
P l i
n: | :Ä
V £ R H A N D E L I N G
H l Mflv Ri ,.iu B P I '
1,1 ttgfaj
üisi
HfIf ipl l i
ff!1
jiff lim:
1
I I 1 II3»
H i
I I
jll f i
Anac
Laoet
Jang
Terbong;
koes.
4 0 4
.zynde Goud-geel van kop , waar in zieh
veel roode itreepen opdoen. De bek
is kleen, vol tanden, en onder aan
de zelve hangen twee baardjens. Hy
fchynd als vier Zee-groene oogen, ennog
twee andre met breede roode halve krin-'
gen te hebben.
Het ly f is Purper-graeuw, vol zwarte
Hippels, zynde pas boven de Hemels-
blaeuwe vin tegen ’t fyf van een Hemels-
blaeuwen breedcn halven dwars-band met
een fynen zwar ten, en eencitroen-geelen
en zwarten buiten-zoom voorzicn.
Over ’t lyfloopen drie roode dwarsbanden
, boven en onder Wat gebogen ,
binnen in een zwarten fynen gegolten, en
buiten een fynen citroen-geelen zoom met
zwarte lyftkens j dog tuflchen de twee
eerfte feaiiden ziet men een Orangien lang-
Wcrpig-ronden en in ’t midden aan weer-
zyden wat gebogen omtrek, die van binnen
Hemels-blaeuw is 5 en tuflchen den
tweeden en derden band ziet men twee andre
Zee -groene plekjcns, ’t eerfle met
een citroen-geelen, ’t andre met een rooden
binnen-, en beide met een zwarten fynen
buiten-zoom bezet.
De boven voor-vin agter is agter aan
watgedoomd, Zec-groen van doorns, en
rood van grond, dog de middel - vin
boven- endeagter-beneden-vin is Hemels-
blaeuw, met ecnZee-grocnen breeden zoom
onder, en een fynen zwarten buiten-zoom.
Ook zyö-de andre vinnen van-de zelve
Hemels-blaeuwe*verw, rood van buiten-
omtrek, dog die onder de middel-vin
tegen ’t lyf komen , zyn als Jeruzalems-
vederen.
De Haart is Purper , rood en zwart, in
’t lang gebandeerd, en vol.
Het is eenmoy, lekker, zoct, envaft
Vifchje.
N°. 184. Doet ons den Anac Laoet Jang
Terbongkoes, dat is, Vgebakerd Zee-kittd,
zien, vertoonende zeer levendig een kind
in de Luyeren, dat zyn geele handjens
met vy f roode vingeren , geel van grond
met twee roode bandjens , na boven toe
Heekt.
’t Kopj e boven, en de flrecken ’er onder,
en rondom (die zig als bladen en tanden,
met roode flreepkens’ertußchön, vertoo-
nen) zyn tot onder toe aan weerzyden
donker Zee-groen, en verder is de grond
van den kop en ’t lyf geel, met roode
halve maanen in ’t midden, en aan weerzyden,
als ook met vcel zwarte Hippen
aan weerzyden, en tegen de twee onderHe
kringen, gelyk ook met een rey recht in
’ t midden, van den kop nabeneden toe ge-
teekend.
Men ziet volkomen de gedaante van
D E R
van een Pieflang-vrugt, dik-rond tegen
t ly f , fpits na buiten , en rood en geel
van grond. • m
Die Vifchje werd niet gegeten , en
zelden gezien.
N». i8¡\ Vertoond ons denIkanDmri ..
Djantan , dat is , bei Manneken ■van den
gtdmrnden Vtfcb , zoo gematnd na twee Djanan.
Hemels-blaeuwe doorns , die na den bek
omgekromt, cn na die kant ook appel-
bloezem, dog zwart van omtrek zyn.
De kop is als een groote Oflen-kop, die
zeer licht-Purper van verwis, op welken
tegen den boven-kant twee langer
roode en geele doorns als tanden, met
het fpits na beneden gekeerd , en met de
nig tegen een wat van malkandren af-
Haandc, vertoonen , hoedanige geelé en
roode trekken men ook op verfcheide
plaatzen van den kop ziet $ waarnevens
hy ook twee baardjens van de zelve verw
heeft.
De bek is vol tanden, zynde boven
Hemels-blaeuw , en onder geel van omtrek
, al waar zig, pas ’er beneden, nog drie
zulke lange fmalle doorns vertoonen.
Zyn 00g is geel, de appel helder-
rood, dog de büiten-kringgrootenZee-
groen , met vier zulke uitftekende fpit-
zen byna in ’t kruis.
De kop loopt Wat hoog en fleyl op, *
hebbende boyen op als een geelen bult,
diej^t.gcgolfd is, boven op welken een
hooge vin , als een Bezaan-zeyl, Haat,
dat Hemels-blaeuw van grond aan weerzyden,
en in ’t midden Goud-geel s dog
met roode zoomen, en drie roode d wars-
flreepen ’er over gezoomd, cn a/gefchei-
den is.
Voor aan dit zeyl is als een zWare breede
Hemels-blacuwe doorn met roode ly-
Hen over al, en onder nog een byzonderen
kleenen Hemels-blaeu wen band met roode
lyHen } en op het buitenfle Hemels-
blaeuw , aan de andre zyde, vertoonen
zieh , van boven af na beneden toe, tui-
fchen ieder twee roode Hreepen, twee
roode bollekensnevens malkanderenj dog
in ieder der-twee laatHe perkjens heeft
men ’er maar eenj ook is de buiten-zoom
van die Bezaan-vin citrocn-geel met een
zwarten zoom.
De boven-vin agter is een geele breede
lange vlag , met een fmallen rooden
zoom, als uit halve bollekens beHaande,
boven, en met een Hcmcls-blaeuwen onder,
hoedanig ook de beneden - agter-
|uf is.
De wamme, en een deel van ’t lyf, waar
op de citrocn-geele-ronde vin tegen ’t lyf
Haat, is als een groote Schilder-palet,
die w i t , Hemels-blaeuw, en fchoon
twee oogen , neus en mond, die rood J donker - appelbloezem van verw is. De
zyn. De Haart is even eens als de bloem vin tegen-lyf is rood , zwart van graaten,
i l l
t í
I
O h o s m e e n i VI S SCHEN v a n AMBOINA. 4 0 ;
ten , en ook als-een kleen Paletje.
De vinnen ’er onder zyn fchoon. Purper
, w it , zwart, en- rood döor een,
en de lange fpitze vin ’er aan (die een
zwarten doorn vertoond , die Hemels-
blaeuw , wat donkeragtig , en met een
citroen-geelen zoom, met zwarte lyHkens
bezet is) is verder Purper van grond met
roode bandjens ’er over.
Het ganfeh lyf is boven en onder don-
ker-bruin, dog in ’t midden licht-bruin,
en op dien grond vertoonen zieh tWee hng-
werpige breede Zee-groene groote bladen
tuflchen roode zoomen, de eene na boven,
en de andre na den buik toe j dog ieder
met een rooden fleel van den Haart afloo-
pende, hoedanige kleene zeer fmalle, en
Zoo gezoomde Zee-eroene blaadjens zig
ook beneden na den Haart toe zoo vertoonen,
dat zy als met hären beneden-grond,
o f ’trood van hare lyH, tegen de roode
lyH der andre aankomen.
Het onderHe van ’t beneden lyfis licht-
bruin , en de Haart van ’t lyf door een
citroen-geelen en rooden fmallen zoom, die
als een kroon vertoond, gefcheiden. •
De Haart is donker-Hemels-blaeuw,
to i , en als gevederd , bezet met zwarte
graaten, hebbende twee geele en zwart-
geHrcepte buiten-zoomen, die buiten den
ltaart als kromme icherpe dikke haaken
uitloopen.
Het is een uitnemende fraeje Vifch,
die. wonderlyke flerk tegen een ipelende
ver wen heeft, en die zeer lekker, vet,
en aangenaam van fmaak is.
Ikan N 0, Geefc ons het gezicht van
Mandali. den Mandali-Vifcb, die van grootte als een
kleene Voorn, en over zyn ganfeh lyf
meeft donker-Zee-groen is , uitgenomen
dat zig agter boven tegen den. rüg twee,
cn voor boven tegen *t agter hoofd zieh
een roode piek ; die in ’t geheel pas een
nagel groot, en met Orangie-zoomen
bezet is, komt te vertoonen.
De bek is vol tanden, van binnen rood,
hoedanig ook zyn lange baarden, nevens
verfcheide flreeken op den kop, zyn, waar
aan men ook wat Orangie, gelyk men
ook zoo een drie-hoekigen Hreek pas agter
den bek zie t, welke bek buiten ’t rood
van binnen , dannogeenZee-groenen, en
dan weer een rooden omtrek rondom dat
Orangie drie-hoekig veldje heeft.
De vin tegen ’t lyf is bloed-rood, dog
tegen ’t lyf eerH donker-blaeuw , en dan
in ’t midden nog Orangie van tuflehen-
zoom.
Beneden de middel-vin vertoonen zieh
twee Purpre Jeruzalems-vederen.
De verdre vinnen zyn geel met roode
dwars-Hreepen, of graaten, en ook met
zulke zoomen.
De Haart is twee - klüftig, geel, en
metrzwarte fyne graaten bezet.
Zyn 00g is blaeuw , de kring rood ,
en met drie doorns na buiten, die rood
zyn, gecierd.
Het is mede een zeer aangenaam , en
fmakelyk Vifchje j dog wataanden droo-
gen kant.
N°. 187. Brengt voor onsoogden Ikan Ikari
Rtboet, datis, den Storm, of Onderweders- ^ Qctt
Vifch. ■ ■
Het is kleen , en wonderlyk van fat-
zoen, mdt het voltandig bekje, hebbende
een kopje, als een Bul, die Hooten wil,
en krom om na de boven-vin loopende,
daar zig voor aan een blaeuwe doorn, na
voren toegebogen, vertoond, daar dean-
dre, op decitroen-geelevin, Zec-groen,
en na agteren gebogen zyn.
Het ly f , dat Orangie van grond is ,
vertoond zig vol gevlamde fmalle Zee-
groene Hreepen, die van den rug na net
Zee-groen oog, dat ook vry laag Haat,
en ’tgeen een Orangien appel heeft, loo-
pen.
Het Orangie van ’tlyfis vanhetfchuins
licht - Purper-verwig onderlyf met een
Zee groene Hreep (waar van nog zoo een
dwars-flreep loopt) afgezonderd, hebbende
beneden de vin tegen ’t ly f (die
geel en zwart, en tegen ’t lyf rood.is)
twee roode bollekens tegen een Haan, hoedanige
Orangie men ook in ’t onder-lyf,
drie boven en drie onder de groene dwars-
flreep heeft, met nog een Orangie piek,
vertoonende als een oog met een zwarten
omkring, en zoo een Hip , en nog vier
halve kringen ’er tegen , in ’t midden
tuflchen die twee bollekens.
De onder-voor-vin is van doorns eri
grond, als de boven-vin, dog de agter-
vin daar rood , daar zy boven fmal en
Zee-groen is..
Het lyf feheid met een Orangien band ,
tuflchen twee roode zoomen, van ’t lyf,
en de Haart is twee-kluftjg en Zee-groen.
Niemand dürft dien Vifch eeten, hoe-
wel hy anders in zieh zelven niet kwaad is.
N°. 188. Doet ons den Jager zien. Een ne T,grfi
groote fchoone Vifch, als cen Span-baars
van lengte zynde van kop en lyf licht-
Purper, vol Orangie verkeerde kringen
en Hreepen tegen een op ’t lyf , enopden
kop ook hier en daar zoo een Hreep, dog
men ziet daar op meeH Zee-groene trekken
en Hreepen.
De bek is kleen, vol tanden , rood ,
en citroen-geel van omtrek, beneden ’t
oog met drie, en in ’t agter-hoofd met
twee Zee-groene bollekens bezet.
Van den kop af half wegen loopt eeni
groote rondagtige Zee-groene trek tot
i aan den buik to é , rondom een fchoon
citroen-geel veld, byna als een Schilder-
palet , o f als een verkeerde Zadel vaä
l gedaante, waar op zieh een donker-He-
E e e 3 mejs