
4 1 0
zyden binnen in de knypers vertoonen.
Ook loopt over ’C midden van deze poo-
' ten der knypers een överlangze roode
ftreep, en vorder zyn de pooten Zee-.
groen van grond, rood en geel van knui-
lten, en donker - Hemels - blaeuw voor
aan.H
et lyf van de Krab is rond., als een
platte appel, fchoon Purper van grond,
onder met een vier kant, dat Zec-groen
van binnen onder, en boven met een
rood , wit beftippeld poortje, en aan
wederzyden , onder en boven met Oran-
gie halt Maanen , met witte en roode
Hippels, alle verkeerd tegcn malkandren
met de bogt aangedraeid, bezet is. Even
daar boven aan weerzyden vertoonen zig ,
"als twee Orangie nieuwe Maanen ; aan
jeder zyde een , met roode Hippels ’er
längs tegen de binnen zyde , zynde het
donker van die Maanen Zee-groen geteekend.
Boven aan vertoond zig een rondagtig
Zee- groen kleen lichaam , als een b o l,
die boven wat fpits is , en die 'eerft een
roode kring, en dan een geele kring ’er
om , die vol roode groote ftippels rond-
öm is, heeft. De oogen zyn Orangie,
Zec-groen, en rood
Dit is een zeer lckkere Krab , en die
veel gezogt, dog zelden gevonden werd.
Katam N° 240 Geeft ons de Katam Saram-
Saram- pang, datis, de Kraeuwel- oSFork-Krabbe
pang. xe: zien. J t t t t j
- Zy is blaeuw van lyFmet geele en roode
teekerting ’er op.
De middelfte lange breede grond, en
äl de bollekens , zyn geel, en de ota-
trek van ’t onderfte van dien geelen grond
is Zee-groeh en ’t bovenfte rood.
De pooten (dat wöl k-raeuwels van een
Spinne-kop gelyken) zynPurper-verwig,
en voor aan Zee-groen. De drie vork-
tanden voor uit zyn blaeuw , met roode
Hippen geteekend.
Zy werd noit gegeten , om dat ’er
eenige vergiftige aderkens in gevonden
werden.
Katam' N°. 241. Doet ons de Katam And-
Audjing. fing, dat is, de Honden-Krab zien. Zyis
geel en Orangie van. ly f met roode Hippen
, en zoomen , met een Zee-gröene
bol, en nog zulken piek wat höogermct
een rooden zoom, als ook zulkefpikkels,
en aan weerzyden zoo een bolleken. De
oogen zyn geel en rood.
De pooten zyn Zee-groen, en de
knuiften op de verdeelingen rood j dog
de pooten waar aan de knypers Zee-groen
zyn , hebben een geelen grond.
Deze Krabbe is moy vanteekingj dog
zy werd al mede zeer zelden gegeten.
Ikan Ka- N°. 242. Geeft öns den Ikan Kamatian,
matian* dat is, de doodelyk Vifch, tc zien. Hy is
fchoon van huid, die van den beit af tat
den Haart toe, overlangszwart, enbreed
op een lteen-graenwe o f wit-agttee huid
geitreept is, op welke zieh tegen zeven
zwarte ttreepen, zoo veel gmeuwe ban-
den zeer cierlyk vertoonen.
De bek is blaeuw , vol fyne tanden 4
de omtrek Purper-agtig , hoedanigj
twee groote vlammen zig van onder n?
boven toe rn den beneden kop vertoonen.
De boven-vin is Citroen-geel, final, en
geel van zoomen, dog blaeuw, engroot
van doorns. De agter-vinnen en deftaart:
zyn Goud-geel met donker-roode kleene
vlammen} dog de onder-yin heeft twee
groote Hemels-blaeuwe doorns. De ftaart
as vol, en grooc.
De vin tegen 't lyf is ook Goud-geel,
vol fyne graaten, en donker-röode vlam- :
mekens , tegen ’t lyf een Purper-agtigen - '
lmallen, een geelen, een rooden, endan
weer een geelen band hebbende. En de
Vinnen onder'tlyf, beneden ditvin, zyn
geel, en met roodagtige graatjens bezet.
Tegen den buik oriaerisook wat rood pas
boven de .agter-vin.
HetoogisZee-groen, de appel zwart,
de omtrek van ’t 00g fyn zwart, en
dan een breede kring, uit roode en geele
breede deelen, met zwarte dwars-ftreep-
kens beflaande.
Dit werd de doodelyke Vifch genaamd,
tjat, hoe fchoon hy ook van teeke-
n in g ^ f c f rdie’er varieeten,
aanitonds zonder dat zy te helpen zyn
doet Herven, alzoo ’t vergif des zelfszoo
fnel werkt, dat zy ’er dood, zoo als zy
’er maar van geproefd hebben by neer-
vallen.
N 0. 245. Vertoond ons den Ikan Pifau, T,
dat is, de Mes-Vifch , om dat hy als een PiS an
Mesjen gelykt, zynde aan de binnen-
zyde al vry fcherp.
Hy is lang van kop, Purper van fnuit
en 00g , geel van ly f bier en daar met
Zee-groen, en ook met zulke bollekens,
geteekend, hebbende op ’t lyf een fyne
zwarte överlangze ftreep , waar op zig
negen roode krmgen , met eenige zulke
Zee-groeneflaeuwerkringen, vertoonen.
Agter uit ziet men twee Zee-groene
doorns, (tuflehen welke zig eenig Purper
opdoet) met een leggende halve kl ing,
en zoo een haak, met zwarte lyften. De
fpitze lange ftaart beftaat ult Purpere
roode en geele banden , die gelyk als eenige
langwerpige ruiten uitmaken. Dit
Vifchje werd ook niet gegeten.
_ 244- Vertoond öns den Ikan Bat'oe i^an
Roepa-nja Sa-Tong, datis, de Klip-Vifch, Batoe
die wel. een vat gelykt, zynde rond , bol RoePa-
en als een vat van lyf. p; i^aSa"
Zyn voorlyf eil de kop ten deele °Dg*
(die een zwarte piek pas boven ’t 00g
r' heeft)
Ikan
Ifap Batoe.
heeft) isfchoon-Purper j dog ’t lyf Goud-
geel, met roode fyne ftaande breederuit-
Icens, hier en daar met roode en donker-
blaeuwe bollekens geteekend. Over ’t
lyfloo.pt, tot fcheiding van ’t voor en
agter-lyf, een-blaeuwe dvvars- ftreep.
De inuit is van binnen donker-Hemels-
blaeuw, boven roodr, en tuflchen ’t ,oog
zwart, het 00g is Zee-groen , de appel
¿wart, de buiten-kring egrft fyn-rood,
en daar na nog een Zee-groene.
De vin tegen ’t lyf is licht-Zee-groen,
aan ’t eind tegen ’t lyf-Hemels-blaeuw,
en rood , en daar onder volgen dan mal-
kanderen, dan. een Zee-groene, dan een
geele band, die zoo- tot onder to e,
wat fchuins afgaan. Onder die vin ziet
men fmalle Zee-groene vinnekens’ j hoe-
danig van verw ook de rood-gedoornde
boven^vin isi dog beide de agterrvinnen
beftaan, de bovenfte uit vier , en de on-
derfte uit drie Hemels - blaeuwe , en ap-
pelbloezeme breede banden.
Het einde van ’.t lyf is Zee-groen met
een blaeuwen dwars-band’er boven, en
een rood bolleken in ’t midden. De
doornen tegen den buik aan zyn blaeuw.
De ftaart is Purper , rood en fyn van
graaten, Zee-groen van agterzoom.
Het is een zeer lekker Vifchje.
N°. 24f. Vertoond ons den Ikan lfap
Batoe , dat is , het Klip-Suigertje. Een
moy en lekker Vifchje, van fatzoen even
.eens , als een kleen Pampus - Vifchje ; L
dog geel van kop, die een breededwars-
vlam maak, dan verder van lyf Purper
en geel is, waar op men eerft een breeden
dwars-band, die Purper, tuflchen twee
. blaeuwe lyften is , dan zoo een fmalle
geele, dan weer een Purpere , een weinig
breeder als de geele, dan weer een
fmalle geele, en dan een heele kleene
Purpre band ziet, die alle tuflchen blaeuwe
zoomen ftaan 5 waar na nog een Zeg-
groene dikke dwars-band tuflchen twee
blaeuwe zoomen, en een geele, met een
roode buitenzoom volgd, na welke men
een fteert zie t, die zieh als een dikke
opene kelk , die Zee-groen tot over de
helft i s , vertoond, hebbende dan een
rooden gebogen leggendenzoom, en weer
een citroen-geelen die wat breeder is , ’er
tegen , en aan eindelyk een lichte Purpre
fraanje , die zig ook aan de agter-
vinnen van buiten vertoond.
De boven-vin is boven aan lieht-Purper
met een lange ftreelc buiten den Vifch boven
henen, en verder is de vin Zee-groen.
De beneden agter-vin is gebandeerd-Zee-
groen en citroen - geel. De vin tegen ’t
ly f is Zee-groen , gelyk ook ’er onder ,
dog zwart tegen ’t lyf.
Van den bek af, die blaeuw , en Zee-
gtoen i s , loopt eerft een Purpre llreelc
na de vin tegen ’t ly f, met zwarte zoomen
, en. onder längs de geele wamme
een Zee-groene ftreep.
Het 00g is ook Zee-groen, Purper en
zwart-agtig van appel, en met een fynen
zwarten buiten-kiingomzet. Van ’t 00g
na beneden loopt een roode eri zwarte
doorn, en ten deelen ’er boven, ten deelen
tuftehen den bek, ziet men nog eenige
zwarte ftreepen.
N°. 246. Doet ons den Ikan Sowanggi
BoentalEkor-nja, datis, denl’oover-Vifch Sowang-
met den ronden ftaart, zien. \ ' gi Bocn^
Dit is een cierlyk fraey Vifchje; dog’t taJEk°rt
’t werd van den Inländer,hoewel het anders *
goedis,om zynToover-naam niet gegeten.
De kopisgeel, roodv, Hemels-blaeuw,
en Zee-groen} de belc is ook Zee-groen
vol zwarte fyne tanden , gelykende wel
den klaeuw van een Scorpioen, Boven op
den kop ftaan Hemels - blaeuwe körte
doorns. De boven-vin is Zee-groen eh
appelblofezem van banden , Purper en
blaeuw gedoornd j en de eerfte lange
doorn is Hemel-blaeuw. De agter-vinnen
zyn rood. en Purper gebandeerd met
twee lange Zee-groene buiten-fteekels ,
blaeuwe onder- , en met citroen-geele
buiten-zoomen.
Het 00g is een rad , dat Hemels-
blaeuw, geel, en met een rooden appel
geteeken&is.
Het lyf is geel, vol roode kromme
boogen over dwars over ’c geheel lyf
jgaande. In de geele wamme ziet men
drie roode bollekens, beneden de vin tegen
’t lyf, en een daar boven.
De vin tegen ’t lyf is als een ronde
waejer, fchoonrlicht-Zee-groen met roode
gebogene dwars-banden , en ook zulke
regte ftreepen of graaten, die tegen’t
lyf aan Hemelsblaeuw zyn.
De twee baardjens beneden zynen' bek
zyn ook van die zelve verwe, en zyn
vinneken beneden de wamme isrood. De
ftaart is licht Zee-groen , als een ronde
Japanfche waejer met vyf dwars-boogen,
die van ’t lyf af al hoe langer hoe grooter
fla agter toe werden. Ook ziet men in
’t eerfte perk een rood bolleken naaft aan
den ftaart, in het tweede twee, en in ’t
derde drie bollekens.
N°. 247. Zien wy den Ikan Garopa On- j]jan-
goe Biroe , dat is , de Purpe en blaeuwe Garopa;
Ganopa-Vifch. Dezeis een voet groot, 0.ng°e
en zeer goed van fmaak ; blaeuw-agtig
van kop en ly f , vol donker-roode bollekens
en ovaaltjens, en met twee geele
överlangze breede ftreepen , die daar mede
ook geteekend zyn.
De bek is van binnen, blaeuw , beneden
licht appelbloezem , en onder het
00g hier en daar met Purpre en roode
vlämmekens bezet.
G g g 5 ' Alle