
ìi# Befcfaryvfag ler ME E.5TERS, PL A N-TE N *
kooze-boomtjen, dog hep. ftammetje is
wel zoo dik, als een kinds arm, graauw
V.an Ichors, die zappig is, en zieh aflchil-
len laat. De takjens, die dun en veel
Zya, hangen, wegons de zwaarte der
.Rlopmen , gemeenelyk meder , zoo dat
Zy beft ovjer lattcn geleid werden.
'Men heeft roode, en witte , enkelde
cn dubhelde.
De ypode doet de vertooning van een
uitmüntende fchoone en z.eer hoog-roode
Roos van de grootfte zoort s hebbende
v y f groote zwart-geflreepte bladeren, die
vooraan breed 9 dog agter wac toeloopende,
engeplooid zyn. In ’t midden-
ziet men den rood pilaartje met vy f don-
ker-ropde knopjens, als h luweel, onder
welk men verfcheide fnazelen met roode
franjeziet.
Zy ftaat in een groene kelk van vyf
blaadjes, die wat geftreept zyn.
Zy yerfchillen in bladeren niet veel van
cenj dog de witte'heeft lichter groene
en fmailer bladeren 5 maar hoe fchoon alle
d<?ze Bloemen van verw zyn,zoo heb-
ben zy dog geen reuk o f geur by zieh,
00k zyn zy van geen Zaad nog Vrugten
voorzien, cn maar gelyk als een zöort
van Malva. Zy Huiten zieh ’s avonds
toe, duuren nog wel een dag, maar val-
len dan ah Men plantzc met ftekjens
voorp.
Een ongemeen cieraad geeft deze gloe-
jende Bloem in de Tuinen, op de groote
Feeften , cn Maaltyden , zieh altyd
tuhchen de aangename Roetoe Roetee ,
Dahon Poetri, en andere groente aan de
Feeft-bogen, Kranlien, enz. vertoonen-
de, en alles een groote glans byzetten-
dc, alzoo het 00g van yder een aanitonds
op deze fterk fchitterende Bloem valt,
en daar door als verheugd werd. -
Het Gebraäd, Pafteyen, Taarten, enz.
werden ’er mede beitoken. De Jonge-
lingen, die ter Feeft komen,zyn ’erme-
dc opgecierd,en dragen die, als zydanL
len, o f Tsjakalile en fehermutzelen zullen
, ter zyden hare ooren , en tulfchen
’t hair, ingewonden.
De Dragers draagen ze 00k wel in de
hand, en men määkt ’er kransjes van,
4ie men op de JLyken van ongehuwde
perzoonen zet.
De roode diend, om ’er de fchoenen
Z\yart, en fchoon mede' te maken, waar
van de handen dan 00k bJaauw werden,
dat ’er met Limoen-zap en water weer
afgaat. *
Z y heeft 00k veel gebruik in de Ge-
nees-kunde. De wortels van de witte
yerkoelen fterk, cn dienen regen Koorten
dan wel de Vr.ugt.af, voor al, als men '
de bladeren van de ftok, met de bloem,
en korlen van de Papaja-J^rngt in fterken
azyn wry ft, en een zwangere Vfouw
ingeeft.
Onder de Bloemen werd zeer gepre- Boengi.
zen de BoengaPowany o f de Piramidadb ¡¡|§ |
,kläem9'zieh inSjfMli als veel Bloemen met
lange halfen tulfchen veel roode fchub-
ben by.een, hebbende vyf blaadjens, die
aan de eene kant open, zieh eerft licht-
rood, en daar na bloed-rood vertoonen,
körnende de eene bloem- voor, en de analere
na zieh te openen , doende de vertooning
van een fraaye bos by malkande-
ren. V an de: bloem komen met ’er tyd
platte Bezien met korlen. ' De zelve
geeft een fterke reuk, en is daarom beft,
als zy wat verre af ftaat.
Deze Bloem-tros werd mede op de Fee*
ften en Bruiloften gebruikt.
Men zegt,dat zy 00k goed is tegen’t
bloed wateren, De wor-tel is heerlyjk regen
de Roode Loop. Men wafcht de
jong-geboorene kinderen 00k weh met
deze bladeren.
Men heeft 00k van deze ftruik een
wilde zoort, diens bloem van de tammey
in geftalte, verw, en gebruik, niet veel
venchild. p •
Onder de Inlandze Bloemen heeft men De Tyfy
er, die dienen, om de tyd van den dag Moern.
net tc können onderfcheidcn , die daar
na BoeagaWattoej de 1yd-Bloemytx\ Boenga
Balitsjaja van deMaleyers, na ’t verande-
ren van hunne verwe , genaamd werd.
Vän deze heeft men een groote en kleine,
zynde in zieh zelven mede een
zoort van Althoa, o fIhuin-Mafoa,
De groote zoort van deze fchiet met
een rechte lteel op , twee vingers dik,
die met met ’er tyd krom buigd , en
een ftara van dric o f vier voeten hoog,
en een knie dik werd.
Hier aan komt een groote Bloem van
Vyf wyd-geopende bladen, wat wit ge*
llreept, en twee handen breed 5 dog zoor
der reuk.
Op eenen dag krygt zy driederley ver*
wen, zynde’s morgens fheeuw-wit, ’s
middags licht-rood , en ’s avonds roo- .
zen-roöd. Na Zons ondergang fluit zy
zieh , zonder öoit weer open te gaan.
j Hoe donkerder weer, hoe langer zy wit
1 blyft, en hoe fterker Zonnefchyn, hoe
eer rood, en hoe fterker van verw zy
I werd.
Zy diend tot een byzonder cieraad der
I Tuinen, en, daar gedaan hebbende, ver*>
j zameld men de zelve, en brengt ze na
huis in een ichotel, om de mengeling
2£n; de roode, in azyn gewreven , en cn de fraayheid der verwen te zien,hoeingegeven,
zyn goed, om Maand-fton
den te doen yoortkomen, dry vende nu
wel de witte hunne rechte, en de roode
alleen een uitwerking van de. Zon is ,ge lyk
De
Avond.
bloem.
De Paauwen
Kuif.
ßn GE^ASSEiST vàn AMßoilSf 'A. ' '
Bel# OT Sie 00k ’s avonds verlieft, voor Viofet-zwaft,en waar in vyf ò f zes drie-
B i i - v . .• ___/t*_i_____ U m I it in r ir r / * }fi‘\ 7 p rv rtxu äl, 200 men die tulfchen papier legt. \ o f‘ R n r tn f tP S '7 .v n .
De moer-ftam duurd mdar vyf of zes
jaaren, en gaat dan nie, wcshalven men
de zelve uit^de hier endaar weer opfchic-
tende planqes voortqueloen moet.
'Dusf'is ’ernog een Bloem,by den Inländer
Boenga Malam, de Jvond-Moem genaamd.
Het is een kleine ftruik, pas
een man hoog en een dtiim dik, al mede
een zoort van Malva. '
Deze ftruik geeft een geele bloem van
Vyf ronde bladeren, ontrent als een groote
Moegri-Moem, gaande met tnooy weder
vaft ’s namiddags ten twee ^ en an-
re wel meeft ten drie 'uureh open, höe-
danig zy ontrent een uur lang geöpend
blyft, büigende zieh dan wat agter over,
en daar na fluit zy zieh weer voor altydj
gevendenaderhand eenige Zaaden in fchil-
len, Waar van men andere Bloemen krygt,
alzoo de Heefter pas twee jaaren duurd.
Het werd in badingen en ftovinge,als
een zoört van Alihtea, gebruikt, en men
inaakt ’er pyniiillende plcifters'vanj
Daar is nog een kleinder o f w ilder zoört
van deze Avond-bloem , welkers ftruik
hoöger, en duurzaamer is. Deze geeft
een Bloem , wat grooter en geeler, als
de voorige.
• Zy opend zieh pas na de middag, buigd
zieh öok agter over, blyft tot vyf puren
öpen,eri fluit zieh dan mede voor altydj
dienende tot ’t zelve gebruik | als de
koorage»
Onder de Blöem-gewaifchcn moeten
wy gCenzins de Paauwen-bhem , o f de
Paawwen-kuify vergeten.
Zy groeid aan een ftam, die veel dik-
ker, als die van een Rooze-boom, is, Cn
werd wel zoo dik, als een gemeejne Pi-
nang-boom, hebbende een groene fchors.
Aan de opfchietendd groene rank ziet
men veel fteelen, van welke weer dwars-
fteelen, tegen eep ftaande, loopenj die
Vol kleine ronde blaadjens, byna als ’t
Tamarinde- , o f als ons Palm-blad, vallen,
welk zieh by paaren, vervolgens tCgen
irialkanderen ftaande, vertoonen.
kantige levervefwige Boöntjes zyn.
De bladeren van de ftruik fluiten zieh
’s avonds, en openen zieh ’s morgens.
De bloem houd wel agt dagen, zonder
zicll, als de voorigen te fluiten , Haar
geopenden ftand j dog werd met’et tyd
rood. Zy heeft geeii reuk | maar geeft ,
een fraay gezicht, en verciefd de Tpi*
nen ongemeen met hunfie goud -’ geelé
Verw.
De Bloem vertoond zieh boven, aan
’t einde der takjens,goud-geel, dog van
binnen rood, werdende ha eenige dagen
fchöon Vermilioen-rood.
In ’t midden van de goud-geele Bloem
ziet men elf roode lange draaden, met
tien bolletjens aan ’t einde, byeen , hebbende
de gedaänte vart een Paauwen-
Daar is nog een twèede zoört vän deze
Bloem , die t’eenemaal goud-geel is,
zonder ietS van ’t roode te hebben , 00k
duurd zy zòo lang niet. .
Zy word mede veel op de Feeften
kutf, waar na deze Bloem genaamd' is.
Het elfde bolletjeh aari deze draaden
is vry dikker, endaar aan komt een groene
Boon. -?
Deze Vrügt vertoond zieh als een
Turkze Boon , een vinger lang, een
duim breed, glad, hstrd, cn ryp , byna
, en groote Mäaltydcn , gebruikt
werd , oih de Feeft-bogeil, ’t Bruids*
Lcdikänt, en de Spyze van de voor- eii
na-tafcl te vercicren. Ook diend Ze op
de begraaffenis der jonge Lieden.
Men zegt, dat de wortel in andere
Landen een van d<i felfte vergiften is,
hoewel ihen hier, het tegendecl ondervind.
■ ■ • | ■ •' 1 •• É ,;
Onder de feloetnèn teld mén mède de De Boeri-.
Boenga Goelong Tsjoesjoe.y o f de in een ge- oe*
rolde Bloem, groeyende aan een krotti- Tsjoet*
me ftruik, die drie o f vier voeten hoog sjoe.
walcht, en ontrent de dikte van een been
krygt, verdeelcnde zyn tanken gemetne-
lyk in drièn.
Deze Bloem heeft èen langen hals,ge-
lykende zeer wel ha een ,NarciJpus , vef-
toonende vyf holle blaadjens als langwer*
pige fchelpjens, die aan'de kanten wit,
dog Van binnen hoog-geel zyn.
De reuk is fterk en lieffelyk , byna als
die van een Róos, behóudendè deze reuk
eenige d%en aan een, vallende eindelyk
a f , zonder Vrugt te geven, dan zeer
zelden.
Van Manilha'y èen Stàd ln de Fhilip- De
pynfche Eilanden , kotht een Bloerh, die {Jioem
men de Manilhafche Bloem -, dog op Batavia
de Witte Boenga Raja y noemd.
Zy groeid aan een läge ftruik van vier
o f v y f voeten hoog , hebbende weinig
en ranke takken, waar aan bladeren van
vyf duim lang, en anderhalve bi\eed zyh,
die zeer wel na een Perfiken-blad gely-
ken. Zy ftaantwee en twee tegen ceri,
zyn dik, zeer groen, glad, en wat fchuins
geaderd.
De Bloeth is w it, wat grooter, als een
Teyloos y of Anjelier, dik van blaadjens,
die omgekruld zyn,en zeer lieffelyk van
reuk,wat na die zelve bloem trekkendc;^
dog zy is niet fterk van reuk,-voor alby
fterke Zonnefchyn niet. Zy geeft geert
Vrugten , diend meeft tot eieraad^ der
Tuinen, gevende ’s morgens de hefte
reuk. De plant geeft witte dikke melk
van zieh, die zommige voot fthadelyk
F f 3 hou