
s 2 B E S C I I R Y V I N G E v a n
pfe volk- ging , -om zieh te ververichen, daar
zy ook verfch water gevonden hadden, i Lange en 3° 3 f menfehen van een ongemeene
menfehen lengte 5 voorzooverre zy , nog een goed
gezien. ftuk weegs ’er af zynde , zien konden,
vemamen, die, metftokken enknodzen
gewaapend , hen mec grove en luide
ftemmen , zonder dat zy hen verftaan
konden, toeriepen, behalvendatzy, een
fnellen voortgang maakende, met gewel-
dige groote ftappen, na. hen toequamen.
Wy, vertoonen dit land N . 8.H. en No.
p. I. zoo als zieh dat uiterlyk opdoet.
In ’t omroejen van dit eiland zagen zy
.eenige m#ftitieo, en ook een grooten man
met eenlange ftok enpiek, na ’tgeleek,
, ~är ook zagen zylzeer weinig of geen.be-
p bouwt land , dan alleen by een veribhe
nvier , daar de onze meinden water te
Jiaalen, doch konden ’er niet ontrent ko-
.^men $ ook vertoonden zieh daar over al
* Vierkante perken, van groen en verraaa-
kelyk land, even eens als in ons vader-
lana, zonder dat.zy de groente bekennen
konden,'ook zagen zy daar z praauwen
op .’t land gehaalt»
etdsmah nana daar op het befluit van met
l een OofterkogrS tot de lengte van zio
■ graaden, jen dan Noordwaarts tot de Z.
breed te van 17 graaden te loopen^ en dan
weer W. aan de Kokos en Hoorniche
eilanden ( by Wtllem Scheuten gevonden )
* aan te döSET^ örn "diäfte ververichen.
Den <Sdca dito' ’s middags zagen zy in
•t Z. ontrent 3 mylen van hen dit eiland.
Den 8ftca Januarii qaam hy op de Z.
breedte van 52 graaden 27 min., en de
lengte van 192 graaden 20 min., verneinende
dat men de N . O. miswyzing van
9 graaden hier, en iwaare deiningen uit
den Z. O. hadde, zoo dat uit die ftreek
feen land te vermoeden was. Ook was
it een vaar water waar op men zeer ge-
makkelyk van Batavia na Chili, alzoo ’er
niets in den weg was , zeilen kon.
Den i9den dito zag hy op 22 graaden
Pyluäarts 57 min., en op de lengte van 204 graa-
e^and* den, 17 min. (by de N. O. miswyzing
van 7 graaden 30min.) een eiland, 2 of
3 mylen in ’t rondbeflaande, ’t geen hoog,
fteil en bar was , het welk hy ’t Hoog
Pylftaarts eiland , om de menigte van
pylftaarten , die hy hier zag -, noemde.
Wy vertoonen ’t zelve , zoo als ’t zieh
opdoet N. 10. K. Hy zogt daar wel
wat nader by te komdn j doch ’twiert
hem door de Z. O. en Z. Z. O. winden
belet j daags’er aan zag hy nog 2 andere
eilanden, enquam den 2i“cndito aan het
Noördelykft, dat op 21 graaden 20 min.,
en op de lengte van 207 graaden 29 min.
De eflati- lag , daar hy 7 graaden 17 min. N. O.
den Am- miswyzing had. Dit was niet hoog. Hy
e^Mid noemc^e ’teene Amfterdam , en ’t ander
delburg." Middelburg. Wy vertoonen die beide zoo
als zy zieh van verre opdoen, No. 11. L.
Hy vont op ’teerfte verkens, hoenders,
en veelerlei fruiten, die de inwoonders ,
die zeer vriendelyk waren, hem toebrag-
ten. Deze vielen wat diefägtig j doch
fcheenen anders geen quaad in den zin te
hebben, ook waren zy van geen geweer
voorzien.
Deze 2 eilanden leggen N,. O. en Z. W .
van malkanderen, en was het Z. Ooile-
lykile wel het hoogfte , en ’t Noorde-
lykile het laagfte, even als Holland»
Kregen ’s middags . een praauw met 3
naakte bruine mannen aan boord , die
wat langer dän gemeene lieden waren,
van welke ’er een kort gefchooren , en
twee lang hair, en een Hein kleedje voor
hun fchamelheid hadden.
Hunne praauw was imal, agter en
voor een groot ftiik weegs overdekt, en
hunne panggaajen van een gemeene lengte
j doch ’t blad, daar zy mede Ichepten,
in ’t midden brSed.
W y tooriden en wierpen hen over boord
een ftuk l)rwaat toe , waar na een van
hen, die zeer lang onder bleef, dook,
doch hy quam daar na met het zelve weer.
boven, en lei dit, ten teeken van dank- v
baarheid, na dat hy in de praauw geko-
m en was, verfcheide maalen boven op
zyn hoofd.
Naderhand, alzoo zy met hun praauw
rtader aan ons boord quamen, wierp men
hen een hout met 2 groote fpykers daar
op gebonden, enmen reiktehen eenChi-
nees fpiegelken toe, en ook een keten Chi«
I neefche Kraalen , die zy met een lange
ilok na zieh haalden, waar aan z y , tot
vergelding , eenige van hunne vilchhoe-
ken, van een übort van paarlemoer ichel-
pen gemaakt, met een lyntje vaftbonden*
Eenige van hen leiden deze kraalen,
ipiegel, en keten, op hun hoofd, en
de middelfte bond de ipykers om zyn
hals.
Ook jeikten zy hen nog een ander fpie-
. geltje toe , waar in zy zien konden (alzoo
’teerfte door een fchuifje bedekt was)
S dat zy al mede op hun hoofd leiden.
Zy toonden hen ook een klappus, en
een hoen, envraagden hen met woörden
uit hun medegenomen vocabulaar na water,
verkens, enz. doch konden malkanderen
niet verftaan ; maar zy wezen de
onzen al na land, waar op zy weer daar
na toe , als o f zy iets naalen wilden,
fchepten.
’s Namiddags zag men veel menlchen
längs ftrand loopen, zommige met Witte
vaankens, dat de onzen voor vredeteekens
namen, die ook de witte vlag van agte-
ren lieten waajen , daar | op quamen 4
kloeke mannen met een praauken aan
boord , welker lichaam van de middel
tot de dyen fwart gefchildeit, gelyk hun
hals
S t a u t e n L n . n e t ' j ß e . z y f c e n , O n t p h t r m e t d e S e l t e n e n /
H e em s 1c e i ’ lf. ezi/ de/ Z e e h a e n o tu le 'r h & t CotTt/na/nde '¿’¿in. den/
JE._A.BEls T a . S , ine den. J a a r e j 6/ f.z . D e n 1 3 'D e c e m t e r .