
I 4 t
böra , die den Macaflaar r maanden te-
genftont, doch eindelyk al mede buigen
moeft) door den koning van Macaflar
oVerwonnen zynde, zoogeraaktenzy alle
onder een vorft, hocwel die dezelve niet
länger , dan tot jaar *t 1667. en 1669.
behielt, warineer zy onder de E. Maat-
fchappy geraakt zyn.
De oude koning van Tambora heeft
een contrafb met ons in ’tjaar 1677. ge-
maakt, doch die vorft is m ’tjaar 1687.
överleden, en door de vader van den je-
genwoordigen koning vervangen.. Op
Tamboua heeft menveel dorpen, tewe-
ten, Cadinding, Caukeeloe, Baraboen,
Wawo, Lawafa, Papoenti, Laleekan,
Salepe, Sakeewy , Laewong , Waro
Tanga , Soekon , Catoepat , Toewy!
Tompo, Calomon, enz.
De naam des konings van Tambora in
tjaar 1688. was Suit bau Nilaaneddien,
Abdul Bazet, zyn överleden vader was
Djamaleddiep , en zyn zoon , die hem
volgen zal, Abdul Djaliel genaamt.
De Grootcn en Ryksraaaen hier worden
Djeweli’s enToerili’s, en de grootfte
Mantri (o f Ryksraad) word Makandiri
Hohau genaamt.
Hier valt veel Sappanhout, Wafch*
R y ft, Paarden, enz.
t w e e d e h o o f ü s t ü k .
M A C A S S A A R S C H É Z A A K E N .
'\KAcajfmrfche Zaaken. In ’tjaar 1410. taft Craih Samarloeka Malacka en Pali aan.
t j MfSL ^ maakt de Ternataanfche koning met den koning van Macaflar een
Verbond. Redenen van Samboepo’s benaaming. De Portugeezen hier al in ’tjaar if?8.
en if4 f. ZfeDeenen hier 1631. De onzen komen hier in ’tjaar 1607. t Matelief, van
p o lt, en 1 Heremite. Ons Comptoir hier. Hun gefprek met den koning van Tello.
t Comptoir hier geligt. In ’tjaar 1618 .ons volk hier vermoord. Laurens Reaal 16zo. hier,
ln tjaar 162.3. tComptoir weer geligt. i6 zf. de Heer van Speult hier. i6 z j. d Aan-
Jlag tegen ons. De Heer Caan hier Gezant 163z. Engelfche en Decnfche Logien hier.
De Kontngbefcbreven. In 'tjaar 1636. de Koopman vanVliet, enz. vermoord. Koning
pombangko s vader, en des zelfs dood. Koning Sombangko en zyn dood. 1646. van
Suydwyk hier. Evert Buys bier 16f i . Haflanoddien in ’tjaar 165*3. koning. Prins
Patmggaloans dood i6 f4. Siegte Prede 16f 6. Toebereidzelen van ons ten Oorlog 1660.
De Ploot vertrèkt uit Amboina. De koningin van Solors verzoek.
1410. “1| "X Ät de koningen van Macaflar van
1 ouds her albekent, vermögend,
In *t iaar en PP zoodanige vorften onder
i4io.,taft^e koningen van ’t Ooften beroemt wa-
Crain Sa-ren, blykt ons in ’tjaar 1410. daar Crain
marloeka Samarloeka, koning van Macaflar, voor-
e^Pafi* f e f 9 mec-2.00 vaartuigen na Malacka
aan, gaande,. om dien koning te beoorlogen j
doch hy wiert door «den Lacfamäna , of
Zeevoogt des konings van Malacka zoo
dapperaangetaft, dat hy genoodzaakt was
na de ftadt Pafi , op ’t eiland Sumatra,
te wy ken , al waar hy die ftadt geen kleine
fchaade , door ’t verwoeften van haare
landeryen, toebragt. .
In ’tjaar In ’tjaar i f 80. namde magtige koning
rs8o vanTernate, Baab Ullah (dat is dePüort
T em a - ' Gods) anders in ’t gemeen maar Baboe
taanfche genaamt, voor, om met een magtige
konink vloot een togt na ’t eiland Celebes te
mer den-doen , alwaar hy zieh in ’t voorby
vanUnMa-/chePPen meefter van ’t. eiland ßangay,
caffar een en andere daar. ontrent gelegen eilanden,
verbond. als mede van de koninkrykenTamboeko,
Tiboroj en meer landen, maakte.
. Van daar fchepte hy verder na Ma-i^av
caflar ontrent Tanahkeke, de Zuidhoek
van Celebes , daar de koning van Macaflar
, Crain Patinggaloah , o f anders
Crain Caroet9 genaamt, voordegevreesde
magt dezes konings , die met zyn vloot
zoo na by zyn hoofdplaats was, verfchrikt,
hem te gemoet voer.
Terwyl nu deze Macaflaaren aan qua-
men fcheppen (ofroejen) zongen zy ze-
ker fchep- o f roeilied (onder ’t welke zy ,
volgens zekere nette maatflag op de Tifa
o f Gong, fcheppen) waar m onder andere
deze woorden van Sombah Oecoe9
Sombah, dat is , wy eeren u Heere, o f,
wy eeren u , 0 Heer koning, medequamen,
na de beteekenis van welke woorden de
Temataanze vorft zyn volk , aangezien
hy de zelve niet verftont, gevraagt, enj*en?L .
verftaanhebbende, watdie beteekenden,boepo’s
en dat zy enkelyk gerigt waren, om debenaa-
eerbied en agting , die de Macaflaaren
voor hem hadden, te betuigen , bevie-
len de zelve hem zoo wonder wel, dat
hy daar op met dien vorft na Macaflar
voort
...g, voort gefchept zynde 9 daar niet alleen
een verbond met hem opregte j maar
hem aanraaddé wat verder van daar een
vefting ontrent dé ftränd té bouwën, eh
die , na de woorden van dit fchèplicd,
Sombah Oécoe té iioèmén, waar van met
’er tyd, door verdraajing , en verbafte-
ring, eerft ’twoord Sombah oepoc , en
daar na Samboepo i gegroeit is.
Wat deze vorft hier tedier tyd ontrent
dé verähderihg van den Godsdienft ge-
daan héeft , Zullen wy breeder zeggen,
als wy van deze zaaken hier na in ’tby-
zbnder iprekeh. ' :
P Na dezen tyd hebben de Ternatäanze
koningen al méërvèrovçringen op dit eiland
Celebes, eh voor al ontrent de kuft
van Manado, en ’t N border deel des zelfs,
gedaan; waar van de däppere koning van
Macaflar hem nu eh dan ’teen en ’t ander
Weder, gélÿk ^n ’t eilärid Boeton bleek
(dat 00k onder hem ftofit) afhandig ge-
mäakt heeft 5 maar al hét wélke hy in
’tjaar 1669. aan dien vofft heeft moeten
weder afftaan, gelÿk haen dat hier ha in
het Vredeverbond j Art. xvi. èh kvii.
zieh kan.
DePor- Van de Europeefche Natieh Zyn de
tageezen Portugeezen hier al mede de eérfte 4 en
hier al inal in o f ontrent de tÿden van den Terria-
** iaar taanzen Portugeezen Landvoogt Äntom
611 Galvano, in ’tjaar i f J8. en 00k tèn tyde
van den Onderkoning Martyn Sofa , in
’tbegin van ’tjaar if4 f . geweeft.
Zy hebben nier een vait comptoir ge- |
had j doch wanneer dit zyn begin ge-
nomen heeft, blykt my nergens. Egter
is dit een zekere zaak, gelyk hun hoofd
Francisco Fiera, een byzonder ryk man,
op Macaflar een reeks van jaarén aan een
zyn vaft verblyfgehad, entot ’tjaar 1661.
behouden heeft j zonder dat ik van hunne
zaaken iets, dan ’tgeen ons alhier onder
’tjaar 1660. voorkomen z a l, te zëggën
weet, dat wy op zyn plaats in îtvërvolg
breeder zullen aanhaaleh.
De Dee- De Deenen hebben hier eemgen tyd
Kn hier aan een 00k een comptoir gehad. Wan-
1§|| neer zy eerft hiér gekomen, of hoe lang
zy hier gebleven zyn , is my onbekent j
hoewel ons blyken zal, dat in ’tjaar 16 3 z.
by de komft van den Heer Caan, de Heer
Roeland Carpe als Generaal, of algemein
Overfte, uit naam des konings van De-
nemarken, hier lag, en dat zy toén hier
een Logie , gelyk de Engelzen al eer
’er mede een hadden. Ook is dit zeker,
dat hier , na *t jaar 166p. , geen andere
Volkeren, dan w y , hebben mögen
komen , o f handelen , gelyk in het vi.
envn. Art. van ’tvoörfz verbond te zien
De onzen
komen Wat nu onze komft hier aarigaat 9 ik
!“er ’t zie, dät de Heer Cornelis Matelief in ’t jaar
kUtdie/ I^°7‘ ^en 2,deQ Maart allèreerft ontrent
de Zuidkant van Celébés by ’tdorp Ra- 1607.
keka (dat nog wel 7 dageh reizens van
Tello, dat verder öm de N. lag, gelegen
was) ten anker gekomen is. Zyn
volk fprak eerft met eénige viflehers,
die hen niet wiften te regt te helpen.
Daar na, weer te land gevaaren zynde,
fpraken zy met eénOrang Kaja, en met
een MalCyer , welke laatfte aan böord
quam, die.hem zeiden, waar Tello lag.
Waar op hy van daar , bèvindende dat
’tland van Macaflar een fchodn land was,
na Amboina is gezeild.
Niet lang ’er na is de opperkoopman Van Solt,
Paulas van Solt, in ’t zelve jaar, in ge- en l’He-
zelfchap van dé Heer Jacques VHeremite ,ranitc.
door den zeevoogt de Heer Matelief Y met
het fchip Medenblik den 4dcn Mey uit
Amboina na Macaflar gezonden, daar zy
den 1 ydcn dito op de rheede gekomen
zyn.W
y hadden toen hier al een kdopman Ons
van wegén onze Maatfchappy , ¿onder Comptoir
dat my blykt j wie, eh warineer diè hier hier*
gelegt, of wanneer dit ohs comptbir hier
opgerigt isj ook blykt my niet, dat de
Engelfchen o f Deeneri toén hier al een
comptoir hadden.
DeZe koopman quam ’s riamiddags by
hen aan boord, en bragt hen dien zelven
ävörid nog aan land, alwaar zy dien nacht
in ’t huis , ’t gèen de onzen toen hier al
hadden, bleveri.
Den i6den dito quam de koriing van
Tello , vergezelichapt niet deh koning van
Battergoa (dit zal mogelyk de koning
van Goa zyri) en eenige hovelingen, by
hen in ons hiiis, klagende geweldig over
eenige ichade die de lchepen van den zee-‘
voogt, Cornelis Matelief j aan eenige van
zyhe praauwén in zeé , wänneer hy na
Amboina zeilde, toegébragt, én hoé hy
wel 14 mannen van ¿yn volk gedòod, eri
z praauwen iri de grorid gèfchoten had.
Zy iehikten met dien koning déze zaak
ih de béfté vöüw, in zòo verrei dat hy
zieh eindelyk volkömen daar over ,be-
toonde voldaan te zyn.
Ook gaf de Heer van Solt aan dieh Vtirft Hun ge-
te kennen , dat de Heér Jacques tHere- forek met
mite door den voornoemderi zeevoogt uit- .n fejfc
drukkelyk mec een geloofsbrief aan hem(^"§ van
gezonden was, welken bfief hy zyri
Hooghèid oök ter hand ftelde , daar by
voegende, dat deze Héer laft had , om
nader rhec zyn Hoogheid over alles te
fpreken.
Hier òp belaftte hen die vorft, dat zy
op dezeri avohd by hen zöuden willen
verfchyneri, gelyk zy dederi.
Zy gaveri zyn Hooghèid te kennten,
hoe dè Heer Matélièf vrieridélyk , üit
naam des konings van Djohòry Véfzogt,'.
dat zyn Hoogheid döcn gteen iyft na
Malacka geliefdc tc zeriden ,• orn de Por-
tu