
Nieuwe
vreeze
der onzen
Voor den
koning
van Boni,
een geheel andere pot tevuur, en.dat de
koning van Boni ja die doch niet ruften
kon. , van voornemen was , om weer
nieuwe voorftellen en eiflehen wegens de
landen van Lange Lange, Bontopanno,
Batte Poeteh, enz. te doen ; maar datf
hy voor cerfl beft keurde , zoo lang te
wagten, tot dat hy op zyn laatfte fchry-
vens aan haar Edelheden antwöord zou
bekomen hebben.
A G T S T E HO 0»F D S T U K.
V T TOvderlyk monal in 'tjaar ly n . met einige Saleyereezen. De Heer van Tholl
▼ V 1712. overleden. Door de Heer Sipman als Gezaghebber, en 1712. als Landvoogt
vergangen. Verdere zaaken van Aroe Palacka. En van Radja Tambora.
De Heer Sipman befebreven. De veroveringen van de Heer Speelman ten grooten deele
verwaarlooß. Zeldzaam voorval onder den Heer Dubbeldekop. Die den koning van
Boni toeftaat die van Goa aan te faßen. Wat ’er by aanßelling des nieuwen konings van
Goa 1694. enz. gevolgt is. De koning van Boni fahnde 00k veel landen in. Vertoo-
mng dat men te veel land aan den koning van Goa afgeßaan , en wie daar toe aanleidim
gegeven beeft. Men moet de Macaflaaren fireng beßieren. Onvoorzigtige befchuldiging
van den koning van Bima, die bleek onfchuldig te zyn. De Heer van Thye herfielt deze
zaak. Radja Palacka fielt eene van zyne bywyven tot koningin .van Soping aan. Lyß
cy '/^ erettLandvoogdenvanMacaflar. Opperkooplieden hier. Capiteinsr Fiscaals.
Sjahbandaars. Winkeliers. Soldy - boekhouders. Geheimichryvers van Macaflar.
Hoofden van Bima.
I M ’tjaar 1711. den i ften Maatt, viel
’er een zeer droevige zaak in ’t kafteel
Wonder-
ly k voorval
in ’t JL Rotterdam voor. Eenige lieden van
met 'TCgägJS ^dand Saleyer over eenigen tyd na den
ge Saleyç-koning van Boni gevlugt, en door de E.
reezen. Maatichappy van dezen vorft geeiieht
zynde, om ze als wegloopers aan de Heer
Landvoogt over te geven , wierden de
zelve 40 in getal op zekeren dag door
dezen koning aan dien Heer gezonden.
Zy quamen onder ’t opzigt van een
zeer oud man in de veiling, waar op Ca-
pitein Steenbergen hen, volgens gewoon-
t e , hunne kriflen afeifchte 5 ’t welk zy
niet gewoon , o f wel voor iet quaads
bevreeft zynde , had die oude man , al
ftampvoetende, zyn kris uitgerukt, in
de grond geftoken, en de zelve ’er weer
uitgehaalt j waar op alle de anderen ten
eerften amok fpeelden, en yder op zulk
eenen, dien zy maar met hun geweer be-
gaan konden, aanvielen, pnder welken zy
toen 00k Capitein Stèenbergen , en meer
anderen^, doodelyk gewond hadden,
zynde het duizend tegen een , dat de
Heer van Iboll niet mede onder de voet
geftooten was. De meefte van deze
wegloopers wierden met de kolven der
fnaphaanen doodgeflagen , doch eenige
wierden egter gevangen bekomen ; 00k
waren ’er 7 of 8 Europiaanen dood ge-
bleven.
Zy hadden Capitein Steenbergen zoo wel
geraakt, dat hy 3 dagen daar na quam
te fterven 5 en de Capitein Lieutenant
Steenhof, volgde in zyn plaats.
Hy wiert na zyn aood van onvoorzig-
tigheid, in ’t afeiflchen der kriflen , als
o f dát geen manier 'meer was , befchul-
] d ig t, en dus al de fchuld van dit onge*
val op den dooden gefchoven, daar
’t immers in ’t geval van Aroe Palacka by
zyn overkomft gebleken is, dat ’t over-
geven der kriflen wel ter degen de ge-
woonte tot nu .toe is.
In ’tjaar 1712. den 7dcn Jöni quam den '
Heer van 'Tholl hier te overlyden , w a a r^ -S
op de Heer Hartenberg het gezag tot den in ’t jaar
P Oftober waarnam j doch in de maand
van September hoorde men op Batavia, °ver*e'
dat de Ryksgrooten van Goa hunnen kö- Cn'
ning op eigen gezag afgezet, en den koning
van Tello tot hunnen koning hadden
aangeftelt, tweequaade zaaken, tot geen
van welke zy allerminfte magt hadden
, veel min om dit buiten kennis van
de regeering van Macaflar te doen. |
Men fchreef dit aan haar Edel heden, Door den
die daar tegen in het toekomende deHeerSf '
noodige ordre itelden , na dat de Heer Gezag-
Joannes Philippus Sipman, gewezen tweedehebber,
in Amboina , op den pden Oftober dee» *713-
Landvoogdy van Macaflar, en ’tgezagakLan(**
van den Heer Hartenberg overgenomen verm-
had. Hy was van dien tyd af maar Ge- gen.
zaghebber 5 doch wiert in ’tjaar 1713.
Landvoogd.
De prins Aroe Palacka zat in ’tjaar
1713. nog in de vefting Rotterdam ge-yerdere
vangen 5 en, zoo het den naamhad, on-zaaken
der onze befcherming, maar ondertuflchen ^oc
mögt hy ’er niet uitgaan, alzoo men dan
weer voor nieuwe moeite vreesde , ver-
mits hy niet genegen was, zieh voor als
nog aan den koning zynen vader over te
geven j maar den 23"'“ Augufti kregen
wy de tyding op Batavia, dat hy , die
leven moede , uit de vefting gevlugt,
1713. en genegen was zieh pp nieuw tegen den
koning zynen vader in poftuur te Hellen.
Hoe dit nu afgeloopen is , kan ik niet
zeggen, alzoo ik zeaert geeq berigt meer
over dit Huk bekomen heb.
Den Auguftus was ‘er op Bima
En van weer eenige beroerte door befiel van den
Tamba- koning van Tambora ge weeil, die fehoon
hy over zyne bevoorens aangeregte moord
van de koningin van Dompo op Bima,
en over zyn ftout optrekken met 2000
mannen tegen onsvolk, zoo lang aan de
Kaap gevangen gezeten had (gelyk ik
hem daar in ’tjaar 170y. op de wooning
van de Heer Landvoogt van der Siel in
Hotcentots Holland met zyn vrouw ge-
aien , en gefproken heb) nu, nog niet
ruften kon , en zieh dus nu weder in
nieuwe moejelykheden ingewikkelt had.
Hy had bevoorens getragt, om den koning
van Dompo zelf te vermoorden,
doch, dien nietvindende, zieh aan zyne
gemaalin gewroken, en zyn voornemen
was toen zieh meefter van Bima, Dompo,
cn van de drie overige ryken op ’teiland
Sumbawa te maaken, dat hem mislukte.
Hy was uit zyne gevankenis aan de kaap
door de Heer Joban van Hoorn pas ver-
loit, en op Batavia gekomen ; en wiert
in ’tjaar 1713. om zyne nieuw verwekte
beroerte pp Bima, door zyn fchryven en
woelen , weer na de Kaap na .zyn oude
gevankenis, daar hy nu wpl blyvpn ?al,
gezonden.
De Heer W a t’er nu verder by de regeering van
Sipman de Heer Sipman (die in ’tjaar 1721. hier
feefchre- n0g regeerde) voorgevallen z y , is my on-
V?B' bekent, dan dat ik alleen tot lof van dien
Heer zeggen moet, dat ik de eere heb-
be , pm zyn Ed. voor een wakker en
braaf Beftierder, en voor een zeer be-
Jeeft, minnelyk, en gulhertig Heer te
kennen, zoo dat ik vafl llelle, dat Macaflar
onder zyn beftier zedert gelukkig geweeH,
gelyk ’t geen geringe blyk ’er aTis, dat
zyn Ed. in,’t jaar 1722. daar nog zynde,
Buitengemeen Raad van Indien geworden
en 1743. vervangen is door de Heer Jo-
han Erederik Qobius, gewezen veldheer op
Java , doch laatH Geheirafchryver van
haar Edelheden,
Nu zoude ik van deze Hoffe wel können
afleheiden maar moet hier nog iets by-
voegen, ’t geen ik oordeele voornamelyk
tot ae zaaken van Macaflar te behooren.
De vero- de Ed. Heer Speelman door zyn
veringen heerlyke verovering van Macaflar een
van de grooten Heen van ’t herte der E. Maat-
Speelman ^haPPy geligt, en haar ontrent Amboi-
ten groo- na, en de verdere groote OoH, (waar
ten deeledoor men Celebes, Amboina, Banda,
verwaar- en de Molukze eilanden verilaat) zeer
geruft geHelt heeft, is reets bevoorens in
’tbreede vertoont} maar wat heeft het
ons veel können helpen, dat w y op Macaflar
veele landen daar by bekoinen hebr
ben, pn dopt1 ’t Horten van zoo yeel bloed
meefters daar af geworden zyn, verniits
men daar na 1 door ’tple^en van deze en
gene onvemrzigtigheden > en op ver-
fcheide qnaade perigten van baatzoekende
lieden aan haar JLdelheckn, van tyd top
tyd zqq veel landen aan deze kleingemaak-
te, en zoo deftig gekortwiekte koningen
weder gegeven beeft (ondpr voorgeven,
dat het maar kleine ftukskens land waren,
die deze koningen van haar Edelheden
verzogten, maar<jat zulke Landvoogden
wel beter wiften , en daar zy gey/igtige
redenen toe hadden 9 pm egter andere
getuigenis daar af te geven) dat de Heer
Speelman, ZOO zyn Ed. eens wedpr opzien
mögt , naauwelyks eeryg overichot van
die grootp en menigvuldige laqderyen,
by zyn. Ed- zoo dapper v^pvert, meep
vinden zou, alzoo deze koningen , vpl-
gens hunne liftige gewoonte, ’t eene voor
en ft andere na hier wepr ingepalmt heb-?
ben , Hellende dit hun verzoek dan by
haar Edelheden zeer gering vöor, na dat
zy zulk een Landvoogt voor af door ge*
fchenken, in der Hute , hadden weten
op hun zyde te krygen , om een gunHig
berigt aan haar Edelheden te geven „ qp
welk berigt egter deze landen ( zoo my
van aldaar zeer kondige lieden berigt is)
van haar Edelheden noit aan die koniq?
gen gegeven zouden zyn, indien zy een
nette kaart van Celebes (gelyk dat he*
hoorde) in haaren Raad gehad haddep,
dewyl zy dan te grooten onderftheiq
tuflehen ’t voorftel , en de groothe|d van
zulken Huk lands , dat yerzogt y/igrt ^
qntdekt zouden hebbeq.
Zeker Heer, die lange jaaren pp bfa?
qaflar gelegen, en alle die zaaken zejft
bygewoont heeft , heeft ’er my pen qe|
berigt van gegeven, ’tgeen ik , ZQQ aj§
‘t my opgegeven is, hier by vpege.
Een van de eerfte Heeren , die daar « j .
over veel aanvegting (zoo die Heer zegt) vponTai**
geleden heeft , js de Heer Dubbeldekop onder de»
geweeft. Peer
Hy wiert dpor den koning vgn Boni,
of door Radja Palacka, fterk aangezogt, '•
niet alleen om zekere landen weder te
hebben} maar verzogt 00k verlof yan op
die van Goa los te mögen gaan, Om zyn
oogwit te bereiken, bood zyn Hoogheid
hem zeer vepl fraaje geichenken van gpud
aan, en zelfs00k een goudPinangbekket?
met zyn toebehooren.
Hy fphreef hier een brief over aan de
Heer Hartbouwer, terwylhy nog ontrent
Pannakoke dreef, die hem daar op een
twyfielagtig antwoord g a f , daar alleen
byvoegende, dat hy die koningen, geduu-
rende zyne regeering, ajtyd in een evenwigt
gehouden , en ziefj daar wel by b.evonden
I