
Het Katwyks gebandeerd Toiletje.
Dit is een zoort van een dik zeer fraey
zwart Orangie, en wit gebandeerdTuit-
j e , o f Tólletje. Ik heb ’er twee van.
En ’t eene is my vereerd door een vriend,
die ’t zelf op ’t Strand van Katwyk ge-
vonden heeft. Het is by Bonannus in zyn
III. Claflis, N°. 66. te zien.
De Heer Kiggelaar, (die ’er meer van
bezat, gelyfc ook de Heer de Koning tot
Dordrecht, die’er alleen verfcheide, en.
zoo meine, vier zoorten van heeft) ver-
eerde my ’ t ander j dog ’t seid zaa mite van
allen bezit de Heer F ervel, Apothekcral-
hier.
De groene gebandeerde Siek.
Van deze bezit ik ’ereen paar, die my
de Heer Schynvoet vereerd heeft. Zy is
ongemeen fraey , en ik heb die by niemand
meer, dan by dien Heer, enoyden
Heer van Segwaart, gezicn.
VERHANDELING
D E R
WEST-INDISCHE
E N
ËUROPEISCHE,
SCHELTEN;
O F
Weft-In-
difche.of
Europei-
fche,
Schelpen.
DUBBLETTEN.
D
E Appelbloezeme Zee-Straal, o f
de groote Tour de Bra.
Deze , en de volgende heeft
my de Heer Albertus Sebat, tot
vèreerd.
De Adama? s Duhblet.
Dit is een ichoone roode Schelp, ( als
een Pofferken) die op Del Mina in Ajrita,
en op Curaçao, valt.
De Heer Seba, en de Heer Segveld in
's Gravenhage, als ook de Heér vàn Segwaart,
bezitten ’er eenige ván, enikheb
’èr nu ook een paar roode van, en een
fchoone van een Gredelÿn verwe, wat na
’t Appelbloezem trekkende,‘ . die my
veel gcid ko ft, en die oo'k zeer zeldzaam is.
De Franfche Quaker.
Dit is een bruine, en kleene Schélp.
, Ik heb ’er een paar van, datmÿvande
Heer de Koning vçreerd is.
D,e Violette groote Noord-Kaapze Moffel.
Een ongemeen fraey ituk, waar vaneen
paar heb. Men noemdze ook wel Tsland-
ze Moflelen} dog de Heer Foet bezit nog
een andre, de Hitlandze Mojfel genaamd,'
een hecrlyk ituk.
De Hollandfchè Mojfel.
Vàn deze heb-verfcheidene fraeije, en
fraey*geflepehè éttelyke paaren.
De kleene Noord- Kaapze Mojfel.
Van fatzoen byna als onze, donkervan
verwe •, maar veel breeder. Ik heb ’er
mede een paar varí.
De Hollandfche Slyk-Moffel.
DeZe is bleek groeö , plaPagtig , en
breed j hebbe ’er eenige van.
Ook is ’er nog een grooter zoort van
een ander fatzoen, en verw.
De Schevelingze Mojfel, of Braad-pan.
Deze is zwaar, dog fmal. Ik heb ’er
eenige van, en drie gepaarlemoerde, en
een diergelyke, van Frankfoort gekomen'*
maar byna de helft grooter, als de gemeene.^
Z z z z D i