
1^41, van jiiaren, doch de mache van defen
Ss vry bepaalder, als die vandetweeeer-
ften.
Defe drie echter beftierden dit land
Zeer ördentelyk, doende om de z. a 3 maan-
den verflig aan den Vorft van ’t gene zy
öndertuflehen verricht hebben.
Zyn Krygs-macht is al vry groot, al-
foo hy des noods wel 70 or 80000 man
te veld brengen kan 3 maar vermits hy
die juift niet ahyd by een, en indewa-
penen heeft, is hy door den Koningvan
Pegu nu en dan wel eens in de boven-
landen overvallen, en van eenige plaatfen
beroofdi doch hy kon het daar niet lang
houden, zoo dat hy ’er dan maar een
. fehielyken roof dede, van ’t geen hy met
’er haaft by een fchrapen kon.
Hun . Hun Nleüw-jaarsdagis den 7 April, op
Nieuw- Welken tyd hier een grootevreugde, gc-
jaarsdag. Jyk de Koning met al zyn Gemalinncn,
en met zynen Adel den 10 dito 00k gewoon
is na zekere zand- plaat te gaan,
daar hy dan fich in eenige huifen van ver-
maak-, daar toe uitdrukkelyk gefchikt,
onthoud, en daar zy malkanderen niet
wynig met water (zonder iemand te
ontfien) begieten , waar in zy groote
vreugde fcheppen.,
Dit nu waren wel devoornaamftezaa-
ken , die onfe Gefant wegens dit land
der Louwen (by andere 00k wel ’t land
der Laos genaamd) aangemerkt had j en
men was van oordeel, dat haar Edelheden
hier metter tyd een fraejen handel
gedreven zouden hebben, by aldicn hun
toeleg door ’t vermoorden van onfc Op-
perhoofden, nevens de verdere Bedienten
, en door ’t afloopen van onie Logie
in Cambodia, niet zoo fehendig en on-
verwacht geilremd was. O f zy nu na-
derhand weder iemand herwaaras gefon-
den hebben, is my onbekend, en noit
het allerminlle daar van geblekcn.
V I E R D E H O O F D S T U K .
V An den Godsdienft der Cambodiers, en Louwers. Het verjoek der Portugccfen,
om hunnen Godsdienft in der L o u w e n - in te voeren, afgeflagen.
V A N
G O D S D
D ]
CAMBODIERS
Gods^n X T Xt nu ^en Godsdienft der
dienft \ / \ / Capbodiers en Louwers bcder
Cam- v V treft, daar over valt niet zeer
bodiers, vcei te zeggen, alfoo zy in ’t gemeende
were*011" Hcidenlche, en in ’t by fonder zoodanig
is, dat zy meeft met de Chineefche in
alles overetnftemd.
• Zy h.bben een groot getal van Priefters,
die een groote macht niet alleen
over al het Geeftelyke, maar zclf 00k
over’t Wereldfe, hebben.
Men heefc hier 00k een byfondcren
Koning der Prifteren, Radja Poerfon genaamd,
dieeenTevinia,en eenigeNam-
pras, onder fieh heeft, en die alle gerin-
*\ ge zaaken op de grenfen van Cambodia,
en v an ’t land der Lou wen, afdoet, ge-
lyk 00k alle Vaartuigen , die te Somba-
boer, daar hy fich onthoud, komen,
hier hare lading en manfchap aangeven,
en hem een geichenk aanbieden moeten.
D E N
I E n s T
, R
en LOUWERS.
Men fiet hier 00k voor al in *t land
der Louwen, een groot getal van Afgo-
difehe Tempels en Pyramiden, fommige
van hout, en 00k eenige van fteen, en
zeer dicht by een gebouwd, welke van
binnen zeer koftelyk verguld zyn, waar
in men, byna even eens als in de Tempels
der Siammers, enPcguaancn, veel groote
en hecrlyk vergulde beeiden heeft.
Ook roemen de Louwers, dat hun Godt
grooter, dan die van Siam en Cambodia,
is, en zy achten hunne Priefters byna
als halve Goden, gelyk zy hen ook ry-
kelyk van alles verforgen.
Oök is het aanmerkens waardig, dat
defe Priefters ieder maar eene vrouw hebben,
hoc wel zy omiiehtig en rein met
de zelvc moeten levenj daar dit noch-
tans den Cambodifehe Priefters ongeoor-
loft is vrouwen te hebben: want zoo men
dit aan defe o f gene Priefter maar gewaar
wierd,
1541.
wierd, zou hy aanftonds in flaverny ver- !
vallen.
De gänfehe Leere nu defer Priefteren
aan dit volk beftaat alleen, in defe Beeiden,
die in hunne Tempels zyn, aan te
hjidden, en aan de zelvc ryke Offerhan- j
den toe te brengen, daar de Priefters beft
vän vareti,
Dit nu doen zy, « e t2 brandende keer-
fen in de ha ml hen naderende, met
honderderlei bygeloovige grillen, waar
van zy vol zyn. Öok beloven defe Priefters.
de grootfte gevérs het grootfte ge-
luk, zynde heften uiterften te verwon-
deren , hoe defe menfehen fich van defe
bedriegers zoo kennen laten blindhok-
ken.
Zy zyn ock gewobn véeíacht tegeven
öp het brüllen der Tygefs, (dat zy voor
een quaad voortckcn houden) op ’t oleeten
ea fchrecuwen der Harten^ op de kuu-
jren der Aapen * en op ’t Vogel-gefchrei.
D us houden zy 't nielen van een menfeh,
’t fWemmen van een Slang d Ware voor
haare Praeuw ovér, *t vallen van eén
dorren t«k van een boom, en wat dies
ineer is, voor eeti quaad teeken, al *t
welke hen defe Priefters zöo wys maken,
en dat zy , zonder verder onderfoek ,
Maar aannemen en -gdooveh.
Ook w het wohder, dat de Portugeé-
fen, die anders ten eerften over al, daar
zy maar ingang haddeiij hunnen Godsdienft
hebben zoeken in te voerenj niet'
voor lange getracht hebben, den zelven
ook hier te planten.
In ’t jaar 1641 egterbrachten 1 Room-
fe Portugeefche Priefters een Geichenk
aan den Koning der Louwen, beftaande
in 2 witte Hondekens, een Konyn, en
eenige fchoone Cantonfe Goude Zyde*
rollen. Ook vereerden zy aan Pra Lachan
een fraeje Verrekyker, met verfock,
dat hy ontrent het voorftel, dat zy in ’t
körte aan den Koning meinden te doen,
de behulpfame hand zou bieden. . . .
Het beftond daar in, öm dcnChrifte-
lyken Godsdienft in *t Ryk der Louwen p *nu.
openbaar tc mögen invoeren; dog hen geefen,
wierd geantwoörd : dat zy dit noit on- om
dernemen moéften , ten ware zy
zelft genegen waren, om fich in allen d¡enft in
deelen na den Godsdienft der Louwen te der Lou-
fchikken, en dien aan te nemen; dogdan JJetJ¡,a“e.
motilen zy nog eerft de LouVrfe Täal ren>afgc-
leercn, fig op zyn Louws kleeden, nun fiagen^
hair laren affcheeren, en fig in den HeU
denfehen Godsdienft cerft zoo lang oeffe-
nbn, tot dat de Louwfc Paapen h-n bc-
quaam zouden teuren, om tot zekere
geeftelyke weerdigheden onder hen ge-
vorderd te werden} maarzy haddendaar
geen firTín , l:n licten hct daar by llckcn.
Waar mede wy dan ook van dezaakeQ
van Cambodia afichcidcn, omtotdievaa
Siam Over te gaan.