
tegen’t lyf. Die *er onder komt is ook
Zee - groen , even zoo van graaten , en
met een rooden binnen-zoom bezet.
Het geheel ly f is als eenPampus-Vifch
van gedaante , dog cirroen • geel van
grond, met roode en Zee-groene dwars-
banden, wat na voren toe gebogen over
’t geheel ly f , en tot aan den ftaart toe
gaande , zynde ieder band op zig zelvc
tuflchen twee fyne zwartç zoomen in ,
dog tegen de andre Zee-groene zoo aan-
itaande , dat zy maar eenen band uitma-
ken. Zy vertoonen Zieh alle wat fehuins
met het holle na den ftaart, en met de
bogt na den kop toeloopende.
De boven-voor-vin is donker-Zee-
groen, en vol roode doorns , dog de ag-
ter-vin ( die uit zes rondgebogen en wyd-
uitgaande Zee-groene, roode, en Purpre
kringen beftaat) is citroen-geel, waarop
zig eerft een Zee-groene kring, als een
poortje, daar na een roode, diewat groo-
ter bogt maakt, dan een Zee-gróene,
cn eihdelyk een breede Purpre bogt, die
zig ’t wydft van allen in ’t rond uitzet,
vertoond.
De onderftc agter - vin is by na mede
Zoo van kringen en beloop -, dog hier is
cerft een kleene Zee-groene en roode
kring op een citroen-geelen grond , daar
na een Zee-groene met watgrooterbogt,
dan een wyder kring van een Zee-groene
roode Zee-groene geele en Zee - groené
kring tegen een, alíe te zamen maar iéene
kring uitmakende, hoedanig ookdevier-
de kring uit een Zee-groene, roode Zee-
groene, geele, en Zee-groene tegen een,
beftaat. De laatfte, die degrootftebogt
maakt, is Zee-groen, rood en zwart tegen
een , met citroen - geele en zwarte
fraanje *er buiten om bezet.
De ftaart is fchoon Zee-groen, en met
agt roode ftreepen overlangs 'er over.
De fmaak van deze Vifch is , gelyk als
die van al de Pampus-Vifch, zeer lekker.
Peniop N°. 32.3. Doet ons den Peniop Pan-
Vwà]zn£.djang, dat is , de lange îrompetter zien.
Een. Vifch van een wonderlyk fatzoen.
Hy is by de twee voeten lang, waar van
de kop en bek by na een vierde uitmaakt. 1
Zyn mond-ftuk is Hemels-blaeuw, Zee-
groen , rood, en citroen-geel, op welk
laatfte zig by de kop twee roode bolle-
kens naaft malkandren vertoonen'. ??
Het oog is donker blaeuw , de appel
Orangie , en de buiten - kring , als een
rad, dat uit twee Orangie, en twee roode
deelen beftaat. De kop fcheyd met
een band van rood, en blaeuwagtig Zee-
groen.
j Het onder en boven-lyf is,licbt-Pur-
per, bovén met vier, en onder met drie
Zee-groene vlekken geteekend.
Het middel-lyf is citroen - geel met1
zeven zulke Zee-groene vlekken.
Op den rug vertoonen zig zeven roode
doorns, door hoedanige overlangze ftree-
peh ook het middel-lyf v an ’t bovenfte
e h ’t onderfte afgefcheiden is. De vin
tegen *t ly f is kleen citroen - geel, met
zwartfc graaten , rood tegen’t ly f , eh
met een citroen-geelen band gefloten.
De boven- en onder-vin is Zee-gro,en ,
vol fyne zwarte graaten, die Hemels-
blaeuw van zoomen tegen -t lyf, enrood
van buiten- zoomen na de kant van de
ftaart toe zyn.
De ftaart is geel, vol zwarte graaten ,
by na rond, en met twee blaeuwe boUe-
kens met citroen - geele halve buiten-
kringen. De buiten-zoom van den ftaart
is Purper. Ook is de ftaart door s een
diergelyke band v an ’t lyf gefcheiden.
Deze Vifch werd niet gegeten.
N°. 324. Ziet men den Ikan Pampus
Tereloc, dat is, de uitnemend-fraeje Pam-
pus-Ftfch. Deze is van groote en fmaak,
als een kloeke Gallioen-Vifch, o f als een.
groote fchol.
De bek is Purper en Zee-groen , de
kop maakt als een groote breede witte
dwars-band, hoedanig tot agter toe zieh
nog twee witte, en twee, nog veel breeder,
zHvarte dwars-banden, die den ge-
heelen Vifch uitmaaken, vertoonen.
Op den kop ziet men een.Zee-groen
döfff ’ni^’eeh fyne zwarte kring, en om
’t zelve een raa , van drie Purpre 1, en
drie citroen-geele blokjens, en dan boven
nog een Zee-groene buiten-kring ’er om.
Dit oog is vry groot , en het is, o f ’er
nog een zwart oog met een citroen-
geele en roode halve kring onder tegen
aan ftaat.
Ook is de kop voj geele, roode, en
zwarte ftreepen.
De vin tegen’t ly f is geel, Orangie ,
en roodagtig , blaeuw tegen’t ly f , en
met een roode een blaeuwe bana. Die
’er onder is even eens van verwe , als die
’er boven ftaat.
Onder tegen den buik aan vertoonen
zig drie groote doornen, en van daar
rondom de vin , o f Viich zelf een fyne
Icitroeh-geele en zwarte fraanje. §
De boven-vin is kleen, citroen-geel,
en met drie groote blaeuwe doornen bezet
van welke zig verre buiten de Viich
een imalle boven-vin wel twee a drie vin-
geren lang, en die Zee-groen zwart, en
rood van ftreepen is, vertoond.
Tuflchen de zelve , en de agter-vin ,
vervolgt die geele vin met nog vier blaeuwe
doornen, even eens als de vorige, a.
Agter tegen’t lyf boven is een ronde
vin , met roode en witte fchuinze banden
, met een fynen z warten buiten-zoom,
en een wit-agtige zwarte onderzoom j en
bui-
Iká’n
Pampus
Tereloc.
Ö E G U f E M B V I S S C H E Ñ v á Ñ a M B O I n a . 4 4#
buiten om dien buiten-zoom noggeeleen
zwarte fraanje.
De ftaart beftaat uit .citroen-geele en
Zee-grocne fyne ftreepen , die overlangs
loopen , en agter aan een Purpren zoom
hebben. Het is èen van de fchoonfte en
vetfteViflchenj diedeZeeuitleverd j dog
deze is ongemeen en zeer net van teeke-
‘ ning, en daar benevên zeer zeldzaam, körnende
zoo fraey zeer weinig voor.
... N°.$2j\ Vertoond ons een Ikan S owahggi
Sowang- HidfoeMerahj) f een rooden engroenenl'oover-
giHidjoe Fifth, van’t z e l v e fatzoen, als de roode
Merah. Topver-Vifch 94* befchreven ,
dog hy verlchild zeér van den zelven in
opzigt van 'zyn verw , en teekëning, al1-
zoo de kop en’t lyf dan zeer Zee-groen ,-
en ook vol roode ftreepen op de kop met
' een Hemels-blaeuwe dwars-ftreek voor’t
oog, dat zig als een blaeuw Zee-groen ^
, en rood rad vertoond., en vol heele bol*
lekens is. ,
De bovert-vin is eeh opftaande zeyl met
negen groote lange döorns , die rood en
citroen-geel zyn j dog de vin zelf is
Hemels-blaeuw van verw.
Agter tegen’t hoi van den ftaart, dat
zig als een groote halve Maan vertoond,
ziet men tWaalf röode halve bollen j te
zamen als een Huit-zoom makende. De
groote vin op ’t lyf, na agtcren en na onder
en boven zig uitbreidende, is geel
en rood.
Het lyf vVerd door een Hemelsblaeuwen
band van den ftaart gefcheiden. jj
uv • No. 32.6- Doet ons den Pangizap, dat
hngiiap. JeaZujgir jien. Bit Vifchje is. als
een gemeene Spiering , blaeuw van kop
' (waar op zig eenigé roode ftreepen , zes
Orangie bollekens, en twee Purpreltree-
ken, een boven aan als een drie-höek, en
een beneden , ontrent de middel- vin ,
vertoonen) voor aan den bek, en pas er
agter cïtrôén-géel geteekend zynde, van
hoedanigen verwé ook het oog met zyn
rooden appel en zwarten kring is. H - ~
Het halve lyf, na den kop toe , is ci-
troen.geel, mét ien fyn netje vol rmt-
iens . o f maazen ’er op , daar na komt
’cr een blaeuwe dwars - ftreep tot lchei-
ding van’t onder- en boven-lyf, zvnde
het onderfte licht-bruin met vyf roode
overlangze ftreepen. ,
De vin tegen’t ly f , en die er onder ^
is blaeuw*, met drie roode banden over
ieder, en die tegen’t lyf is voor , tegen
’t ly f aan rood, met eenOrangie-agtigen
band bezet. ' ’ 'v
De boven-vin is lang, boven rood, m
’ t midden geel, en onder Hemels-blaeuw.
De onder - vin is onder en boven met
èen Hemels-blaeuwen zoom, en in’t midden
citroen - geel na de buiten-kant, en
rood na’t ly f toe'.
in. deel.
De fteert is door een rooden band van ’t
lyf gefcheiden, en door zoo een agter—
zoom ook gefloten. Hy is Zee - groen *
vol zwarte graaten , wat waejer-agtig ,
met twee roode en Orangie bollen dwars
naaft malkanderen ’er op., dog de zyde-
lyften zyn fyn Hemels-blaeuw;.
Het is eeh lekker Vifchjei
No. 327. Vertoond ons den Ikan Batoe- Ikah
MataBintang, datisj denKlip-Fifcb jjm K M
Ster-oogpn. ■ Bintaogi
Het is ock een kleen moy rond , bolj-
en lekker Vifchje, dat ook kleen enHe-
melsblaeuw van bek, die met een rooden
binnen.zoom bezet is. Be kop vertoond
zieh boven Zee-groen , waar op men ’t
oog zietj dat citroen-geel van grond, zwart
van kring, e n rood van appel is.
Rondom ’t oog vertoohd zieh als een
grootc roode Ster met zes vellingen rads-
gewyze, en tuflehen ieder twee vellingen
ziet men een 1‘oöd bolleken, drie
onder, en drie boven. #
Verder vertoond zig in den beneden-
kop den Hemels-blaeuwe overlangze
wat gebogene breede band , met een fyne
roode ftreep ’er över , en met een ci»
troen-geelen, en dan nog een fynen zwari
ten buiten-zoom ’er tegen aan, zynde
onder verder citroen-geel.
De kop is door een roode doorgaande
dwars-ftreep van ’t lyf afgefcheiden.
Het middel- ly f na den kop toe \ is licht-
bruin , met een overlangze tot aan eeh
Hemels-blaeuwe wat gebogene dwars--
ftreep, die ’t onder-lyf, dat citroen-geel
is, van *t boven-lyf affeheid.
De vin tegen ’t ly fis Paars , met zwarte
graate , en citroen-geel tegen ’t lyf*
met een rooden band, en een zwarten buiten
zoom. - J V
De boven-vih is agter wat rohd, Zee-
groeü van verw met röode zoomen.
De onder-vin, die ook wat rond agter
loopt, is licht-Purper, met roode
zoomen , en met twee Zee-groene doorns
’er boven aan.
N°. 3 28. Vertoond ons den Ikan Ba- ikan
toe Sama pedati Mata-nja, dat is , den B«peSaa
Klip-Fifch met een oog als een Rad. Het M g® !
is een groote i fchooiie, eh zeer lekkere
vette Vifch.
Hy is geel en rood van bek, met veel
zulke vlammen na beneden to e ', dwars
en regt over een Orangie-grond, die me«
eenCn de wamme uitmaakt.
De köp , die vry groot en vol roode
ftreepen is , vertoond zieh Zee-groen ,
uitgenomen beneden aan de agter-kant
van de buiten ftb röode bogt op ’t ly f, cn
nog een kleen ftreekje boven aan den kop
tegen de röode febeiding , op ’t lyf, Kai
tegen den bovenften överlangzen breeden
band, die over ’t lyf loopt.
L 11 • Het