
danige v yf men ook boven tegen den ru£
aan , van den kop af tuflchen ieder ver-
deeling ’er een , gelyk men ’er nog zes
dooms, en onder agter aan is de vin rood}
dog de dooms zyn ook blaeuw. De vin
tegen’t ly f is rood, en blaeuw dicht ’er
tegen aan. De ftaart is licht - Purper ,
als een opene Waejer , met een blacuwe
fchey-kring tegen ’t ly f , en zoo een
dwars-ftreep midden in den ftaart, eneen
citroen - geele fraanje met een zwart en-
■ der-zoompje onder aan.
Het is een zeerlekker Vifchje.
Jkan Nö. 228. Geeft oiis den Ikan Töetömbo
Toe- Jang B iß t, dat is , de fraeje Doosjens-
tombo Vißby te zien. Het is een kleen , dik,
^efei. k°l* röndagtig lekker Vifchje, dat Zee-
groen en Witagtig van kop en ly f , na
beneden toe wat lichter is dog over ’t
ly f loopen elf röode groote en kleene
dwars-banden , die na den ftaart toe verminderen.
De bek is äls een Trompet-ftuk , dat
Hemels-blaeuw van binnen, dan na ,bui-
ten, o f na den kop toe, citroen-geel, en
dan rood is. By den bek is nog een Citroen
- geele halve kring, loopende tot
aan het oog, en tegen dien halven kring
onder is een roode fteel met Hemels-
blaeuwe bladeren, en een Hemels-blaeuw
bolleken ’er by. De vin tegen ?t ly f is
licht-Purper , (gelyk ook die ’er onder
komt) dog Hemels-blaeuw aan des zelfs
zyde$ tegen ’t lyf. Het oog is rood van
appel, ’t oog zelf licht-Purper, met drie
Hemels - blaeuwe ftreepjens in een drie-
hoek , en nog een piek , die rood,, - en
met een Hemels- blaeuw^ kring ’er boven
na voreh toe voorzien is.
De boven-voor-vin is zwart-gedöornd,
en geel van grond, hoedanig ook de ag-
tertte beneden-vin is -, die een Hemels-
blaeüwen zoom tegen ’t lyf, en een rooden
buiten-zoom heeft. De agter-boven-vin
is ook Purper met een citroen - geele en
fyne zwarte onder-, en een roode en He-
mels-blaeüwe fyne bovcn-lyft.
De ftaart is twee-klüftig, flets-groen,
en met roode fyne overlangze ftreepen ,
o f graaten.
Ikan So- N°. 22p. Leverd ons den Ikan Sowang- \
Wanggi. dat is, den Toover- Vifih, uit. Een 1
kleen aardig Vifchje } dog dat om zyn
kwaden naam niet gegeten werd.
Het is zwart, Zee-groen ert rood van
b ek, die vol tanden is. Het kopje is
verder Purper , ’t oog Hemels - blaeuw,
de appel r o o dm e t een zwarten kring.
Boven ’t oog op den rüg zyn vy f roode
doornkens. De kop is van ’t lyfgefchei-
den door een Zee-groenen kring.
Het ly f is Goud-geel, met zeven groote
en kleene Zee-groene dwars-kringen, i
tuflchen welke op ’t geel lyf zig , pas na
de vin tegen ’t ly f , op de twee eerfte
geele banden drie, en op denaafte ’er aan
maar een rood bolleken vertoond , hoe- I
zoo op de Zee-groene vin fegen ’t lyf
(diedrie roode dwarsbanden heeft, en
zig tegen ’t lyf wat Hemels-blaeuw ver-
toond , ) in de naafte verdeeling tegen ’t
ly f een, in ’t midden drie, en dän nog
twee, verdeeld ziet. Zy is als een rond?
opene Waejer, ofals een Schilder-palet.
Onder tegen de geele wamme aan vertoond
zieh een Purpre doorn. •
De boven-voor-vin is Hemels-blaeuw
met zwarte fyne doornsV'en eenHemels-
blaeuwe zoom} dog de agter-vinnen zyn
Zee-groen met roode zoomen, en twee
zulke groote fynedoorns} dogdieonder-
vin heeft een Purpren onder-zoom.
De ftaart is Hemels - blaeuw , drie-
kluftig met zwarte fyne zoomen , en de
fchey-band by den ftaart is rood.
N ö. 250. V ertoond ons de Kat am Söe- Katam
lang, dat is, de geborduurde Kr ab , weh- SoelanS-
kers ly f donker-Ptirper völ lever-verwige
groote vlekken met Orangie ftippels, en
blaeuwe zoomen is. Ägter is zy Purper
en blaeuw. Ook is de grond van al de
pooten licht-Purper, en vol Zee-groene
en blaeuwe zoomen, ftreepen, en midden
op ieder poot dan drie, dan Weer op een
andre poot twee blaeuwe knuiften met
Zee-groene omtrekken ’er öm, en binnen
in de knypers zyn aan. weerzyden .vyf
roode böflefcens. Op de* pooten j fvaar
aan de knypers zyn, loopen in ’t midden
overlangs Orangie ftippen, hoedanig
ook de breede ömtrek van zyn Zee-
groene oogen is.
Het is een fchoöne Krab , otri ze te
eeten. Zy heeft in ’t midden ook twee
Hemels-blaenwe groote Olifants-tanden,
met Orangie ftippen boven längs.
N°. 231. Is de Katam Boental , dat is, Katam
de ronde Krab, vol pooten , als o f ’t een Boental.
Spinne-kop was. Het ly f is licht-blaeu w
met een rood bolleken in’t midden y met
een Orangie roöden aan den binnen kant
geftippelden zoom, of kring’er rondom,
en dan nog een donker-blaeuwen kring
rondom dezelve. . ~ ö
V erder zyn de pooten röod, en blaeuw
dog de twee onderfte voor aan, ook geel
geteekend. Zy werd niet gegeten.
N°. 232. Vertoond ons de Katam Ka-
rä, dat is , de Aapen Krabbe. Deze is Katarii
kleen, en donker-blaeuw van ly f met Kar*‘
een rood Aapen - bakhuis op een geelen
grond, metPutper-roode engeelepöoten
met Zee-groene knuiften in ’t midden.
Zy werd mede niet gegeten.
N°. 23 3. Vertoond ons de Lockt Hi- Lockj
djoe-i datis, het groen Kreeftje, zy nde even Hidjoc;
eens als de vorige } dog donker Zee-
groen, licht-Purper van pooten, en öok
zoo van zoomen längs den rüg en buik tot
geheel agterom boven en onder. Aan
den agter-kant vertoonen zig eenige Hemels
blaeuwe doorns, en veel Qrangie
verkeerde half-Maankens , en zulke fyne
d wars*boogen over ’t lyf, tegen deover-
larigze Orangie ftreep, die van den kop
na den fteert loopt. De oogen zyn rood
en Orangie. De hairen voör uit zyn
Purper-rood voor, en agter aan met een
zwarte flip, By de oogen zyn ook twee
verkeerde Orangie halveMaankens,en zulk
een groote ftip in ’t midden , ook twee
tegen ’t ly f, en drie ’er ter zyden na de
voor - vinnen toe , die ook rood , Zee-
groen, Orangie, en met een lichte Pur-
pre fraanje, even eens alsdievanagtcren,
bezetzyn.
Katam No. 234. Geeft ons de Katam Laiaa
Lawa. La'Wa, datis, de Spinnekops Krab , met
Lawa. agt pooten en nog twee knypers, die
donker - Purper zyn , en öp de ge-
wrigten roode en geele bollekens heb-'
ben.D
e grond van de Krab is donker rood
en bruin , met een roode rechte band ,
en twee opgaande dwars-bogten tegen
een , met twee Goude bollen boven aan
weerzyden, en dan nog een boven aan
die twee opgaande bogten, een in ’t
midden beneden de roode ftreep o f band,
en onder aan pas buiten die opgaande
bogten nog een grooter Goude bol} hoe-
danige men ’er meer aan ’t begin van eenige
pooten ziet. Alle de doorns rondom
zyn Hemelsblaeuw.
Zy werd noit gegeten, om dat zy ver*-
giftig is. ^
Katam No. 23 f . Vertoond ons d t Katam Jang
Jang .Roepa Manoeßa, datis, de Krab, die van
Roepa gedaante als een Menßh is.
Deze is p urper van ly f , zwart van 1
oogen, neus, en mond , geel en zwart I
van pooten, Zee-groen van doorns £ dog
die twee lange beneden zyn donker-
Hemels - blaeuw» Z y werd ook niet gegeten.
:;/'X
Katam No. 236. Is de Katam Bidoeri, datis,
Badoeri. j de gedoornde Krabbe , zoo na de Hemels-
blaeuwe doorns aan weerzyden van die
pooten waar aan zy de knypers heeft,
genaamd , welke pooten een licht-Purpren
zoom aan weerzyden, een geele wit-
geftipte ftreep overlangs hebben , en die
in ’t midden met roode doorns , die van
binnen wit zyn, bezet is.
De verdre pooten zyn Purper, met
een Orangie buiten-zoom , en vertoonen
voor aan ’t fcherp einde een donker-He-
mels-blaeuwe verwe.
Het lyf is Orangie-agtig, en donker-
groen aan de kanten rondom, vol Orangie
ftippels, met twee roode en Orangie
kleene bollen, aan weerzyden van ’t lyf
Manoe-
fia.
een, en met twee zulke valfche, en nog
twee zulke rechte oogen aan weerzyden
van een Ipirzen drie-hoek , die rood van
zoomen en Zee groen van binnen is.
Het middel-deel van ’t lyf, vertoond
zieh als twee blaeuwe Harnaflen, vol
Orangie en witte ftippen , en in ’t onderfte
een Orangie leggende halve Maan.
Deze Harnaflen zyn rondem met licht-
Purpre zoomen bezet. Deze Krab is
zeer lekker om ze te eeten.
No. 237. Vertoond ons dtOedang Am- Oedang
bon , dat is, de Ambonjche Garneei, die Ambon;
fchoon Zee-groen van grond , rood van
hairen voof uit, blaeuw, rood, en wit-
geftipt van pooten , en midden over ’t
ly f overlangs vol fyne witte ftippels , en
van zoo een band by den ftaart voorzien
is , die zig als vier vederen tegen een,
met geele en zwarte zoomen, en een
rood bolleken, met een witte ftip van
binnen, in ’t midden van ieder veder ver-»
toond.
Zy is zeer goed om te eeten, en fchoon
van verw.
N 0. 238. Vertoond ons de Katam Ber- j^atairt
tandoc, datis, de gehoornde Krabbe. Bertaa-
Zy is Zee-groen van ly f, vol Purpere doc.
en zwarte halve kringen met witte ftippels
aan weerzyden. In ’t midden ziet
men een i Orangie half rond met een
zwarten fynen zoora-onder daar opals een
Hemels - blaeuw Aambeeldje , aan weerzyden
met witte ftippen en zwarte zoomen
, dan weer een Orangie half rondje
met de bogt onder, en ’t lyf vol witte
ftippen, daar na daar boven op twee roode
bollekens met witte ftippen vertoo-
nende , waar ha als een Hemels-blaeuw
bartje met witte ftippen rondom, en dan
een leggende Orangie halve Maan met
Purpre dikke zoomen aan weerzyden en
met een fmalle roode boven aan, en een
rood appelken boven dien zoom volgd.
De pooten zyn geel, • en blaeuw van bollen
of knuiften in ’t midden, met roode
zoomen, en met blaeuwe knypers over al.
• Alle des zelfs doorns tegen ’t lyf aan,
zyri fchoon Purper, de oogen zyn rood,
wit van appel, en zwart van omtrek.
De uitftekende horens voor aan zyn ook
rood, en byna als die van een fiele , dog
wel zoo fyn } de hairen , die zig agter
vertoonen, zyn ook rood. DitKrabbetje
werd niet gegeten.
No. 23p. Vertoond ons de Katam ^
Ongoe Kaki-nja , dat is , de Krabbe met Ongoe*
Purpre Pooten. Zy werd zoo na de on- Kaki-nja»
derfte pooten met knypers , die fchoon
Purper van grond zyn , genaamd , die
zig verder Zee - groen van knypers , en
de knuiften in ’t midden , en blaeuw van
doorns aan weerzyden , en ook van bollekens
opdoen , die zig vyf aan weder-
G g g 4 ' ' " syden.