
V 45° E R H A N D E ' L I N G d i r . Orangie, en drie Zee-groene dceleti be-1
ftaat, die naaft malkandren, dan met
een Zee-groen, dan met een Orangie
deel geplaatft ftaan, en verder door zwarte
dwars-fchrapjens onderfcheiden zyn.
Boven op de kop vertoonen zig zes
Orangie doorns, en aan de eene zyde
van ’t oog twee diergelyke, na binnen
toe fchietendemet het fcherp, en aan de
andre zyde eene, na welke doorns de
Vifch, zyn naam draagd.
Het ly f is voor aan overdwars donker-
Zee-groen , en dan verder fchpon Purper
, in ’t midden boven tegen den rag
vertoond zig als een Zee-groene Zadel,
met een witte ly ft vol roode drie-hoe-
ken met het fpits na boven.
En deze Zadel gaat door, tot aan de
vin tegen ’t ly f , die , gelyk ook die ’er
beneden, en tegen ’t ly f rood , met een
zwarte buiten-lyft, endan van een Orangie
fchey-band voorzien is.
Over ’t middel-lyf van den Vifch , en
ook by na agter , vertoonen zig twee
breede gevlamde deurgaande donker-Zee-
groene dwars-banden vol zulke böllekens
met een zwarten omtrek naaft malkandren
j en tuflchen beide deze banden is
-nog een roode dwars-band , die boven
wat krom en beneden wat ichuins na vo-
ren toe loopende, en zwart van zoo-
men is .. ¡¡ggiä
In ’c midden op den rüg vertoond’ zig
een-roode vin , inet zes Zee-groene doornen,
hebbende de vin een Orangie onder-
zoom. De agter-vin is donker-Zee-
groen, met Orangie lyften, hebbende de
vin zeven breede roode graaten , die al
hoe langer hoe meer na agteren toe verminderen,
en in. ’t midden daar de vin
wat breed, rond en hoog oploopt, het
breedfte is.
De beneden - agter - vin is Zee- groen,
Orangie van beneden-zoom en graaten ,
die breed en vyf in getal zyn , eh die na
den ftaarttoeeenroodenbreedengegolfden
dwars-band van vy f böllekens hebben.
In ’t önderlyf vertoond zig een blaeu-
we drie - hoek als een zuikerbrood , met
’t fcherp na ’t ly f, met roode zoomen ,
en met een Orangie flangetje, dat van
den ftaart af tot halver wegen in dat zui-
ker-brood loopt.
De ftaart is door twee banden van ’c
ly f gefcheiden.
De voorfte is wit van grond met vicr -
Orangie drie-hoekjens, met zwarte zoomen
van de kant van den ftaart, waartegen
zieh van boven, van de kant van ’t
ly f , en van de witte grond van ’t zel-
ve , weer vyf witte drie-.hoeken vertoonen.
De agterfte fchey-band is rood, en
breed, enbeftaat uit vy f groote bollen,
bollen , die met ’t rond na agteren toe
gekeerd zyn.
De ftaart beftaat uit drie Zee - groene
en twee breeder Purpre overlangze banden
, o f vederen , die wat fchuins op-
gaan, en die na agteren den ftaart doen
verbreeden. De zoomen der Zee-groene
vederen zyn fytie zwarte, en die der Pur-
pere zyn Orangie, en wat breeder, hoe-
danig ook de agter-zoom van den ftaart,
die vry ,breederen zwart van zoompkens is.
N°. 178. Geeft ons den-Ä«» Batoe Jang
Hilpe-Laoet) d a tis , de Zee-groene Klip-
Vifch, te zien. Deze is zeer lekker, en
van die zoort van Viflchen al vry groot,
o f als een gemeene Bot.
Hy heeft een bek, als een Vogel, zyn-
de Orangie van verw, met een overlangze
roode ftreep ’er over. De kop Ss
licht - Purper. Het oog rood, met een
Orangie kring, en verder . beftaat de kop
uit een Hemels -blaeuwe breede ftreek,
over welke een roode dwars-ftreep henen
loopt,: die na den bek toe alseengrooten
breeden dwars-band , met twee roode
böllekens onder, en een bolleken boven
uitmaaktj dog in ’t midden der tweebo-
venfte böllekens is een rood kruis met
een Orangie bol in ’t midden. Aan de
andre zyde van die roode dwars-ftreep
vertoonen zig twee half-ronden tegen de
zplyp ^aan . jdie licht - Purper zyn , en
Orangie' zoomen hebben, en dan vertoond
zig op den Hemels-blaeu wen grond
van de kop , tuflchen die twee half-ronden
en tuflchen de roode ichey-ftreek van
de kop nog een rood bolleken.
Het lyf van den Vifch is fchoon Zee-
groen, hebbende agter aan, aan weerzyden
een Orangie-zoom tegen de agter-vinnen
aan. Ook ziet men van binnen op ’t ly f
nog drie Orangie-zoomen, die van den
kop na den ftaart loopen , daar zy zieh
flangs-wyze vertoonen , die ieder weder
tegen den kop} dogzoodanig, dat dit als
Idrie perken uitmaakt, eindigen! Het
naafte dezer drie perken aan de kop,
zynde het kleenfte, is licht - Purper van
binnen-grond, daar de andre twee Zee-
groen van grond zyn. Op dit licht-
Purper gronaje vertoond zig de Orarigie-
vin tegen ’t ly f , die met blaeuwe Zee-
groene vlammen geteekend, die Hemels-
blaeu w tegen ’t ly f , en van een rooden
fchey-band voorzien is. In het grootfte
dezer drie perken ziet men boven aan na
den rüg to e , naaft aan ’t hoofd , een
Orangie-bolleken, dan een roode kleene
ruit, dan een leggend Orangie half maan-
ken, dan nog twee roode ruiten met een
Orangie bolleken in ’t midden , en dan
beneden in dit perk na de kant van de
agterfte onder - vin, nog een rood bolleken.
De
Ikan
Batoe
Jang
Hidjoe.
Laoet.
Ö h o i ü e e n e VÌ S SCHENyAn Àk tBOlNÀ. 4-JÌ
De boven -vin is fchoon geel, hebbende
vyf roode doornen, en beide <?e
agter-vinnen. zyn rond-agtig Hemels-
blaeuw j breed! na den ftaart toe , rood van
buitenrzoompn,. .met qitroen-geele fraarije
i en na den, binnen - kant met Orangie
zoomen, die tuflchen de zelve » en tuf-
fchen ’t ly f , tot fcheiding zyn > en
op ieder van de twee agter-vinnen is
een rood bolleken op.’t breedfte der zel-
ve geplaatft.
De ftaart is licht-Purper met zwarte j
graaten, en met zulke fmalle zoomen.
Ikan N°. 279. Vertoond ons den IkanBaroe-
Baroepa. Pat ^at is, de fraeje Vifch. Deze: is Zee-
groen van kop, met roode fchey-banden;
dog onder aan heeft die een Orangie
ftreek. Den bek is rood, Hemelsblaeuw ^
en Orangie. Het oog is Hemels-blaeuw*
en rood.
Zyn lyf gelykt wel een zeer fraey ge-
fwagteld kind, zynde voor aan boven en
onder wat Hemels-blaeuw , en dan verder
bezet met twaalf breede licht-roode,
citroen-geele, en donker-Zee-groene
banden , die tuflchen fmalle Hemels-
blaeuwe zoomen ftaan , en die na de
ftaart toe allenskens verminderen.
De vin tegen ’t ly f is Hemels-blaeuw,
en Orangie tegen ’t lyf. De boven vin
is flets-groen, met Orangie doorns. De
onder - vin fchoon - Hemels - blaeu w met
een Orangie buiten-zoom. De agter-
boven^vin , cn ook de beide zyden van
den ftaart, zyn geel.
De ftaart zelf is Hemels-blaeuw , met
een rooden fchey-band by ’t lyf, die agter
rondom gaat, hehbende aan weerzyden
geele vlerken. In ’t midden van
den ftaart is een citroenrgeele ruit, met
een roode ly ft, en met een rood bolleken
in ’t midden bezet.
Het is een zeer goed, en aangenaam
-Vifchje.
N°. 28a. Vertoond ons de Katam Raja
^ datis, de Körtings-Krabbe. Het lyf
is fchoon-Purper rondom van binnen met
citroen-geele halve bollen met zwarte
zoomen bezet, en midden in met Zee-
groene fmalle ranken met roode bloemen
’er aan, en met een Zee-groene rpit, met
roode zoomen, en met vier kleene Orangie
böllekens ’er tegen, aan ieder zyde
’er een hebbende, vercierd.
Verder zyn ook de pootpn fchoon-
Purper j dog de knypers zyn voor aan,
buiten ’t Purper beneden blaeuw, en boven
Zee-groen met Orangie-buiten-zoo-
men , en de boven-knyper , met een
rooden dwars-band, daar de knyper be-
gind, ende beneden-knyper met een
Orangie - band voorzien. Ook heeft de
boven - knyper van buiten v y f, en de
onder-knyper daar vier Orangie doorns,
Katam
Radja.
en ie^er heeft twee zulke dóoms na. dpn
binnen-kan^. .
Voor aan vqrtoonqn, zig. aap weerzydqö
yaij, ’t lyf yesel, Hpm^lsrbla^ÜNve döorneij,
ep i;qcht in, ’t mi/d^lep daar ziet meat vKeé
blaeuwe raplyens,, uit-ieder yap-welke als
een Bofchje met roode, aaerkèns körnt *
aan wederzyden van welke boichjes zig
een Zee-groene ran]k , en dfcht. tuffijhpn
de blaeuwe doornen in twee roode fteelen
met roode boilen, die bpyen, geel eayoj
zyrarté ftippels zyn., vèrioónen.,. zynde
dus vier bollen, die , -aan, weerzyden
tweé f tuflchen de drie eerfte Maetxwe
doornen ftaan.
Op; ieder poot, waa,r aaa een. knj^ec '
, yertopnen zig opk d ^ .:%eeL~-
bollekeps met rppdeondei'-zporaen,, tv?èé
boven , en dan als. ’t bpvenfte van.- een
Purpre doorn-kroon ’er tuflphen, en Be-,
neden weer zoo een bolleken.
Pas agter de knypers-pop.ten; vertoonen
zig aan wederzyden twée kortepoptjens ,
die agter blaeuw , en na bu;ten met een
Zee-groene klaeuw voorzien zyn, zynde
’t blaeuw met een Orangie buiten-zopni j
en met Zoo een knuift midden in , die
boven aan wat rood is, bezet.
Het onder-lyf is door een citroen^«
geelenband, die tuflchen twee Zee-groene
zoomen ftaat, van den ftaart gefcheiden *
op welken band drie Zee-grpene böllekens
| naaft malkanderen ftaan.
Verder beftaat de geheeleftaarteerft uit
een breeden Purpren dwars-bandj,in ’t meiden
van welke zig een !^.ee-groen,edwara-
ftreek , een half ftroo breed, en een lid
van een pink lang , vertoond bengdeu
van een Orangie band (gelyk opk al de
volgende dwars-banden) yporzien zyndp;
De tweede breede d wars - band is. Zee-
groen , met een Orangie bolleken in ’t
midden. De derde- weer Purper, met
twee Orangie böllekens- Etev-ierdewcer
Zee-groen, met zulk een bolleken in ’t
midden. En de onderfte band Purper.,
met twee Zulke bpllekens- Daar na v.olgd
een tonde bol, een nagel van een duini
groot, met een. fpics agter., zynde die
ipits, en dan een ovaal deelken van die
bol tegen ?t lyf Zee - groen , en de twee
blokjens ter zyden, Orangie * dog* in ’t
midden vertoond zig nog een kleen zwart
bolleken.
Het is. een nitnemende fchppne Krabbe:
van verwen, en teekening j en zy is. (zoo
de Lief-hebbers zeggen) héerlyk van
fmaak, en zeer vet:
N°. 281. Lev,erd ons uit deagfet» Ba- ikati
toe Karwg fang Wa^na^ datis.» bfitv&l- ^ toe .
verivig Steen - rots -Jfifchjet, : Dit is mede
een, zoort van een Klip-Vifchje , geel Warnt;
van kop, donker-Zee-groenvanlyf, met
i vier roode overlangze gebogene fmalle
lifee