
men overal zWaare dyken, om ’t ■water,
in den Regenjyd te ftuyten* en om de
Ryftvelden op zyn tyd te beWateren *
heefc men ook Water-grachten.
Hoe Om in Tonkin te komen , möet öiett
men in de Rivier van Coetsjientsjinaop, dieuit
Tonkin het Noorder gcbergce i f a iömylenbo*
* vcn Katsjaeuw hären oorfprong neemd,
ftroomende dus na *t zuyden toe* ende-
welke t byzondere monden o f takken
heefc, aan welkers eene de ftadt Qui-
tiam legt. Menzeild de groorfte tak
eerft 6 a 7 mylen op, daar de gemeene
Ankerplaats van onze fcheepen plagt te
zyn, Ontrent een myl verder plagten
de Engelzen hier hun Ankerplaats te heb-
ben, en nog zo mylen hooger heeft men
t)e ftad een ftad, Hean genaamd j die al redelyk
Hean. grpot, en van 2000 huyzen voorzien isj
hopwel die meeft zeer Hegt gefteld, en
van arme lieden, hier als Soldaaten in be-
zetting leggende, bewoond zyn: het is
maar een open vlek, zonder wallen, of
muuren , en zeer flegt van alle krygs-
oorraad voorzien..
En haare dit Hean onthouden zieh, buiten
lngeze- die Krygslieden , ook wel Chineefche
tenen. Kooplieden, die zieh eerft in de Hoofd-
ftad in zoo grooten getal neder quamen
zetten,, dat de Vorft, bang voor hengeworden.
zynde, goedvond, hen die ftad
te ontzeggen, waar ha zy zi'ch herwaarts
na Hean, en daar ontrent, begeven heb-
ben; ook woonen ’er veel Siammers ,die
al mede om den handel vry fterk op deze
ftad vaaren.
De Franfchen en Engelfchen h ebben
al zedert veel jaaren een Komptoir in deze
ftad gehadj hoeweldelaatften, nuon-
trenc 33 a 34 jaaren geleden, van daar na
de Hoofdfcad opgekraamt zyn. Hethuis
van den Franichen Biffchop is ’t fraeifte-
dezer ftad.
Katsja- De Hoofdftad Katsjaeuw genaamt, legt j
cuw. ontrent 3 z mylen van de Zfeeaf, na welke
men de Rivier op al mede dus met
kleene fchep-vaartuigen geyoerd werd.
Zy vertoond zieh aan de Weft-zyde
der Rivier* maar op een vry hoogcr grond,
dan de beneden-landen; en dat zy al vry
groot moet zyn, kan men daar by afne-
men, dat men ’erWel20000 huizen, be-
halven ettelyke paleizen, in heefc.
De meefte gebouwen egter (weynige
van ft een uitgezondert) zyn maar laage
Indiaanfe huizen van eene verdieping ,
met leeme muuren, riete daken, envan
een zeer ilegten opftal* dog om tegen
den brand verzekerd te zyn, hebben de
meefte huizen een brand-vrye Godöng,
o f Pakhuis, om daar hunnegoederen in
te bergen.
Men heefc ’er egter zeer fchoone en
breede ftraaten, die, fchoon ’er hier en
daar ook Wel een klein ftraatjen onder
loopt 4 al een teer fraeje vertooning doen.
Ook zyn Veel der zelven met fteenen,
dog vry wat flordig, beftraat. Idervan
deze ftraaten is ook met een Waeht van
Soldaaten, om de gemeene ruft, betet.
Zy is mede onbemuurden open, hoe-
wel ’er om ’s Konings Paleys eert gröote
muur, Wel vaniif a 16 voetenhoog, en
by na ook zoo breed, is, die men zege
dat zieh wel een groote myl in ’c rönd
uitftrekt. In dezè ftad hebben wy van
ouds hier aan de Zuidzyde een fraeje
Logiegehad , gelyk ook de Engelzen nu
zederj: in de dertig jaaren herWaarts in ’c
Noorden, tegen over de onze’er mede
een plagten te hebben.
Het land is in zich zelvert eçii teer Levens-
fchoon en volkryk land, ’c geen oVer- midde-
vloed van levens-middelen heefc j zynde ^en^er*
voor al ook een fchoon Ryft-land.
Men heefc ’er overvlöed van Àard- ért
Boom-vruchten, hoewel de eerfte daar
merkelyk, zedert de komft der Holländers,
verbeterd zyn.
De Boom-vrugten zyn Byriä alle de
zelve , die men in-ganlch Indien door
vind,' als de Galanpus- en Pinang-vrug-
ten, Manggas, Gojavas, -Lanças,Lac-
ciefen , Limoenen’, en een foort van
Oranje-Appekn, diergelyke ik op Batavia
gegeten, dog welkers weerga in
grootte en imaak ik nergens gevonden
heb. De fchil is zeerdîk, en (zoo als
ik die op Batavia gezien heb) zeergroen,
dog van binnen is de appel goud-geel*
zeer lappig, en onuytfpreekelyk lekker
van fmaak. Allerley Picffang; boomen
zyn ook hier; ook'heeft men ’er over-
vioedig Moerbeziën-boomen, dog alleen
om Zy-wormen te voeden. De vrugt is
een kleene foort, en werd ook Weynig
hier gevonden.
Men heeft ’er van de Aard-vrugten
allerley foorten van zeer goede, en 00K
groote geele worteleq } die de Vader-
landze nict behoeven te Wyken. Ook Me-
loenen, en water-Metoenen.
Men heeft hiet*veel Olifanten, ih de
hoffen veel Tygers, ook zyn hier veel
Büffels , Peerden , Offen en Koejen ,
Bokken , Harten , Schapen , (dog de
twee laatfte weinig) Verkens, Aapen,
Katten, Honden, Slangen, Hagediffen,
en allerley verder Indifch Ongedierte van
Sçorpioenen, Kakkerlakken, Duyfend-
beenen, Kikvorfchen, Padden, en een
kleine foort van Sprinkhaanen, die zÿ
voor een lekkerny ecenj gelyk ook die
fchadelyke witte Mieren.
Het
,r Het vleefoh van Olifanten, Peerden,
Hondeii en Katten. werd by hen nief al-
,leen openbaar op de markt verbogt,
maar ook voor een groot,e lekkerny gegeten,
Waaren,
hier val-
lende, en
oofc hier
getrok-
Gedaan-
té eo
aarddes
Volks.
cn tot fpyze toebereit, zynde.de
inuyt van een Olifant iets, dat men ge-
woon is aan de eerfte Mandaryns aan te
bieden,
Hoenderen, Tprtelduiven, End-vo-
gels, en allerley wilde Wacer- Vogels, zyn
’er zeer veel j dog weinig Ganzen. Daar
zyn ook veel Reygers, pelljkaanen, en
meer andere foorten, die wy gcen naam
weten te geven , alzoo die ioorten op
Zieh zelven zyn.
De Rivieren geven ook overvloed van
fchoone Vifch, gelyk mede allerley
Schejp-vifch, veel Schild-padden, (een
van hunne befte ontliaalen uitleverende )
Kreeften, Garneelen, &c.
Men heeft hier oolc zeer goede Vo-
gelneftkens, welke met een hoen, of
cenig ander vleeich geftoofd, een fchoo-
n.en fohotel eeten uitleveren.
- De waaren, hier vallende, zyn voorna-
melyk Zyde Hoffen, en pokruweZyde,
Aloe of-Agel-hout vanypel weerde, Gac-
toeneft,- Mufeus , (die zeer veel uit ’t
land der Lau wen komt, en voor 2f a
2 6 Thayl ’t hati verkogt word)veel Goud,
allerley fchoone Lak-werken , Carda-
mony Sappan-hout, flecht Porcelyn,
Marmer- en Albafter-ilcen, zeer veel Zout
en Anys-zaad; ook verfcheide Droguen ,
als Rhabarber, Radix China , Geniber,
&c. ook vale hier een foort van Ka-
neel; dog zy iszoo goednietalsdeCey-
lpnze} en men voerd ’er zelver allerley
Speceryei^, Lakenen, Stoffen, en vee-
lerley foorten van Kleeden, Lood, Salpeter,
Zwavel, Gefchut. 3 &c. weder
na toe.
. Wat nu dit volk in zieh zelven betrefc,
4e Tonkißders zyn taan-geel van kou-
leur •, dog eenigzins bloozende, en niec
zoo plat van aangezicht en neus, als de
Chineezen, dog ganfeh niet onbevallig
van wezenj zwart en lang Vanhair (dat
hen over de fchouderen hangt) en door-
gaans pik-zwart van tanden, dat een groot
cieraad by hen is, en ’t geen zy door
konft zoo maken, waar toe zy van jongs
af al gewoon zyn cenige dagen te befte-
den.'
Zy zyn van geftalte de langften niet j
dog anders gezwind en rad van leden,
vernufeig van begrip, zeer neerftig,. ge-
dienftig, ;cn hunne Heeren zeer getrouw
en gehoorzaam. Zy zyn niet zeerkloek-
moedig, vallende meeft aan de kleenher-
tige kant; dog gelyk het dobbelen en
fpeelen den Chineezeo.doorgaans eygen
is, alzoo is dit de Tonkinders zoodanig
aapgeboren, dat -zy zomtyds alles, Wae
zy hebben, vcrfpeelenen vertoppen, dat
zelfs van de gröotften tot de geringften al-
daar overgaat, en als zy nu nietsterwe-
rel4 meer hebben, dan zetten zy ’erhun
Wyf en hinderen by op.
Tegen de vreemdelingen zyn Zy zeer
yriendelyk en bcleefd} dog de grooten
(dat meeft gefnedene zyn) zyn zeer hoog-
moedig, dat men ook veel by ’t Krygs-
volk vind.
De dragt der geringen hier is van Cat-
toen, en der ryken van Zyde, o f Lakenen
van allerley kouleurenen voor al
rood, groen, &c. meeft lange tabbaar-
den o f rokken gebruikende, vooral, als
zy voor de.grooten verfchynen.
Hunne huizen zyn niet alleen door- Hufi-
gaans (gelyk alle de Indiaanfche) ilecht..} raa ’
maar ook, op zyn Chinees, vah ilegten
huisraad voorzien, die meeft in ftoelen,
tafels, banken, ruftbanken, en.bedden,
Pinang-gereedfchap, &c. beftaat.
Men heeft hier geen eene, maai; veel Hunne
yrouwen. Zommige der( zelvc werden
plegtplyk gerrouwd j dog dp meefte maar ,
als byzitten gebruikt, eenige vopraltydj
dog ook zommige maar voor een tyd ge-
huurd.
De vrouwen dezes lands zyn fchran-
der, neerftig en groote koop-vrouwen,
en weten met 'er tyd een fraeje ftuiver
geld tc winpen j maar zoo hier gcen fche*
pen van buiten komen, legt ’er de gan-
fchen handel toe: want om den zelven
aan de gangt te hei pen, moet de Inländer
doorgaans eerft eenig geld op de hand
hebben, ecr hy in ftaat is om te werken
.M
en heefc hier,buiten de groote Koop- Ambagta
lieden in ruWe of gewerkte Zyde ,^11 lieden.
Zyde ft offen, pok zeer veel Ambagtslip-
den, van Weyers, Schrynwerkers, Tim-
merliedcn, -Smids, Draejers, Porcelyn-
makers, Scnilders, Lakwerkers, Papier-
tüakers, KlpkgietcrsGeld-wiffelaai'S,
Sec.H
un papier is byna als ’t Chineefch of
Perfiaanfch, zommige foort van Zyde,
en andere van baften van bopmen ge-
maakt. Ik heb onder hun Lakwerlcen,
en voor al onder hunne Bandeezen, ’er
fraeje gevonden; dog zy können egter ,
geenzins by ’t Japanlch Lakwerk haalen,
waar toe zomtyds ’t hout zelf, en ten
deelen ook de Lak - ftoffe of *t Vernis
zeer veel doet.
De Tonkinders maken niet alleen een Muti
byzonder volk op zieh zelven uvt, maar Taafc
zy hebben ook een Taal opzich zelven,
die van hen zeer fterk agter uit de keel
A 3 op