
 
        
         
		aan  de  priesters  *),  ja   aan  de  inlandsche  onderwijzers  (met  den  
 titel  van  mantri-gperoe)  heeft  de  Regeering  het  recht  geschon-  
 ken  om  zieh  een  pajoeng  te  laten  nadragen.  Wil  men  zieh  van  
 deze  zaak  eene  goede  voorstelling  vormen ,  dan  is  de  plaat  met  
 pajoengs  in  kleurendruk,  in  1871  door  den  heer  Kolff  uitge-  
 geven,  ver  boven  eene  beschrijving  te  stellen.  Yan  de  zucht  der  
 Javanen  naar  rangen,  titels  en  onderscheidingsteekenen  kan  
 niets  zulk  een  levendigen  indruk  geven,  als  een  blik  op  zoo-  
 danige  afbeelding.  Yan  de  geheel  gouden  pajoeng  van  den  
 Soesoehoenan en den  Sultan kan  men  h ie r,  door  alle  rangen  van  
 den  adel  en  de  beambten  in  de  Yorstenlanden  en  van  de inlandsche  
 ambtenaarswereld  in  de  Gouvernementslanden  heen,  traps-  
 gewijs  afdalen  tot  aan  de  blauwe  pajoeng,  met  groenen,  door  
 g°ud  omgeven,  cirkel in  het midden,  van  den  inlandsohen schrij-  
 ver  voor algemeenen  dienst.  Door de  pajoengs  in  de  Yorsten-  en  
 in  de  Gouvernementslanden  in  gebruik  ieder  op  een  afzonderlijk  
 vak  der  plaat  voor  te  stellen ,  toont  ons  de  teekenaar  tevens  
 duideljjk,  hoe het  Gouvernement  zieh  het  voorbeeld  der  Javaan-  
 sche  vorsten  heeft  ten  nutte  gemaakt. 
 "Wg  komen  thans  tot  de  voeding  en  de  daarmede  in  verband  
 staande  gebruiken,  een  belangrijk  onderwerp,  maar  waarover  
 ik  hier  zeer  kort  kan. zijn,  omdat  wij  in  het  hoofdstuk  over  de  
 middelen  van  bestaan  de  meeste  belangrgke  voedingstoffen  die  
 Java  oplevert  en  de  bevolking  gebruikt,  reeds  hebben  leeren  
 kennen.  Ook  sprak  ik  reeds  bij  het  huisraad  van de wijze waarop  
 de  Javanen  aanzitten  en  waarop  hunne  spijzen  worden  voorge-  
 diend  E r  rest  rnij  evenwel  nog  het  een  en  ander  op  te  merken, 
   dat,  naar  ik  meen,  eene  niet  geheel  onbelangrijke  bijdrage  
 tot  de  kennis  van  Java’s  bevolking  vormen.. zal. 
 De  Javaan  gebruikt  gowoonljjk  twee  maaltijden  daags,  het  
 middagmaal,  mangan  awan,  waarvan  de  tijd  vrij  wel  aan  den  
 naam  beantwoordt,  en  het  avondmaal,  mangan  wöngi,  dat  na  
 zonsondergang  tusschen  zeven  en  acht  ure  genuttigd  wordt.  Bij  
 deze  maaltijden  zitten  de  kinderen  met  hun  bonte  borstlapjes 
 ')   Vgl,  bl.  375. 2)  Biss.  596. 
 615 
 gezamenlijk  aan  met  de  ouders,  welke  laatsten  zieh  veelal  van  
 de  bovenkleederen  ontdaan  hebben,  die  hun  in  huis  te  warm  
 en  te  lästig  zijn,  zoodat  de  man  slechts  met  de  katok  en  opge-  
 sehorte  böbed,  de  vrouw  alleen  met  de  slordig  om  het  lijf  
 geslagen  tapih  bekleed  is.  Het  middagmaal  is  het  hoofdmaal  
 en  het  eenige  waarbij  door  de  gewone  Javanen  warme  spijzen  
 worden  gegeten,  die  de  vrouw  zelve  bereid  heeft,  terwijl  de  
 man  aan  den  arbeid  was.  Water  is  daarbij  de eenige drank.  Yoor  
 het  ontbijt  (sarap  of setnek)  wordt  niet  geregeld aangezeten. Wie  
 vroeg  uitgaat  tot  den  arbeid  verkwikt  zieh  soms  eerst  te  huis  
 door  een  kop  warm  water  op  koffiebladeren  getrokken  en  een  
 weinig  koude  rijst,  doch  nuttigt  gewoonlijk  iets  onder weg  in  de  
 waroeng.  Wij  willen  hem  derwaarts  volgen  en  zien  wat  hem  
 daar  wordt  aangeboden,  na  eerst  met  een  woord  te  hebben  
 aangeduid  hoe  de  waroeng  zelve  is  ingericht. 
 De  waroeng  of,  naar  de  gewone  uitspraak  der  Europeanen,  
 warong  is  voor  de  Javanen  wat  de kraam met  eetwaren,  de  herberg, 
   het  koffiehuis  en  de  restauratie  voor  de  verschillende  
 standen  van  Europeanen  zijn.  Zij  is  niet  gemakkelijk  tebeschrij-  
 ven,  want  het  is  een  genus  dat  vele  species  omvat.  Groot  is  
 bij  den  Javaan  de  zucht  om  te  snoepen,  en  aan  die  zucht wordt  
 op  allerlei  wijze voldoening verschaff.  Overal waar een feest  wordt  
 gevierd,  waar  eenige omvangrijke arbeid verricht wordt,  waar iets  
 van  wat  aard  ook  plaats  heeft  dat  een  aantal  menschen  op  
 eene  piek  verzamelt,  ziet  men  zieh  steeds  een  soort  van  warong  
 vertoonen.  De  eenvoudigste  vorm  bestaat  in  twee  ronde  korven,  
 aan  de  uiteinden  van  een  bamboestok  over  de  schouders  gedra-  
 gen,  en  gedekt  met  een  platte  korf,  waarop  de  waren  zijn  uit-  
 gestald.  Eene  andere  draagbare  warong  bestaat  uit  een  paar  
 ronde  of  Vierkante  kastjes,  die  tevens  het  noodige  bevatten  om  
 warm  te  houden  wat  warm  moet  worden  genuttigd.  De  sterk-  
 ste  tegenstelling  met  deze  vormen  de  warongs  gehouden  in  
 gewone  woonhuizen,  waarvan  dan  de  veranda  voor  de  uitstal-  
 ling  der  waren  en  tot  plaats  voor  de  bezoekers  is  ingericht.  De  
 typische  warong  houdt  het  midden  tusschen  die  uitersten.  Het  
 is  een  kraam  of  opstal  aan  den  open  yfeg,  met  een  afhangend