
7 1 B A N D A S C H E
komt. Undcr de itoffe van Japan fpre-
ken wy breeder hier van.
Ook heeft de Heer Generaal Brouwer
zynen vervanger den Heer van Diemen,
by een brief, die zyn Edelheid van de
Kaap aan zyn Ed. fchreef, al geraaden,
om een togt na deze goude eilanden, of
wel na ’tgoud en zilver eiland (zoo hy
’t in zyn brief noemde) te laaten doen,
en was zyn raad, dat men dien togt den
i ftca Mey niet uit Japan , maar van Batavia
beginnen, en dan verderBenoorden
Borneo, Celebes, deMoluccos, de kuft
van Moro, of Benoorden Gammacanorre,
en zoo verder bovens. winds in de Z. zee
loopen, en dan om de N. fteken, by na
zoo gelyk de Aquapulco’s - vaarders doen,
omBeooften Japan de N.Wefte winden
te zoeken 3 maar hoe verre doch oit de
Holländers by hunnevaarten in. ’t Ooften
geweeft zyn , noit is geen van hen zoo
verre aldaar , dandevoornoemde fchipper
Koßer by dezen to gt, gezeilt. En daar
alle , die dcrwaarts bevoorens gevaaren
hebben, wegens fwaare ftormen en on-
weder , hunne reizen ftaakten , en
wederkeeren moeften , verklaaren deze
vrienden over al ’t fchoonfte weder van
de wereld gehad te hebben, zoo dat zy
een beter faaifoen, dan de andere, moe-
ten hebben waargenomen.
Hoedanig nu dit Zuidland in opzigt
van Banda , en de Aroe geftrekt legt,
kan men al mede in dit kaartje van de
Z. O. en Z. W . eilanden ( hoewel maar
ituks wyze voor zoo verre dit zig tuflchen
de i i en 12 graaden vertoontj zien.
Wygeven in dit werk, op een andere
plaats, nog eenig berigt van groote men-
ichen, en reuzen, op ’t Zuidland gevon-
den , door een Ambons vryborger, die
op ’t Zuidland verviel, en door een ftuur- |
man, die zulk een geraamte na Batavia
van daar voerde , en die my dat beide
zelf verhaalt hebben 3 ’t geen wy daarom
Bier niet herhaalen.
. Nu hebben wy hier nog by tevoegen,
dat zieh ontrent 34 mylen Beooften Ra-
rakit, of. den^O. hoek van Ceram, een
groot ftuk lands, O. en W. ftrekkende,
Poelo groot Co genaamt, opdoet, ten
W . van ’t welke een klein eilandje legt,
en ten O. van welk eilandje 1 of 2 mylen
zieh nog 3 kleiner in een driefprong,
digt by de wal, pas Bezuiden de zelve,
by een groote baai van r of 6. mylen in
’t rond, en aan des zelfs W . hoek opdoen 5
gelyk men aan des zelfs O. hoek nog een
grooter eilandje leggen ziet.
Twee mylen Ooitelyker ziet men nog
2 zeer kleine en binnen de 7 mylen O.
op digt längs de wal ’er nog 7 leggen,
van welke eerft .1 grooter , dan weer 1
kleinder , daar na weer 2 grooter eilan-
dekens 1 myl van een, en aan nog 3 zeer
kleine ontmoet, die voor een baaiken,
meeft Z. en N. 1 myl van een, geftrekt
Ten Z. O. van den O. hoek van dit
Poelo groot Co legt een eiland , het
Wezels eiland (een ander dan waar van
,wy bevoorens fpraken) genaamt , dat
ontrent 7,mylen lang, en meeft 2 o f 2j
myl breed , hoewei het in ’t Z. O. nog
wel zoo breed is , en met een hoek na
’t N. O. uitloopt.
In ’t N. N. O. van ’t zelve leggen 3
kleine eilandjes digt by een met een rifje
aan de Z. kant, en m ’t W . Z. W . is
nog 1 klein eilandje digt by de wal, en
1 myl van des zelfs Z. hoek legt hèt vogel-
eiland , dat meeft N. ten W . en Z. ten
O. geftrekt legt, en pas 1 myl in ’trond
is, hebbende aan.de Z. kant een rif, dat
zieh wel 1 myl verre in zee ftrekt.
Waar mede wy dan, en van de befchry-
ving van die Z. O. en Z. Weiler-eilanden
, mitsgaders vari ’tgene wy wegens
het Z. land te zeggen hadden , affchei-
den 3 zynde het ons genoeg het voor-
naamfte aangehaalt, en daar by, als met
de vinger, aangewezen te hebben , dat
die landen van tyd tot tyd door deze en
gene byzondere peribonen by ftukken en
prokken (gelyk zy nog zoo maar bekent
ftaan) ontdekt zyn , tot welke ontdek-
kingen gelyk ook die van Nieuw Holland
o f Nova Guinea (een ftreck lands,
die meer dan yoo mylen , van den 10
tot den 33 graad Z. breedte beilaat) wy
meeft aan Frederik Houtman, aan die van
’tfchip de Leeuwin, aan Jacob Remens,
Pieter NuytSi Pieter de Carpent ier, François
Peifaart, Antoni van Diemen, en meer
andere (buiten de bevoorens reets van ons
gemelde ) verpligt en fchuldig zyn.
V Y F D E H O O F D S T Ü K .
B-dndafibi Zaaken. Band» by átPortugeezen eerft bekent in ’tja a r ifn . Komft der
Nedcrlanders in ’tjaar i ypp.|hier De eerße van hen hier rnet ’er woon gebleven.
Pieter Willemfz Verhoeven tn V jaar 160p. hier. En de Engelfchen reets mede hier.
De Bandaneezen_/?iZ0» Verhoeven V leggen van een Kaßeel opNeira toe. Doch vermoorden
hem , met veele der zynen. Verdere moord aan de onzen gepleegt. Labetakka verovert.
De Heer de Bitter, eerße Landvoogt hier. Die voor Celamme gèklopt vjord. Frede tus- Jteben
A K N. 71
feben de Bandaneezen éti ons. Dood des Landvoogts. Henrik van Bergel tweede Land-
voogt. De vrede trouwloos door de Bandaneezen gebroken. De HeerReÿnft idiy. in
Banda , om hen te Jiraffen. Poelo Ay door ons onder van der Duffen verovert.- Doch
fchandelyk verlooren. Poelo Ay door den Bevelhebber Lara in ’tjaar 1616; bernomen, en
de Bandaneezen tot een nieww Verbond gedwongen. Dat zy weder breken. Lonthoir in
*tjaar 1621. door de Heer Coen verovert, en ailes verder aan ons overgegeven. Nteuwe
moord door de Bandaneezen gepleegt. :
N A dat wy bevorens de eilanden
van Banda, en ’tverdere, daar
ontrent aanmerkenswaardig, be-
ken* fchreven hebben} zoo zal het nu niet on-
gevoegelyk zyn, dat wy beginnen ha te
teuren, wanneer het zelve aan de Europeers
begon bekent te worden , en.wie
het eerft ontdekt heeft 3 ook wanneer,
en op. wat w y z e , ;de Nederlanders het
verovert hebben.
By de Ouden vind ik daar niets van,
en. fchoon zy eenige kerinis. van de Noo-
tenmufchaat, o f van de Foelie , gehad
hebben, wiften zy egter niets van ’t.land
daar zy viel. ; - ; t ‘
r:: Onder den Molukzen koning Marbhoem
zyn in ,’t jaar 146 f. wel verfcheide Ban-
däneezen in Ternate geweeft, gelyk die
eilanden ook wel-van eenige Oofterze
yolken bevaaren wierden 3 doch van de
Banda by hedendaagze Europeers komen ons als de
de Portu-Qudfte volken, die de Bandafche eilanden
5 be-:gekend hebben f de Porcugeeien voor.
kent in -Jn die tyden wierden de Bandaneezen nog
door konihgen beftierd , om ’t welke te
bewyzen, wy maar de 24 Älkitfa of hifto-
rie van den Hitoeefchen fchryver Ridjali
hebben na te lezen, die daar in zegt dat
de koning van Ronngein met een vloot
der Bandaneezen mede na Hitoe quam.
• In .’tjaar 1 yoö. zie ik , dat de Ridder
Ludowyk di Bartbema , een Italiaan van
Bononien, hier geweeft zy , die echter
zoo belachelyk van Banda fchryft, dat
men zou moeten oordeelen, dat hy deze
eilanden noit gezien had.
Na dat Alfonfus Albukerk in ’tjaar i f 11.
Malacca ingenomen had , zont die
groote man Antoni Abreus in December
met drie fchepen na de O o ft, om de
Moluccos te gaan ontdekken.
Gelyk nu by dezen togt van hem ver-
fcheide plaatzen aangedaan wierden, alzoo
gierde hy in den beginne des jaars i f iz .
ook de eilanden van Banda allereerft aan,
de roem hebbende van die ’t eerft ontdekt
te hebben, alzoo ’er (myns wetens) voor
hem noit eenig Europeer, dan de voor-
noemde di Barthema, geweeft is.
Hy maakte te dier tyd een verbond
met de Bandaneezen , rigtte op ’t ftrand
( waarfchynelyk van Combir, daar zy
hun verblyf hadden) een fteene zuil op,
met de wapenen van koning Emanuel, en
de tyd van zyn komft aldaar , daar op
uitgehouwen , nam een lading Nooten-
muskaaten in , en zeilde , helet door
I II. D eel.
tjaar
1511.
fwaare ftormen om de Mpluccos in dativa,
jaar te können bezeilen, weer na Malacca
, by zieh hebbende François Serraan,
die., die van hem afgedwaalt zynde, on-
dertuflehen gelegenneid kreeg om zeer
gevallig Amboina te ontdekken.
* Na dezen eerften ontdekleer van Banda
blykt my nergens , dat de Pörtugeezen
hier in ettelyke jaaren weer- quamen.
De naaften aan hem waren Garfias Henrik
, en Antoni Brit, welke laatfte als eerfte
Landvoogt na de Moluccos,gaande , en
in *t jaar if22. in ’teinde van Februarii
hier aangierende, dezen Garfias Henrik ,
die pas voor hem van Greilic, op *t eiland
Java, vertrokken was, al ten anker ieg-
gen vond.
In dezen tyd , wanneer de Moluccos
en ook Amboina , twee ichoone land-
voogdyen , eerft door de Pörtugeezen
ontdekt waren , lag hen ook zeer veel
aan Banda, als een land, daar zy zedett
zeer veel plagten aan te gieren , gelegen 3
’tgeen Brit ook bewoog, om hier voor
zyn vertrek mede eën zûil op te rigten ;
dat egter zoo gemakkelyk , als met die
eerfte ( die my toeichynt door de Bandaneezen
om verre gehaalt, en ’er toen niet
meer geweeft te zyn) geenzins toeging:
want de Bandaneezen, zieh hier tegen5
met hevige woorden, en daar na met daa-
dclykheden aankantende , wilden dit in
’t eerft ganfeh niet toeftaan 3 maar nader-
hand , overreed zynde , dat ’er die met
een heel ander oogmerk , als zy zieh
verbeeld hadden, gezet wierd , hebben
zy het eindelyk toegelaate.
Hy vertrok in Mey van daar met een
vloot van 7 fchepen na Ternate , cn in
dat zelve jaar verfcheenen ook eenige
Bandaneezen aldaar om hagelen in te
koopen.
Na dezen tyd fchynen de Pörtugeezen
zieh hier in Banda als kooplieden , die
daar een valle verblyfplaats hadden , op-
gehouden te hebben, te meer, dewyl ik
zie, datMartyn Alfonfo de Meló in ’tjaar
if24- van daar 2 jonken na Ternate zont,
om Antoni Brit, met Almanfor, koning van
Tidore, in oorlog zynde, te onderfteunen.
Ook gierde in ’t jaar if2 f. Garfias
Henrik, vervanger van Antoni Brit in de
Moluccos, hier aan, die Martyn Alfonfo
de Mclo, van Brit na Malakka gezonden,
doch hier aangeloopen , met de Bandaneezen
in ooriog vond.3 . weshalven hy,
zieh by. hem voegende, hen tot zyn on-
K geluk,