
 
        
         
		vormt  bekoorlijke  lanen.  Yaa  het  harde  hout  maaktmen  krissen  
 en  meubelen.  De  vruehten,  die  veel worden  ingelegd  en  indien  
 toestand ook bij ons algemeen  bekend  zijn,  nemen in de Javaansche  
 keuken  de  plaats  onzer  citroenen  in ,  terwijl men,  bij gebrek van  
 vruehten,  tot  hetzelfde  einde  ook  de  bladeren  gebruikt. 
 J a  mb osa.  De  djamboe’s  leveren  appel-  of peervormige,  sap-  
 rijke,  smakelijke  vruehten,  in  onderscheidene  soorten.  De  meest  
 bekende  zijn:  de  djamboe  ajer  of water-djamboe (Jambosa aquea),  
 de  meest  gewone,  ook  in  ’t  wild  groeiende  en  minst  geachte  
 soort,  hard  en  glimmend,  zuurachtig  en  verkoelend  vanvleesch,  
 bij  den  verkoop  op  de  passers veelal op bamboestokjes  gesnoerd ;  
 de  djamboe  ajër mawar of rozenwater-djamboe (Jambosa vulgaris),  
 door  den  sterken  rozengeur  barer  ronde  vruehten  gekenmerkt,  
 en smakelijker dan de  vorige;  de djamboe bol (Jambosa domestica),  
 met  groote,  lekkere  vruehten,  in  talrijke  verscheidenheden  ge-  
 kweekt,  evenals  onze  peren;  de  djamboe  Samarang  (Jambosa  
 alba),  weinig  minder  van  smaak  en  met  even  talrijke  verscheidenheden, 
   enz. 
 P u n i  ca.  De  voorname  vertegenwoordiger  van  dit  geslacht,  
 de  bekende  granaatappel  (P.  granatum)  wordt  ook  op Java, waar  
 hij  dalima  heet  en  het  gansche  jaar  bloeit,  overal  in  de  tuinen  
 gevonden. 
 Z i z y p h u s .   De  widara  of  bidara  (Z.  jujuba)  is  om  de  smakelijke  
 vrucht  een  der  meest  gewone  cultuurboomen,  en  is  bij-  
 zonder  in  aanzien  bij  de  Chineezen,  die  een  aantal  variëteiten  
 onderscheiden. 
 I n o c a r p u s .   De  gajam  of  gajang  (L  edulis)  is  een  körte,  
 zware  boom,  met  welriekende  bloesems,  en  wordt  overal  aan-  
 gekweekt  om  de  vruehten,  die,  op  de  manier  onzer  kastanjes,  
 alleen  gekookt  of  geroost  worden  gegeten,  en  dan  een  zeer  
 goed  en  smakelijk  voedsel  zijn. 
 S t e l e c h o c a r p u s .   Den  boerahol  (St.  burahol)  hebben  wij  
 reeds  onder de woudboomen aangetroffen l), maar hij mag ook onder  
 de  gekweekte  niet  worden  voorbijgegaan. 
 P a n g i um .  Dekloewak  of  pangei  (P.  edule)  is  een  boom  die  
 nog  ter  hoogte  van  3000 voet  kan  worden  aangeplant, maar een  
 vergiftig  beginsel  bevat,  dat  uit  de  vrucht  door koking moet  ver-  
 wijderd  worden,  eer  zij  als  kruiderij  kan  dienen. 
 A v e r r h o a .   De  naam  balimbing  omvat  twee  soorten  van  dit  
 geslacht,  de  balimbing  besi  (A.  carambola)  en  de  balimbing  
 boeloe  (A.  bilimbi).  Beide  zijn  zure  vruehten,  vooral  tot  
 spijsbereiding  gebruikt;  maar van  de  eerste soort komt  eenezoete  
 verscheidenheid  voor  (balimbing  manis),  die  rauw  als  lekkemij  
 wordt  gegeten. 
 D u r  io.  De  doeren  of  doerian  (D.  zibethinus)  behoort  tot  de  
 meest  bekende  en  merkwaardige  Javaansche  vruehten.  De inlanders  
 zijn  er  verzot  op,  maar  ook  onder  de Europeanen vindt het  
 roomachtige  vleesch,  dat  met  een  sterk  gekruide  vlade  kan ver-  
 geleken  worden,  enthusiastische bewonderaars ’), ofschoon anderen  
 noöit  den  afkeer  kunnen  overwinnen,  dien  de  overweldigende  
 stank  als  van  verrotte  uien  hun  inboezemt. 
 A r t o c a r p u s .   Tot  dit  geslacht  behooren  onderscheidene  Javaansche  
 vruehten,  waaronder  sommigen  die  hoog  geacht  zijn.  
 Yooral  komen  in  aanmerking de kaloewih (A. incisa) en de soekoen  
 (A  laevis),  nauw  verwante  soorten  van  den bekenden broodboom  
 der  Zuidzee-eilanden,  welks  groote  ronde  vruehten  de  Javanen *  
 onrijp  als  groente  koken;  de  nangka  (A.  integrifolia)  en  de  
 tjampedak  (A.  polyphema),  kolossale  vruehten,  wier  zaden  of  
 pitten,  gebraden  zijnde,  veel op kastanjes gelijken, en wier vleesch,  
 schoon  soms  sterk  van reuk  en smaak voor wie er niet aan gewoon  
 zijn, toch de meeste Europeanen spoedig leeren waardeeren. De En-  
 gelschen noemen deze vruehten jackfruit, en ook bij oude Nederland-  
 sehe  schrijvers  komen  zij  onder  den  naam  jakka  voor,  die  van  
 Malabaarsehen  oorsprong  is.  De  terep  (A.  elastica)  heeft  eene  
 soortgelijke  vrucht,  maar  van  minder  hoedanigheid,  wiertaaien  
 kleverig  sap  als  vogellijm  wordt  gebruikt. 
 C i c c a.  De  tjerme  (C. nodiflora) is een kleine, geelaehtige, plat-  
 ronde,  geribde  vruchtj  van  aangenaam  zuurachtigen  smaak,  die  
 veelal  geconfijt  wordt.