
i ¿4 Befchryving der BOOMEN, P L A N T, EN ,
en voor purperxerwig, van merg (dajt men. in de û ç p Uoewambelx daar men op
groote Jamhefen medc y?el heeft) .zynde
van een groote graauwe drooge kor)
voorzipn, om de \veike. een yeel zagter
merg , dan om degropte, zit. ,
Deze Vrugt isnog wel'zoo lek^er *
ZslBP’g.J enwpl, 2100 wynagtig , ab de
groote Jamboes, ongemeen verfriiTchen-
de. Men eet ze raauw , en ook ge-
ftoofd, voldopnde in beide even zeer.
De Amboineezfin, houden dit echter
voor een zoort van Wilde Jamboes* boor
men, cn fchoon de zelve zuljken lekke-
ren Vrugtuit leverd, zpo geeft zy npg-
tans epn flegt hput, dat voor de Ti.m-
merifeden mets weerdig is, dan tot brand-
hout. Deze Boom.werd meeft door, de
Fleerwuiz.en. in ’t wild geplant, hoewej
de Am^oineezßn hem pol^.in hunne Tuinen
buiten ^oortpueeken.
De Witte Buiten deze is ’er nog een andere, of
Bofch- de rechte Wilde of Witte Bofih-Jamboes-
jaraboes. i om^ ^ie witten bloeflem, en ook zulr
ke Vrugten geeft,
De flam van deze Boom is yeel. Jager,
dan de tamme ,, ookgemeeqely k krom,
Hebb^n^ kleine, dünne takken, en bladeren,
die ook wat langer , en donker-
der-groen, dan de tamme, zyn.
De Vrugten komcn ’er gemcenelyk
twee en twee aan, hebbende de gcdaan-
te wan Queepeeren, agter aan als een
tuit, en yerc|er wat rond, ep platagtig,
Z y zyn zoo zappigniet, als de gi-poj
te en harderjvan merg , een
weinig bitter , ook . wat la fo f wild van
imaak» pp vapeen, kJeinekorl voor ziep.
Zy bioejen in Juni of J u li, en zyn
twee, o f drie niaanden daar na. ryp.
De Ce- Eindejyk valt ’er op Ger am nog een
rämfe Wilde Jamboes-boom , die. van llam o.n-
jamboes. trent als de wateragtige Jarrißm is, met
wiens bladeren ook deze bell over een
komen.
Men ziet de Vrugten by lange troffen
fian een enkele fteel voortkomen,
hoeweLzy^yder nog een byzopder fteejt-
je hebben, <laac ’er; d^n wel .twqe en
meer aan zyn, gelyk ’men" in gp teeke-
ning N°. Y lI I . zien kan.
De Vrugt is van grootte als een Boe-
ren-pruim y dog wat langwerpig , met
een. groote navel, niet gerimpeld , en
zeer za gt, als men die aantalt , als of
men laken voelde, waar na zy ook wel
Laken* Jamboefen genaamd werden. Zy
is donker-purperagtig van, buiten , en
heeft weinig, merg , dat w i t , niet zeer
zappig en dro.og, hoewpl wat rynlch van,
imaak. is , Hebbende een lange korl, die
zeer t’zamentrekkende, en van: grootte
als een Pißache, o f als de korl van een
Qlyfis.
Zy vallcn mecll op ’t Eiland. Ceram,
r v y r , « a a l m e n Qp
Loeboe, npg een andere byaoort ’er af
heeft. Hopwol deze Lahn-Jamboezen
nu ook al,aan ’t Kaäeel, Fiftoria bekend
zyn} dog zy werden weinig geagt, om
dat men een bete? zoorc heefti
De Atun-lmm is mede een van devoor.- Aton-
naame Viugt-boomen. Hy is maav van ^0üai.
een matigg hoogte, recht vanftam., die
hier en daar wat uitgehold^ cn, wqlkers
Ichors teer bros is.
Zyn takken zyn recht, en zyn geribde
bladeren meeft enkeld op. zig zelven,
ydel, en ontreot vier o f vyfduimlang,
.cn half zoo breed ,• hoewel Hc ’er ook
wel langer dgezien heb^ en egtermaakt
h y , door de menigte van zyn. takjens/,
nog al een redelyke top.
Zyn bloeflem bellaat in v y f blaadjens
met veel dunnpfnazelen van Hinnen, waar
uitde V(ugt voortkomt, die ontrent als
een groot. Hoenderr o f Ganzen- ey,zig ver^
toond , zynde bleek van buiten,, byna
als o f ’er Zaagmul, o f wel iet desgelyks,
op geilrooid, was, en van, een härde dib-
ke bolller voorzien. Zy . hebben een
groote lange rofle korl, die wrang en
diroog van Imaak is;
Men heeft ’er tweederlcy zoorten af,
de eene yvat vetter en aangenamer, als de
andere ,. en daarom van de Amboineezen
de vett,e Atun genaamd.
Zy werden nooit op zig zelven-gege-
ten j maar wel in . eenige- zdörten van
Ambqinefohe ■. Spyzen gebruikt^.die zy van
raauwe Sardyn-Vifchjens , als Häring,
Pitsfesi, Lmoen-zop, Gember, en meer
onder een gehakt, maken, waar onder
I zy deze korl dan rafpen, en dit verzeeui-
werd kollje, Cobo Coho genaamd , eten
de Inlanders (pn nu ook al veel Holländers)
zeergeerae;,
Deze korleu zyn. zeer, goed tegen de
Loop, alzoo zy< zeer llerk te zamen trek-
ken , en fchielyk floppen , wcshalven
men die met yoorzigtigheid,, en maar
^ 200 een geval gebruiken moet.
Deze Boom, valt hier fchzzrs ■, en is
zeldzaam ,. hy groeid daarenbovea. ook
niet zeer vöoe^oedig voort,. en heeft
flecht bros hout.
. W y vertoonen. deze. Boom i met de
Bloeflem, en Vrugt niet,om dat.ze zeer
net na ’t leven geteekend is in de Hortus
Malabaricusm ’t III, Decl.f
De Anona-b.oom is niet hoog flegt, ne
van hout, en van grootte byna als Anona-
cen klein Ltmoen - boomken,. hebbende boom,
een kromme flam, ydele en brofle takken
,. en bladeren, die in reyen dicht aan
een ftaan,.en die.niet boven drie ofvier
duim lang, rykelyk half zoo breed, en
donker-groen van-verwe zyn.
De bloeflem is wat groen,, dog meeft
En GEWAS SEN van AMBOIN A.
De ge-
knobbel-
Vrugt.
De
Lanffaboom.
geelagtig i beftaande uit drie .fmalle bla-1
derkens, die zig driehoekig , en in ’t j
begia van Juni begind te Vertoonen.
De Anona-Vrugt gefykt zeer wel na ’t
hert van een Koebeeß, f : Eenige nogtans j
zyn wel wat ronder. Zy vait wel zoo j
groot, als een matige zoete Ltmoen, en i
is als vol ruiten , die over de gehöele .
Vrugt, een weinig ingekeept, loopen. |
Ook ziet men aan de eene kant door-
gaans eene keep, die niet diep gaat. Zy
is van buiten , als zy ryp werd ,. roodag-
tig,' dog, ryp zynde, wat bruiner. Zy
is van binnen w it, zagt,- dog gantfeh
niet zappig van merg , hebbende’ in ’t
midden een ftuk weegs henen een fteel,
waar aan zig in ’t merg veel lange zwarte
korlen vertoonen. Men breekt zc in
ftukken, alzoo de fchil te bros is , eet
die zoo, en men fpuwd de korls uit.
Zommige pryzen de fmaak zeer j maar
zy is zeer zoet, eh men heeft gemeehe-
lyk aan eene Vrugt zyn bekomft, älzoö.
zy fterk voet. Men eet ze raauw , uit
de hand , en zy werdeii' geoordeeld te
floppen. Zy zyn gemcenelyk: in Aügit-
ßus ryp, na dat zy in May of Juni ge-
bloeid hebben j dog om ze voor de Vlcer-
muizen, die ’er op vlammcn, te bewaa-
ren,- zoo laat men de zelve niet volkö-
menaande Boom ryp, maar men pilukt
de zelve j ten naaften by ryp zyilde, en
laat ze verder in de Ryjl ryp weiden,
daar zy maar weinig dagen in behoeven
te leggen.
Het is zeer waarfchynelyk , dat deze
Boom hier,mede van büiten ingebragtf,j
en vreemd is.
Men heeft tweederley flag van de zelve,
en de tweede zoorte vaisj Boomen is
1 wel zoo klein, als de eerfte*'gelyk ook
de Vrugt is, die zig vol knobbelcjesf,of
pokken als ki ruiten, vertoond, waar naJ
zy ook de geknobbelde. Anona genaamd
werd. Zy is wel zoo zappigi en; geurig,
öok lekkerder, als de voorige zoort, en
vertoond z ig , ryp zynde, graauwagtig
van verwe.
ontrent een vöct lang, cn obk wel- wáE
korter , drie o f vier duim breed;, döiikef-
groen 5 dog- vol graauwe vlerken, en met
eenige ribben bézpt.I!
De V ru g t, die ryp zynde geel is *
waflr by een tros, en is van grootte als
een strikte Boiiren-'Pïüiyn 'y à f &\à een Kt-
vifs-ey. M èh-ziet? ;'hier'een takje mét
zoo een tros, cn-met ¿o© een Lanßd-
Vrugt byzondér, zoo groot * als ¿ y ,ryp
zynde y is-, op1 N°. IX; ,afgetçekéïïd.
Zy hebben vaii buiten een geele Achille
, die zig gemakkelyk ’er af fehilleti .
laat,; o f, met de vinieren genepen zynde,
De l ’ernataanen , uit welker Land zy’
hier gebragt, zyn, noemen deze Vrugt
Atis. |
De. Lanjfa-boom is een fraaje hooge,
boom , die bleek en hard van-hout is ,
* fchynende wegens zyne menigvuldige,
vooren als een menigte vanbyeengevoeg-;
de flammen te zyn. Daar zyn tamme en
•wilde.
De tamme (waar van men twee zoorten
heeft) is dun van ball, tuflehen den
graauwen en geelen, hebbende een fraai-
je ftal, dog geen breede top.
De bladeren, fchoon enkeld aan körte
fteeltjens ftaande, fchynen nogtans
als in reyen, cn by een te ftaan, zyride'
borft zy van zeit apen.
Van binnen' vertöond zig een witag-
tig, glad, döbifchynend,.zappigmerg,
zynde in vyi deelen , bÿiia als, de fmalle
Look-bdUetjes, verdeeld, waar in platte,
eenigzins hbekige-j’korlen zyn.;
: Zy zyn -' zpo 1 ongemeen lék-ker van
fmaak j tén deèfe Zbet etì ten deèle rynfch
zynde,; dät’men^ -’er eeris aangekotneh
zynde, zieh niet vcrzadigen:, e n ’er
niet uitfcheidèn kan. 1k1 heb ’er mmägje
fchbtel vbl allefen, te weten-,- op certe
reis;een gelylc, af gégeten , en zy zyn
my nooit qualyk bekomen1. De korl is
zeer bitter , en daarom moet men die.niqt
in ftukken bÿtêri. Deze Vrugtéhg;eyén,
geftoofd zynde\ obk Cen leldêetë fchbtel
eeten-, en fthoön- ?er maar wtími^ Wyh
bykomt, zob zou m’en zeggèn V dat ’er
veel by gedáan was. Z y verfriflchen',
en verkoelen ymand fterk.
Men heeft deze Vrugt gemeenelyk
ryp in Affari, of April, en eenige vol-
gende maanden, en men ziet ze in' November,
o f December, bioejen.
Zy wil wel; ’t ; bèll in ’t. wilde • tieren ,
en draagd dart veel eer, en overvlçcdiger.
Dë! korls rzÿ«V géwreven zyntfe^% .g0^ *
tegen de Baik-vuormen:
Hfet hout deugd.niet, om te timme-
meren, maar’t werd’ nog wel gebruikt
tot hegten, Kriflen, Bylen , Hakmef-
fen, en tot deze en gene Gewccr-ftee-
len.D
aar is ook een-wilde Latißfa-boom , dic De Wilde
in hobgteen in; zyn1 verder aänzien,bläd, Lanffa-
enz. niet veel van de tamme verfchild , boom,
dan al leen, dat het bladgladder, en zop
uitpuilend van ribben ni'et is:
De Vrügten waíTéri niet in: tröffen ,
maar enlceld , i gelylc men aan dbzèntak,
diè wy op N ò. X. vertoonen, zien
kart.
Zÿ zyn klein, rond, en zuur van
finaak. Zy werden van geen menfchen,
maar wel van de Koeßb Koejfo's, gégeten.
Onder deze wilde is nog een twèedè
zoort ,die zy BergrLanffen noemen, wel»
ke een veel gròbter blad,' en drie ofvier
. groote Vrugten,by eerigröejende,heeft“,
X 3 waar