
3*4 V E R H A N D E L I N G de» De bek ftaat als met een halve -Maan
De
Lock!
L a o e t
Jang
Hidjo e .
M o e lo e t
Bezar.
u w n . U U M I aio U 1 L L V , t l l U a l V C I V ia U J
.'open, zynde gelyk ook ’t geheel lichaam
de kop (o'ntrem welke twee kleene Pur-
pre bollekens wat van een -ftaan) ftaart,
vinnen, en alles heerlyk Purper-verwig}
dog alle de vinnen (nitgenomen de ge«
doornde, die lichter Purper is.);de rüg,
de ftaart, cn de kop boven , zyn watdon-
kerder, als den bek , *t ly f , en de ge-
doornde vin..
Het oog is ook donfccr- Purper met
een blaeuwen, en dan weer een breeden
2warten kring, dievrygroot, gelykden
appel pek - zwart, en met een witce ftip
Van binnen is.
N°. m . Vertoond ons de Lokki Laoet
Jang Hidjoe, o f het groen Zee-Kreeftje.
Het is even eens , als dat wy N°. yo.
befchreven j dog ’t verfchiLis allecn daar
in, dat Ue hoofd-grond van ’t lyfhoog-
Zee-groen , en de verdre teckening van
de voorfchären hoog 'rood, en van de
agter-vinnen fchoon zwartis, die met
een graeuwen geftippelden omtrek, en met
aardige vermilioen- roode fraanje omzet,
hoedanig ook de voorvinnen, aan welke
ook wat Zee-groen komt,, zyn.
Midden op ’t ly f vertoonen zig ook,
als ’t wäre , negen halve na agter gebogene
boogene, milchen ieder van welke
zig een rood bolleken vertoond.
In de .buik zyn ook zes Orangie ver-
deelingen , die z wart - geltreepc,^. on-
trentalsde.nagelyaneen ^ffiK ,e n onder
geftippeld zyri, hoedanige ftippels ook
längs alle de dwars-bogen na buiten loopen
Men ziet na ’t voorlyf onder ook
verfcheide lange pooten , als die van een
Haan, en aan de andre zyde drie körte,
zynde graeuwagtig. Het iseenluft, om
dit Kreeftje in ’t Water te zien.
N°. 122. Doet ons den Moeloet Bezdr,
® ofde Groot-Smoel, op. Eenfchoonegroo-'l
te en lekkere , hoewel een zeer wanftal-
tige Vifch,
De kop is even eens , als die van een
groot Hollands Verken, zeer lang en dik,
licht-rood van verw, vooren onder} dog
agter aan meeft na de boven-kant by ’t
oog donker-graeuwenflaeuw-Zee-groen,
als ook vol zwarte kleene ftippels } die
zig ook in menigte op den geheelen kop
vertoonen.
De bek is van vier fcherpe tanden i
voorzien, zynde de zelve na boven toe,
gelyk ook de fnuit, citroen-geel, hoedanig
ook de vin tegen het lyf is. Zyn
oog is bloed-rood, en de appel wit met
een zwarten ftip geteekend.
Zyn ganfeh ly f , ( ’t geen als dat van
een Jacob Ezertzen gefchubd , dog vry
dikker is) heeft een verwe, die ten dfcele
lever-vcrwig, ten decle flaeuw- Zeegroen
, en met w.at ros gemengd is. Dg
onder-vinnen zyn rood dog de boven-
vin vertoond een fchoone breedc vlag
die boven heerlyk Zee-groen , met eCrt
rooden ftreek in ’t, midden , dan weer
Zee-groen , endan van de zelve verwe
van ’t ly f , als dat van een. lever, en die
daw alken maar, dat zeer fraey ftaat *
getchubd is.
De ftaart vertoond. ons als *t wäre vyf
roode lange vedereo , tuflehen welke in
zieh zoo veel, andre citroen-gcele v e r ta nen}
dog de hovenfte ha buiten is rood}
en de dnderfte na buiten citroen-geel.
Ook is de ftaart met een fmallcn Zee-
groenen band van ’t lyfafgefcheiden. Die
is een groöte Zee-Snorker, die als een Verken,:
daar hy vry wel na gelykt, knor-
ren kan. i .: .
N 0. 113. Leverd ons u it, den Mata Mati
Btntang Hidjoe, ofgroene Star-Qog. Een Bintang
naam, die hy na deZee-gtoene Ster, die Hidjoe.
zyn oog vertoond, draagt.
Een wonderlyke fchoone vertooning.
doet deze Vifch: Want hy heeft een kop
als een Qlifent , die fchöon - rood , vol
Zee-groene blokjens , cn fcitroen « geele
bollekens , rondom de Star vah ’t oog
bezaeid , zeer dik van neus, en zeer
groot van bek is, waar in zieh vier fcherpe
tanden vertoonen. Van binnen vertoond
zieh die Zee-groen} dog de, omtrek des
. z©JÄv -jsifehoön'"öfl!l^0R^eel.
Zyn oog is licht appelbloezem , Zee-
groen van kring , en citroen - geel van
appel, om welk oog zig een grooteZee-
groene Star van een; groöten glans vertoond.
Het ganfch lyf is licht- Goud o f citroen-
geel van verw, en zelf de ftaart al mede,
op wdlk ly f en ftaart zig dan vervolgens
agt Zeeegroene breede dwars-banden (die
roode zoomen hebben) zoefdanig vertoonen
, dat zieh tuflehen ieder weer zeven
Citroen-geele van de zelve breedte op-
I doen, zynde de buitenfte band van de |
ftaart Zee-groen , dog van huiten met
een fynen zwarten zoom bezet. Ook vertoonen
zig op al de Zee-groene banden
als zwarte Slangetjes, met ettelyke zwarte
bollekens ’er tuflehen , zommige ’er
onder, o f ’er boven, ook ’er nevens, en
op de langfte bandqn van beide de zoorten
wel wat meer} dog op de twee geele
I banden ziet men op ieder , boven tegen
den rüg, een grooter rooden bol, ditge-
nomen in den onderften, die eendeel van
den ftaart uitmaakt.
De boven-vin is vol doomen (die citroen
geel zyn) vertoonende verder een
groote vlag , waar in de vlammen van
een Verkeer-bord als tegen een ftaan,
die onder rood, en boven licht - Purper-
verwig zyn , ftaande op_ de onderfte ci-
' troen-
Wawoelang.
O KG E M EE NH
VISSCHEN v a n AMBOINÄ. 385-
troeh-geele bollekens} dog indebovenfte
ook'zulke , maar om de andre vlam dan
en citroen-geel bolleken , dari weer in
een andre vlam zoo een hartje vertoonende.
Ook is de onderzoom van die
vin lood-verwig, en loopt zoo agter aan
ook op.
De verdre vinnen zyn mede Löod-
verwig} dog die tegen ’t lyf is rood, en
de breede onderfte vin, na agteren tegen
’ t lyf, heeft een rooden zoom, die aan den
agterften doorn na den ftaart toe ook
rood uitloopt, terwyl de andre graaten
zwart en fyn zyn.
Het is een heerlyke Viich van fmaak,
wonderlyk fterk van verwen tegen een
affteekende , en hy is wel twee voeten
lang , daar beneven ook • na maten van
dien,, inzonderheid voor, vry dik, maar
men ziet hem zelden.
N°. 114. Geeft ons den Wawoelang te
zien. Dit is een Vifch , als een fpan-
Baars, zeer lekker van fmaak , en zeer
blank en vaft van Vifch.
Hy is wat groot van kop, die , gelyk
de geheele Vifch, ichoon licht- en byna
vermilioen-rood } terwyl ’t lyf met zeer
veel witte dikke dwars-Slangetjens , en
andre lange teekenen , en hier en daar
met zulke ftippen geteekend is. | '
Zyn oog is Zee-groen, en heeft een
zeer breeden rooden, en dan weer een fy nen
zwarten buiten kring , waar door ’t zig
vry groot vertoond } dog den appel is
Zwart, met een witte ftip ’er in.
De boven-vin voor is gedoornd ; dog
de agter boven- en beneden-vin loopt
lang-werpig rond.
Ikan No. x,j-. Geeft ons de Ikan Waccom
Waccom h & m 0f de Zee-Waccom-Fijch, te zien.
et* Deze is als een groote Jacob Evertzen,
dog wat dikker van lyf, als opk wat anders
van kop-} e.n zeer goed Van fmaak.
De kop is donker-Zee-groen, met
kleene roode ichillen bezet. De bck is
redelyk ;groot, van binnen roöd , eh
verder van omtrek, en beneden, tot aan
de fcheiding des kops van’t ly f, graeuw*
agtig.
De neus loopt wat gebogen op , tot
den rüg toe, die höoger oploopt} dog
die daar met een breede Zee-groene ftreek
van ’t boven-lyf afgefcheiden werd. Het
oog i§ rood, zeer gröpt en breed , den’
appel Zee-groen , en zwart, en de ftip
ook Zee-groen.
Het boven-lyf is Hemels-blaeuw ,
zynde met een donker-Hemels-blaeuwe
ftreep (die by de rüg begind, en dan van
den kop;tot den ftaart loopt) van ’t beneden
of middel-lyf gefcheiden, beneden ’t
welke zig dan de buik licht - rood vertoond.
Het boven middel- en onder-lyf is vol
III. D e e l .
ichubben, als, bollekens, die op de .twee
boven-deelen Hemels-blaeuw (dog boven •
veel lichter van verw) en op den buik
rood zyn.
De vinnen tegen en dnder ’t ly f zyn
rood. De boven-vin is fterk gedoornd,
en citroen-geel , dog de agterlle onder-
vin is kleen, en donker-geel. De ftaart
is Hemels-blaeuw, en flaeuw-Zee-groen
gemengeld, en twee-klufeig. •
Dit is een fchoone Vifch in *t Water,
N°. 116. Vertoond ons de Doewing-
Vifch, dat een zoorte van een Pampus- Doc«
Vifch) en zoo mede van fmaak} maar die win&
zeer aardig van teekening is.
De kop is als een kleene Ofle-köp,
Steen-graeuw van verw, gelyk ook de
grond van ’t ganfch lyf is } dog met een
aardige breede zwarte dwars- ftreep midden
over de k op , en voor by bet oog •
henen geteekend.
Den bek ( die met eeriige tanden vöor-
zien is) vertoond zig als die van een
Vogel, zynde citroen-geel van binnen.
Het oog is wit, hebbende een breeden
lever-verwigen kring, en een zwarten appel
met een ftip, als de buiten-kring, in
’t midden.
By de affcheiding van den kop, die zieh
zwart vertoond , is mede een kleene ge-
ftippelde ftreep, met zwarte ftippels,
hoewel die ook lever-vcrwig is. -
Op het Steen-graeuw ly f vertoond zig
een zeer breede fcbuinze zwarte ftreek,
die van den vin tegen ’t ly f tot aan ’t agter-
eind van den boven-vin loopt.
Tuflehen die zwarte ftreek , en tui*
fchen den kop , ziet men drie fmalle Citroen
geele ftreepen, die Van den boven-*
vin fchuins a f na den wamme, ofvoorby
’t oog loopen, zynde boven ieder een
vinger - breed van een gefcheiden } dog
beneden dicht by een gevoegd.
Van de voornoemde zwarte breede
ftreep loopen fchuins af na de achterftc
vin agt zwarte ftreepen, ieder een ft roo-
breed, waar tuflehen negen zuike Steen'1
graeuwe andre ftreepen van de zelve
breedte zieh vertoonen, om dat zig nog
een hegertde zwarte ftreep boven alleent
als een Winkel-haak opdoet, die boven
längs den rüg zoo vervolgd, en dan nog
wel ander halve vinger lang buiten den
Vifch zoo breed , even als ö f ’er een Aal
aan vaft was, die aan ’t einde tot den
helft toe Orangie-verwig is, voord gaat.
Buiten die zwarte ftreepen op ’t ly f
vertoond zig dat verder boven , onder ,
en agter (uitgenomen de voor-buik, die
enkel Steen-graeuw is) Orangie-verv/ig,
zynde längs het Steen-graeuw ly f, en de
zwarte ftreepen, met een fyne zwarte
ftreep ,• die over dwars gaat, afgefcheiden
* op welk Orangie agtcr-deel van dien
C c c Vifch