
oog op een van de wyven zyner Hovelingen
laaten vallen, en de zelve ook na
zyn hof laaten voeren. Haar man, doo-
delyk hier over geraakt, en maar gele-
genheid zoekende, om zieh aan den koning
te wreeken, lcreeg daar toe de
fchoonfte, die hy wenfehen kon, alzoo
de koning met zyn nieuwe meefteres, die
hy eenig byzonder vermaak wilde aan-
doen , ergens ftont uit viflehen te gaan.
Deze gehoonde man , zieh’ behendig
onder de gedaante van een roejer, of
fchepper, mede in dat vaartuig begeven
hebbende , nam , zoo ras zy wat van
land waren , zyn flag zeer wel waar,
ging jn de tent, en itak hem met zyne
verborgene kris met y o f ö fteken onder
de voet, en fprong toen in zee, zonder
dat men hem gekregen, o f oit meer van
hem gehoort heeft: j doch zyn gänfeh
geilagt , en alle zyne naaftbeftaanden,
wierden hier over in ziedend water eien--
dig aan haar einde gebragt, om anderen
een aflehrikvan zulken konings - moord
te geven.
Hy liet twee zoonen na , Crain Som- Koning
bangko, en Crain Mabella, van welke de Som-
prins Sombangko, nu zz jaaren oud, g E & g J ,
zyns vaders throon fteeg. ° &00l
Het
genomen heeft 1 hebben wy onder dat
jaar in de ftofle van Ternate al getöont.
In ‘tjaar . *n ’c van ’tjaar 1635-., o f in ’t be-
1636. degin van ’tjaar 1635. was onze köopman
Koop- van Fliet hier met 4 of y Nederlanders
víiet,raídoor de Macaflaaren gekrift, en in ftuk-
verm’oord hen gehakt , en op Boeton was de on-
derbevelhebber Steven Bafcntszoon met 4
o f y Holländers doodgeflagen, dat door
den bevelhebber Pool aan eenige Boeton-
ders , die in zyn fchip door zekere lift
gelokt waren , en die hy van gelyken
dede ombrengen , ten deele gewroken
wiertv
In *t jaar 1Ö37. maakte de Heer van
Diemen met dezen koning wéer een nieuw
verbond.
’tjaar daar aanvericheen in Banda voor
den fjeer Opperlandvoogt van Diemen,
het Engels Hoofd op Macailar, My. John
Hunter , om Poelo Rhun weer in bezit
te nemen 5 een klaar tèeken, dat zy toen
nog een Logie op Celebes hadden.
Itoning Öntrent dezen tyd regeerde hier een
u0mC » maSrig Koning, die niet lang bevoorens
vader?en de *an^en van Mandar en Maros had zoe-
des zeifs hen te veroveren; doch hy wiert daar in
dood. door een wonderlyk voorval verhindert.
Al zyne wyven en fraaje byzitten hem
1 Hêt eerfte dat hy dède, was, dat hy.
•diewan Mandar , de Boegineezen , en
-mteer andere Gelebize Volkeren, aan zyne
; - íheeríchappy onderwierp. Hy had op
. '«len zelven tyd oök . de Toradjers wel
’ -können overwinnen ( Volkeren by na on-
-der den Evenaar gelegen ) doch vermits
hy zieh , even als zyn vader, te veel aan
izyne-welluften met zyne wyven overgaf,
•bleef dit agtef weeg.
Hy is in ’tjaar 16 f z. o f i6f$. overle-
. .. den , en zyri zoon Hajfanoddin , tegens
- de gewoonte , in zyn plaats gekomen,
: alzoo andere zyn breeder Grain Mabella
-hem moeft gevolgt hebben.
- Onder koning Sombangko heeft van
jÆ van wegen onze Maatfchappy. de opperkoop-
.Suydwykr man fJohanvanSuydwyk, hiftr als Hoofd
hier. gelegen, die in ’tjaar 1646: in;Amboina
verfchenen is: 1
- In-’bjaar tdyi. heeft hier oök jeeneh
| vert,. -Evert Buys , koopman, als ons Hoofd, tot
tili. er iöy4. gelegen 3 doch na dien tyd heb?
ibeii wy : met. de Macaflaaren , voorna-
melyk in Amboina, in koning Sombangko’s
tyd y y en onder dén prins Patinggaloan
als- Ryksbeftièrder aimer , veel .moçitè
gehad, gel-ÿk in ’tbreede onder de ftofle
van Amboina getoont is, :een fpe^j-.-dat
Hafla- na- koning Sombangko’s tyd van den ko¿
nöddien hing Hajfanoddien vervolgt; is , die ver?
& tja« íéheide; víobten na Boero , onder zyne
^inl* ^weldheeren Dain Boelecan, en Crain Boe-
Fàtoeha , tot hulp van den trouwloozen
Madjira-, en van de afvallige Hitoeëzen
iw Amboina, gezonden heeft.
- De grootfte beftierder van alle deze
aaaken was de prins Patinggaloan , een
*vorft , die in verfcheide.taalen , en zelf
in de -Latynfche, zeer eryaren was. Hy
had ook kennis van-veel konften, en van
behandelen -der Globen , gelyk de
Heeren Bewindhebberen hem een heer-
lyke aardkloot van koper gezonden hebben
3 waar op de Heer Joofi van den Fondei
( hemPantagoule noemende) dit gedieht,
pag. f8z. in zyn Mengeldichten te zien,
gemaakt heeft:
2 pt eer van Hollands ivaterleeurt
^ Herfchept de kunß de kopere eeuw' ,
, ¡ Een ronde daar een kloeke vroww,
Een Pallas,. wel in fpinnen zou.
Dien Aardkloot zend ’t Ooßindifch hais
Den grooten P a n t a g o u l e t’buis,
Wiens aldoorfnuffelende brein,
Eèn ganfehe voereld volt te klein.
Men voenfehe dat zyn fcépter vuaff' ,
Bèreÿke d’eene en d'andere as,
En eer het flyten van de tyd
D it koper dan ons vriendfehap flyt\
Alle deze voor ons langer ondragèlyke
bedryven van den koning van Macailar
fchenen onder den nieuwen koning Hasfanoddin
5 en voór al na de dóod van den 1654.' .
ichranderen prins Patinggaloan (die aan
een quaade. keel.den 17dcu September 16^4. ^ ns
overleden was, en met welken wy over ]o°^a’;
z fchepen von Don Francisco Fiera Je. Fir dood
guereda, door ons genomen , doch daar 1654,
hy en de koning mede deel in hadden,
groote moeite hadden gekregen) een einde
te zullen nemen, gelyk ’er ook eindelyk
in *t jaar 16f 6. een Vrede , ,by.den Heer
Gezant Willem van der Beek, . Buiten-
gemeen Raad van Indien, en oud Land- '
voogt van Amboina, met den koning van
Macailar aangegaan, op quam te voleen ¿
hoewel zy voor den Macaflaar veel te. -,
voordeelig, en ganich niet van de fmaak
van. den veldheer de Flaming in Amboina, ■'
was., te meer,: alzoo men toegeftaan had, •
hem alle zyne gevangens, in een tyd, dat
,wy in Amboina , en elders ., over, hem
Zegepraalden , , weder over te leyeren»
Oók wiert dit zoo quaalyk geriomeri,
dat hy daar op van zyne bedienipgen (zoo
niet beter wete) van Buitengemeen Raad
en Májoor afgezet wiert.
Oók was aan de Macaflaaren by dezé
Y rede het vaaren op de ejknden van Gor
ram,; Ceram-L^oet, en Ceram ( daar eg-
ter;,zoo,veel aan gelegen kg), niet eens
verboden, gelyk ’er kort, na de. getroffene
.vrede, z Macaflâarzé welgemande vaar-
tuigen op Ceram-Laoet overgekomen
waren, waar over men hem nu niet aan-
ipreken, nog dit verbieden kon.
Aldus was deze vrede dan: maar j een
goede dekmantel, om ons nuveel meer,
dan bevoorens, te plagen, gelyk hy zulks
niet naliet, daar hy maar eenigzins kon,
dat eindelyk zoo hoog liep , dat wy de
trouwlooze behandelingen van dezen
trotzen en hoogmoedigen vorft niet langer
könnende, nog willende dulden, ,h_aar
Edelhedçn op. Batavia goedyQnden.dez.en
oorlogszugtigen koning eens door de wa-
penen tot reden te brengen.
Zy zonden dierhalven, om geen íchyñ Toeb¿.
ter wereld van dezen töeleg te geven, een reidzdert
fraaje vloot in der ftilte na Amboina, van ons
om aldaar by den anderen te verzamelen, îen 9 ?*"
en dañ hunnén aanflag tegen Macaflàr ih °® 1 04
’twerk te Hellen;
Na dat nu ailes hier toe gefchikt was,
Vond men in Amboina goea , ih aile dé
geweften , en op aile des zelfs büiten-
corhptoiren, een algemeenen en plegtë-»
lyken Vaft- en Bededag te Kouden, om
den zegen des Heeren over deze onder-
neming op het ootmoedigfte af té bidden.
Daar na wierden de Hëereri johan vari
Dam, en Johan Iruytman als Opperhoof-
den van deze vloot, door de Heer Jacob
Hufiaart, Landvoogt alhier, voorgeftelt,
waar aan zy aile onder eede verbonden ,
en waar na aile ftukken van de veiling
Vi&oria in ’t rond af'gefchoten wierden.
T z Als