
kòning in zekere veldtogt te gebrui-
ken.
Radia ^at nu de koning van Palacka,
Palacka 2ync^e te. gelyk de koning onder welken
doet zyn de Boegis, en die van Boni ftonden, de
hoofdhair dood van zyn grootvader en vader na
J g fug jy ne gedagten gewroken had, volbragt
andere °°k zyne belofte, te weten, dat hy
Boegis, zyn hoordhair , tot een erkentenis van
fcheeren. deze verkregen zeege , zeer plegtelyk
(daar anderzins de Macafläaren en Boef
ineezen zoo grooten werk van hun lang
air maaken , en dagelyks bezig zyn,
om dat met allerlei geurige, vooral met
welriekende klappusolie , daar Zy bloe-
men in doen, te beftryken) liet aflhy-
den.H
y ftelde daar toe een uitdrukkelyken
dag, ricp zyne befte vrienden, en veele
van de Volkeren onder hem ftaande, aan
Welke hy te dier tyd een koninklyk maal
g a f, zynde die genen, die hem hier in
navolgden, wel 30000 man fterkgeweeft,
zoo dat een*Boeginees , nog op dezen
dag, zeer iigt van een Macaflaar, wegens
zyn kort hair, te ondericheiden is.
Word in ' ^ Maatfchappy over dezen koning,
zyne Ry-611 2yne dappere aaaden , zeer voldaan,
ken her- herftelde hem niet alleen in zyne ryken
fteW» 611 vanPalacka, Boni, Soping, enmeeran-
befchon- ^ere 5 maar ^c^onk hem 00k een heerlyke
ken. goude keten, met een penning daar aan,
die hem met zeer veel ftatie t’huis ge-
bragt, en met veel loftuiting omgehan-
gen wiert, waar over deze vorft zeer
verblyd was.
Ook hebben haar Edelheden na dien
tyd, een groote agting voor zyn gemaa-
linne, Dain Tahalile, getoont, behalven
dat die verftandige koningin zieh de gunft,
en pragtige gefchenken haarer Edelheden
nu en dan , in verfcheide gevallen,
D a in T a halile.
by welke zy hun ftil wegens deze en
gene quaade aanilagen van den koning haar
gemaal gewaarfchouwt , en dus groote
ongevallen voorgekomen heeft, wel dub-
belwaardig heelt weten te maaken, zynde
dit alleen haar gebrek , dat zy op deze
gunft haarer Edelheden zeer moeaig en
gewoon was nu en dan al vry fterk daar
op te roemen, en by zulken gelegenheid
als eenigzins vervoert, ook wel zaaken,
die beter gefwegen waren , te zeggen
waarom men haar ook geen geheimen l66ö
vertrouwen kon , fchoon men weet dat
zy deze fwakheid meer uit gewoonte
dan uit quaadaardigheid, oeffende. *
Het was ook een groot bewys van
haarer Edelheden agting voor Radja Pa-
hicka, dat zy hem maandelyks 200 R d«s}
zoo lang hy leefde , gaven , waar door
hy dan ook den meeften tyd op Bontuwa-
lac was, en daar een grooten bloei in
alles door zyn bywezen verwekte , dat
np zoo niet volgde , om dat Aroe Poni>
xdie dit niet trok, endie-daar over nu en
dan wel eens fchimpte , zieh meeft op
Tsjinrana onthielt.
Hoewel. nu Radja Palacka groote
deugden had, alzoo had hy ook zyne ge-
breken : want ’t was zeer ondankbaar
dat hy zyn gezag boven dat der E.
Maatfchappy, die hem groot gemaakt
had , zogt te verhelfen. Daar beneven
die hem eens op de teen getrapt hadden,
en wat te na gekomen waren, haatte hy
onverzettelyk , gelyk dat aan den Heer
Prins, over ’tbeftier der zaaken wegens
de moord der koningin van Dompo, en
tegenden Sabandaar Junius, gebleken is,
dien hy nagaf by de Heer Schenkenberg,
dat zy zyn verderf gezogt hadden ; niet
willende dezen Junius meer onder zyn
oogen zien , om welke reden hy ook
verklaarde niet weer op Bontuwalac
(zoo lang Junius aan ’t kafteel was) te
willen komen. Dat zoo veel zeggen
wilde, als dat men hem na Batavia zenden
moeft j dat juift altyd niet te pas quam
om de bequaamfte perfoonen (hoedanig
deze Junius was) ten gevalle van zulk
een vorft te verplaatzen 5 behalven dat
hy een zeer ichrander navorfcher van
veel geheimen was, en, niets misdaan
had, dan met zyn Heer en Meefter in
’t aanbrengen van zulke zaaken trouw te
dienen , fchoon zy Radja Palacka niet
aanftonden. Ook was hy op de Heer
Junius zoo moejelyk , dat hy de Bondgenooten
niet wilde by een roepen, nog
den brief van haar Edelheden ontfangen,
o f hooren lezen, befloten hebbende tot
de komft van een ander Voorzitter op
Boni te blyven, alzoo deze hem tot een
leugenaar gemaakt had , by zyn fchry-
ven aan haar Edelheden.
V Y F D E H O O F D S T * U K .
JAn vanOppynen, eerße Hoofd m de Vmiebaniel in 'sjaar ¡66}. De Heer de Jong,
in 'tjaar 1670. Vmrzitter. 1670. deer de Hier Harthouwer vergangen. De Heer
Boogaard in 'tjaar 1676. Commifläris. De Heer Dubbeldekop 1676. In 'tjaar
l6 77- vervangen door deBocq. Die 167%. vervangen is door de Heer Cops. vanDalen
van 11584. Ieti6 8 f. De Heer Hartfink hier tot i6go. Vervangen door de Heer Prins idpi. De
jbe Koopman Kaas door de Heer Schenkenberg vervangen. De Heer Hartfink in *tjaar 1676:
i<5p4. Landvoogt. Zyn onvoorzigtig gedrag ontrent den koning van Palacka. idpy. de
Heer van Thye Landvoogt. » Radja Palacka’s dood idpd. vervangèn door Lapatauw.
1De moord van Dain Mabani door Aroe Teko. Verdere redenen daar van. De dòod
"van de Heer van Thye 1700. De Heer Beernink Landvoogt. ' Berigt haarer Edelheden
Jan van
■ Oppynen
eerlte
Hoofd na
de vrede-,
handcl in
’tjair
166p.
De Heer
de Jong
in ’tjaar
Voorxitter.
1672.
door de
Heer
Harthouwer
ver-
vangen.
De Heer
in tjaar
1676.
Commisfaris.
aan dß Heer Beernink wegens de voorige zaaken alhier. En haare bevelen ontrent
verfcheide zaaken, als mede ontrent de bedreven moord. Buitenjpoorigheden van A roe Teko.
‘Verdere beraadingen der Gxooten over zyn zaak Die de zelve fchenen te willen over
V hoofd zien. Laß haarer'EdtXhzàcnom die moord fireng en met de dood té firaffen. En
kort 'er aan j om^ zoo de beledigde partyen de zaak niet aanbonden, dan ß il pardon voor
hem te doen verzoeken. Haare verdere bevelen daar over, en over andere zaaken. Gefchenken'
haarer Edelheden aan eenige Grooten. Verfcheide landen, door haar Édelhe-
. den aan die van Goà^ enz. , weergègeven. De Heer Beernink fondeert den koning van
■ Loebóe over die mòord. Wat Aroe1 Teko daar van in opzigt van de Heer van Thye,
1 en Radja Boni, zei. Nader fondeering van anderen hier over. Magt, die zieh de koning
van Boni ovßr de andere Bondgenooten aanmatigde. Zyn Ed. tdfi Crain Aganonja
de pois.. Vreeze der Vorften om inet zyn Ed. hier over , buiten weten des koningf van
Boni, te fpreken. Hader ondertaßing der andere Vorften. Afhankelykheid der mindere
Vorften van den koning van Boni. Engelzen ' op Banjar Maffin , en hunne poging.
Waar over zyn Ed. dem koning van Boni, fchoon zyn Gemalin krank was, ze lf hoord.
Aroe Teko rydy tegen laß, de Negry rdnd. Zyn 'YA. fpreekt met Aroe Póni over deze
moord. Radja,Goa ’s dänleg met de Engelzen op Banjar. Verkeerde gedagten der onzen
’ van de Bondgenooten. Die alle voor Rampaflèn zyn.’ Dät om veel redenen ook beßy
■ en voor ons V zekerß was. Verfallende gevoélens haarèr Edèlheden over zyn ßraffe.
Zyn Ed. toont aan haar Edèlheden dè onmogelykheid, om pardon voor hem te können ver*
zoeken. Toenemendè zìe kt e ¡e n dood van Mevrouw Beernink.
rii Banda vertrökken iS, terwyl de Héèr
Harthouwer in zyn dienft hier vervolgdé
tot den ydcn Maart dezes jaars , op
welken tyd zyn E d .. als Landvoogt^
met ’tjagt de Geregtigheid, na Ternate
vertrok.
Hy gaf het gezag „ ter ordre haarer o e Heer
Edelheaen , voor eerft aan den Op- Dubbelperkoopman
Wybrarjd Dubbeldekop - over
die by brieven van den zden December1;^*
1676. dódr haar Edeiheden als Voorzitter
in zyn dienft bevèftigt wiert -, doch hy
quam den i8deu Mey 1Ö77. te ovefly-
den.; '
De Koopman , en Tweede y Paulus verri?
tìocq qüara.in zyn plaatSj en nam het vangen
gezag op dit comptoft tot den i i den Ja-door de
nuari 1678. waar , wanneer de Heer Ja- Boc<l-
cob Cops als V oorzittèr vèrfcheéri, die hier Die 1678.
bleef tot ’tjaar 1684., den iodenNovem- vervaii-
ber, op welken tyd zyn Ed. als B u i t e n - *
gemeen Raad van Indien hier overleden Heer
IS. • :- -J Cops.
Onder dezen Heer keurden haar Edelheden
ih ’t jaar 167p. den z^&ca Januari
goed, datCajelidefcheiding, en uiterftè
grenspaal tuflehen de koningen van Ternate
en Macaflar zyn zòude.
De Koopman, Adriaan van Dalen, nani Van Da-
toen ’t geZag hier tot den zofteaJuli i68f.len van
waar, en wiert vervangen door den Heer tot
Voorzitter Willem Hartfink, welke Heer1
tot ’tjaar idpö., den 1 ?dcn Oktober hier Hartfink
gebleven isj maar niet veel vermaak ge- h^er t0V
auurende zyn beftier gehäd heeft, dewj'l1
in geduurige moeite en onrull met Radja
Palacka leefde , die zeer ftbut begon te
worden I en dien hy daarom geenzins
Y z dorft
TTOor dat de Heer Speelman , den
\ j , 27üe“ December rödp; na Batavia
V vertrok, dagt hy ’tOppergezag
op Macaflar aan de Heer Beveljiebber
Danket van der Straten, volgens de ordre
Van haar EdelhCden j te laaten, doch alzoo
deze Heer nog voor zyn Ed. vertrek is
komen te fterven j wiert liy door laft van
de Heer Zeevoogt vervangen door Johan
van Oppyneri \ onderkoopmän , die het
beftier hier tot den zpften Maart 1670.
waargenomen heeft;
In zyn plaats quam hier, met den eer-
naam van Voorzitter, de Heer Maximi-
liaan de Jong, die tot den iy üea November
1672. gebleven , en toeh voor een
fpringtogt na Batavia vertrokken is, het
gezag in handen vari zyn Tweeden, din
Heer opperkoopman David Harthouwer
zoo «lang laatende j doch de Jong ( wiens
beeltenis nog in de gemeene Raadkamer
op Macaflar te zien is ) quam dit zelve
jaar op Batavia te overlyden.
Hy wiert den 2<Sften December lö y i .
door de Heer David Harthouwer , met
de titel van Voorzitter, vervangen.
Hy kreeg eenige gefchillen met Radja
Palacka , weshalven haar Edelheden
goedvonden de Heer Andries Boogaard,
gekotenLandvoogt van Banda, alsCom-
miflaris, ofGevolmagtigde, herwaarts in
’tjaar 1676. te zenden, zoo, om dever-
fchillen tuflehen deze twee by te leggen,
als om andere zaaken met deze vorft te
verhandelen, welken Heer den n dcn
Januarii hier met ’t fchip Buuren aange-
land zynde , na een kort verblyf van
maar een maand, op den 1 i den Februari