
204 Befchryving der B O O
weinige Boomen zyn, die dienen maar
ot in: de Genees-künde, o f tot het confy-
ten der zelvc.
De wilde Dus verre van de tamme zoorten van
Mufcaat* gefprooken hebbende , moeten
wy hier met een woord byvoegen,
dat ’er nog verfcheide wilde zoorten zyn,
die inopzigt vandenftam,kruin,’t blad,
(dat wel eens zo lang is) en de V ru e t,
merkelyk verfchillen, zynde de eerfte
zoort van dien byna als een Mannetjes-
Jvoot, , die mede in de Genees-kunde haar
gebruik heeft. De andere zoorten körnen
met de zelve veel te verfchillen,
ook hebben de Vrugten geen gebruik,
an alken, dat de Fpeli van een zeker
zoort diend om de Nagels rood te veriv
i e . , j t j l A N T E N ,
wen, en dat het hout van zommige der
verdere vier o f vyf wilde zoorten nog wel
tot fparren en ftylen- van huizen gebruik
t werd.
Het verdere, dat wy van deze £>pe-
cery-Vrugt nog zouden können zeugen
, houden wy by ons als een geheim
dat yder een niet behoefd te. weten, en
dat ook ons Land ondienft zou können
doen, alzoo ons voornemen niet is, hier
van meer te befchryven, dan ’t geen y-
der een o f wel weten mag , o f buiten
ons, wel weten, en dat onzen Staat
geen nadcel toebrengen kan. Waar mei
van fett, Speccry-boomen
ook affcheidcn.
V I E R D E H O O F D S T ü K.
Sandel-houc. He, r t t d o' san^adei-' jtimoüt'. . DDet
boom. De Coelit-Liwan-boom. De Sindoc.
De Ca.
lambac-
feoom.
B Uiten deze Specery - boomen
heeft men verfcheide andere
weiker honten, o f OJien, in
deze Geweften bekend zyn,en
die van de Inlandze Gentes-
kundige al mede gebruikt werden s maar
om de waarheid te zeggen, de Boomen
valienhier met, en zyn, ter plaatze daar
Zy valien, zeer weinig bekend.
Van deze zoortezyndeCalambac-bttm,
de Agel-hout-boom^ de Sandal-boom, de
Maffoy-boom, en meer andere, van welke
wy egter ter loops iets,en zoo veel,
als men ’er af diend te weten, zullen
zeggen.
’ fla t het Calambac-bout heerlyk, en
van een ongemeen pryzelyk gebruik in
de Gemes-knnde i s , kan niemand , die
• net kend, teeenlbreken.
Het is by de Geleerden met de naam I
van ’t voornaamfte Agallochum (alzoo ’er
verfcheide zoorten van Bgallocba zyn) o f
ook wel met die van ’t Ugnum Altes 0f
van ’t Paradys-bout, bekend.
Het voornaamfte Bgallocbum werd het
genaamd , 1 om dat ’er nog een tweede
zoort is, die ’er wel wat na gelykt, en
die by den Inlander Kajee Garte, o f Jfc
gel-hmt, genaamd werd.
Het eerfte o f’t Calambac-bout is bruin-
agug-graauw van verw, hebbende lange
zwarte aderen o f ftreepen ’er door ge- I
mengd, en wat witagtig, zynde zom-
tjids offen en glad, en ook wel wat knoe-
Dit hout, op een fteen gewreven
een weergadeloos fpoedig6h u lp S d e
Ä ahe ^ rt-kl°PP” S. oenaanwtheid op de borft, ja ’t is een Panacea, dat
weidS“ 8 rgeD°eg kan bc«»ld
Men moet voor yder once (als men
die al krygen kan, dat zelden gebeurd
en dat my m Indien nooit heeft mögen
izefiteig ugülsdelnä, tler üplaa\t ze dhaaoro d’te rvda8l«t.
r n ä ä vavoains g ^ u g g
heb W honderd Ryksdaalders op
Batavia aan zeker Raad van Indün, die
t al vry ruim had, voor geboden om
Dogters, ?oen zeer’ Z
hert-klopping bezet , daar mede te
bekomen 8 " dien Heer
Ik wift aan een Dtßs, oftwee, mv
ra-cerd , dat het heerlyk van werking
was, kreeg men opk van een andei
Vnend een ftukje5 dog ’t kiftie.daar al
myne Artzenyen, enflcutels, in waren
wierd vanal myn Goederen, die na boord
gingen, alleen geftolen, zoo dat ik ook
daar aan niets had; maar naderhand heb
ik in Holland weer een fraay ftukvan een
Vriend
Eil GEWASSEN van AMÖOlNA.' ia?
Vriend gekregen, dat ik nog bczitte, en
in weerde houde.
Men gceft het, gewreven zynde , met
wat wyn, o f water, ymand in , en de
hertfterkende en verquikkende geur, die
‘er by is , (trekkende eenigzins na die
Van de gedroogde Citroen'fchillen) is zoo
doordringende, en zoo fchielyk werkende,
dat hy alle die benaauwdheid van *t
hert aanftonds verdryft, de klopping ten
eerilen, doet ophouaen , en den zieken
als van den dooden, even o f hy een
gehcel ander menich was , doet herle*
vcn.
Wat dit nii eigentlyk voor een hout
i s , o f waar ’t valt, en aan wat voor
een Boom het groeid, daar over zyn de
allerbefte Gcleerden het gantfeh niet
eens 5 o f , laac ik liever met waarheid
zeggen, zy hebben daar nog geen vafl:
o f net befcheid van, 1 waar op men eeni-
ge ilaat maken kan.
Al Wat wy ’er van weten, is, ’t geen
de Chinezen ’er ons van zeggen, en dat
is zoo onzeker, dat ’er, volgens haar eigen
zeggen, geen ftaat op te maaken is:
want fchoon zy hetop Batavia nu en dan
Wel brengen, en gemeenelyk een klein
ltukje aan hare Waayers dragen , zoo
weten zy ons daaromjuift niet recht te
melden, waar het valt, o f wat het voör
een zoort van hout is.
Zy zeggen dan , dat het in Quinam ,
in Cambodia, en vooral in 7‘sjampaa , en
in Coetsjintsjina , valt. Het befte yind
men in 1‘sjampaa, maar deze Vor ft, on-
der den Koning van Quinam ftaande,
moet het befte aan die Koning tot een
gefchenk leveren , en ’t verdere zooda-
nig aan hem verkoopen , dat hy ’er al>
leen de Meefter van bly ve j dat onder-
tullchen (gelyk men wel denken kan)
zoo net niet nagekomen werd, waar door
’er nu en dan in ’t, verborgen nog wel
een ftuk of een brok na een ander Ryk
Vervoert werd.
Het is egter zeker, dat deze Koning
dit hout, en die Boomen, zoo veel als
’t mogelyk is , voor andere verborgen
houd, en dat ’er belet werd, dat ymand
’er toegang toe heeft, zoo dat alles, ’t
geen de Chinezen ons daar van zeggen,.
maar giflingen zonder grond zyn.
Vraagd men hen , o f zy de Boomen
gezien hebben,daar ’t aan valt? zy zeg
gen neen j maar verzekeren ons onder-
tuflehen dat het een zekere bekende
zoorte van JVaringin-boomen, met kleine
bladeren is, zynde een groote zoort van
Bofch-boomen, die wy in ’t vervolg na-
der zullen befchryven.
Vraagd men verder, of dat aan zoo
een Boom altyd , en overal valt ? zoo
zeggen zy van neen, dat het niet altyd,
en ook niet overal, aan die Boötii valt;
maar zommigen zeggen,dat dit het hart
van die Boom is , andere dat het maai
aan zekere takken valt} en dat’er nie-*
mand in de wereld tot nög toe gevondeii
is , die een recht' merkteeken opgeveri
kan, waar uit men net zal können we-*
teii,aail wat ßoom,of aan wat deel van
die Boom, het regte Calambac-hout valt*
Andere zeggen weer, dat de Eigenaar1
van ’t Land dit door de reuk öntdekt,
maar dat hy egter buiten verlof des Ko-
nings dien boom niet mag omverre kappen,
die dan al ’t befte, dat dicht ft aan
de wörtel vaft, na zieh ncemd.
Alle de berichten nu Van de Chinezen
hier over komen op veelerley onzeker-
beden u it , die ons buiten ftaat ftellen
om recht re zeggen, aan wat Boom dit
hout groeid, pf in wat deel deszelfs, dit
gevpnd©n werd.
Daar zyn ’er ,, die meenen, dat het
hoüt Ahalim , en Ahaloth, .waar van
Num. xxiv. 6. Prov. v i i . 17. Cant, ivt
14. en Pf, x lv . p. gefproken werd, geen
ander, dan dit Calambac-hout, is.
Het is ook bekend , dat dit meeft
door Sandel-bootnen, en ook w e l, door
Alo'e^ by andere , yertaald werd 3 maar
dat Salomo in zyn tyd al van Calambac-
hout, en Calambac-boomen ge weten zoü
hebben , die de naafte Volkeren aan
die Landen , daar Zy geftcld werden
te valien, belyden moeten tot nog
toe niet te kennen, zal ik al zoo weinig
toeftaan , als dat Bileam van de
Calambac - boomen in zyn tyd al zou
hebben geweten , en ’t Volk Ifraels
by die Boomen wift te vergelyken ,
fprekende daar van , zoö zpmmige
meenen , met een grondige kennis,
en als van Boomen , die God aan de
water-ftroomen geplant had.
Ik geloove , vdat nog Salomo , nog
Bileam, dezen Boom ooit gekend, veel
min gezien hebben : want was dat
waar , zy zouden ons van de klaare
doprftekende cigenichappen des zelfs
opk veel meer , en niet alleen ge-
(chreven hebben, yan dat berooken der
kleederen, daar dit hout wel mede, doch
minll, toe diend j maar ik geloove, dat
dit eenige andere Boomen geweeft zyn,
die de Brachten , en andere Naburige
Volken, uit Arabien bekomen j en tot
het berooken van hunne klederen ge*
bruikt hebben, gelyk alle de Speceryert,
daar ons de Ouden van fpraaken, op zy.fi
beft genomen , maar Boomen , o f Ge-
waffen, geweeft zyn, die o.f in Arabien,
of op de Grenzeft des zelfs vfelpn.
De befte Qenees-kundigen twyfelen zeff
n o g , o fDiofcorides, die zoo veel later
eetde, wel ooit Calambac gezien heeft.
Cg 3 ent