
Behan*
deling
der Ge-
richts-
zaalcen.
goed en menigvuldig. In ccne week kan
hy a a 300000 man by eenkrygen, en
zyne Legers beftaan gemeenelyk uit et-
telykehonderdduifenden, die hem ophun
eigen koften , als hy ’t maar vorderd ,
moeten dienen* ,daar ’t hem behaagd}
hoewel hy noch zomtyds aan de zelven
wel eens de gunft bewyft, van hen ee-
nige drooge Ryft te geven, wanneer zy
daar zelf niet voor hebben können zor-
gen. . .
Zy voeren meeft pyl en boog, 00k wel
lange en körte pieken, doch veelen van
hen wetcn 00k met Roers vry wel om
te gaan, andere weer gebruikenfchilden
fwaard.
Kanon, DonderbulTen, endiergelyke
Oorlogs-^tui gen, hebben zynuen dan me-
de wel} maar wetcn ’er niet wel mede
om te gaan * alfoo hen in alle de Krygs-
voorvallen ’t hert ontbreekt.
Zy zyn 00k van Ruitery voorfien, dog
hebben daar niet veel aan, vermirs die
maar een houwer en een ledere fchild
hebben.
Zy gebruiken 00k veel Olifanten, met
gewapende mannen ’er op, in den Oor-
lo g , die wel de voornaamfte Ruitery
van hun Leger, en ’t grootfte dcel van
hunne hope, wegens een goeden uitOag
uitmaken, alfoo zy hen daarop voorna-
mentlyk vertrouwcn. Weshalven zy
00k dagelyx hun werk ’er af maken, om
defe dieren ten Oorlog te oefFenen, en
te gewcnnen, dat zy voor gecn Kanon
fchrikken j hoewel ’er 00k veel tot het
na-voeren van ’t Gefchut, bagagie, en
de levens-middelen gebruikt werden.
Dus heeft hy 00k een groot gctal van
Galeyen, en andere Vaartuigen, die ten
Oorlog toegeruft, en van al bet noodi-
ge, om zyn Vyanden daar medeafbreuk
te doen, voorfien zyn. Dog zy voeren
gccn fwaarder Gefchut, dan kleene Baf-
len , waar mede zy egter noch al veel
zouden uitvoeren, zoo zy zoo kleenhar-
tig niet waren.
Wat fatioen hunne Vaartuigen , of
hunne Balons en Speel-vaartuigen hebben,
en hoe koftelyk en cierlyk die op-
getoid zyn, kan men in de Reifen van
den Ridder de Chaumont, van A. Bo-
gaard, en anderen fien, daar zy zeer
net afgebeeld werden.
Oncrent hunne Gerichts- zaaken hebben
de Siammers een zeer nette ordre,
alfoo men by hen , volgens de wetten
des lands, die alle in detJ.Taal belchre-
ven zyn, vonnift; maarbehalvenbeGe-
rechts-banken in alle de iteden, is ’erals
een Hooge Raad , o f opperfte Holdes
Gerichts, in Judia, beftaande uit jnegen
Raaden , zynde vyf Ovaas, twee O-
pra’s , en twee Olangs, die de zaaken
zonder verder beroep afdoen.
Zoo *t nochtans geheurd, dat hen ce-
nige fware doch twyfFelachtige zaaken
voorkomen, waar aan de noçdige getui-
gen o f bewyfen ontbreeken, mocten de
verfchillende partyen met een zondcrlin- fe en zeldfame wyfe van eed-fweering
unne zaalc goed maken, en de zelve
bewyzen, ’t 2y met onder water te dui*
ken, ’t zy met de handen in ziedende
Olie te fteeken, o f wel bloots voetsover
’t vuur, of heete plaatçn tegaan, ofoök
wel met een befworen klomp in te flik-
ken, waar van wy breeder onder de zaaken
van hunnen Godsdienft zullen fpree-
ken.
Gelyk de Siammers hunne tyden van
droefheit hebben, alfoo ook van vreug-
dc, op welke zy fich met verfeheidener-
lei Speeltuigen, na hunne lands wyfe ,
vermaken. Zy hebben een foort van
Vioolen, met 3 fnaaren, diezyTrönoe-
men; en een, foort van Blaas-tuigen, Pi
genaama, ' meeemgfinshabnTe Hautbois
gelyken.
Ook hebben zy een foort van Trom-
petten, en hunne verdere Speel- tuigen
zyn Gongen, en Tjfa's, of Oofterfe Trom-
melkens, die wy bevorens reeds befchre-
ven, en afgebeeld hebben.
Men heeft hier ook veclerlei foorten Dieren;
van groote en kleene dieren, en zeer veel en ’t on-
ongedierte. R^j| Hjj | 11 HR -?rvr" gedierte
Ongemeen werd men hier van demie- 8^®.
ren, en voor al van de witte mieren ge-
plaagd. De muggen zyn hier zoo onge-
loovelyk veel en groot, dat zy in ftaat
zyn om iemand byna .dood of blind te
fteken. Dus heeft men ’erook duifend-
beenen , en vuur-vliegen in meenigte.
Gelyk onder de groote dieren hier de De witte
Olifant de voornaamfte is,' alfoo fiet men ^ fant»
die hier zeer groot, van 10 a 11 voeten
hoog, en menigvuldig in de Boflchen
van verfcheide foorten.
Men heeft ’er gemeene van lcouleur,
en ook witte, en roode Olifanten, gelyk
de Koning van Siam in zyn trotfe
Eertitels ook daar op roemd, dat-hy die
befit. -• ... , .■...... ..
De roodeisimede wel zeer zeldlaam,
van welken de Siammers ook wonderen
weten te verhalen} maar de witte is veel
ongemeener, en voor hooger en Heiliger,
niet alleen by hen, maar voor al
ook by die van Pegu geachc,-alfoo hem
die als iet heiligs aanbidden.
Defe werd zeer zelden gevonden, en
als hy al geworpen werd, werd het voor
een wonder geach t.
. A°. iyö8 zond de Koning van Pegu,
gehoord hebbende, dat ’er in Siam een
witte Olifant was, een Gefant met groote
Gefchenken aan dien Vorft, bieden-
de verder aan die van Siam, om hen alles,
wat zy voor dit dier begeerden, te
wiltvilteh
geven} doch die van Siam , niet
genegen dir dier te mifien, Wilden na
geen bidden en fmecken om het zelve
iuifteren, waar over de Vorft van Pegu
200 vertobrnd wierd} dat hygoedvond,
hein daarom alleen den Oorlog aän te
cn > gelyk dat ook verder zyn welvaren
heef eD z^nen ondergang veroorfaakt
In t jaar ifyo had de Koning van
Pegu (zoo Vtnüent le Blank gexxdgi) vier
witte Olifanten voor zynen wagen.
Wat voor A°. it fjj wierd ’ereenjon-
ge witte Olifent in Siam gevangen, waar
over die Vorft wel zeer verblyd was }
doch het duilrde niet lang j alloö hy in
r gemelde jaar fchielyk ftierf, •Waar over
zyn Majefteit zoo ontfct Was, dat hy
belaftte alle de Öaven, die op dit beeit
gepaft hadden , öm te brengen. Ook be-
toonde de Koning zelf voor dir dood
?oc^ cen gr0ote eerbiedigheit, be-
laftende het zelve by een van de voornaamfte
Tempels te begraven , en een
Pyramidaal huisken boven het graf te
maken} doch naderhand wierd het weer
°P8e8raven j en met een grooter pracht
en ftatie j dan men oit.ontrent de groo tfte
Mandary ns had- fien■Vertooneri, ver-
brand, de aflehe verfameld, en weder
by den vorigen Tempel begraven.
j^°* f w,eril cr io Bofch boven
Judia een geworpen, waar van de Siammers
, en zelf zeer geloofweerdige en
aanfienlykelieden onder hen, dingen ver-
haalen, die byna niemand, als hy die
hoord, gelooven zal.
Dit dier qüam in de maand Mey fpier-
wit te voorfchyn, en zoo ras de Koning
fer bericht af gekregen had , zond hy
Oya Poeceloek, met vier anderen van de
grootfte Manderyns, om te vernemen,
of het ook zooaanig gelegen was, als
men hem bericht had.
Na dat zy nu by dit dier gekomen waren
, vond.en zy net fchoon, en ongemeen
wit, waar van zy den Vorft ten
eerften kennis gaven.
De Koning, hierj over zeer verblyd,
alfoo hy dit voor een groot geluk hield,
ging zelf met een zeer prächtigen ftoet
van Grooten ’er na toe, om dit Zelf te
befichtigen, en dan het dier als in een
proceflie o f ommegang na de ftad te ge-
ieiden. Doch hy was zoo ras niet ter
plaats, daar het fich onthield, te land
geftapt, o f dit dier was fwart geworden,
waar over alle defe Mandaryns zeer ver-
baaft wierden, ten deelen uitverwonde-
ring over dit zeldfaam voorval, maar
voor al uit vreefe van door den Koning
voor leugenaars en bedriegers aangefien,
en daar over dan van hem geftraftte Werden}
maar Oya Poeceloek ten volle van de
waarheit dezer zaak overtuigd, en door
I ^e ,aSting > die den Koning voor hem
I had, verlekerd zyndb, dat zyn zeggen
by den Vorft ingang hebben zoude, nam
de vry heit van hem dit te melden-,
waar over de Koning, wel verre van
dit qualyk van hem, o f van anderen
te nemen, niet minder}, dan zy* ver-
baaft was.
Hy ging dir wonderbaar beeft ten eerften
fien, en bracht het als de grootfte zeld-
faamheit, pit in zyn Hbf gefien, in de
ftad Judia} al waar ’t , na eenen nacht Köper
rood geworden en gebleven is, gelyk
dit ons Opperhoofd toen zelf uit de
mond van den voornoemden Oya, een
zeer net en daeukeurig Heer, verftaan
heeft.
En om te toonen, dat ’er ineer zulke
roode Olifanten zyn } de Koning van
(.§iatn had in dat zelve jaar noch een vol-
waflen en ongemeenen grooten Koper-
rooden Olifant, die, om zyn wonderfyke
, ichoonheit, enzeldfeamegrootheit, van
hem voor den Prins der Olifanten ge-
fchat wierd.
Ontrent defen tyd was ’er ook een witte
jonge Olifant, by Coraffima, dicht aan
tgebergte van Cambodia, gevangen, die
noch nr*T Bofc,h bfgevoea ^vierd-.
Eenige jaaren voor A°. 1635, zoo de
Heer Joofi Schouten getuigd , zyn hier
ook twee jonge witte Olifanten geväü-
gen; doch niet lang daar na, tot groote
verflagenheit van dien Vorft, geftorven.
^ en tyde, als de Ridder de Chaumont
l6^S quam, was ’er een witte
Olifantj dogA°. 16S7, wanneer Mohlr.
de la Loubere verfcheen, was defe aldood}
doch dit fmertelykc verlies wierd noch in
dat zelve'jaar, den p December, -door
het te voorfchyn komen van een,anderen
vergoed, hoewel hy toen noch nifet
gevangen , en noch in ’t Bofch was. En
in dien tyd was ’er in Släm geen wittö
Olifant, dan defe alleen, teilen. ■,
DeSiammerseeren defen wittenöiifant
met alleen als de Prins van alle andeieri,
maar zyn van oordeel, dat ’er, buiten defe
Vorftelyke waard/gheit, zelf iet God-
delyks in defe dieren te befpeuren is ,
waarom zy die niet alleen zeer verre boven
alle andere achten , maar ook als
Goddelyke eere bewyfen, nietallecnom
zyn witte verwe, maar voor al om der-
felver groot en boven-natuurlyk ver-
ftand, ’t geen in de zelve alienthalven
zeer ilerk »doorfchitterd: gelyk dit ook
de eenige reden is, Waarom zy gemeenelyk
uit filvere en goude ferviefen ge-
diend, en, by tyden van fiekte, zelfs
van de grootfte Mandaryns bewaakt,
en opgepaft wierden, en gelyk zy fich,
na t Zeggen der Siammers , Wanneer
men hem veel eere aandoet, en eeri
prächtige ftatie geeft, zeer verblyden,
1 ^ 1 kn