
|B|1
PIH l IIttiT
i i l i B R !
I m m
l a
i l Éi
■ M
i t i i i
BÜ I Ü Í jß-fc'llÄp! IjSfjftv
88 A M B O N S C H E 2, A A K E N
Het in«
voercn
van ’t
i i B Ü !
i l *
P f - " ifv
h593. derland zyn eigen Predikant heeft, dat
immers hier veel noodiger was, daar ’t
meeft nogHeidenen, -dan daar ’t aile ge-
oefFende Chriftenen zyn.
Den 13 den January dezes jaars belaftten
haar Edelheden ook zeer ftreng, dat
men hier, boog Maleitfch voortaan leeren
Maîfitfch moe^ i d°g «it was alleen door ’t beftel
doorhaar van de Heer de Haas.
Ook is alle den arbeid van de Predi-
helaft,e^r Laoten en de Meefters te vergeefs geworden.
zedert dat men in ’t jaar 1689.
De boete ^en 2-3ften Maart in de tyd van de Heer
ophette de Haas (die zieh in veelen deele be-
Kerkgaan toond heeft een bitter vyand van de Pre-
fchaft. dikanten, en van de Kerk, te zyn,
mogelyk in wraak, om dat hy$ over
zyn vorig flecht leven, van den Kerken-
raad op Batavia niet al te wel na zyn zin
gehandeld was) de boete, te voren op
’t komen in de Kerk en in de Catechifà-
tiën, met goedkeuring der Regeering
en al in de Heer Speelman ’s tyd hier
ingefteld, wierd afgeichaft, waar door
veroorzaakt - is , dat de jongelingen en
meisjens, die zeer wel geoeffend uit de
Sçhoolen gingen, na uit de zelve verlort
te z yn , niet in de K e rk , nog in de
Catcchifatièn, zo wel als de oude lie-
den, vericheenen, waar door zy ten eer-
llen ailes, dat zy dus verre zeer wel ge-
leerd hadden, weêr geheel en alquamen
te vergeten j al ’t welke veroorzaakt
wierd door die fchielyke verandering
onder de Inlanders in zaaken van Gods-
dienft, al over langen tyd by de Kerken-
ordening quaad gekeurd, en waar op
ook voornamentlyk dat fterk verval ge-
volgd iSi
Iemana, die kennis van de Schoolen
in ’t Vaderland heeft, weet zekerlyk,
dat daar de boetens om de jeugd in hun
pligt, en behoorlyke order te houden,
van oudsher met veel vrugt in trein ge-
weeft, en tot nog toe zyn.
. En ichoon de Heer de Haas in dit
aflchaffen der boetens by den Inlander te
betalen, meeft daar o p z a g , dat hy ’t
onbillyk hield de Inländers door boete
tot het komen in de Kerk te dringen :
Een ftelling waar in zyn Ed. wel eenig-
zins in den eerften opilag fehynt gelyk te
hebben, alzoo men dit rtuk aan een
yders gemoed behoord vry te laten 5
maar men moet in opzigt van den Inländer
hier omirent een geheel ander oor-
deel als omirent de Chriftenen in ’t Vaderland
veilen, alzoo deze nog ten
Erooten dceleHeidenen en diein ’t Vader-
nd van ouders. tot ouders Chriftenen
geboren zyn.
Daar beneven, moeft men ( indien men
dit .hier onwettig keurde) zoo grooten
reekx van jaaren te voren den Inlarider
aan zulken wyze van boete te geven
niet gewend en vaftgemaakt hebben, zoo
men, met dat fchielyk af te keuren en
na te laten, den van nature tragen Inländer
niet ecnsklaps onherftelbaar als
wilde doen afvallen, om weér volilagen
Heidenfeh te werden: want als hunne kin-
deren in de Schoolen, en de bejaarden
wegens verzuim van in de Kerk te komen
geen boete meer gaven, zoo was
’t immers zeker, dat de kinderen niet ter
School, en de ouders niet ter Kerk zouden
komen, waar tegen de Meefters , de
Predikanten, ja zelfs de Regeering dan
ook niets verder (gelyk wy dit onder
’t jaar 170p. breeder toonen) doen kon-
den, behalven dat daar by alle de dienft
der Meefters en der Predikanten ydel en
vrugteloos geworden is , daar meh hier
nevens ook in agting nemen moet, dat
de E. Compagnie zoo veele Meefters uit
hare kas betaalt, zonder dat de Inländers
omtrent de School-dienft of Kerk-dienft
eenige laften dragen, daar de öuders in
’t Vaderland gewoon zyn den Meefter
uit hunne beurzen te betalen. Betaald
nu de E. Compagnie zoo milddadig de
Meefters, ten minften dat zy dit tot
haar voordeel hebben, dat de ouders
door een geringe boete verpligt werden
hunne kinderen ter School te zenden,
op dat hare onkoften niet te vergeefs
mögen zyn.
En wat het komen in de Kerk, o f by
verzuim van dien boete te geven, .betreft
( ’t geen niet alleen in Amboina plagt te
gefeniedenj maar ook op Ceylon, gelyk
men onder die Kerk-zaaken zal können
zien, en elders, van gebruik is) Zoo
men die \yft afgekeurd hebben , dan is
immers de dienft van alle Predikanten
hier, en elders, vrugteloos j en dan is
’t ook onnoodig, dat de E. Compagnie
zoo veel Predikanten tot verdere öekee-
ring van den Inlander in dienft houde,
alzoo wanneer de Inlander niet in ’t
gehoor van Gods Woord komt, hy on-
mogelyk kan bekeerd werden 5 waarom
ik van oordeel wezen zou, om den dienft
van de Predikanten hier niet befpottelyk
te maken, dat men dan ook maar te
gelyk de E. Compagnie van alle die
onnoodige koften, om zoo veel Predikanten
met zoo veel laft van gagie en
emolumenten aan te houden ,* behoorde
te ontlaften, alzoo dog op die fchadelyke
affchaffing van de zoo lang herwaards
ingevoerde boetens met al hunne Taal-
kunde en dienft niet het minfte op den
Inlander by ’t inflaan van die weg te
winnen , en zulx ook veel beter te ver-
antwoorden is, dan als men goed vind
om
»60$
VA N DES G O D S D ï E N S T. %
^ 93. om de Predikanten en Schoolmeefters
i ' * dus vrugteloos hun dienft te laten waar-
nemen, en de Heeren Meefters onder-
tuffchen tegen alle redelykheit zoo zware
koften te doen dragen.
Om alle de voornoemde redenen dan
zou ik beft oordeelen de boetens niet af
te fchaffen, om den dienft der Predikanten
1 en Meefters, mitsgaders de groote koften
der E. Compagnie ten minfte van eenige
nuttigheit te maken ? en vooral, om dat
die boetens in Amboina altyd zeer matig
eh met befcheidenheit gevorderd, en by
veel Inlanders zelfs-beter, dan de af-
febaffing, geoordeeld zyn.
Ik achtte ’t nodig, alvorens van dit
ftuk, van de boetens yan den Inlander
äf te ftappen, om ’er dit nog by te voe-
gen, en vertrouwe i, dat een aandagtig
en billyk Lezer my hier in volflagen
gelyk geven zal.
Dit nu is de wäre ftäat en reden van
’’t geheel verval van de Kerke van Amboina,
dat immers de Predikanten o f de
Meefters niet können gebeteren, en dat
niet minder, dän een bewys van ,de
H . traagheit, of luiheit (zoo het op net
oorzaak verkeerd vöörgeven van de Heer de Haas
van’tvcr- Haar Edelheden, zonder ons eens te hoo-
val dezer renj by hun fchryveris van ’t jaar 168p.
Kerkc* geerne zogten te düiden) van een van
beiden is.
Dit heb ik , dit hebben ook andere
V'ari myne Amptgenooten menigmaal,
in önze Kerk-berigten, aangewezen, en !
daar omtrent de huip der Regeering ver- 1
Zogt j dog nöit heeft een van de Heeren
^ ar Landvoogden zieh aan de zaaken of ’t
omtrent v^y^l yan de , Kerk zoo veel gelegen
de Predi- gelaten, om_met my, o f iemand van
kanten almyn Amptgenoteri , gelyk -wel behoord .
tever-C 5 daar over eens te Iprekeh, veel
geeft mp? oni eenig middel tot herftelling van
deden. ’t gebrek, dat wy aangewezen hadden,
te beranjen j maar alles wilde men van de
Predikanten hebben, die ondertuflehen
alles deden, wat in hun vermögen was,
zoiider dat het iet helperi kon, om de
reden, te voren gegeven. By al het
welke nog die groote verbyftering komt,
dat men een geheel land .en Volk dwinr
gen wil oin een nieuwe Taal, of Hoog
Maleitfch te leeren, qm de gronden van
bnzen Godsdienft te beter te verftäan,
daar men h.en niet bewegen kon, om
die in een Taal , die zy reeds verftaan,
in de Kerk te komen hooren predikenj
een zaak, die alle menfehen, die buiten
* diift Zyn, en reden gebruiken wiilen,
zekerlyk züfllen af keuren, envari welke
zy moeten bekennen, dat dit het regte
middel was, om de Inlanders, zoo zy
niet rceds weg bleven , weg te jagen:
want Wät luft kan iemand hebben in een
III. D e e l ;
Taal, die hy niet verftaat, te hooren 1693;
prediken, of te Catechizeeren.
I n ’t jaar idp4, den giften January, In'tjaai:
fchreven ook die van den Batavifchen iö04*
Kerkenraad, dat zy nevens ons van öorde'el
waren, dat de läge Mdleitfche Taal. beft Batavia
voor de Predikatien was\ alzoo die Taal ’t faag
voor hen V ftigtelykft wezen moeft, die zy
beft verftaan fandendog dat bet., hoog wc 1 c
Maleitfch egter niet vrugt van de Predikanten
en Schoolmeefters ( ktnnen het die
niet, hoe zal het dan de gemeinte verftaan
) ; kon aangeleerd werden-, op dat de
eerfte het aan de tweede, en zy dat weir
aan de School-kinderen zouden leeren, en
dus een yier bequaam zyn zoude om de
zuivere Taal, en om de heilige Schrift te
lezen NB. en te verftaan, die nu in de
rechte Maleftfche. Taal overgezet werd.
Den afften February belaften haar Geen Po^
Edclheden, dat geen Pqlitycq Com*-
miflaris in Kerkenrade zitten mögt, dan ¿an
die van onzen Godsdienft is, eh dat an* van onze
dersdenaafte aanhemdieplaatsbekleeden Gods-
moeft} hoewel men hier na .een man zal te
zien zitten, die nog niet gedoopt was. ' «nfteU
Ook verboden toen haar Edelhederi, len , qua-:
dat de Politycquen ’t geven vän Kerke- ,
lyke getuigeniflen aan iemand niet mogten e
beletten , gelyk men had tragten te
doen. , Ih dft jaar verfcheenen hier den i<5den D. D.’ ^ January D. Chriftianus FredCrtdus Nucella, ^octe-
en D. Cornelius Coeterier , gelyk bok ner .cn
D. Hodenpyl den iyden. April, zoo dät Hoden- ’
wy üu feen getal van agt Predikanten Pyi ’cr’
voor een tyd uitmaakten j dog ik ver- schryvers
trok na Batavia, om na *t Vaderland te vertrekna
gaan, D. Coeterier ftierf den 4den Juny, Batavia,
en D. Hodenpyl wierd in plaats van D.
JlmlinvM . die:. den ^oftea Tunv na Banda
vertrok j Op Hönimoä gelegt.
Dus nam tg dier tyd D . Van der
Vorm aan ’t Käfteel den Maleitfchen
dienft alleen waar, werdende de Neder-
duitfehe by D. Bierman en D. Nucella
vervuld. .
D. Coldedehorn wierd ook op een zeei* j>. col-
onwettige wy ze, en vlak tegen de be- dedehom
velen van haar Edelheden, door den Heer onwcttiS
Schaghen na Oma-gezonden, daar het de g jw j1*
poft yan een der, laatft aangekomene was
na een buiten-Kferk op een der eiländen
te gaan, .
Wat helpen dän al die beveleri van de
Heeren in ’t, Vaderland, . o f vari haar
Edelheden, als de Heeren Landvoogden
hun hoofd volgen, en , om hun doen te
dekken, het de naam geven, dat dö
Raad (daar in ’er geeri een zit, die hen
dürft tegenfpreken , ¿00,. hy niet wil
bedorven zyn) zulx beiloten heeft, die
immers de magt niet had , om vlak tegen
j de beveelen en bepalingfen van haar Edel* .
M heden