
I l i l » !
i i s i i
Mm
» 1 I
l i t I
a1
hout in menigte voorzien , mitsgaders
een afloopende waterplaets, veel ledige
valeijen, ookwel goedwater, maarzeer
moejelyk om te haalen , en waar van
weinig te bekomen was, al zoo ’t uit een
bak gefchept moeft worden , gevonden
hadden.
Zyhaddenhier ookwel geenmenfchen
gezienj maar egter eenig geluid van men-
lchen, en ook eenig geipeel, bynaalsvan
een tromp , of kleine gong, niet verre
van hen gehoort.
Ook haddden zy twee boomen, die 2
of z\ vadem dik, en wel do of <5y voeten
hoog waren, gezien, in welke meteenige
fteenen de bail hier en daar afgefchila,
en als een trap gemaakt was, om ’er op
te können klimmen } doch de trappen
ilonden wel y voeten van malkanderen,
zoo dat zy giften, dat hier aari menfchen
vàn een ongemeene lengte moeften bezig
geweeft zyn. Ook fcnenen de trappen
aanden eenen boom nogverichgemaakt,
ja zelfs nog groen te wezen, zoo dat daar
nog onlangs, en zelf voor 3 o f 4 dagen ,
menfchen moeften geweeft zyn.
T " Zy hadden ookTiet Ipoor van eenig wild
fchyn gedierte, gelyken.de wel de klaauwen van
van men-een tyger, of iet diérgelyks, vernomen,
fchen. en bragten ook eenigen arekvanviervoe-
I tig gedierte aan boord.
. Op de grond zagen zy mede eenige,
hoewel zeer weinig , nomme van die
boomen, byna als gommelak , leggen.
Om den hoek van deze baai hadden zy het
hoogfte water 13 of 14 voeten , en de
ebbe en vloed hier ontrent maar 3 voe-
~”P'ten , en véêl mëeuwen daar bevonden,
als mede veel wilde enden en ganzen
gezien. Het geboomte, dat zy hier zagen,
ftontwat ydel, zynde ook met een
aikke bofchagie van kreupelbofch belemmert.
Lanawaart in hadden zy wel
’t gerügt van ’t voorig gevogelte gehoort 3
doch niet gezien} maar veel boomen vernomen
, die door vuur te ftoken fchenen
verbrand te zyn.
Nu en dan zagen zy hier ook in ’t W.
ten N . rook opgaan, en een bewys, dat ’er
menfchen van een ongemeene lengte waren
, dat men ook klaar van boord ge-
zien had. Ook zagen zy längs die kuft
veel rooks.
AbelZasman liet hier den 3den een paal
opregten , waar op hy ’t merk der E.
Maatfchappy, en een princenvlag ftelde,
bevindende hier 3 graaden N.Ooftering.
Om dit te verrieten nam hy na de Z. O.
kant van deze baai met zieh den Piloot
Majoor François Jacobfz, fchipper Gerrit
Janfzoon , Ifaac Gilfemans , koopman
van de zeehaan, den onderkoopman
jibraham Coomans, en den oppertimmer-
man Pieter Jacobfz} doch alzoo zy door
de fwaare branding en wind niet aan konden
komen , wiert dit alleeh door den
timmerman, die na land fwom, verrigt, _• '■>
en die paal by 4 hooge boomen gezet j '5
als by N. 5 C. te zien is.
Hy vertrok den yden December van
van Diemens land O. aan, met voorne-
men om die ftreek van de lengte van 16p
tot die van ipy graaden, om de eilanden
V^n Salomon te vinden , te vervolgen 1
doch hy kon het niet langer längs de
wa l, alzoo de wind tegen was , hou-
den.D
en pdeü dito had hy op de 4z graaden
37 minuten Z. breedte, en 167 graaden
2p* min. lengte , y graaden N. O. mis-
wyzing, vernemende eenige dagen daar
na nog zeer holle deininge uit den Z.
W ., zoo dat in ’cZ. ofZ. W.geen land
te vermoeden was.
Den i3Jen dito zag hy in *tZ. O. iy
mylen van zig , op 42 graaden en 10 min.,
op de lengte van 188 graaden en 28 min.,
zeer hoog en bergagtig land, ’tgeen nu
in de kaarten Zeelanaia Nova genaamt
word, alwaar hy bevont de N. O. mis- d ü u j
wyzing van 7 graaden en 30 min. j doch
dit land noemde Fasman het Staaten-land |
(na de Heeren Staaten) en oordeelde,
dat het zelve land, ’t geen zieh zeer «
ichoon opdede, devafte kuft van ’tZuid-
land was. Ook gaf hy aan dezen doortogt ;
den naam van Abel Zasmans doortogt, alzoo
die eerft door hem ontdekc was.
Een aibeelding van dit land zien wy
No. y. E. ........
Längs dit land liep hy N . O. aan, en
ankerde in een baai op 40 graaden , en
yo min., en op de lengte van ipi graaden
41 min., met een N. O. miswy-
zingvan p graaden op den i7dea en i8dett
December.
Hier zag h y , in een groote opene baai,
wel 3 o f 4 mylen wya , Beooften een
iinalle zandpunt, eh nog wel 1 myl van
zekerenboek, op de hoogte van 40 graa- j^en_;
den 4p min., en op de lengte van 1 p fchen gef
raaden4imin., menichen, diegrof van'xien.
em, en dik en fwaar van gebeente waren}
doch zy quamen tot op geen gote-
lingfchoot na aan boord. Ook bliezen
zy dikwils op een fpeeltuig, dat wel na
een trompet geleek, waar tegen die van
de zeehaan mede een matroos, voor
trompetter uitgevaaren, lieten blaazen.
Zy waren van verwe tuflehen ’tbruin
engeel, fwart en fwaar van hair, dat op
de kruin op zyn Japans op- , en vaftge-
bonden was, en hadden een groote dikke
witte veder daar op ftaan. Hunne klec-
deren waren, zommige als van matten ,
andere als van kattoen} doch ’tbovenlyf
was naakt.
Men zeinde, o f wuifde eenige maalen
tegen hen , om hen aan boord te doen
komen, toonende hen wit lywaat, en
G eenige
I I I . D e e i .