
■ sw» ;
f S m I I
i
iI
Z E E - B O O M E N , Z E E - B L O E M E N , enz. >4*
Het recht Stroom-touw.
Hier van heb ’er twee aan een Steen.
Meermin, en eenige andre Zee-Dieren, in
'de Plaat N°. yz. z ic t} dog noit zag ik
hier een zeldzamer van, dan by de Heer
van Segwaart.
Hier is nog een zoort, die op Steen-
ägtige Bergen ontrent de Zee-kant j en
aldus op ’tLand, en niet in Zee, groeid,
werdende daarom de Berg-Acarbahär ge-
naamd ■, dog kenne dat niet, als uit ver-
haal der Inländer^
De graeuw-agtige ,. ö f Afcb-verwige Zee-
Boom.
Van deze heb ik ’er een, met een Moer-
Nagel van Steen , en nog een lang ge-
waich ’er by. En van deze Zoort nogfeen
met een Ideen Appelbloezem Zee-Boomp-
je , en nog een ander gewafch daar by.
De Koper-agtige Zee-Boom.
Heb ’er twee van, even eens van verw,
als Köper, oF Metaal, en een met een
Hanekam ’er in.
Hier onder fchynd die Goude Acarbahär
te behobren, waar van hier ha breeder.
De zwarte Bafta Zee-Waejer.
Van deze heb ik ’er nu geen. Deze
zyn zeer dicht, dik , en egter doorzig-
tig, gelykende wel een rouw-Wayer.
De roode Zee-Boom.
Hier van heb ik ’er een > maardaarvalt
een gladder en beter Coraalagtige zoort
in de Middelandfehe - Ze e , en 00k iii ’t
Yoode Meyr.
De witte Acarbahär, oF Zee-Boom.
Deze is wit geribd, beftaande uit klee-
he takken het vooifte van een pink dik,
en öok dikker, met verfcheide zwarte
banden aan iedcr Tak.
Van deze zoorte heb nu geen eene
Boom 5 maar heb ’er nog een groot dik
ftuk van, en öok een ihik van de gladde
witte Acarbahär , alzoo het beide in de
• Geneeskunde gebruikt werd.
. Ik vertoon deze Boom, by de Letters
A:A:A:indePlaat. N°. f l .
Daar is nog een dünne zoortvan graeuw
Acarbahär, als oF ’t roode Ryskens waren}
dog kenne die niet, gelyk mede die
zoort, die wel na Heide gelyk t} dogwei
de Goude Acarbahär, en moet zeggen, dat
die zeer fraey gehad hebbe, even eens als
een Goude Rofmaryn Tak , die wel een
voet lang, en twee duimen breed was.
Het gedraeid Storm-touw.
Hier van heb ik ’er een , dat fraey is ,
öp zyn Klipje.
Ookgeve een afteekening van]dit7 ä/i
Aros, zoo als ’t in zyne bogten zig ver-
tdond, by de Letter B: B:in de Plaat N°.yi.
De Spek-ßeene Akarbahdr.
Deze heb nu niet j maär heb ’er verfcheide
van gezien , hier(in Amboina ge-
vallen, die ’er even eens, als de witte Spek-
fteen uit zagen , en die half Appelbloef-
fenii en half wit, waren, en.een,datten
deelen nog zwärt, eneen , daarhonderd
Ryksdaalders voor geboden was.
Kleene Zee-Böomkens op Klipken's, met zeer
•witte Zee-Bloemen ’er op.
Hier van heb ik ’er vier; en nog een
zeldzäme Bloem op een Klipje.
In Amboina vnllen wat voor bydeGalg-
hoek 00k veelZee-Bioemen&nders genaaind.
De Zee- Amaranthus, o f de Zee-Bloem.
Ik heb ’er van deze verfcheidp zeer
fchoone, zoo op een Steen, alsbüitende
zelve^groote , en kleene } en 00k wel
andre Steenen met de zelve , zoo als zy
eerft beginnen.
Ik vertoone die Atnaranthus, by de
Letters C: C: in de Plaat N°. y i .
Kraal- Boomkens op Steenen.
Van deze bezit ik ’erzesfraeje, en vertoone
’t fatzoen van Zoo een Boomkeri
by Letter D: D: in de Plaat N°. y 1.
Zee-Koöl.
Vah deze heb ik tweejonge Kooltjens.
Zee-Handjchoenen. Die ik zeer fraey gehad hebbe , hoe- wel ’er nog iets van bezit.
Een Steene zeldzame Harten-Hoorn.
Dit weergadeloos ftuk bezit ik , en heb'
het noit meer gezien. Onder is de Steen
o f hy van Köper was, en boven is de
Hoorn zelf uit fyne doornkens beftaande j
die nogtans breede takken, als was het de
Hoorn van een groot Hert, maken.
Neptunus-Muti.
Vän deze heb een groote Ichoone wel
eer gehad.
De Weft-Indifche Zee-Boom.
Deze is geel en Purper. Heb ’er verfcheide
kleene van , van welke zommige
alleen op zig zelve, andere by andre Boomkens
, o f Steene gewaflchen, en oök eenige
als een Fontange op Schelpen, ge-
groeid zyn.
Deze zyn onder de vorige reedsgeteld.'
De Zee - Calappus - Nooi, o f de Calappd
Maldiva.
Waar van ik ’er een bezitte, diens afteekening,
by de Letters E: E: vertopne,'
in de Plaat No. y i.
Wjgt 3 Defcd