
.Men zegt.dat het wel iop mylen yerre t
bevaaren zou zyn} maarwy moetenzeg-
gen, dat men Van die Landen, als. ook
' van die dei- Papoas, en van ’t Zuidland,
nog weinig kennis heeft, en dierhalven
’ met weinig zekerheid daar van ipreken
' kan.
| De Papoaiche eilanden leggeii ’er niet
verre van daan. Het eiland Meflowal,
eilanden-. of eigentlyk Waygama, legt ontrent 17
i of 18 mylen van Nova Guinea, en ’teiland
Salawatti maar 1 myl ’er afj en dit
1 laatile legt ook zeer digt by ’t eiland
Sergilc , dat het Noordelykfte deel van
Nova Guinea is, en met een lange fnuit
Beooiten Gilolo en de Papoeiche eilanden
eindigt.
Op dit land vaaren deKeffingers, Ce-
ramlauwers , en Bandaneezen meeft om
ilaaven, en om de Mafloy , zynde den
baft van een ipecerygeurige boom , als
mede om paradysvogels van verfcheide
iborten, en koningsvogelkens, behalven
dat ’er. ook nu endan alvry grootepaer-
lenvallen. Ook is ’er zeer goede Ambre
de gris ontdekt^ t waar van men al zeer
groote ilukken gezien heeft.
In ’tjaar 1636. den 26fteu Maart quamen
Todrt , twee jagten, Amilerdam enWezel, uit
naYZuid- Amboina, met lall aan den Heer Landland.
voogt Acoley, in Banda, om aan den be-
velhebber Gérard Thomasz Pool, hooft
dezer fchepen^ zoodanig bericht wegens
het Zuidland te geven, als hy, om een
togt voor de E. Maatichappy derwaarts
te doen, van nooden had.
Na dat men hem daar van de vereiichte
opening gegeven, en van noodige voor-
raad voorzien- had, vertrok hy den i7 dea
April met deze bodems.
Den 3 oft?? Junii quamen die jagten weer
hier., en gaven te kennen , dat zy den
i8den April ontrent op 44 graaden by den
vlakken hoek gekomen zynde, daar eenig
volk aan land hadden gezet, om ’t alleen
van naby te belchouwen.
| De bevelhebber Pool, genegen door
zyn eigen oogen te.zien, ging met zyn
boekhouder, Andries Schiller, een Neu-
renberger, zelfs mede doch zy waren
Zoo ras niet te land gekomen, of vonden
Zieh van een groote troep wilde Zuidland
ers , die zieh eeril vriendelyk aanftel-
den , doch hen naderhand vyandig aan-
taileden, zoodanig omcingelt en bezet,
dat het hen niet mogelykwasdezen dans
te ontipringen. De bevelhebber Pool,
dit klaarder, dan hem lief was, ziende}
meinde het nog te öntloopen » doch hy
wiert een van de eerile aangetail, en met
een hazagaai zoodanig getroffen, dat hy
voorovemortte. Terwyl hy nederviel,
en zyn boekhouder zieh nog dapper
weerde, riep hy hem toe, <dat hy het maar
zou zien te ontloopen, alzoo ’er anders,
om dat de troép hoe längs, fcoe mëer àan- -
groeide , geen afkomen aan was. Hy,.
aede dit j maar wiert ook onder de voet .
geftooten.
De Zuidlanders , nü Zièndè , dât Zÿ
’tftuk meefter waren , rukten de zabel
van Pool uit, en kapten deze twee mannen
in ilukken-, die zj? in ’t böfch brag-
ten, zonder dat men Verder weet, wat
zy daar mede gedaan hebben , o f hoé
’t verder met nog twee matroozen , die
men mille, gegaan is.
Alleen wilten zy te zeggen, dat deZé
Zuidlanders zeer fwart van huid , byna
als de Kaffers van Angola j doch lang en
fwart van hoofdhair , en veel langer en
kloekervanllatuur, dan eenig Europeer,
en,uitgenomen hunne ichamelneid, ganlch
naakt waren. Dat ook een van henj
Ichynende een overile te zyn.,., een ruw
vel van eenig wild dier om den hals gellagen
had, en dat zy ten deele met
hazagaajen, en werppylen, met fcherpé
yzere punten, ten deele met pyl en boog
gewapent waren.
Om nu v;m dit onbekent Zuidland,
Nova Guinea, en de verdere länden daar
ontrent eenige nader kennis te krygen,
oordeelen wy bell eenige ontdèkkingen,
hier van tyd tot tyd , zöö door den bevelhebber
Abel 'Tasman, in ’tjaar 1642.
als door de chaloep Walingen , in ’tjaar
166373’endöör den oppeiköö’pmäri Joannes
Keyts , in ’tjaar 1Ö78. gedaan, niet
een letter aan te haalen , om nu niet
te Ipreken van de togten van-den Rid-
der François Draake , Thomas Candifch,
Olivier van Noordy Spilbergen , en meer
anderen, die mede daar, of daar ontrent
geweell, en dat land eeril ontdekt hebben,
alzoo men dat in hunne reizen zelf
lezen kan.
Wat den togt van Abel Tasman belangt | Abel
hy.ging in ’tjaar 164z. den 14?“ AugulliTasmans
van Batavia met ’t fchip Heemskerk, en togt na
de fluit de Zeehaan ’t z e i l , en liep eeril
na ’t eiland Mauritius, waar van’t Zuider «Haar*1
einde op 10 graad. 20 min Zuider breedte, 1641.
en 78 graaden 47 min. lengte gelegen is ,
bevindende , dat dit yo mylen Oollely-
ker, dan hunne gifling, lag, ’twel.k 3
graaden en33 min. in de lengte bedraagt.
Den 8ßen Ödlober ging hy Zuiden aan
tot 40. o f 41 graaden , alwaar hy de N.
Weilerende miswyzing 23, 24 en ly
graaden tot den 22lten Oélober bevond-te
zyn-.
Van daar liep hy O. en wat Zuidely-4'
ker tot den ap‘tcn op de Z. breedte van
4 f graaden 47 min. , en de lengte van
89 graaden 44 min. , en bevonû de .N*
Weilering miswyszing hier 26 graaden
en 4 f min.
Den 6den dito had hy een ilorm met
hagel en fneeuw, met groote koude ge-.
had,