
Hee- voor, alzoo die zeer wel wift, wat ’er
g n De- te voren over my gefchreven was.
■ i n Eerw. had eerft gezegt zieh, om
voor my te fpreken, met te können in-
iaten, dog oordeelde deze brief van veel
gewigt, en. verzogt my een affchrift
daar van, dat ik zyn Eerw. gaf, ver-
p u tati ad
R e s Indiens
to t
Atnfter-
dam
v o o r-
quam.
D ie z e lf
u c zen ^oekende, dat zyn Eerw. dit totberei-
nietvoor kmg van het oogwit, in die brief be-
mywss, doeld, en om metter tyd deBybeleens
in de Maleitfche Taal gedrukt te mögen
zien, geliefde te gebruiken, gelyk zyn
Eerw. my beloofde te doen. Ook heeft
zyn Eerw. my naderhand bericht, dat
maar een
affchrift
van die -
b rie f
verzo g t.
D ie den
z y n
E e rw .
o v e fg a f,
en die ’r §
Cla flis in
een ge-
h ee l andere
Sehrt ver I S S S M g » ¥ c f het geheclc Claflis
zyn ? gebcelc andere gedagte ren voort
deelf* v a n m im irrovlr I 1 e
gedagte
v o o r z yn
-w e rk
bragt.
D gtuagie ten
dede van myn werk gebragt heeft. •.
Ik bezorgde ook, dat deze brief aan
een der voornaamfte Heeren Bewind-
hebberen tot Ämftei'dam vertoond wierd
ten einde ik ook aan die kant bewerken
mögt, dat ’er eene overzetting des By-
beis mögt gedrukt werden.
Die Heer liet aan den Heer Predikant
. dle M Ed, had laten leezen, weten,
G e ly k de dat hy dien bnef gezien had, zonder
Sd,ryv« daar .ets verder op te antwoorden, en
aan ern een t£j *- ~Z°T~nd™cr 3* 8» * * « 6 « ., saulzzoooo ddiiee
HcerBe- Hetf onverzettelyk voor D. Leidekhrs
windheb- weric, en tegen my, was.
RdedeP,dog vanIflddee nHä e. egr'.P Pr8o^fefTo r* ™Re'lga“tfds d(ezraalra.d)
zonder royne overzetting maar in ’t licht te heb-
vrugt. ben, zoo had ik de zelve in Engeland
De daar zyn Ed. my middel toe aan fe hand
filiü i°nnzn drukken. Zyn Ed.,
ook. dar ™ vcc fndere Heeren, hebben my dat
bygezogt ®eer» als eens, aangeradenj dog ik heb
« 2 ” °S. “ ■ zcdiS van de hand
Sekt? g Wezen’ “ “ «ende, dat ik daar- by
zya werk ?Iet 200 zeer myn eigen eere, als wel
door de , net nut, en de itichting van de Chrifte-J
rechte nen in Amboina , en elders, beoogde
Ionedoiernin in ,«nB d“aÍt ditmiddel mmeeeerr ttoott nnaaddeeeell..ddaann ttoott
te voeren. voordeel, zou können dienen, alzoo de
Heeren Zeventhienen het mogelyk zeer
qualyk zouden können nemen, dat ik
tot vreemden ging, en verder goed vin-
den te verbieden, 'dit bock in de landen
daar ik het voor gemaaJct'had, in té
voeren. Dierhalven zeideik liever na
■— ™ nu vyftntwintig o f zeseaffointig iaéren
Ä e ®™agt tC h • > nog eenigcn ffd te
Heeren ™ lcn Wägten, in hope, dat God de
Zeven- Heere m de herten van haar Ed Agteeenrnis
R R ß c,cn ändere neiging dom zyn
n“ gm Gccft 2al gebeven te bewerken.
te geven. Dt heb naderhand aan dien zelven Heer
Nader Eewindhebber doen verzoeken, dat zyn
Ed. het daar maar geliefde toe te brengen,
dat de Heeren Zeventhienen een
getal van vier o f vyfhonderd Exemplaa-
ren van myn Bybel tegen Boekverkoo-
pers prys geiiefden over te nemen, en
In allen
d eelen
Nader
redelyk
v e iz o e k
aan een
H e e r
Bewind- feebber
verder toe te ilaan, dat men het overige J l ;.
getal van dendruk vry met hunnefcheptn I f S
na Indien voeren mogtj en dat ik dat totvioni
werk dan op myn koften zou laten druk-
ken; dog het dacht Eien Heer niet der S " .
pyne weerdig, my daar op eenig ant- eigen p I
woord tergeven. ^ kolien,
OndertuiTchen was ik met het weer d°s tc
overzien , o f 0p nieuw overzetten van S ?
myn gehefiLwerk,zooverre geraakt.dat n , '
IK ilet van voren af aan nog eens (na de Schryre I
tränt en ipclhng van ’t hooge Maleitfch, T«n- I
zoo veel als het eenigzins lyden kon, en ^'S^zyc: I
om my in allen deelen na de zinlykheibme™.
van de Bataviiche Broederen te fchikken, dag ics I
en aus ’c gemeene goed oogwit te be- ßy^els I
reiken) oyergezet, en nu al een geruime MaS , K
I tyd yolemdigt had} waar van ik ook dat w«
Kenms aan de Heer van der Vorm gege- booger I
i ven heb} dog om dät nu na Indien te was*
zenden, om het daar te laten overzien Waar van I
(gelyk ik, anders geerne doen zou, zoo £y-°?k' I
ik ’er was,) 'zal my niemand licht kon- I f f l i I
nen raden. , a„ I
Haar ziet men nu, wat moeite ik . v “ m I
Ult enkele heffle voor ’t Ambonfche en
t verder Indifch Chriftendom, heb op egier '
my genomen, zynde tot nog toe zoo SoetIrsi- I
ongeiukkig, om, wat middeien ik hier j kon’ I
ook hebbe m ’t werk gefteld. en hoe I
zeer en de Ed. Heeren Bewindhebberen, merte I
en de Eerw. Claflis van Amitcrdam, ZCDden. I
vooral door dien laatflen brief van D Eeltlag I
| um der Form, van de nuttigheit vm f e I
myn werk overtuigd zyn , gten v r u g t I
ter wereld van al mynen arbeid te zien, een v L I
vermits men zieh niet verweerdigd om ie^00Zen I
my daar over maar eens tchooren fpre- ai,k“ i in I
kenj hoewel ik die Heeren met weinige 21 n° Ä I
woorden zeer veel zou können zeugen tegen- I
■ dat tot hun naricht zou können dienen flMnl!e I
...Wyt hier verder af werden zal, weet S tV “ I
eeeSreeS vvaaenn Cz, y“ne ngr °n°ataem G, °edn ’ tedni Cb e3f,t1e0 van ™ ?■» I
zyn Kcrk, op zyn tyd ichikt werk ten I
Dog ik bidde de keeren Bewindheb-
beren, in de vreeze van Godsnaam, en I
buiten eemge zydigheit, maar eens te I
over wegen, o f het niet een bewys van ne- I
cen groote neerftigheit, en zugt ‘voor ?ei ge
myne Gemeinte in my is, dat i f z o n - Se H™ I
der hope van eemge belooning, en zon- ren Be-
der eenig verzuim van myn dienit, den wind_
Bybel tweemaal overgezet heb. Indien hebberCD’ I
ik ,’t Kluk had , orn dien wakkeren
VeHheer, en Dirciteur Generaal, den
Heer Ryklof vrn Gons, o f tot mynen
Gouverneur, o f tot een oordeelaar over
myne zaak te hebben (die in zyn Rapport
aan haar Edelheden in ’t jaar ifive
zoo zeer over de nalatigheit der Predi-
kanten in de Taalen der Inlanderen,
ichoon de grootfte reden van hun zen-
ding, klaagr) zckeriyk zou die Heer
meer
en te
over-
wegen
Of hy
- deld.te:
werden.
meer agting voor myn ,perzoon,en werk,
dan nu gelchied, getoond, en my zeer
fterk tot meer neerftigheit aangezet
hebben.
C)mdog Wel is waar, dat haar Ed. Agtbaar-
’t oog op hecjen} door »t fchryven van die van
neerftig- Batavia, en Amboina* in een groote
heit eens onzekerheit, wat werk' te verkiezen ,
te ilaan, gebragt, en tot een groote drift tegen
en te! myn perzoon en werk, door *t vuilaar-
dig fchryven van dezen en genen, ver-
voerd, o f misleid zyn j maar vermits ik
nu een voor naam lid van haar Ed. tot
Amfterdam, en ook de Eerw. Claflis
aldaar, by de voornoemde brief klaar
hebbe' doen blyken, dat haar Ed. Agt-
baarheden, en ook haar Eerw. (door de
verkeerde berichten der Regeering voor
D. Leidekkers werk, en door de ver-
keerde drift der Indifehe Broederen tegen
my, en myn werk) misleid Zyn,
en dat, volgens fchryvens van de voornaamfte
der Heeren, die te voren zoo
verdiend tegen my waren, nu myn werk, en
hce& . perzoon, zeer nut, en noodiggeoordeeld
¿ts°mea* wer^> om van mYn Bybel» en die van
nudoct, D* Leidekker, een goede Bybel in ’t Ma-
behan- lcitich te dben drukken, zoo geve ik
haar Ed. Agtbaarheden eens wederöm
met veel nedrigheit in bedenken * of
myn werk, en o fik , verdiend hebben,
zoodanig behandeld te werden, dat men
my nu, daar ik alles tot genoegen van
de Kerken van Indien, tot geruftftel-
ling van haar Ed. Agtbaarheden, en van
de Chriftelyke Synoden, en Eerw. Glaf-
fen alhier, gedaan hebbe, wat my mogelyk
was, met myn werk zitten laat,
zonder het myne, en zonder dat van de
Heer Leidekkerof wel een werk, üit
aie beiden genomen^ te laten drukken.-
■ E n I o f dit J
Ik bidde haar Ed. Agtüaal ÄCüWiy als
¿Twel is^, Voefterheeren van de Indifehe Kerken,
dat men dog eens te overwegen, o f dat wel is,
diTrhp^’ dat d‘e ^ er^en> die men nu nog helpen
Kcrk van kan, en daar na (als men eens willen zal)
zoo cen mogelyk niet zal können helpen, van de
nut werk, vrUgt Van Zoo cen nut en noodig werk
die iiog beroofd blyven; ’te meer, dewyl ’er nu
helpen nog zoo weinig in ’t leven zyn, die zoo
kan i be-een werk zouden können overzien j bc-
|£oofd. halven dat ook de bequaamfte van all£n,
die ik in Indien kenne, te weten, D . i>an
der Vorm, my zelf in dit jaar 1711. nog
gefchreven heeft, dat hy zieh door zyne
zwakheit, en klimmende jaaren, niet in
ftaat vind, om zoo zwaren werk van
dat overzien des Bybels te ondememen,
genegen zynde dit aan jonger mannen
over te laten, die ’er mede zeer dun
gezaaid zyn, behalven dat ook ieder een,
die al Maleitfch kend, juift dat in geen
laat bljr-
Ven¿
een, dan D. Brandsj weete, die zieh
daar in oefFend, en een neerftig man is}
dog o f die Heer in ’c hoog Maleitfch
wel zoo verre is, dat hy den Bybel van
D. Leidekker grondig zou leezen en yer-
ftaan, daar aan twyflel ik zeer, alzoo
daar veel toe vereilcht word. Altoös
toen ik uit Indien vertrok, was zyn
Eerw. nog niet in dien ftaat} en hoewel
ik vaft ftel, dat zyn Eerw. in zoo veel
jaaren volflagen bequaam tot de revifie
van zulk een werk geworden zal zyn *
zoo geve ik dan nog in bedenken,^of
dat maar een mans werk is} buiten zyn
Eerw. weete ik niemand tot zulken re-
viile bequaam,alzoo ik de andere Heereä
Revifores niet kenne, en van harc be-
quaamheit niet oordeelen kan.
Ik zie nu geen reden, die haar Ed.
Agtbaarheden nog eenige bekommenes*
van dit werk te Devorderen, overlaat,
ten wäre, dat haar Ed. Agtbaarheden
begeerden j dat het haar Edelheden uit
Indien ook zoo aan haar Ed. Agtbaarheden
voordroegen. Ik beken w e l, dat
dit tot haar Ed. Agtbaarheden geruftheit
nog beter was} maar zy gelieven eens te
overwegen, fchoon dat eenigermaten
tegen my is, of mynen arbeid (war egter
niet legt, o f (Je Kerken yan Indien on-
dertuflchen na myn werk niet verlangen,
o f zy dat al over lang fiiet behoorden
gehad te hebben, eö o f het nu wel te
verantwoorden is, dat langer uit te ftel-
len, daar men van myn Taal-künde, en
van de nuttigheit van myn werk, door
myn grdotfte tegenpartyder zelfs zoo
kragtig, en met zyn eigen hand, ver-
zekerd is. -
Ik bidde haar Ed. Agtbaarheden dierhalven,
als Heeren, die zoo gunftig zoo
AveeL.onkoften.,.,tep., nutte yan de' Kerke
Gods in Indien, en van Amboina in ’t
byzonder, doen, dat haar Ed. Agtbaarheden,
zoo zy eenige liefde voor een
man van neerftigheit, en voor zulken
laftigen arbeid, als ik tweemaal gedaan
hebbe, zoo zy eenige zugt voor zdo
veel duizenden van Chriftenen, die daar
door meer, dan door veel andere middeien,
können geftigt werden, en voor
cen fpoedige, en wel-gegronde aanwafch
van die Kerken, hebben, dog zoo goed
gelieven te zyn, van een zaak van zoo
veel aangelegenheit, en die .nu alleen van
haar Ea. Agtbaarheden afhangt, dog
niet langer uit te ftellcn, maar gunftelylc
die geringe onkoften , die ’er tot het
drukken van zulk een werk vereifeht
werden, te doen, voor welke gunft ik ,
en die Kerken, haar Ed. Agtbaarheden
ten allen tyden danken, en God bidden
Ärabifeheletter lezen kan, hoedanig een j zullen, dat hy dit haar Ed. Agtbaarhe-
ik ’er nu, buiten Di van der V om, geen den rykelyk gelieve te vergeiden.
I I I . D e e l , ' P V oor
M e t V e P
zoek dat
haar Ed¿
Agtbaarheden
d o g zulken
nutte
zaak niet
langer
g eliev en ,
úit te
Hellem 1
E n ia t
om ver-
fcheide
redenen
van
gew igt,’
b y de
Sch ryver
aange-
haald.