
j S 8 V E R W Ä N D E L I N G der
■I
. ‘ìv ■ ’'f !;:
liillfll g
H l ÄjS|||
Veel fchoone Brandariffen , ook ’t wit
Scorpioentje.
Een uitmuntende fchoone half-zwarte, en
■witte Brandaris. É
. S CH E L P E N van zyn Ed:
De groote bleek-roodé Compas- Scbelp.
Een zeer groote Appelbloefleme St. Jacobs
Scbelp of Wy-Tas met doorns, als
die welke de Heeren ¿fe la Pallie en Schot
mede hebben,
Zeer groote en zeer volkomene Nagel-
Schelpen, byna al zoo groot, als by de
. H eeren Vincent en Kiggelaar.
Verfcheide roode Del Minafe Schelpen
van D . Adama.
Verfcheide Appelbloezeme groote Tout
de Bra's, o f Zonneftraalèn.
Een a twee enkel-blaeuwe donkere dito.
Een bleeke Orangie fchoon-getakte La-
Zärus-klap, en verfcheide andre van die
zelve vtìrw , en daar onder rechte
Orangie.
Verfcheide Haanekammen.
Neptunus Snuifdoof.
Twee fraeje Neptunus-Schachten.
Een baftaard- Cris.
Vericheide fraeje Konings-Mantels.
Zeer groote baftaard-Wafel-Tzers.
En van. A». 171p. Heb deze ongemeene ftuk-
de Hccr ken by de Heer Scbaid gezien.
Schaid.
HOORNS .
Vericheide St. Maloze , o f Franfche Bel-
Hoornsj die'ook in Guinea vallen.
Twee groote Weft- Indifehe Spillen met
tanden; dog de eene maar volkomen.
Een fchoone Weft-Indifche bruine Toot,
die niet kenne, fraey gemarmeld.
Graeuwe en bruine gladde platte zeldzame
Doyers.
Een zeldzaam Midas-Oor uit Wéft-Tndien,
graeuwagtig, en van binnen Appelblocf-
fern.
Een fraeje Orangie Weft - Indifehe Kroon-
Hoorn, hoedanig eene uitmuntende
geele ik ook by de Heer van Segwaart
vinde. Deze is Vry groot, en fchoon.
SCHELPEN van zyn Ed:
Een groote Appelbloefleme Tour de Bra.
Eenige Smirnafe St. Jacobs - Schelpen, o f
Wy-Taffchen, w i t , en flaeuw Appel-
bloeflem ’er op.
Eenige Orangie Dubbletjes.
F rae je In \ Jaar 1720. zag ik emder het on«
Hooms eindig getal fraeje Hoorns van de Heer
van de Vincent 9 tot Hdarlem, deze uitmuntende
Vincent, ftukken.
HOORNS .
Twee Orangie Admiraals.
Een Opper-Admiraal, fraey van groote,
en goed.
Twee Zuydlandfchc Trompetjes.
Een Jokje9 en twee a drie kleene baftaard-
dito.
Een groote en een kleene gevlamde verkeerde
Attyi-Hoom, zeer mooy.
Een paar bruin - gevlamde fluyke zeldzame
Mollen.
Verfcheide Appelbloefleme geribde Da-
del-Tootjens.
Verfcheide groote ltaliqanze Vloereni
Vier Achaate Horens.
Drie V ïrkens-bekken.
T wee a drie gladde Hoorns, als Navel-
Horens, zynde dik en lever-verwig.
Verfcheide Weft-Indifche Midas Ooren.
Een paar Wft- Indifehe gladde Spillen met
tanden.
Een paar middelmatige Nautili, o f Doe-
. ken-Huyßes. j
Een grootedito, ontrentioduimenlang,
de witfte, fraeyfte en grootfte, die ik
kenne , buiten die van de Heer Seba,
die w.el wat grooter, maar geeler is.
Een Krab, die van binnen Orangie is.
Een geele groote klimmende Leeuw , en
twee kleene dito, als klimmende Leeu-
wen.
Een Buykje, o f Bezoar met een naad in
’t midden.
Een a twee fraeje Schouten by Nacht.
Vier Zoompkens met naden ’er over henén.
T wee a drie zeer groote Hart-Hoofns met
bandèn, de grootfte ruym een halve
voet lang.
Twee gemeene, èri twee blaeuw-agtige,
Duivels-klaeuwen. .
Drie geele Tooten9 met geele ftippel-ban-
den, en geele vlekken, een zoort van
_ Weft-Indifche Admiraals.
T wee a drie Slekken met roode tuiten.
Twee zeldzame Horens als Vledermui-
zen, met 13 a 14 fyne rofle banden;
dog de eene wat geeler van banden, en
heb een diergelyke, rooder van banden,
by de Heer Schynvoet gezien, d'Orangie-
vlag genaamd, en by niemand anders.
Twee a drie dito graeuwe, met een ver*
keerden bek.
Drie a vier gladde Horens, van fàtzoen
als een kleene Trompet.
Een paar verkeerde geele Hoornkens, cn
nog i dito.
Twee Hafpels.
Twee a drie fraeje Kaap Hoorns.
Drie Caret-Hoorns.
Drie a vier Katwykze Hoornkens met banden.
De Weft-Indifche geele Kuipers-boor.
Een paar groote geknobbelde Trompetten.
Een zeldzaam klcen Hoornken met drie
omwcntelingeri o f kringen agter, dat
niet kenne.
L ie fh e b b e r s vku öe
Èën paar kleene geele Hoornkens met een
a twee bruine bânden.
Twee Goude Lakens met drie banderi ,
ieder byzonder, en zeldzaam.
Verfcheide zeldzame Doyers van verfehei-
de ver wen.
Ook.groene gemarmelde dito.
Een a twee paar diep-ingegroefde kleene
Hoornkens.
Ettelyke zeer fraeje rechte, ook Boeren-
en wilde groote Mufycqüen.
Een a twee Staten-Vlaggetjes.
Twee Oiikoeken met Corinthen met veel
Appelbloeflem.
Een Sproetje , of de Kikvorfcb , die vari
binnen zwart is.
Een groot (choon Kemphaanije, die lever-
verwig , en een Appelbloeflem is.
Een Eyken-houts-2 oo/ met een band.
Dc witte kort-getakte zeldzame Switzers
broek, en zeer fraije kleene Krul-
HoYenkens.
Eenige graeuwe Mooren, of Mifttçen.
Een zwarte Moor, wel een voet lang.
Drie groote gebandeerde Mooren , yder
byzonder. .
Verfcheide getakte föfle en brume Bran-
darijfen uit Weft-Indien, of uit de Mid-
delandfche Zee.
Èen zeer groote Soldaat, met de Viich
’er iri overgekomen, en verfcheide klee-
ner dito.
Een Appelbloeflem Brafidarisje.
Het wit Scorpioentje ; en een zwart.
Èen a twee Neptunus-Schachten.
Een zeldzame graeuwe kort - gedrònge
D adelt als dc Perfeaànfche van Jbnfton
byna.
Verfcheide fraeje Beddetyken.
Een a twee Saten-Vlaggetjes.
Èen groot Beddeken met banden ; dog die
met groote Dobbelfteenen, of Bedde-
keris, niet.
Èen geftreepte Bezoar.
Èen paar groote Talang- of Lap-Horens,een
Mannekcn, en Wyfken.
Een zeer fraeje gevederde kleene zeer
donkere Tromprt.
Een fraeje Weft-Indifchi gedoornde Snip-
penbek.
Twee kleene Arken Nodcbs.
Eenige groote Frdnfche Bel- Hoorns , èn
een zeer kleene.
Vier a vyf Argus-Horens, en een vry groot
van oogen, en fraey.
Drie a vier Sjanko's, of Offer-Hornes.
Twee groote Werveì-Horens.
"Ètri Buykje met een dikke naad in ’t mid-
deri.
Eenige zwartagtige Harts-Horens met
bànden.
Een uitmuntende fchoone groote Neicn-
kam of dubble Spinnekop, volkomen
yah tanden.
Z E E -H O R F .N K E N S . ¡ J *
Een dito onvolkomen , en nog 2 paar
kléener ; medé volkomen van tanden.
Verfcheide Weft-Indi/che kleene gedoornde
Lap-Hoorns, en èèn a twee met hui-
zeri ’er op.
Een zoort van een Cameel-Hoorñ.
Twee getakte Knollen.
Een geineene vry groote dito.
Een à twee Ternataanfche zeldzame getakte
Vleermuyzen.
Groote doorgéfneede Papedo- o f Paarle-
moer- Horens ; eri een dito fraey iiitge-
geihedcn.
Twee a drie Zee-Tonnen.
Een paar kleene witte, o f graeuwagtige
Tootjens met een breede en een fmalle
geele band.
Een heerlyke en groote Kroón-Horen, eri
meer kleene.
SC H E L P E N vafi zyn Ed:
Èen Venus-Hartje, rdndbm fraey Appelbloeflem.
Een met Purpre ftippen.
Een Citroen-geel, fraey; dog niet te fterk
van vdrtv.
Een zeer grootte vòlkòtnene Nagel-
Schelp.
Zeer fraeje P offers, o f Quakers.
Een paar Compas-Schelpen.
De bloed-roode, en de bleek-roode dito ;
van ieder een paar.
Drie donkere zeldzame groote Zonneßraalen
9 o f Tour de Bra's, ènkel bjaèuw.
Verfcheide groote Appelbloezeine Toiir
de Bra's.
Vericheide heerlyke. Orangie Lazarus-
klappen, ook enkele en dubble Haane-
kammen.
Vier a vyf Citroen-geele zeldzame Dubbletten
, o f Steene-bloemen ,- hoedanigé
mede by de Heer Luder verkogt zyn.
T wee Criffen, een groote, en een kleene.
Verfcheide Peul- Dubbletten.
De rechte Steen-fchedé nog in de Steeri
ftekende.
T wee ongemeene,en tweegemceneií/r^/-
D avids-Dubbletten.
Een fraey paar Straat-Davids-Dubbletten.
Twee a drie goede Goude Tongen.
Een witte Tong.
Een in een gedrongen Citroen-geele Nagel
Schelp met ftompe nagelen.
Een dito, met wat Appelbloeflem, zeer
fraey.
Een zeer groote,' en zeer volmaakte Na-
gel-Dubblet.
Twee kleene Rots-Dubblèttèu.
Een gedoorhd Wy-Tasje wit en zwaft ,
rood-agtig van verwe.
j Een á twee zoorten Ambonfche, byna als
de Cartageenfche.
Verfcheide fchoone bonto-Mantels , eri
‘en groote St. Jacobs-Schelpen.
C c c c 3 EeiJ