
dan m een fauce van Bacaßam, en vifch-!
° . “ t-water, waar in zy, wat Sout-
xas/ots , ’t zap van cta'-Limoentje e f
n meer andere dingen gedaan
nebben , indoopen, en zbo inflorpen,
verklärende daar b y , dat ’er niefi ter
wereid is, dat hen zoo lekker , als dit
Imaakt, hoewel zy geen groot voedzel,
maar wel, vöor een körte tyd, een dik-
Ken en opgeblazen buik geeft.
Men kan deze Papedo ook als een zoor-
te van Styfzel gebruiken , om ’er iers
mede te plafcken j dog zy moet wel
dnp o f vier dagen oud zyn, en dan is zy
tot alles nog al niet even goed.
Deze Boom geeft ook een zoort van
falmyt, o f Inlandze Kml, maar zy is
zoo goed,,nog Zoo gezond niet, als wel
anderQ,Palmyt.
De bladeren van dezen Boom dienen
den Inländer even eens, als het Riet on-
ze Boeren. Men vouwd de zelvc dub-
beid te zamen over een dun plat gefple-
ten Bamboesje, en naaid die dan verder
met jfn ^raa1^ van Loltba (dat nog dünner
Bamboesjens zyn; te zamen , zooda-
mg, dat deze t’zaamgenaaide Atap dan
ontrent v ie r - ifV y f vo'eten lang en een
voet o f twee breed is , die zy dan ge-
fcruiken om hunne Huizen, en ook verder
alle andere dingen legenden regen, enz
mede te dekken.
Men gebruikt tot het dekken der huizen
ook wel Klappus-bladen, daar men
geen heeft j dbg de-Atapis beter,
cn duurd: ook'langer.
De Inlanders weten de huizen hier
mede zoo dicht te dekken, dat ’c f , hoe
zwaar het ook regend, geen regen door-
aringen, en dat ook geen winddie licht
opwaayen zal; dog zy dienen die om de
zes o f zeven jaaren wel eens te vemietr-
■Wen. Ook is deze Atap, na de geftel-
tems van dit Land , daar men dikwils
aardbeving heeft, vcc! beter , als een
Dalc van Pannen, en in dezen opzigte
zoo gevaarlyk niet; dog by tyden väri
brand , brandert ’ er geheelc blokken
ölet huizen weg, dm dat het eferr; lichte
en drooge ftof i s , die van ’beeile tot 't
ander huis Zeer licht overvlfegd' Jiei
I geen de Ingezetenen van de Stad ,‘ de
\Atap al voor lange tvd heeft doen ver-
werpen, en Pannen-Daken kiezen , om
| dat men dan zulkeii gevaar van den
brand niet heeft.
Dat de Gabba Gabba, zynde dc tak
van de Zagoe-boomi waar aan deze Jitäp-
bladeren groeyeh , hin tot het maken'
van de befchottcn en buiten-müureni'of
I tot heiningen van hunne huizen dibhd,
hebben wy al eenigzins bevorens gezegt
| Zy malten ’er dök Zoldets , Banken „
Stoelen, Doozen, Vlotten , Dego De-
» ’j,I ofbreede Slaap-en Zitbanken, en
I honderd andere nette dingen af j maar
zulke huizen (gelyk men wel denken
kan) Zyn niet van langen duur , \'Aen
deze Gabba Gabba vCrteerd , ^n ver-
molmd in agt, o f tieh jaaren, na dat de
plaats is, daar zy dföog, o f vogtfg ftaat,
m zieh zelven weg. © »
f Ook zal een Inländer wel toezieri,dat
er niet te veeltakken o f bladeren te gelyk
vaii een Boonfgenomcn werden, alzöd
het de Boomen onderdrukt, en als treu-
ren doet, zoo men die te veel op eehen
tyd ’erafberoofö. - 8
Bc_Gmhm>^~ dienen den 'iblafliäer
vpor Emmers, en Vaten, om vogten en
dranken er in te ont&igen, gelyk zv
die ook aan hare ’Ktappus, Zagtmccr, en
andere Vogt - Boomen hangen. Men
kan die ook tot het dragen en häalen
van andere dingen (gelyk de Slaven dat
doen) eebruiken j en daar werden ook
wel Hnmr.gctr, en Paggers der Tuiuen
T W E E D E H O O F D S T U K.
D t Ä o m ' . * í f á D‘
£>e Pmang-boom. De Nibong-boom. , ^ vV °m; NmiZh*d*» W zelfs.
B O O M E N , die Drank uitleveren.
De
Drankgevende
Boomen.D Us V e rre gezien hebbende de
meeit bekende Boomen die
tot Spyze dienen" (hoewel
men ’er de Limoen, Pijang-
boom, en andere nog zou
können byvoegen, die egter tot een an-
| dew. zoorte behopfen) zoo gaan.wy nu
over ora van die.Boomen te (prefcen/die
aan den Inlander o"ok Drank daarenbo-
vcii'given.
_ Ondcr deze i s , buiten alle teeen- r,. v
iptaak , i t Kblappa-boofu. i e eerile , die tapa-"'
men m andere' Laftden de Ktliis.hm <>ooa.
noemd;
Dit
" Dit is een zeer bekende en hooge
Boom j die recht op by zekere leden,die
yder een kerf hebben, en die ruim halver
weg loopen 4 wafcht j die al zyn takken
en v rügten boven aan den top van deii
Boom heeft, dog fchoon hy gemeenelyk
fccht waicht , ziet men ’er echter
veel j voor al die aan Strand ilaan, ge-
weldig overhellen , zynde afch-graauw,
en flecht van baft, en van wörtels, waar-
om zy ook licht uic de grond raken, als
’tHerfcwaaid.
Als deze nog jong is geeft hy al
een fraäye lörtinler j dog zoo hoog , als
hy gemeenelyk döet, uit de grond öpge-
waiTchen-zynde , fteekt hy boven alle
andere Boomen verre u it , en dan
heeft men zeer weinig aan de lommer^
ten wäre dat ’er veele, böfch-wyze j by-
een itaan.
Hy is ontrent zeitig o f Zeventig voe-
ten ,5?iäls hy volwäflen is ^ hodg.j dog
niet dikker als een- Mans : dye" fweitiig
Boomen uitgezonderd) maar aan de Worte!
is hy wel wat dikker.
Hy maakt boven aan een top van takken
in ’t'rond,‘ die lange, fmalle bladeren
aan wederzyden hebben.
? De takken vällen wel twaalf o f veer-
tien Voeten lang, en beneden wel een
froote halve voet bre'ed j dog zyn aan
e einden duriner,' hebbende ook een
geut in - ’t midden, en een ronde rüg} zy
zyn doorgaans zeer flecht en vöos van
hout, gelyk ook de.gantfche Boom is.
Aan de zyde van deze takken heeft
men drie ot vier voet van hären oorfpronk
de bladeren, die, jong, wit* en daar na
groener zyn , gelyk ook de talc , jong
zynde geel, en daar na zig groen ver-
toond.
' Midden dobr deze bladen löopt een
rysken,- of een zenuwe, die al mede zyn
dienft geeit.
Aan dezen Boom komt eeri Majang, of-
te een zak,waar in die bloeflem zit,zynde
een bondel met lange geelagtige ftee-
len, yder een voet, eil meer, läng, die
met ’er tyd afvallen, latende nogtans een
zeker üangagtig deel na, dat wat breed
is , waar üit de Calappus-Frugt voort-
komt, -vfaar aan men ’er eenige by
een aan rift heeft ■, wel tot tien o f twaalf
toe} dog men heeft aan drie o f vier iluks
zyn dragt.
Men heeft aan eene Boom veel vän deze
Vrugten , tot veertig o f vyftig toe,
en ook wel meer.
Deze Majang of de dikke blöeflem-
tros, diend o f tot het vöortqueeken van
Vrugten, die men dan rtiaar voortgroe*
jen laat, o f tot het tyfferen van ‘I ’owaca,
die op Ceylon, en elaers, Suri genaamd
werd.,
De Vrugten, die hier äaii voortko-
men, zyn als de bol van een hoed, dog
wat driehöekig, hoog en plat j agteraan
wel zoo breed, voor wat fpitzer j eri
groen van verwé.
^ Deze, opgekapt, öf een gat ’er in ge*
itoken zynde, zyn zoo vol, als een ey'
en met een zeer zotet zap , dat om de
koelte veeltyds voor deil dorft gedron-
ken werd, vervuldj maar dat ook'wel
lucht ymand aan een doodelykeloophelpt
vooral alshy dat,-te warm zynde, drinkt!
Zy hebben van buiten een dikke, fpbn-
gipufe bolftcr ¿ onder welke een dikke
harde fchaal komt, waar op een vezeli-
ge iloife, Vooral aan de oudej zit.
Deze harde Nöot^ die nog wel als een
kinder-hoofd is , is aan dé ronde kant;
de bruine fchaal wel een kleine vinger
dik, zynde-van binnen (wanneer ’t nat
zieh al tot een Vafte iloife gezet heeft)
van een wit hard pit ¿ oñtrenfeén pink
dik , voorzien, dat byna als een Haze-
noot Van fmaakis, en dat tot veel zaaken
gebruikt wtefd.
Hoe de Noot jbiiger is, hbe de witté
nbotagtige flbffe beneden lilagtiger: en
hoe 2y ouder hoe de zelve hardef, en ’t
zap dan ook zuurder is, ten ware in de
heele oude daar in het weer mal-zoet
bevonden werd.
Maar behalven dat men dit Calappus-
water drinken , en de Noot eeten kan
zoo is men ook wel gewoon debloeflemj
or Majang, niet tot het aanqueeken van
Vrügten 5 maar tot hét tyfferen van
drank te gebruiken, fnydende die a f , en
men houd ’er dan ecri geutje van een Ca-
lappa-blad onder dat in een Göeroerong,oF
in een Bamboes druipt, dat in een etmaal
yrel een o f twee reizen vol iypeld bc-
dragende te zamen wel een ftoop nats.
En dat is die vermaarde Fin di Palma *
die op Ceylon, Suri, elders Noddi, dog in
Ambotna, Towak genaamd werd j geven-
-deeerileen heele zoete, en daarna teeii
a langer hoe zuurder werd.
Van deze Calappus-boom zyn veelerlev
i K Ä i l ä i cgter in groote en
kleinheid der Vrugten verfchilltende. Alle
deze zoorten aan te halen, is byna niet
mogelyk, behalven dat het ook dit Werk
zou te veel doen üitdyen , dat ik geen-
zms zoeke. In de Hortus Malabarieus is
zy beichreven, en zeer net verbeeld onder
de naam van fenga, gelyk men daat
in 1 1 . Deel de Boom Fig. i.,en de Noot
Ftg. 3. ten 4. behalven dat men die ook
zeer wel by Nieuwbof, in zyn Gezant-
fchap na China fol. 14z. verbeeld- ziet j
dat ook de reden is , waaroni'wy dé
zelve hier niet vertöonen. En nog wel
zoo net vind men de zelve by Freyer fol.
t o. afgebeeld,.
Z z ifc