
V E R H À N D E L I N G
Ikan Parkia,
4 0 ^-
yooraan Zee-groen als een verkeerd half
Maantje, hebbende daar twee fmalle
toode vlammen, daar men aan de beneden-
zyde van ’t voorfte, en aan de boven-
zyde van ’t agterfte ook een Orangie
drie-hoekje vemeemd.
Het 00g is donker Zee- groen , breed
en rood van kring, en zwart van appel.
Het middel-lyf is een groote licht-
Orangie rondagtige breede v lam d ie van
onder tot boven toe , zelf 00k in de
boven-vin (dieeen rooden boven-lyft heeft,
die zeer lang buiten den Vifch uitloopt)
üoorgaat, rondom welk Orangie op ’t
iy f een fchöön-roode zoom, na den agter
«n voorkant ieder met een bogt loöpt,
hoedanige roode verkeerde bogten öok
zoo na agteren gebogen een duim-breed
van een na agteren toe volgen, makende
als twee breedebanden van den licht-graeu-
wen beneden en donkeren boven-grond
Van ’t lyf j dog de eerfte roode bogt is zoo
groot als de vorige , maar die tegen den
Haart byna is zeer kleen , makende daar
als nog een Orangieagtigen band tuflehen
twee roode zoömen , welke onderfte bo-
ven op nog een rood legend half krin-
getje met een Zee-groenen donkren grond,
en beneden ’er tegen een Citroen-geel
gegolfd zootnpje , met een zwärt ly ft je
er tegen, heeft.
Op het Orangie middel-lyf vcrtoonen
zieh twee donkere halve Maankens tef
en een, hebbende aan weerzydSif' een
leeri^röftif^BoileKen in ’t midden, en
zynde verder met een zwart geftippeld
donker-Zee-groen gevuld j van hoedani-
gen verwe 00k het onder-deel van den kop
by de wan, gelyk alsZadels-gewyze,'is,
beftaande uit donkere-Zee-groene en
lichte Zee-groene vierkänte blokjens tegen
een, en zoo tot de donker-Citroene
geele vin tegen ’t ly f (die zwart van
graatenis) met een Orangie buiten-zoom, I
die aan wederzyden met lange Orangie
tandenbuiten uitloopen, voortgaande. !
De onder-vin agter is 00k donker Zee-
groen met een roode lyft in ’t vierkant,
dog voor aan (daar zy ’t breedfte is) met een
rooden langen fynen doorn uitloopende.
De ftaart is (gelyk 00k de agterfte
boven-vin) Zee-groen, met een Gitroen-
geele fraanje vol zwarte graatjens , die
in den ftaart wel een pink-breed is.
Over ’t groen van den dikken vollen
ftaart loopen fyne zwarte graatjens,die zieh
op den ftaart als een breede kelk uitbrei-
den, en in ’t midden loopt *er een na beneden
gebogen roode dwars - band , die
een fyinen zwarten zoom aan zyn binnen-
zyde in ’t holle-deel heeft, over henen.
N°. 178. Vertoond ons het kleen ParW)
kia - Fifchje. Dit is , in opzigt van de
verwe van de kop en ’t ly f tot aan de
ÔE k
ftaart, donker - Zee - groen , vol kleent
verkeerde roode halve Maantjehs , . met
drie. Goud-geele rondeelkens met roode
kringen voor., agier', en onder op ’t ly f
byna in een drie fprong, Op die rondeelkens
zyn zwarte ftippen , op ’t onderfte
tegen de büik een IC, en op ’t voorfte
dit teeken L. En naaft aan den
ftaart een drie-hoek , al welke teekenen
00k zwart zyn.
Het bekje is kleen, gelykende wel na
dat van een Vogeltje, zynde van binnen
Orangie-agtig en rood, hoedanig de kop
00k beneden , en ’t rood 00g boven als
een halve ftar geteekend is , zynde van
een witten appel voorzien.
De böven - vin is zeer lang tot aan den
ftaart, Goud-geel van verw, en vol fyne
zwarte graaten , hebbende onder en bo-
ven een roode ly ft, hoedanig ook- de
agterfte beneden-vin is.
De vin tegen ’t ly f is Citroen-geel,
zwart van graaten , en rood tégen ’t ly£
De vin ’er beneden is ook, als de vin tegen
tyf » en tuflehen die beiden loopt van
den kop af tot de âgter-vin, en ook längs
den büik, ieder öp zig zelven, een Orangie
en röode overlangze ftreep.
De ftaart is v o l, maar zeer aardig geÄ
teekend. De grond-verw is licht-Purper
met fyne zwarte graaten , in ’t midden
van welken grond zieh een Citroen-geel
eenige'zwärre ipikkels, en
merken als een K , en L , eneén M ; vertoond.
Daar na vertoond zig aan ’t einde
van den ftaart een Citroen-geele fraanje
tegen een zwarten fynen dwars-kring.
Het is een cierlyk, eel , lekker, en
fterk geteekend Vifchje, Waar in zieh de
verwen wonderlyk fraey vèrtoonen.
N°. 17p. Leverd ons den Ikan Bilalang BilaJàng
Laoet Jang Djantan, dat is > het Manne- fjaoet
ken van de Zee-Sprink-Haan, zoo nazynê Dj^tan-'
gedaante genaamd, uit. Het is lang van
lyf, dat Goud-geel, boven met zwarte
Iftippels tuflehen vier verkeerde Zee-
groene halve Maankens, fen beneden
met roode bollekens tuflehen vyf zülke
halve Maankens ( hebbende een över-
langze Zee-groène ftreep van den kop tot
den ftaart toe) zoödanig geteekend is, dat
in ’t voorfte vak tWee, in ’t tweededrie
en in de twee volgende ieder weer twee
roöde bollekens geplaatft zyn -, dog inr?t
laatfte is ’er maar een te vindert.
De Slange-kop is donker Zee-groen,
zynde met een roode ftreek (gelyk ook
de bek van binnen is) van ’t lÿf gefchei-
den , hoedanige twee Orangie höornkens
'ei ook voor öp den kop ontrent ’t 00g
boven malkanderen ftaan, terwyl zig boven
op den kop een aardig bloemkroohtje
van roode en geele kringen , tweeentwee
boven een , dog boven op ’er maar een j
alle
O n g e m e e n ë VISSCHEN VAÌr AMBOINA.
alle met ’t hol na beneden op een leggen-
de, vertoond.
Het 00g is Citroen-geel, de kring fyn
cn zwart, en den apptl rood en geel.
De zes vinnen (die als zyn vleugels of
pooten zyn) en de ftaart (die tWee • klüftig
is) zyn donker-Zee-groen. Dit Vifchje
' eet men niet.
Cacatoe- N°- 180. Vertoond ons den IkanCäca-
ha Babin- toeha Babintarg, dat is, den ge fl erden Qaca-
tang. toeha - Fifch. De kop is donker Zee-
groen, zynde byna als die van een Caca-
toeha, van binnen rood van bek, en dan
geel van omtrek •, dog met een rooden
drie-hoek binnen in den bek.
Op den kop vertoonen zieh drie Oran-
gie-agtige,. en Slang-agtigefyne ftreeperi*
cn twee groote liehe-Purpre bollen, met
- roode halve buiten- kringen boven, ieder
aan weerzyden van de Orangie middel-
ftreep , en drie roode kleener bollen met
blaeuwe halve buiten-kringen.
Over het:lyf loopt een Zee-groene
fchey- ftreep van den kop tot den ftaart toe,
aan weerzyden van welke zig als een
Hemel vol roode bollen met halve blaeu-
403
van bek, als een onder en boven fnuitje»
Zee-groen van omtrek in den b ek, en
rondom de zelve na buiten , en öok van
de zelve verwe van vinnen , en doornen
is , welke eerfte onder en boven roode
zoomen hebben, hoedanig ook de doornS
zyn.H
et 00g is Zee-groen, de buiten-
omkring (die maar half na ’t lyf toé
zieh breed van blaeuw vertoond) is fyn-
rood en dan blaeuw j dog de appel rood.
De ftaart is donker - Zec - groen , dog
van binnen door een Orangie overlangze
ftreek, die onder het breedft, en wat
gevlamd is, afgefcheiden, hebbende eeil
rooden buiten-zoom aan weerzyden -, dog
een fyn zwart agterzoomtje, half-maans-
wyze.
Öok is het agterfte deel van ’t Vifchje
een Orangie vierkant, dat onder pas half
zòo breed, als boven , en onder met
een rooden kring van den ftaart, en boven
aan met een Purpren d wars-band, met
een fyn zoomtje aan weerzyden , afgefcheiden
is.
Tegen den ftaart aan, op dat Orangie
we buiten-kringen op een bruin-agtigen vierkant, vertoond zieh een roode lange
. . . 1 ■ . / .1 m . . Jam I. n rvan 1. rtülr ^ t" 1.7.
en graeuwen grond ( hoedanig ’t geheel
ly f is) vertoonen.
De grond van de fterk gedoornde boven-
vin is vooraan Citroen - geel, eh wat
yerder ria agtér , '( daar zy breeder en
gvooter van licht-Purpre dooms is) boven
Çitroenrgeel, en breed daar , dog beneden
Ikan
Barctti»
met een fmallen Zee-groenen zoom. De
agter-vinnen zyn Zee-groen, rondagtig,
en van buiten met een Orangie, dog
tegen.’t.lyf met een Purper zoompje bezet.
De vin tegen ’t lyf is Citroen-geel, en
boven ’t lyf Zee-groen i dog onder aan is
als een dubble Jeruzalems-ycder, die
Citroen-geel, zwart, en blaeuw is, aan
welkers begin tegen den buikmenfehoon
. Hemels - blaeüw met roode ftreepen ver-
neenxd. I
drie- hoek met den langen hoek na ’t lyf
toe, in welken zig twee kleene Hemels-
blaeuwe bollekens boven een, en aan ieder
zyde nog een zoort grooter als de andre,
en boven aan met een rood leggend half
maantje ’er op geteekend, opdoen. Het
is een zeer lekker en imakelyk Vifchje,
zeer wel na een kleen Scholletje gelykende,
Het.oog is Purper , de omtrek fyn en
zwart, dog na ’t lyf toe met een halven
rooden kring *, de appel is zwart, ,en geèl
vanbinnen.
De onderfte voorvin, tuflehen de agter-
yin en de Jeruzalems-vttr , is licht-Zee-
groenj dog. heeft drie Purpere dooms, -
De ftaart is v o l, citroen-geel, met
zwarte graaten, en een zwarten fmallen
omtrek , vertoonende als een open
N°. 18z, Vertoönd ons een kleen Ri- £jcRje3
vier-Botje9 dat een rood kopje , een Zee- vicr-Bot.
groen Vogel-bekje , en een citroen-geel
kleen oog, met twee citroen-geele ftreepen
Waejer. ■ .
. Het-is een.dik breed Vifchje van lyf,
en zeer lekker van fmaak , byna de gedaante,
van een kleene fchol hebbende.
N°. 181. Vertoond ons den Baretti-
Fifch , in de gedaante van een fchoone
ruit, die over’t lyf, en den kop, Orangie
van grond, Purper en rood tegen een van
dwars-banden, enfehuinzebanden, kleen
ötn jäag ,. heeft.
De vin tegen ’t lyf is donker citroen-
geel boven , (gelyk ook beneden) dog ,.
tegen’t ly fZee-groen, dat ook de verw van
alle de vinnen, en van den twee-klüftigen
ftaart is, dog de voor-vin boven vertoond
zieh wat gedoornd , rood van doornen,
en citroen-geel van grond, hoedanig ook
de fchey-band naaft aan. den ftaart, tegen
welke nog een {maller roode kant is.
De. verw van ’t lyf is ros , en graeuw
gemengeld, met zeven geele bollen , als
oogen met breede rc^ode kringen ’er om ,
dog vlak voor de vin tegen’t lyf vertoond
zig tuflehen vier zulke bollen een roode
ruit, die geel vanbinnen is, buiten welke
vier bollen ’er zig in de zelve rey nog een
ontrent den ftaart vertoont j terwyl men
de twee andre men aan wederzyden van
de vin tegen ’t lyf ziet.
Het is een lekker Vifche, vooral wan-
neer het tot Watervifch gebruikt werd.
N°. 18 5. Leverd ons den Rivter-Grundel .De ^
Een Vifchje, als een Spiering , ¿ " ‘S
E e e z zynde.