
van de Siamfc taal hebben , zeggen, dac
Zf Maha Martia, of Manya genaämd was,
voor reden gcvende, om dat de Siam-
mers in hunne taal n.iet gewoon zyn de
n en d t r onder malkanderen te mengen,
dan in ’teinde van een woordof fyllabe,
waar op een medeklinker volgd.
r Hier uit is weer een ander Verdichtfel
van de Siammers gefproten, van welke
men zegt., dat zy gelooven, dat Jefus9
de Zoon van Maria , de Broedct* van
Sommona-Codom, en dat h y , gekruieigd
.zynde, ook geweeft is die fchelmagtigp
Broed^r, welke zy zeggen, dat Sommo-
na-Codom gehad, en die de naatn van Phe-
vetat gevoerd heeft; van welke zyfehry-
ven, dat hy in d$ helle met een ftraffc,
eenigilns na, die van ’t krüis gelykende,
geftraft zy.
De Vader van Sommona-Codom waseen
Koning van Teve Laricä, of van ’t •ver-
maard Ceylon-, zonder ons nogtans den,
naam van diep Koping j..ofden tyd van
zyne geboörte, öp te geven, van welken
zy wel veele wonderlyke dingen verteilen,
maar waar by ons egter klaar blykt,
dat hy van de menfehen geiproten zy.
Ook blykt ons hier uitaanftonds, waar
het van daän komt,' dac de Godsdienil,
en de Gp.den, of.Beeiden der Siammers,
zoo wel'met die der Cingaleelen over-
' cenkomen, vermiss de Vaaer van deien
Siamfen God cen Cingalces Koning geweeft
is.
Om nu te toonen, hoe milddadig defe
God geweeft zy, verhalen de Siammers,
dat hy alle zyne goederen aan den armen
uitdcelde, en dat hy, o f ditnogniet ge-
noeg was, lieh zelven de oogen uitge-
rukt heeft, op dat hem die tot geen zon-
den zouden können verleiden ; maar zy
voegen ’er nog iets by, dat by de meeften
voor geen werk van verdienite , maar
veel eer voor een verfoejelyk grouweift
uk, M doorgaan, teweten, dat hy zyne
Gemalin en Kinderen doodgeflagen,
en die aan de Priefters van zynEeuwtot
Ipyfe gegeven heeft > een zaak, daarom
te- Vieenader voorkomende, . dcwyl zy
niets zoo zeer verbieden , dan eenig
menfth, o f dier, te dooden; ten wäre
men met zommigen vaftftellen wilde,
dat de man onder de Siammers Heer en
meefter van zyn vrouw, kinderen, en
ilaven is, dat egter nog zoo klaar, als
zommigen fig verbeelden, niet bewelen
is.
Behalven defen Sommona-Codom, verlangten
de Siammers nog een t weeden,
van welken zy mede nogeengrootenop- |
hef maken, als van eenen , die groote
wonderen onder hen ftond te doen, en
dien zy Pra Narotte noemen. Zy gelo-
ven dit te vafter, dewyl Sommona-Codom
zelf dit hen voörfegt heeft.
zyv
verhaalen, dat hy twee van zyne kinderen
dooden , en die al mede aan deTala-
poins, o f Siamfe Priefters, te eeten geven
zal.
Zy fchryven hunnen Sommona-Codom
ook verder, om zyne fterkte te toonen,
niet alleen de overwinning over Pra .
Souane, een zckeren God, die aan alle de
. volmaaktheden van Sommona-Codom twyf-
felde, maar ook over verfcheiden andere
vermögende Goden, toe. f
Hy kon fig ook, zöo^y zeggen, zoo ;
groot en zoo kleen maken, als hy wilde,
behalven dat hy nu en dan wei geheel
verdwynen, en op dien zelven tyd weer '
op ’t hoofd van eenig ander menfeh lieh :
zoo licht vertoonen kon, dat die hem aan
zyne zwaarte niet eens gewaar wierd,
hoewel anderen hem daar klaar en on-
derfchcidentlyk konden zien.
■in Z y getuigenvatr heirr^därffyalle Zaa-
ken der wereld grondig kend , Zoo de
verledeneen legen Woordige, als toeko-
mende, en dat hy in zyn leven niet anders
gewoon was dagelyx te doen, dan
te valten, te bidden, en anderen met een
zeer heilig leven voor te gaan.
Zyne Beeltenis vertoonen zy van ver- De* *el®
guld koper, in hunne Tempels, zitten- Beeld!
de met de beenen kruifleling onder ’t lyf,
houdende de rechter hand tegen zyn
rechter knie, ende linker tegen Zyn buik
en boven op zyn rechter voet, zoo als
die boven de linker heenen fchiet. Op
zyn hoofd heeft hy een zeer fraejemuts,
die boven op een rond toorentje, een
fpan hoog, en aan wederzyden van zyn
ooren twee lange nedcxhangendelapkens
heeft.
Aan zyne rechter en linker hahd, pas
agter hein, vertoonen zy doorgaafis mede
twee van zyne Leerlingen, maar hunne
Beeltenis, hoewel mede verguld (de
eene van koper, dog die ter linkerhand
van fteen) is ongelyk kleener, als de zyne;
ook ftaat die ter linkerhand in een
fraei huisje , jzoo konftig, cierlyk,, en
Zoo net daar toe gemaakt, dat het ’er
even in fluic.
De Leerling, aan zynrcchterhandge- En die
plaatft, werd van hen PrdMoglä, endie v*n*yne
ter linkerhand, Prä Saribout genaamd. mcc,.
Agter deze drie Beeiden plaatzen de gen.1 "
Siammers doorgaans nog verfcheide andere,
zynde niet anders dan Offifcieren,
die tot het Paleis van Sommona - Codom
behooren, ’t geen fich vertoond als een
heerlyke Tempel, rondom welken een
groot Kloofter loopt, ’t welk medever-
cierd is,,met verfchcidenc Beeiden vän andere
Officiers en bediendenwelke bui-
ten dat Paleis hun werk- vinden; onder
meer andere naamen geven zy ook dien
van
Van Prä Poeti Tsjdoe, aan Sommona-Codom.
Ü b zc8Ben9 ^at hy ftierfaaneen kolyk,
ood. ’t geen hy door *t ceten van fpek kreeg;
hoewel zy zeggen, dat hy door de Z ie l.
van een Man (zekervcrvaarlykvolk,met
een breede tronie, zeer groote tanden,
met ilangen, in de plaats van hairen,
aan *t hoofd, en ’t geen fig alseendood-
vyand van Sommona-Codom, vanoudsher
verklaard hadf gedood- zy, die fig onder
de gedaante van een Vcrken voor dien
tyd verborgen häd.
Zy ftellenoök, dat hy gefondigd heeft,
en daar over geftraft, hoewel hy daar na
tot den ftaat der gelukzaligheit geko-
men is.
Voor Zyn överlyden had hy hen egter
zeer ernftig aanbevolen , om voor
hem Tempels en Beeiden te bouwen.,
om hem te eeren, en hoewel zy ’ vaft-
ftellen, dat hy nu hen nog goed, nog
quaad kan doen, richten zy echter nog da-
gclyks hunne gebeden tot nem,verfoeken-
de van hem alles, ’t geen zy van nooden
hebben. Ja zy meinen,dat Sommona-Codom
alleen voor hen, en voor geen andere Volkeren,
gegeven is, hoewel dit ons hier en
daar gehcel anders ‘
Hoewel het nu buiten kyfis, dat Zy
een groote menigre van Beeiden, welke
zy veel cere bewyien , opgericht hebben,
blyft het egter nog zeer duifter,
o f zy wel waarlyk eenig God eeren en
aanbidden j en veelen zyn van oordeel,
dat dit maar Beeiden zyn ter eere van
hunne Helden\ gelyk men dat mede onder
de Chineefen heeft, en wel eer ook
onder de Grieken en Romeinen zoo plag
te geichieden.
Wanneer wy nu den Godsdienft der
Choromandellers en Cingaleefen, mits-
gaders de Beeiden-, welke zy ter eere
van hunne zoogenaamde Goden oprich-
ten , eens tegen malkanderen vergely-
ken, zullen wy ons genoodfaakt vinden,
na een nette opmerking over alles, te
bekennen , dat zy in de meefte gronden
en zaaken overeenftemmen, en dat zy
dierhalven meeft door een en den zelven l
heilig fchynen op- en ingefteld, cn, by
de verhuifing der Volkeren, maar van ’t
eene na ’t ander land vervoerd te zyn;
waar ontrent ons de oude Heer van Goens ■
in zeker bericht aan haar Hoog-Edelheden,
’t geen wy onder de ftoffc van Ceylon
ontrent A°. 1675* aanhaalen, groot
licht geven zal, Wanneer zyn Ed., van
dete Cingaleefche Afgoden fpreekende,
zegt dat zy met de Beeiden der Siam-
mers zeer groote overeenkomft hebben,
gely* hy zegt, in Siam zeer klaar ge-
fien, en met verwondering aangemerkt
te hebben.
En dit is wel het vöornaamfte, dat
van den Heidcnfche Godsdienft der Siammers
(die verder groote overeenkomft
met’den Godsdienft der Cingaleefen, eri
Kuft-Heidencn heeft, alfoo hunne gronden
ten grooten deele een en de zelve
zyn) te zeggen valt.
Wat nu de verdereGodsdienften, die,
men hier duld, en öeffend, belangd. -
Men heeft ’er, buitende Heidenfche,
nogdeMohhammedaanfche, en deRoom-
ie.
Een groote menigte vän Moorenj Ma-
caflaaren, Maleyers, Javaanen, eii andere
Mohhammedaanfche Volkeren,‘ hebben
vryheid om hunnen Godsdienft hier
te öeffenen, gelyk zy ookmunne Priefters
hier in menigte hebben.
Daar beneyen is ’t( geheel Koningryk
^an Patani meeft Mohhammedaans.
De RoomFche Godsdienft nu (gelyk
wy reeds uit net vorige geilen hebben)
is hier meeft door de Franiche zendelin-
gen, Jcfuiten, en andere Priefters, nu
zedert 70 o f 80 jaaren herwaards irge-
voerd, waar doof (vooral na dat de
Koning, die A°. iö88 pverledcnisj hen
volkomen vryheit, qm die alömme.Voort
«vplaiitefi’, ^ggven"häd) ■men ’t ganich
Ryk door een groote menigte van zoo-
genaamde Chriftenen onder de Siammers
gefien heeft, hoedanige ’er ook nog wel
in ’t geheim hier en daar onder hen zyn*
dog het is zeker, dat zy,nahetdoodflaan
van den Griek Faulcon, en na’tverdryven
van alledeFranfchcn,dienGödsdienft weer
meeft immers zoo gemakkelyk verlaten,
als zy dien aangenomen hebben; te meer,
alfoo zy noit vafte gronden gehad hebben,
om den zelven met erhft te können
- aanhangen, en vermits zy te klaar be-
fpeurden, met hoe groote bitterheit de
nieuwe Vorft op de Franfchen, en hunnen
Godsdienft, gebeten was, waar op
ik dan vaftftelle, dat die meefte Uaam-
Chriftenen ten eerften weder afgevallen^
en volflagen -Heidenen geworden zyn.
Een zaak waar over de ganfehe wc-
reld heeft verbaaft geftaan, hoe dit met
de gronden der Franfche Paters heeft
können overeenkomen, dat zy aan Koning
Lodewyk de XIV. eer ft zoo hoog
van hunnen voortgang en de voortfet-
ting hunnes Geloors in Siam hebben op-
gegeven, dat zy geen twyffel ’er in ftel-
den, o f de Koning van Siam zou zelf
in *t kort Chriften werden, en dat dit
alles in zoq körten tyd in rook en wind
yerdwecnen is; van hoedanigen aard meeft
alle hunne bekeeringen in indieri, waar
zy die ook ondernamen, geweeft zyn;
cen zeer klaar bewys, dat de gronden,
waar op zy gebouwd hebben, niet goed
waren,
W