
Mannen Vtouwen
Dedematen n 12
^Gömeenq Chriftenen ir8 u i
Kinderen in j de 39 14
Dito Suiten _JSchool y6 30
Doopkindercb. z 8
J r 22Ö_ THf
zz6
— /4U
Dien zelvön agtermiddag vertrökken
*wy &og van daar. na de Pas Baguvjalä ,
olWaär wy ’s avonds aahquamen.
Zondags den z 1 Äta dito vertrökken
Wy des inörgctis van daar Ua het Kafteel
Fidtpria, alWaar wy öp de middag aan-
tjuamen} na dat wy bevorens befteld
naddch, dat die van Alangopzn. byheb-
"bende goederen zöüden komeh äf Kalen,
um önze opgdiegde Kerk-bezoeking
weer van Larike te beginnen.
’s Maandags den ¿¿ften dito na de mid-1
dag ten vier uurcn vertrökken wy inge-
zeifchap van den Edelen Heer Gouverneur
weder vari ’t Kafteel, gaven ons
zelven de eere van zyn Wel Edelh. tot,
Negri Lima toe uitgclei te döen op Zyne
togt na Boero enz. 3 quamen DingSdag
den zjften dito onttent de middag daar
aan 3 wenfchten zyn Wel Edelh, alle be-
denkclyke voorfpoed'op Zyne reize 3 en
vertrökken , na dat wy ’s Woensdags |
den 24ften in den morgenftond zyn Wel
Edelb. hadden zien voorafgaan met zyn}
ffongj-vloot) na de middag na Larike 3 ]
älwaar wy rs avonds eerft aanquamen.
Larike. Dp Donderdag den afften .dito predigte
ik aldaar, en oedienae hfet H Ayond-
äan v y f Ledematen..
Op Vrydag den zöftch dito wierd ik
^enoodzaakt hier 5 wegens een gezwel
in myn mond , waar op voor twee o f i
drie dagen de kqortze volgde, te bly-
ven, in hqpe dat het wat beteren mögt} j
aqg, ziende dat het nog al toenam, zoo
ben ik, op Zaturdag den zj&ctx dito na
Älang. Jilang vertrökken, alwaar wy tegen de
middag aähquameh.
Na de middag bezogteri wy de Schoole
, in welke wy onder ’t opzigt -van
Meefter, Andries Peßloehpe, , een getal
van twee honderd en vyftig Schoolkin-
deren ter Rolle, dog daar maar honderd
cen-en-zeventjg ’er tegenwoordig voö- j
een 3 van welke ’er
yy. Die den Ichtitzaar vaardig opzeideft.
¿0. Rectteerden die ten halven.
I7. Waren ’er al vry vaft in ’t, beant-
woorden van de kleine Vraagen.
¿8. Die redelyk fchreven.
38. Die zeer wel konden lezen 3 en vond
’er de meeften al vry wolin ’t zingen.
Den Meefter is een noeft, yverig en
redelyk bequaam mah , en ftigtelyk Vift
leven.
’t Getal der zielen vond ik alhier te
beftaan, in de navolgende :
Mannen Frowinen
Ledemäteft 45 y j
Gemtcne Chrifteheh 32p 21p
Rinderen in "i de 144 ioö
Dito büiten jh Sehool pz 101
Döopkindcren. i i 7
~6 i z 48 5
622
........1108
. Uit deze Schoole ontfloegpp ^wy tien
jongens, en zes Meisjens, die te .groqt
begonden te werden.
De Boeken, tot deze Kerk en Schoo*
le behoorende, zyn deze:
r. N. T. van BrouweriuSi
1. Geneßs.
1. Heümius.
3. Carons Predikatien.
Z. Djalan Ka Surga.
3* Pfaltiihoeken*
6. Gatechifmkn.
jBa C. boeken-,
Tegen den avond traden wy j ha döt
wy twee Perzoonen , Joßph Siwlejei
en Gätharina Pati genaamd * hare bely*
denis j^ völg^is gewoonte ^ 'a%enomen
hadden,-ter Kerke^ mfi zoö de bejaaf-
den in -ft genjeen , als inzonderheid de
Ledernden , te öndertafteh in hare ken-
nis dntrent de gronden van onze Gods-
dienft ; vond daar een groote ichaare 5
dog de kennifle zober, voornameiyk in
Ld g^ üdgn, en in verlcheide Ledematen,
’t geen alles uit hare traagheid in ’t by-
woonen der oeffeningen in 'Gods^Huis,
igelyk haar den Meefter opentlyk in het
aai^ezigt zeide) voortkomt.
| Ik beftrafte hen dierhalven.jteet ern-
ftig, belafte den Meefter in het töeko*
mende de naamen der afwezige aän te
teekenen -3 en bedreigde hen daar over
klagte. ter behöorlyke plaatze te doen*,
vertoonende haar te gelyk hare ondaok"
baarheid, z-00 aan de Ldele Compagnie ,
die zoo veel onkoften oto haar, en hare
kinderen, deed, als aan ons,die ons niet
ontzagen |aarlyks zoo. .veel moeiten oni
haarent wille te doen, byaldien wy maar
iets tot deir aanwäich van hare kennifle
konden toebrengen 5 waar op haar
dan aanmaande dit in het roekomende te
Verbetereö j vermits zy , anders hande-
lendeg; en in hare öude verkeerde wegen
voortgaande, niet alleen-niemand meer,
dan haar zelven, bedrfegen, enverkor*
ten 3 maar hier na dit alles voor den
RigiUgterftoei
Gods eens zouden moeten
verantwoorden3. alle het welke wy on-
trent dit ftuk 00k in de vorige Dörpen,
by ons aangehaald ,de Mceftersin laftge-
geven, en die Ingezetenen der Dorpen
met allenemft dus voorgedragen hebben.
Noodigde daar op alle de Ledematen
aldaar, tegen’s morgens daar aan, ten
Avondmaal. I
Zondags den zSßen dito predikte ik ,
hoewel zeer onpaflelyk' zynde , aldaar
voor de middag , doopte agtien
kinderen, en bediende het hoogweerdig
Avondmaal.
Lilibov. ’s Maandags’s morgens den 29ften dito
vertrökken wy-na Liftboy, alwaar geko-
men zynde, traden wy ten eerften in de(
Schoole 3 vonden in dezelve , orider
Meefter, Pieter Majari, een wakker en
neerftig man in zyn dienft, en van een
zeer goed gedrag, honderd en drie-en-
tächtig kinderen, voor zoo verre ons by
de Rol bleek » dog maar negen-en-ne-
V gentig derzelver daar tegenwoordig.
Onder de laatfte vonden wy ’er
37. Die den Ichtitzaar ten einde toe,
12. Die denzelven ten hälven> eh dat al
vry wel, opzeiden.
J jv. Die de kleine Vragen beantwoordenj
37. Zeiden de -Gebeden byzonder wel
op, waren veerdig in ’t lezen, zingen,
'~en in ’t fchfyven, zoö van een Neder-
duitfehe, als Arabi fche, letter, al re-i
delyk, en de laatfte beter, dan elders.
W y ontfloegen hier uit de Schoole zes
Jongens, en twee Meisjens 3 die redelyk
bequaam, en al^ry groot waren, zoo
dat het niet wel langer diende uitgefteld
te weracn. PP
De Boeken, tot deze Schoole en Ker-
ke behoorende, zyn deze:
.. 1. Geneßs, nevens 1. zeer oud en verfleten.
1. Caron, dito.
4. Ichtitzaar, •_
3. Catecjoifmen.
1. Djalan Ka Surga.
3. Kitab Zaboer, qfte, ’Pfalmboeken.
6. A) 5, C. boekjens.
Na de middag begaven wy ons ter
Kerke, alwaar de bejaarden, zoo de ge-
meene,; als de Ledematen , ondervraag-
den, en een preuve van hare bequaam-
heid namens dog vonden die liegt, om
de bevorens aangehaalde redeneu > be-
ftraften haar ernftig , maanden alle tot
haar pligt aan, noodigdende Ledematen
alhier,tegen daags daar aan, ten Avondmaal
3 en bevonden de zielen alhier in deze
navojgende te beftaan:
' Mannen Vrouvsen
Ledematen 33 26
Gemeene Chriftenen 269 27p
Kinderen in de Schoole 113 -70
Kinderenbuiten dito 80 . 8(5 Doopkinderen. 7 1
j-io 45-8
-
/ p«8
Op Dingsdagdeh 2 eilen dito voor de
iniddag predikte ik aldaar, doopte agt
kinderen , en bediende het H. Avondmaal
äan de Ledematen alhier.
Dingsdggs den 3pften dito, ’s morgens Hatod*
vertrökken wy'na Hatoe , bezogten de
Schoole aldaar, pas na onze komfte aldaar,
bevonden in dezelve, onder’t opzigt
van Meefter, Livinus Mifquita, een-
en-negentig kinderen volgens de Rolle,
dog vap dezelve ’er maar twee-en-zeitig
tegenwoordig j van welke wy ’er
21. Beyönden, die den Ichtitzaar veerdig
opzeiden , zoö geheel, als' ten dee-
len.' En konden de Göbeden öok Zeer
wel öpzeggen.
I o. Schreveri maar paflelyki
10. Lazen redelyk wel.
Het zingen was maar gemeen 3 en de
Meefter een fchikkelyk, neerftig, en
ftigtelyk Perzöon jdog de veerdigfte niet
in zyne bedryven-, ’t geen meer aan zy*
ne natuurlyke gefteldheid , als wel aan
zynen yver, öntbreekt.
De Boeken, tot deze Schoole en Ke»
ke behoorende, zyn deze:
ii N .: T. van Brouweriuj.
II Caron.
'^Ffntrnmsrr'—
p.' Ichtitzaar.
1. Geneßs.
8. Catechifmen.
2. Pfalmboeken.
4. Djalan Ka Sukga -.
7. A) B} C. boeken.
Wy ontfloegen uit deze Schoole twee
Jongens, die redelyk bequaam , en van
die jaaren waren, datzc behoorden ont«
flagen te worden.
Na de middag onderzogt ik de be-
quaamheid der bejaarden en der Ledematen
in het byzonder, die ik aJ mede . ,
flegt bevond, om de vporige aangehaalde
redenj die ik vaftftelle, dat, niette*
genftaande al onzen ernft van vermanin-
gen , niet veränderen zal ten goede ,
maar ten quade wel toeneemen , byaldien
’er niet cenig ander middel, ’t zy
by de Agtbare Regceritig alleen, ’t zy by
onderling^overleg met den Kerken-Raad.
CLz, alhier.