
4.14 V E R H A N
dwars-band , van de helft van ’t agter-
hoofd tot beneden toe met een citroen-
geele fmalle zoom voor , en een zwarte,
die agtcr komt.
Het oog is Loodverwig, de appel
rood, de buiten-kring zwart, en dan
nog een Zee-groene , die breed is. Op
den kop vertoond zig agter den bek als nog
cen Zee-groeri oog met een roodenappel,
en ^en citroen-geele buiten-kring, en
wat lager als ’t zelve nog een citroen-
geele drie- lioekige fpitze grond met ’t
ipits na beneden, met roodezoomen, en
een rood bolleken pas beneden’t Hemels-
blaeuw van den beneden-bek, en pas voor
[ dit citroen-geel drie-hoekje. „
D E L I N G- d e r
Hy heeft ook twee baardekens, die
zwart en citroen-geel zyn.
De vin tegen ’t lyf is fchoon Hemels-
blaeuw tuflchen twee roode zoomen,
dog tegen ’t lyf citroen-geel voor aan,
met een zwarten dwars-ftreep, die gevlamd
is, en een rood bolleken op ’t geel beneden
die z warte ftreep.
Men heeft ook op ’t ly f zes groote
bollen , Orangie *en zwart van verw ,
twee boven tegen den rugge boven mal-
kandren tuflchen een Zee-groene, en een
zwarte fmalle vlam by ’t begin van de
boven-vin, en twee pas boven de eerfte
beneden , die overlangs van de middel-
vin na de fteert loopt, en die zoodanig
een duim-breed yan een ttaan,. d^t.’eyresn
Hemels-blaeuwe fmalle dwars-ftreep yan
boven tot beneden toe loopt, en danziet
men .’er nog een by den ftaart, en eenop
de wamme, die van verw als ’t lyf is.
Boven de oogen loopen de twee pennem
na voren toe, met een körten doorn in *t
midden, hoedanige vyf zig nog van ’t oog
afna den bek toe,en nog drie andre tuflchen
de bovenile twee voor-, enagter-pennen
(die alle na agteren toe gebogen zyn) ver-
toonen, en die alle donker-Hemels-blaeuw
zyn.
De boven-vin is Zee-groen , met roode
zoomen. De twee-agter-vinnen zyn
van een fätzoen en> .verwe, hebbende
zes bruine dwars-banden met Vermilioen-
roode fyne buiten-zoomen, en datopeen
geelen grond , die zoo veel geele banden
’er tegen toond; dog onder zyn maar vyf
geelen dwars - banden , en aan de buiten-
zyden twee lange groote roode, doorns,
die maar even , gelyk de zwarte graat-
jens, buitenruitfteeken.
De ftaart is licht-Purper met zes lange
dikke graaten tot aan ’t einde, alwaar
cen citroen - geele, breede dwars-band,
met twee lichte Zee-groene zoomen
is. Ook is de ftaart van ’t .lyf gefchei-
den door een Purpren band, die een
Zee - groenen zoom aan wederzyden, en
nog een rooden band na ’t ly f toe heeft
dog ’t Zee-groen na den ftaart toe is se-
golfd. 5
Het is een lekkere goede Vifch 5 maar
die geen Inländer eeten w i l, om dat ’er
van ’t tooveren in zyn naan^ komt.
N° .z i i-Ver toond ons den BilqlangLaoet Bilalang
Betina , dat is , V JPyfken van den Zee- ^a?ct»
Sprinkhaan9 die van lyf, en fatzoen als ’t a’
Manneken , dog de verw van *t lyf is
Hemels - blaeuw ,. door zeven citroen-
geele halve kringen afgefchciden , die in
t midden twee roode bollekens aan weer-
zyden van zulk een kring een, vertoonen,
gelyk ook nog twee andre, een wat na
voren, en een op den onderften vleugej,
De kop is Zee-groen , de bek geel boven
, en onder , dog hier en daar op den
kop ook wat licht-Purper boven ’t oog,
en onder den bek.
Hy heeft twee vleugels, aan weerzyden
een, even eens als van een Sprinkhaan i
zynde Zee-groen met $ a 4 zwarte fynever-
keerde halve kringen, en Hemels-blaeuwe
en roode körte dikke vlammekcns ’er op.
Zulke twee pöoten heeft hy ook van
verw, met roode dwars-bandekens, boven
welke v o o r it e n a de wamme toe,
zieh twee donker- Purpre körte tanden,
of doornkens, vertoonen.
De boven en onder - vin na agter toc
zyn geelagtig met een langen fynen voor
aanfuitftekenden roodengraat, en agter aan
ieder vin een körter dóorn.
By den ftaart (die Peers-agtig-Purper
vol fyne zwarte graaten is,) vertoond
zig een geelagtige fchey-band met twee
zulke agter-uitftekende doorns van de
zelve verw. Dit Vifchje werd niet ge-
geten.
N°. z i 2. Leverd ons den Marofi-P'ifch Ik
uit. Het is kleen en maar gemeen van Marofi.
fmaak, zwart van ly f , met overlangze
Orangie ftreepen, donker-bruin van kop,
en licht-Zee-groen van binnen in den bek,
waar in zieh veel tanden na den boven kant
opdoen.
Het oog is Zee-groen, met een witten
buiten-kring, ook vortoond zig tuflchen
de twee middelfte Orangie ftreepen nog
een Iangwerpig Zee-groen vlekje , met
vyf zwarte ftippen naaft een , behalven
dat menookZee-groene, enwitteftreep-
kens en flangetjens nog hier en daar op
de beneden-zyde van den kop ziet.
De vin tegen ’t iy f is Purper en wit,
hoedanig ook de ftaart is, op den welken
zig twee flange't jes, die ieder als drie roode
witte en zwarte flangetjes tegen een, en
naaft malkanderen over dwars vertoonen,
en de. buiten-zoom van de ftäart is wit,
met twee fyne zwarte lyften bezet,
j De boven-voor-vin is Purper van grond,
Zee-groen vamdoornen, en de agter-vin
boven en beneden van verw, als de aobrnen.
~ Het
>
Ö K G E M f t S I V Í S S C H E Í Í V A . K Á M B O I Ñ Á .
ftaart komt. Het is een lekker aange-
naam Vifchje.
N°. 21 f
Ä Het is een Vifchje, als een Spieringje
van lengte, en ook äangenaam van fmaak.
Het komt maar nu en dan eens voor.
Ikan N®. 213. Vertoond 6ns den Ikan Kal-
Kalkocn \oen Sowanggi Betina , dat is , V IVyfke
SoRwang'- van de \Toover-Kalkoen-Vifch.: f l
gi ct a. , ^js men je(jer byz,0ndcr z ie t, zou
men zeggen , dat ’er geen onderfcheid
tcr wereld tuflchen beiden was.
Het onderfcheid tuflchen de zelve is
fcgter groot: want de boven-vin is He-
inels - blaeuw , en die van ’t Manneken
Zee-groen. De agter - vinnen vertoonen
zig boven ook anders, zynde ’tlyfverder
geel en vol zwarte graaten ^ daar zig in
de andre op ’t geel lyf als zoö veel ver-
Icheide banden fchynen op te doen.
De vin tegen ’t ly f is Goud-geel, met
een Hemels-blaeuwen Zoom, daar de andre
daar een Hemels-blaeuwen vin met
iöode zoomen heeft.
Ook heeft deze by o f op de wamme,
als in ’t midden , een Saturnus-Ster met
zyn kringen, eh twee half-geele en Hemels
blaeuwe bollekens, als waren’t fyne
Wächters, ’erby, die zieh, aan weerzy-
den een vertoonen 5 en ook agter den bek
Vlak is eeh rood bolleken meer, als by ’t
Manneken, te Zien.
Al de pennen hier zyn ook rood en
Zwart, en in de andre geelen zwart. Het
is ook een zeer göede Vifch van fmaak}
dog de Inlander en dürft ’er om de vorige
reden niet van proeven.
Ikan N°. ±14. Vertoond ons den Maloeame-
Maloea- , gelykende wel een Spieringje,
mc* inet een zeer fpitzenvöoruitftekenden Hemels
blaeuwen bek, die voor wat gebogen,
en voor aan, boven den kop, en onder by
den bek, wat citroen-geelgezoomd is. ;
De Icop is Purper'j en beneden by de
twee roode tanden wät Hemels-blaeuw,
ontrent een halve nagel-breed tuflchen ’t
Purper in. Ook is de kop eerft met een
rooden, en agter aan met een breeder Hemels
blaeuwen ftreek(agter welke nog een j
fmalle rööde komt) van ’t ly f afgefchei-
'den.H
et oog is Hemels-blaeuw met een
zwarten kring , die aan den buiten - kant
wat citroen-geel is.
Het lvf is donker-Zee-groen met een
blaeuwen zoom boven, en een fynen zwarten
onder. De vin tegen ’t lyf, en ’er onder,
beftaat uit twee Hemels-blaeuwe en twee
citroen-geele banden overlangs.
De boven- voor-vin isgeel, en vol
doorns j die rood zyn. De achter-vinnfen
zyn Purper. De ftaart (dretwee-kluftig,
en fmal aan weerzyden is) beftaat uit een
Hemels-blaeuwe vlam aan weerzyden tuf-
fchen citroen-geele zoomen , zynde van
binnen rood, hoedanig ook het einde van
*t lyf van den Vifch is, dat wat ipits in den
Vertoond onS dengroerie Klip- Öegröü^
Creeft. Deze is van ly f , als een ah-
dre , en fchöon licht Zee-groen $ doch
donker Zee-groen van ftaart, die üit vyf
langwerpig-ronde vederen j met roode eh
Orangie Zoomen, beftaat, dog van binnen
donker - groen , en agter vol geele ftippen
op ieder veder is. De kop is van
twee lange voor uitftekende rood-ge-
doornde, en met Orangie gezöomde lyften
voorzieri, buiten welke nög zes fyne
lange roode hairen, met kwaftjens aan ’t
eir\d, voor uitkomen. De kop gelykt
wel een ftaande Orangie ruit, met rood
omzoomd,. beneden aan wederzyden met
vyf witte bollekens, en met een grooter
rood in ’t midden, met een witte ffip’er
in, vercierd. Op den kop Ziet men twee
roode en Hemels-blaeuwe bollekens, en
ettelyke verkeerde half- Maankens , di6
rood , en wit in ’t midden zyn , als ook
zes Orangie bollekens, in ’t midden door
een Hemels-blaeuwen rechte ftreek , en
aan den buiten - kant ieder nog door eeh
Orangie fmalle vlam, o f ftreep ^ die wat
flangswyze loopt, van een geicheiden.
Het oog is rood en geel met witte ftippen
, ftaande ook op een Hemels-blaeuwen
grond j beneden na voren toe , met een
rood wit- geftipte fmal, en aan weerzyden
met een citroen - geel zoomtje af-*
gezonderd.
Over ’t lyf/loopen fmalle Orangie
dwars-bogen j als ribben, met het hol
na den ftaart toe.
l Ook heeft hy vyf a zes groote pooten,
hebbende ontrent het midden als roode
en geele kniefchyven , die zig als bolleh
’er op vertoonen. En boven längs het
lyf ziet men , van den kop tot den ftaart
toe, halve bollen met het hol onder.
Hy is zeer lekker, enbyzonderfraey van
verw, en teekehing*
N°. 216. Vertoond 6ns een zeer fraejen tkifi
Doerian-Vifch. W y hebben de zelve al Docriaih
onder de gemeene beichreven } dog deze
verfchild alleen in fchoonheid van ver- !:
wen} zynde Hdmfels-blaeuw rood en geel
van bek $ die vol kleene tanden is.
Zyn kop (die zig kleen vertoond) is
lever - verwig met roode' en geelagtige
ftreepen, en de fcheiding van den kop is
wit-agtig met roode fchrapkens. Zyn oog
is Hemels blaeuw en kleen} dog zwart van
kring, en wit van ftip.
De vin tegen ’t ly t , en over al verder
aLde vinnen, gelyk ook.de ftaart, zyn
zeer licht-Zee-groen } dog over de vin
tegen ’t lyf loopen twee roode en don-
ker-blaeuwe, en op den ftaart vier zulke
dwars-vlammen.
Het geheel ly f beftaat uit thlen 6i*