
1680. ze hier ook niet weinig met zyn Tweede
Peribon , den Opperkoopmän Maarten
Roos , gehad heeft. Hy zetté hem ook
eenigen tyd gevangen, en zont hem met
zyn proces na Batavia, ’tgeen Roos daar
won.
Onder dezen Landvoogt is’er door ver-
fcheide perfoonen een togt na de top van
de Goenong Api gedaan, onder welke,
Zoo my zyneGemalin in ’tjaar 1686. op
Batavia gezegt heeft , eenKeizer, Ko-
ning, Hertog, en Graaf ( dat is, perfbo-
nen, dien naatn Voerende) geweeft zyn.
^ Hy is vervangen door den Heer PVillem D e Heer¿ ' „ *?-»' , • . van Z y llvan Z y ll, een Heer van hooge jaaren,
befchre- die niet alleen' al grys was, maar van
ven. ouderdom ook vry krom ging.
Van dezen Heer hebben de Bandafche
borgers menigmaal zeer veragtelyk ge-
fproken, om dat hy nu en dan de dron-
ken baazen, die hun werk niet wel ver-
rigt, enzichvol gedronkenhadden, wel
een ftreek met zyn dikken rotting met
een zilvere knop (dien Zy de fíes met dé
zilvere fchröef noemden) geseven had 5
maar zy hebben hem ( hoewel ny dat Öaan
wel kon gelaaten, en hen op een andere
wyze geitraft hebben) groot ongelyk.
aangedaan , en, naderhana daar veel be-
rouw van gehad , toen zy anderen kre-
gen , die hen ten uiterfte geplaagt hebben.
Hy waswaarlyk, enbuiten eenige drift
geíproken3 een vroom, eerlyk man, en
een zeer getrouwdienaarvan deÉ.Maat-
fchappyj een Heer,die agting vöor braave,
bequame en naaritige heden 3 maar ook
een doodelyke haat tegen luiaards en
dronkaárts nad. De eerften hielp hy voort,
maar dé anderen ftrafte en vervolgde hy.
Hy was niet alleen niet baatzugtig , o f
inhaalende (een gebrek van veel Land-
voogden) maar in tegendeel zeer milddaa-
dig, en gulhértig ontrent die geen, die
dat verdienden, van zyne mildaadigheid
heeft hy een groot bewys gegeven, wan-
heer hy (fchoon by de aardbeving in
Amboina in ’tjaar 1674. zyn vrouw, kin-
deren , en huis, met alle zyn goederen,
die beneden , en niet boven in devefting
waren, wegftroom'den) wel 20 jaaren
läng zyhé jaätlykze foldye, zoo lang als
hy Opperkoopman , o f Landvoogt ge-
weeft is (dät in t i jaaren wegens zyn
eerfte bediening 12100 guld., wegens 9
jaaren van zyn tweede bediéning 2i<foo,
en dus te zämen 33700 guld. bedraagt)
aan zyn züfters hinderen in *t vaderland
(die het egter niet al té zeer van hQoden
hadden , alzoo haär zoon , Ñ : Rooden-
bürg, Predikant op een dorp in Seeland
\vas , daarhy ’tzeer wel had) zeer gul-
hertig heeft laaten trekken , waar van
ik , nog in Indien, 'nog in ’t vaderland,
eenig aiergelyk voorbeeld van milddaa-
idigheid oit meer gehoort hebbe.
' Noitwäs hy gewoon’tepaard een uur 1689;
o f ahderhalf uit te ryden, of hy deed
zyne oppaflers, die hem te voet gevolgt
hadden, ältyd2, en den fergeant, ofcor-
poraal, 3 glazen Franfche o f Rhyniehe
Wyn, na dat hy dän zelf dronk , aan-
ilontsna zyn wederkomft, dat ik menig-
maal zelf gezien lieb , en in zyn bywe-
zen, -op dat;zyn flaäven hem hier in niet
bedriegen zouden, fchenken.
Noit heb ik-, die eenige maanden by
hem gewoont heb , en zeer beleeft en
gulhertig van zyh Ed. onthaält ben, eenig
gefebil met hem , dan alleen daar over
gehad , dat ik hem noit ’c een o f ’t ander
voör my zelven verzogt, hoewel hy my
uit zieh zelven zoö veel dienft gedaan,
en zoo veel beleeftheden bewezen had,
dat ik wel ondankbaar geweefl: moeft
zyn, Indien ik zoo een milddaadig Heer
n°g ergens om voor my had willen ver-
zoeken*
Noit deed ik zyn Ed: vöor een ander
eenig billyfc verzoek, dat al zomtyds ge»
fchied is , o f zyn Ed. hebft het my toe»
geftäan.
Met zyn Tweeden, en andere Raads-
perfoonen, heeft hy in veel vrede en ruft
tot zyn dood*toe geleeft 3 en van zyiie
vroomheid en eerlykheid isby myn aanwe-
zen nog een blyk, die- ik hier mede tot
zyn löf aanteekenen moet, voorgevällen.
Zeker Perkenier, op een van zyn mede-
perkeniers, om dat zyh Ed/ hem gunftig
was 3" zeer nydig zynde j quam den zelven
op zekeren morgen , als een man ,
die quaalyk van den Landvoogt iprak, by
zyn Ed. aänbrengen, waar oyer hy eenigen
tyd wat onthutft was, : alzoo hy ge-
löofde, dat die man hem de waarheid
gezegt had. Zyn Ed. deed my-de eervan
my dit geval mede te deelen, vraagende,
hoe my dit van een man , die hy zoo me-
nigmaäl begunftigt had, voorquam 3 ik
zei, dat ik het niet geloofde , en dat ik
zyn E d ., om dit regt te weten, raaddej
denbefchuldigden enden befehiildiger op
eenen tyd zamen voor hem te ontbieden:
waat dat ändere zyn vyanden in ftaät wafc
reh, Om altyd zyn beite vrienden by hem
verdagt te maaken. De Heer van Zyll
prces d it, en riep ze beiden Voor hem.
De befchüldiger was ’er eerft'5 maar töen
hy den befchuldigden binnen komen zag,
beftierf hy doodelyk. De Landvoogt
deed aati den befchuldigden een voorftel
van de befchuldiging 5 maar eer hy zieh
daar over eens recht verantwoord , en
zyn dlibi aängewezen had, viel de ander
al dee'riyk door de mande , en bad om
'v£rgifferiis. Uit dit geval blykt ook
klaar, dät hy een Heer was, die zieh in
zäaken , die dät ly den konden , zqer
geeme na de goeden raad van anderen
richten wilde.
Zyn
Zyn- Ed', is vervangen door den Heer
Joannes Cops, zoon van de Heer Jacob Cops,
De jongejiens meefte werk daar geweeft is , om
Heer. zich aan die Perkeniers, die zyn Vader niet
zyrTbS genoeg ingevolgt, en de Heer Hurdt,
Hier aan-zyn opvolger , meer aangehangen had-
gemerkt. Dp het bitterfte te. wreeken3 waar
over hy ook Atart Antoniszoon Vermeer
( alias Aart Hac Hac genaamt) zoo lang
vervolgt heeft, tot hy genootzaakt geweeft
is , met zyn huisgezin op te bre-
ken, en na Batavia te gaan woonen.
Hy was een flegtBeftiqrder, een man
van zeer weinig verlland, en die weinig
werk van zyn dienft maakte. Hy is
egter naderhand (fchoon hy, zonder or-
. dentelyk door haar Edelheaen verloft te
zyn , op zyn eigen gezag maar uit Banda
op Batavia quam) Raad van Indien,
en zelf nog Ordioair Raad geworden 3
mqar hy. maakte het daar van tyd tot tyd,
met byna noit inVergadering te komen,
zoo liegt, dat hy op de klagte van den
Opperlandvoogt, de Heer Jan van Hoorn,
daar over uit het Vaderland bedankt
wiert.
Als ook De Heer Cojett verving hem , zynde
de Heer met ’er tyd. Landvoogt geworden in een
Coyett. plaats, daar zyn wakkere Vader als Ban-
van aan haar Hoog Edelheden kennis te
geven.
De Hooge Regering van Indien be-
vontdit ftuk in allen deele^ zeer flordig,
en ten uiterften onrechtveerdig, dat men
een man , zelf zonder het corpus deliäi
eens gevonden te hebben , maar op een
enkele befchuldiging, en zonder eenige
geregtelyke aanipraak , o f onderzoek,
met geweld uit zyn goed .zettede. Zy
fchreven’er aan hem, enden Raad, wel
zeer fcherp over 5 maar de man heeft zyn
Perk niet weder gekregen , floeg hier
over aan den dronk, en is van droetheid
het beftorven. Hy nam, by zyn vertrek
uit Banda naar Amboina, Joannes Lamotiusy
gewezen Hooft van Mauritius , en om
eenige fwaare misbedryven na Rofingein
gebannen, met zieh, hebbende op Mauritius
diet (hoewel onfchuldig, zoo men meinde,
en alleen door de bittere haat van de Heer
Nicolaas Verbürg) geleeft had.
: Deze Heer had hier mede den beften
reuk niet. Een preuve daar van was een
geval, in ?t jaar 1697. of 1698. aldaar ge-
beurt. Zeker Perkenier, in deLaoetan,
Jan Pauluszoon ( zoö ¡my door zeker
Heer verhaalt is) van zyn fchoonzoön,.
Carel Harder, bcfchiildigt zynde , dat
zyn flaaven een fokkel Foeli by een der-
den, Barent deBakker genaamt, gebragt
hadden, om die aan vreemdelingen, tegen’tpläccaat,
teverkoopen, zbo wiert
hier nog by gevoegt, dat des eerfte ’s
vrouw , een zeer jaloers w y f, dit alles
mede wel wift. ; ,
Hier op ontbood de Heer Cojett deze
vrouw, die ’t hem alles zeer omftandig
zei3 waar op zy , en haar man, en ook
die , tot wien de fokkel gebragt was,
eenigen tyd lang gevangen gehouden,
hoewel zy en haar man., na eenigen; tyd
pntflagen wierden. Maar aangezien die
man nem mogelyk voor die gunft niet
na zyn zin , o f wel ganfch niflt, be-
loonde (vermits hy-zeer baatzugtig was,
’tgeen hy middagklaar in Amboina ge-
toont heeft ) vont hy goed het Perk, de
Laoetang , den eerften Perkenier , zonder
een proces ’er over te maaken , af
te nemen , en aan Carel Harder, by
-fchatting ( .quantswys) voor 6000 R dcrs,
daar het wel eens zoo veel waardig was,
over te doen geven 3 waarin de eige-
naar, ganfch misnoegt, goed vont daar
by zyn uittogtvan hem. beleeftheid
genoten 3 doch' haar Edelheden ordon-
neerden hem den zelven weer naar Banda
te zenden. •
Noit hebben de Bandaneezen een erger^n de
Landvoogt, als den Heer Theodoras de Heer de
Haze, gehad. Haze.
Zy zeggen, dat hy ganfch Banda, maar
Poelo Ay vooral, beaorven, en veel in-
gezetenen älhierzeer arm gemaakt heeft.
Hy i die gelds genoeg had, wilde zelf
’er geen geld winnen, omtetoonen, dat
hy een goed dienaar der E. Maatfchappy ,
quafi , was , en mögt ook niet lyden,
dat yemant anders, ja zelfs zyn eigen
Tweede, en fwager, de Heer van Eps9
waar mede hy ook geduurig over hoop
lag, het allerminfte won 5 om welke reden
hy hen ook van tyd tot tyd de gan-
fche vaart zogt te beletten, om ze dus,
als rotten in ae val, geheel te doen uit-
fterven 3 weshalven de Heer de Haze daar
over wel ernftig aan haar Edelheden
fchreef 3 hoewel het juift den uitflag,
dien hy verwagte, niet had.
De Borger en Perkenier Henrik Meyer,
die hy voor ’t Recht betrokken had, wilde
hy aan de galg , of ten minften op het
fchavot hebben, waarom hy hem in d’eene ;
week zyn proces tegenwees 5 maar die
man daar van zich na Batavia beroepende,
enhy, door een reisje na Poelo Pieiläng,
hem de gelegenheid , tot aanteekening
van djt appel, zoekende af te fnyden,
wiert juift , als hy op ’t hooft quam,
daarom verzogt. Hy tragtte het wel te
ontgaan 3 doch vermits , die man hem
dreigde , alzoo de tyd voor zyn wederkomft
voorby zou zyn , daar tegen te
zullen protefteren , zeide hy eindelyk,
nu, wy zullen zien, hoewy het ftellen,
en u genoegen geven. En daar op wees
die zelve Landvoogt met zynen Raad
des Gerichts ( denkt eens hoe die Raad
van een Landvoogt athangen moet) een
1 en de zelve zaak, die Meyer de week te
M 3 vooren