
Ï.6 a m b o n s c h e z a a k e n
Op wat
dag zy
hun
Godsdienft
waarncmcn.
djoe’s , o f witte Keelenj dög andere
grooten roode $ o f anders-geverwdc Tu'l-
oanden. Ik heb hen ook wel groene
Zicn dragen , zonder dat ik egter be-
fpeuren kon, dat zy daarom juift van
Mohhammeds bloedverwanten waren j
daar dit anders in ’t Turkze ryk geen
änderen , dän zulken, geoorlofa is,
Dat’ de Vrydag de dag van hunne
Godsdienifc is, op welke zy in hunne
Mafligit *s gaan, is allen, die maar iets
van dezen Godsdienft weten, bekend
Zy noemen dien dag
Hari Djoemäat, dat is, den dag der ver-
gadering ( dat van der Hebreen "inN CSV
Joom Achad, dat is, de eerfie dag, ont-
leend fchynd) gelyk zy zieh zelven ook wel
scLjaJj j ^ Abul el Sunnet wa
el Djamäat, dat is , Het volk der. Suna
(*t rechtgeloovig volk, dat de Suna, de
Wäre Leere, volgd) cn V volk der ver-
gadering, noemen.
W y zeiden te voren, dat de Mooren
doorgaans, cn vooral, hunne Priefters,
hoe bot zy anders zyn, veel beter Ma-
leits, dan de; Chriftenen, o f de Hei-
denen alhier, ipreken.
Waarom De reden daar van is, om dat men by
deMoo- dezen en genen van hen redelyke goede i
ren beter Maleitfche boeken, in een Arabifche let-
dan de’ ter met ^anc^ g e fr e v e n , vind, die
Chrifte- Äy malkanderen leenen, en aan den genen,
nen, die het können, ook wel uit tc fchryven
Ipreeken. g eVen.
Dit doet hen niet alleen meer kennis
vän die Taal, maar ook van veel andere
zaaken krygen, die zy anders zoo licht
niet zouden leeren.
Ik hebbe van deze zoort van boeken
verfcheiden by hen gezien, en ook wel
geleend, om uit te fchry ven.
Dus heb ik van hen nog deze navol-
gende met de hand gefchreven fchriften
onder my.
Welke Hhakajat Tanah Hitoe, o f de Gefchie-
Malatze denis der kuft Hitoe.
meieS* Hbakajat Nabi Moefa, o f de Gefchie-
Arabifche denis van den Propheet Mofes.
letter, de Hhakajat Nabi Jotfef§ o f de Gefchie-
Schryver denis van de Propheet Jofef.
Hbakajat Kelilah daan Deminah, dat
is, V Voorbeeld der oude Wyzen i by ons
in het Neerduitfch bekend.
Tadjoe Effalatina, anders ook, by de
Maleyers, Makota Segalla Radja Radja, I
dätis, de Kroon der Kooningen^ genaamd,
een heerlyk boek, en onder hen van ’t
zelve gebfuik, als by de ouden de
xu£airxiJ(~x van Xenopbon. Dit is door
eenen Boehari van Djohor gemaakt, en
*t befte Maleits boek, dat ik kenne.
Deze alle'zyn in Quarto.
Hbakajat Hhamza, o f de Gefcbiedenis
van Mhamza, dienende, om een Vorn:
dapper, en ftrydbaar te maken.
Hhakajat Radja Soeleyman^ dat is , de
Gefcbiedenis van Koning Salomon. Deze
twee zyn in Folio.
Noer Mohhammeds o f 7 Licht van
Mohhammed > handelende over zaaken van
hunnen Godsdienft, en over *t leveft van
Fatima.
Hbakajat Ifmajatient, dat is, de Ge-
febiedenis van Ifmajatiem, zeer dien-
om iemand een Wakker Vorft, en
een groot dienaar van Staat te doen werden.
Soelalet Effalatina, o f de Afkothft der
Köningen van de Maleitfche kufty en van
Malacca j dog dit heb ik niet in een
Arabiiche, maar in een Hollandiche
letter. Deze drie laatftc zyn in Quar-
Hhakcjat Radja Cambodja, dat is, de
Gefcbiedenis van den Koning van Cambodia.
In O&avo.
Hhakajat Mifa Gomitar, dat is, de Gefcbiedenis
van Mifa Gomitar 5 zynde een
.JavaaAfche gefchicdenis , welke ik op
Batavia bekomen heb. Een zeer dikke
Quartyn.
Coeripan, de gevallen van verfcheide
Javaanfche Princen, en PrincdTen in een
fraaie Foliant vervattendc.
Hhakajat Indrapatra, o f de Gefchiede-
nis van Indrapatra, vervattende verichei-
de Fabulen van dien Koning der Geeften,
mede in zeer zuiver en net Maleits op-
gefteld.
Hhakajat Tsjabaja Langgare, o f de Ge-
fchiedenis , genaamd den Glans van Langgare,
zoon van den Koning van Djim-
Mäarifet Ifalam, o f de Kenniffe van
den Mohhammedaanfchen Godsdienß.
Hhakajat Nabi Mohhammed , o f de
Gefcbiedenis van den Propheet Mohhammed,
zynde een befchryving van zyn leven.
Verfcheide boeken over hunne geefte-
lyke Rechten, en over den weg, doof
welke een Mohhammedaan zalig moet
Werden.
Het Vtorbeeid van de vertrooßing van
V herte, beheizende verfcheide oude Ge-
fchiedenilfcn der Maleyers.
Verfcheide Maleitfche Sjaiers, ot
Verzen.
De Gefcbiedenis van den dag dpsOordeels.
Hhakajat boerong Pingit, o f de Gefchie-
denis van de Mufch.
Hhakajat Radja Tambicbaja, o f de Gefcbiedenis
des Konings van 'Tambicbaja.
Hhakajat Segalla Soefoehoenan, o f de
Gefcbiedenis der Soefoehaenans, o f der Keiners
van Java , welke ik op Batavia te -
komen hebbe.
Ktnz
Io ’t jaar
1515.
Van de
Chriftelyke
Godsdienft.
V a n d e n G' O D S D I E N S T .
: Kenz ul Chafi, of de verborgene Scbat,
een zeer fraai boek, handelende van de
Schepping, van den Menfch, van de
Doöd, van ’t Graf, van den Antichrift,
van Gog cn Magog, van ’t laatfte Oor-
deel, enz.
Sariboe Matfal, o f de Duizend Raad-
zels, beftaande in vragen, en antwoor-
den, die meeft alle in Quarto zyn, en
eenige ook wel byeen gebonden.
Deze alle ^uitgenomen een o f twee)
hebbe ik in Amboina bekomen, en nog
onder my.
Daar is ook de Hhakajat lskender
Dfulcarnain, o f de. Gefcbiedenis van de
tweehoornige Alexander, beheizende de
daden en ’t leven van Alexander de Grootej
en meeft dienende om te toonen, dat hy
’t Ooften niet alleen overwonnen j maar
dat hy de wereld ook tot het Mohham-
medaanfeh Gelooye- ( een grove misflag)
x7
gebragt, heeft. Ik heb veel moeite ge-
daan, om dat boek te bekomen j dog
heb het noit können magtig werden} gelyk
ook niet dat van Mohhammed Hhanifijah,
’t- geen dienen kan, om iemand tot den
ftryd aan te moedigen, en dapperheit in
te blazen. En zoodanige zullen ’er ze-
kerlyk meer onder hen, enelders, verborgen
zyn, die ik noit gezien heb,
hoewel hunne meefte gefchiedenifien met
veel verdichtzelen opgevuld, en dierhal-
ven meer gericht zyn, om iemand de
Maleitfche Taal, dan wel eenige waar-
heden, o f fraaje gefchiedeniflen cn zaaken,
te leeren.
D it was het, ’t gene wy van den Godsdienft
der Mooren hier te zeggen hadden.
Nu zal het tyd werden, om van de
Chriftelyke Godsdienft mede eens te
fpreken.
D E R D E H O O F D S T U l
V An de Chriftelyke Godsdienft. En vooreerft van de Roomfch-Catholyke, om-
trent ’t jaar i f j z . hier begonnen. Eerfi onder die van Hative. &c. i Parmain,
en Ajapayl’s vjedu'we, hevens meer andere gedoopt. Don Emanuel van Hative, by de
Portugeefche Scbryvers geroemd. Virhuizing der Portugeezen van Picapoli, d'A-
zevedo herneemd Picapoli. Die van. Soya werden Chriften. Öok Amantelo, en andere
dorpen van Leytimor. Groote verandering door Xaverius hier te weeg gebragt, na
V opgeven der Roomfch-gezinden. IVaar op zieh de vervolging onder Laulata opdede.
De Chriftenen door de Saa gered. En krygen een andere gedaante. Javaanfche vervolging
in V jaar 1 f t f f . Liflabatta bekeerd. Zoo men voorgeeft. Roebohongi diaingt
de Portugeezen te verhuizen. Die van Noeflanivel, en Oerimefling ly den om den
.Godsdienft., Dg Hitoeezen door Roebohongi gered. Siegt gedrag der Portugeezen,
die alles web afbraken, dat doo% .andere gebouwd was. De Hitoeezen roepen de Javaa-
nen weder ie hulp. Nemen Mamalo m. " Worden Hott Steven van der Hagen gefiuit.
Don Andrea Hurtado herrieemt alles.:, Waar door ook de zaaken van den Godsdienft
zeer veränderen. De Koning van Noeflanivel word, nevens andere, Chriften.
Steven van der Hagen neemt geheel Amboina in, waar door ¿g Roomfche Godsdienft
gg» einde kreeg. De inhoud van deze dienfi kortelyk voorgefleld\ Een groote Vontc in
zee geworpen. ^
D E Chriftelyke Godsdienft,
voor zoo verre die hier oit bekend
was, is o f deRoomfch-
- Catholyke, o f de Hervorra-
de geweeft.
Gelyk de Roomfch - Catholyke veel
oùder in tyd, dan wel de Hervormde
Godsdienft, is, alzoo is zy ook hier eerft
bekénd geweeft, en ’e r door de Portugeezen
ingevoerd.
Wy hebben bevorens reeds getoond,
dat zy allereerft , by voorval van fchip-
breuk , met Kapitein Serrano in ’t jaar
i p f . hier op Aflàloelo, o f Noefla
Telo (dat Jarricus Roflatel, en andere
Rucutello noemen) gekomen is, en dat
de Portugeezen , daar wel ontfangen S S"
zynde, zedert de gewoonte hadden van
nu en dan om water in Amboina aan te
komen. Dit gefchiede echter zoo ten En VQO
eerften niet: want Serrano met zynefchip- eerft de
breukelingen in Ternate, en daar aan Rooms-
zyn çinde geraakt zynde, zoo keerden ^atho|y-
lang daar na eenige van zync medgezel-
len weêr na Goa, en gaven daar toen te
gelyk berigt, zoo van hunne verrigtingen
in ’t gemein, als dat zy Amboina ont-
dekt hadden.
Hier op quamen in ’t jaar i y n . o f in
’t jaar iy z z , van de vloot van Antoni
D z Briíf