nu voorby gäan , om dat
die van andre al befchreven zyn.
De Haey , die men hier in meenigte
De heeft, fwemt ook noit alleen; miaar heeft
Zuiger°f een*ge, kleene Vifchjens, Zuigers,
o f Lootsjes genaamd, die by hem fwem-
men.f^Z'y gdyken -wel na de kleene Alf-
kens, o f na kleene Spierinkskens i dog
zyn donker graeuw van huid. W y zou-
1 den die können vertoonen , zoo dat niet
reeds door Nieuwbof, en andere gedaan
Was.
Daar is nog een andre zoort, diens
kop o f kruin voi ployen , en waar mede
hy gewoon is , aan de Haeyen en andre
Viflchen, ja zelf aan de Scheeps-kielen,
zeer vaft te kleven.’ Zy vallen zomtyds
Wel z a zj voet lang. Hy werd van
zommige o f voor de Remora zelf, of
voor een zoort ’er van gehouden.
Men heeft hier öok vericheide zoor-
ten van Tohyneri, o f een zoort van Zee-
Verkens, die wel y a 6 voeten lang, en
gewoon zyn gemeenelyk tegen den Wind
op te fwemmen , o f wel (zoo andre willen)
daar van daan te komen daar de
wind —»— »— -- -i—jr—
ten ltäat.
Hun inge wand, en bloed vertoond zig ,
als dat van een Verken.
Alb k Mcn heeft ’er ook Albukores , o f de
res<U °* jilba Koretia dat is , de ivitte Kor et-
Vifch. Die is al vry groot, wel 3 voeten
lang , en beflaat wel i f voet in de
rondte.
Men gebruikt de zelve op Zee dik-
wils, om ze te eeten, en men kan die
den onkundigen, yoor al als men ’er ge-
brade frikkedillen van maakt , zeer ge-
makkelyk voor Kalfs-vleefch, hoewel
zy een weinig drooger van fmaak , dog
anders zeer goed zyn, opdiflehen.
Men ontmoetze ook veel op de Indi-
febe uit en t’Huis-Reizen. Ook verfchillen
zy byna niet, dan in grootte, van de
Köret, hoewel zy beter , en zoo droog
niet van fmaak zyn , behalven dat de
Köret (die hier mede valt) veel kleiner,
en ontrent nog wel eens zöo groot en dik
als een Schelvifch, en ontrent van de
lengte van een der grootfte, dog wat
ronder van ly f, gelyk mede van ettelyke
groote vinnen, en ook van eenige groote
itekels op de rüg voorzien is.
De kop is ook zeer kloek , en hy is
groot van oogen j zynde aan Boord al
mede (by gebrek van beter) een goede
ververfching.
De Ko
rct.
E L I N G b -E ’it
De Bonito (dat in ’t Portugtefch , 4te
Möye beteekend) is een Vifch, die mede
ontrent van de groote van een Köret,
wel zoo bol en dik, dog zeer droog van
fmaak is. Zy valt hier al mede , en
vry overvloedig , gelyk ook detwee voris
e-.
Hier is ook een andre zoort van To-
nynen, die men in deze geweften het
Meir-Zwyn, of anders nog wel zoo veel VerlcL-
de Verkens-Vifch noemd. Vifch.
Hy is zeer groot en ftomp van bek
(waar in zig eenige tanden opdoen)en groot
van oogen , röndom dewelke zieh veel
wit vertoond.. Ook is hy breed , en 2
3, en 4 voeten lang j donker van boven
huid, gemärmerd vanbuik, en breed van
ftaart.
Hy is zeer lekker , en zoo vet om te
eeten , dat men geen aangenamer Vifch
wenfehen kan , dog hy is al te v e t, in
zoo verre, dat hy aanftonds iemand door
’c lichaam henen dringd , en ’t ganfeh
hemd van iemand taan-geel maakt , om
’t welk te voorkomen men de'möo-
ten (die grooter als- die van een groote
Zalm vallen) gemeenelyk rooken
laat, en dan bekomt zy iemand beter ,
maakt een lekker eeten, en des zelfs
Olieagtige ftoffe mäakt dan des Eeters
hemd zoo Taangeel niet.
Een van de Heerlykfte Viflcheh , die
menin Amboina , en veel andre deeleri
" ra'1 1 Radio... Har K
de Konings-Vifch , die nägeeWWfdnd-
febe Vlfch beter, dan na de Salm, gelykt
uitgenomen dat hy, gekookt zynde, wit
van verwe blyft. Hy is Zeer v e t, aan-
genaam van fmaak, enzeergezond, wer-
•dende veel ingelegt, om ze op Zee tot
voorraad medete voeren.
Hy is ontrent a 3 voeten lang, groot
van kop , matig groot vati oogen, heb- n
bende een donker-bruine rüg, waar op Konings:
zieh een vin , en daar na öok fcherpe Vifch.
döorns tot aan de fteert, vertoonen'; Hy
is wit van buik , en redelyk lang} dog
fmal van ftaart. Men kan uit zyn ge-
krompe mooteli zoo wel, als uit die yan
de Zalm, Wyn drinken.
Hier valt öok een Vifch je, dat by den
Inlander Ikan Toetombö , o f doosjes»
Vifch, genaamd werd-, om dat het byna
als een Ideen vier- o f drie-kantig doos-
je is.
Dit Vifchje is niet boven 3 3 4 duim-
breed lang, zynde kört en zeer ftomp
van bek, groot van oogen, dik van kop,
en hebbende een pin op de kop, die wel
twee düim- breed lang is. Öok heeft het
voor aan de kop ontrent de oogen een
knobbel, die vooruit fteekt.
Het ly fis zeer dik , en als opgebla-
zen, könnende wel de breedte van 2 a ^
dtiifri
G i h -eene V.iSSCHEN vÀfi A M Ë 0 ÍNÁ.
be
toetombo
Vifch;
duim in de dikte haalen. Het is wit van
Buik, en loopt by de ftaart wat duo van
ly f 1 a z duim-breed toe , waar na een
matige fteert volgt, die zeer fraey met
y a 6 witte ftreepkens aan ieder zyde ge-
teekeQd is. Het vält hier wel j dog zeer
zeldzaam.
Het is donker-bruin en hard van huid}
dog zagter , als de Schilden van een
Schild-pad. Ook is het van twee klee-
s ne , en twee grooter vinnen voorzien , gelyk
men dit alles klaar aan ’t zelve, zoo
als dit van dt Heer Nieuwbof aigebecld is,
beichouwen kan.
Daar zyn ’er ook, die deze hoorn op de
_ kop niet hebben , hoedanig eene ik zelfs
bezit, eh toonen kan. Men houd de
1 eene voor de groote, en de andre voor de
kleine zoort.
lk weet niet, dat zy oit gegeten werd;
Zelf zyn ’er, .die getuigen, dat deze V ifch
iemand eenige dagen aan een dronken, en
vol maakt, en het eenig bekend middel
’er tegen is zekere vierkahte Krab ', die
by de ikan Doerian nader beichreven
werd.
Men heeft hier een Vifch, die men de
blaier^ Öpblazer noemd. Een kleene Vifch, en
gemeenelyk , een kleene fpan lang , en
zommige nog kleenpr , zoo dat men die
met een haod-palm bedekken kan, dog
de buik opgebiazen zynde , vertoond
hy zieh als een ool, o f ter groote van een
itleen Kinder-hoofd , zepeianig dat men
dan byna geen onderfcheid tuflehen de
kop , rüg, en buik (die zig,alle als een
ronden kloot vertoonen) maaken kan ,
ftaande de neus wat opwaards omgebo-
gen , orttrent welke zig een zeer kleene
bek vertoond , terwyl men byna geen
oogen des zelfs ziet.
De rüg is tuifchen de afch-graeuwe en
zwarte verwe , wat gewölkt, de buik
w i t , zyndei van eenige kleene graatjes
voorzien, de zyden zyn Loodverwig, en
eenigzinS met zwarte vlekskens, getekend.
In Zee houd hy zieh meeft zonder
zieh op te blazen} dog zoo rafch hy aan-
getaft werd , blaaft hy zieh ten eerften
als een boi op , even als o f hy wift, dat
men hem, om zyn ruw en ftekelig v e l,
dan zoo wel niet vatten kan.
Ontrerit de fteert ’heeft hy twee vinnen,
met welke, en den fteert, hy zieh
beftierd, pf fwemt.
Hy is zagt en week van V ifch, en
werd voor een groote lekkerny gehou-r
den, hoewel ’t my heugd , dat ’er ver-
fcheidc onkundige af geftorven zyn , al-
zoo ’er en zeer Ideen , dog vergiftig a-
derken in zyn Gal-blaasken is , dat ’er
eerft geheel en al met de galle. moet uitgenomen
werden, en dan mag men de
Vifch buiten eenige bekommeringeeten,
daar men ’e f ahders aanftonds vaii fterft|
om welke reden de, mçefte Lieden Vtee-
zen, om Van dfezé Vifch icts te céteh.
Wy vertdpnen de zelve hier niet ift
teekening ; dbg hy zal onder de onge-
meene Viflcheri voorkomen.
Hier(valt ook een Vifch , diegémee¿
nelyk de Driöens-Vifch geiiaemd werd,
om dat hy na de doornige en ftèkelige
Vrugt, de Döei-iari gertaamd , zeer wel
gelykt.
Ik heb ’er gezien van deíé zóorf } dié
wel 1 en i| vóet, Ook heb ik ’er gdzién,
die maar een halve voét larig waten.
Dé Vifch is gemeenelyk vry dik van li-
chaam, zynde by na ey-rond, zeerkleen,
en rond van bek. Bovën op dé kop zyn
twee groote doorns, byna als ware het
een kuif, en vCrdet is ’t gartícHe
chaam , vol ftékels eil al vry lange
doorns, waar meri hem ook aanvat. Hy is
groot van oogen , dog kleen van vinnen
en van fteert,' Zynde weerdig, oin, we-
gens zyn zeldzamd ftekéligé gedáante,
bewaard te werderí. Hy gelykt ookee- _ ,
nigzins na den Opblázer} dog die is vry p oe^au3
korter, en niet gedoornd. Vifch;
Deze vertoonen wy al mede niet, óm
dat ze by de Heer Nieuwhof reeds afge-
beeld is.
Als hy in Zee fwemt, ftrykt hy zÿti
doorns na beneden} dbg zoo rasmenhem
aantaftenwil, blaäft hy zieh zelvén , eii zyne doorns, o p , d ie , *1 is h y do«d¿
zoo rond opgebiazen blyven ftaan.
Om een lekkere Water-zode te heb- Dé ^
ben, is ’er geen lekkerder ¿ ais de Leer- Leer-,
Vifch. p ¡ ¡ / Vifch.;
Men vind ze hier, eh óp Bataviá, oip
en ontrent ’t Eiland Onruft, zoo menig-
vuldig*, dat Veel Heeren van aanzieii op
die Vifch by den Baas van Onrufi nu en
dan wel eens onthaald werden: P p p
; Hy is byna ais een kleene Braaflem }
dog korter, en vry breed van’ly f, ’tgeen
met een dikke bruine ruige huid, byna
als Leder zynde, voorzien is , die meri
’er afhaald , eh onder welké huid zieh
een zeer fchoonë, hardé, blanke,en by-
zonder lekkere Viích vertoond.
Hy is ontrerit, dog niet wel een kíee-
fpan , (zomtyds ook wel 1 a i voeten j
lang, en een halve voet breed, ftomp,
en wat gebogén van bek, groot van kop,
en van oogen, (die vericheide kringeri
rondom, en een gfoote zwarte vlekbe-
neden zig hebben) niet groot van vinnen
, en redelyk groot van ftaart, gejyk
men die al meae by dien Heèr afgebeeld
zien kan.
Men heeft verfcheide zoorten van deze'
Leer-Viflchen , die in lengte , gedaan-
te, verw , en fmaak zeer veel van mal-
kandren verfchillèn. Ook is ’er een
V v z groo^