
 
        
         
		hunne  voorbergen  gelegen  zijn,  en waarvan het beroemde  plateau  
 van  Bandong,  een  opgevuld  meerbekken  op  eene  hoogte  van  
 2100 k 2200 voet,  verreweg  het  uitgestrektste  en belangrijkste  is. 
 De  geheel  verschillende  voorwaarden  waaronder  zieh  hier  de  
 plantengroei  ontwikkelt,  bestaan  echter  niet  enkel  of voorname-  
 lijk  in  de  bodemgesteldheid;  een  nog  gewichtiger  factor -is  het  
 geheel  verschillend  klimaat.  De  drukking  der  lucht  wordt minder  
 en  ondergaat  meer onregelmatige  afwijkingen;  de  temperatuur  is  
 merkelijk  lager;  de  betrekkelijke  vochtigheid  der  lucht,  wel  
 verre  van  altijd,  zooals  men  naar  algemeene  regelen  verwachten  
 mocht,  minder  te  zijn  dan  in  de  lagere  streken,  is  tijdelijk  en  
 plaatselijk  vaak  aanmerkelijk  grooter,  deels  door  den  invloed  
 dien  de  zware  wouden  in  deze  en  de  derde  zone daarop oefenen,  
 deels  omdat  de  zeewind  groote massa’s  dampen  naar  de  hoogere  
 streken  opdrijft,  die  zieh  in  de  koelere  temperatuur  veel  spoe-  
 diger  verdikken  en  vaak  eensklaps  in  hevige  stortregens,  met  
 onweersbuien  gepaard,  nederstroomen.  Het  zal  ons straks blijken  
 dat  vooral  de  derde  zone  de  gordel  der  wolken  en  nevelen  
 mag  genoemd  worden,  en  dat  zieh  nabij-hare  benedengrens  
 de  wolken  het  dichtst  samenpakken.  Het  is  niet  dan  natuurlijk  
 dat  ook  de  tweede  zone,  vooral  in  het  vochtige  klimaat  van  
 West-Java,  de  gevolgen  ondervindt van de nabijheid  eener  hooger  
 gelegen  streek  waar  de  lucht  vaak  geheel  van  waterdamp  ver-  
 zadigd  is. 
 Voor  zoover  niet  de  cultuur ook  hier  de  plaats der  voormalige  
 bosschen  heeft ingenomen,  is  het terrein dezer  tweede  zone  schier  
 geheel  met  oorspronkelijke  wouden  bedekt.  Eene  uitzondering  
 daarop  maakt,  vooral  in  de  Preanger,  waar  de  sedert  lang  be-  
 staande  koffiecultuur  wegens  uitputting  der  gronden  vaak andere  
 plaatsen  heeft  moeten  zoeken,  het  terrein  der  verlaten  en  weder  
 verwilderde  koffietuinen,  dat  nu  eenr  overgang  vormt  tusschen  
 de  bebouwde  streken  en  het maagdelijke woud.  In  Midden-Java,  
 waar  verscheidene  kegelbergen  worden  gevonden  die  van  den  
 voet  tot  aan  de  kruin  schier  geheel  van  hunne  oorspronkelijke  
 wouden  beroofd  zijn  geworden,  'kunnen.die  met  gras  en  andere  
 struiken  begroeide  berghellingen  als  een  deel  van  hetzelfde 
 Plora-gebied  worden  aangemerkt.  Het  zijn vooral de  Sendärä,  de  
 Soembing,  de  Merbaboe  en  de  noordzijde  van  den  Merapi  die»  
 behoudens  geringe  overblijfselen  der  voormalige  wouden  in  steile  
 kloven  en  andere  moeilijk  toegankelijke  plaatsen,  op  deze  wijze  
 van  boomen  ontbloot  zijn,  maar  daarentegen  met  een  tapijt  van  
 gras  gn kruidachtige planten prijken,  met de levendige kleuren  van  
 velerlei bloemen getooid. Slechts op enkele punten wordt dit vervan-  
 gen  door bebouwde  akkers,  in  den omtrek der tot  op  eene  hoogte  
 van  omstreeks  3000 voet verstrooid voorkomende  dorpjes  gelegen. 
 Met  het  oog  op  de  cultuurgewassen  mag  men  deze  zone  die  
 der  koffiecultuur  noemen;  want  de  koffiestruik  heeft  hier  als  het  
 wäre een nieuw vaderland gevonden.  Als  een gordel die  zieh overal  
 op  gelijke  hoogte  voortzet,  hier  en  daar  echter  door  het  lager  
 afdalende  woud  afgebroken,  om  elders  in smalle  strooken  hooger  
 opwaarts  te  stijgen,  slingeren zieh de koffietuinen om het gebergte.  
 Intusschen  begint  in  de  laatste  jaren  de  theeheester  in  sommige  
 streken  meer en  meer het terrein aan den koffiestruik  te betwisten;  
 want de  Java-thee,  die  langen  tijd  den  kieskeurigen  smaakniet  
 voldoen  kon,  heeft  in de  laatste  jaren in de gunst der Europeesche  
 markt  groote  vorderingen  gemaakt.  De  dorpen  der inlanders worden  
 zeldzamer  naarmate  men  hooger  in  deze  zone  stijgt,  en  de  
 boschjes  van  vruchtboomen,  die  ze omgeven,  worden steeds  ijler.  
 De  kokos-  en  pinangpalm  dragen  nog  vruchtin  het  benedendeel  
 dezer  zone,  maar maken allengs voor  den  arenpalm  plaats,  gelijk  
 de  rijst  voor  den  armen  bergbewoner  door  de  anders  slechts  als  
 tweede  gewas  geplante  mais  of  djagoeng  vervangen  wordt.  Ook  
 worden  in  schier  alle  residentien  in  dezen  gordel  tuinen  voor de  
 teelt  van  Europeesche  groenten  aangetroffen,  die  meerendeeis  
 goed  gedijen,  mits  voor  gedurige  vernieuwing  van  het  zaad  ge-  
 zorgd wordt.  In  enkele gedeelten van  Midden-Java  wordt  op deze  
 hoogte ook  tarw verbouwd,  waarvan  men  te Salatiga en Samarang  
 uitmuritend  brood  bakt. 
 De  graswildernissen  met  verstrooide  boschjes  waarvan  wij  ge-  
 waagden ,  bevatten  in  deze  zone slechts weinig  eigenaardige plan-  
 tenvormen.  De  vegetatie  komt  in  het  algemeen  overeen  met  die  
 der  alang-alang-velden  en  met  kort  gras  bedekte  vlakten  in  de